21.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 587

Oostenrijkse regering onder vuur na lancering ‘nationale islamkaart’

0

De Oostenrijkse regering wordt vanuit meerdere kanten aangevallen vanwege de lancering van een zogenoemde ‘nationale islamkaart’, een website die honderden moskeeën en islamitische organisaties in Oostenrijk in kaart brengt.

Minister Susanne Raab (Integratie) lanceerde donderdag een website: de ‘Nationale Kaart van de Islam’. Hierop staan de namen en locaties van meer dan 620 moskeeën, verenigingen en functionarissen en hun mogelijke connecties in het buitenland vermeld.

Op deze website is nu veel kritiek door Oostenrijkse moslimorganisaties. Zo waarschuwt de Islamitische Religieuze Gemeenschap in Oostenrijk (IGGOE) tegen het stigmatiseren van alle in Oostenrijk wonende moslims als potentieel gevaar. Deze campagne wakkert racisme aan en ‘stelt moslimburgers bloot aan een enorm veiligheidsrisico’, voegt de IGGOE eraan toe.

De Oostenrijkse kanselier Sebastian Kurz heeft herhaaldelijk zijn afkeuring uitgesproken over wat hij de ‘politieke islam’ noemt. Ook sympathiseert hij met het islambeleid van de Franse president Emmanuel Macron, die de politieke islam en islamitisch ‘separatisme’ in zijn land wil aanpakken.

Volgens minister Raab de is de kaart niet bedoeld om ‘moslims in het algemeen verdacht te maken’, maar om ‘politieke ideologieën’ te bestrijden. Toch zorgt de kaart voor de spanningen tussen Kurz’ conservatieve ÖVP en zijn coalitiepartner de Groene Partij. Groenen-parlementslid Faika el Nagashi zegt dat haar partij vooraf niet eens afwist van de kaart, die ‘in strijd is met hoe integratiebeleid en dialoog eruit zouden moeten zien’.

Ook Turkije, dat eerder stevige kritiek op Oostenrijk leverde vanwege Israëlische vlaggen op Oostenrijkse regeringsgebouwen, reageert ontstemd. In een verklaring zegt het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken dat het ‘xenofobe, racistische en anti-islambeleid van Oostenrijk de sociale cohesie en participatie vergiftigt’. ‘Het is belangrijk dat Oostenrijk immigranten en moslims niet langer als doelwit aanmerkt, maar een verantwoordelijk beleid voert’, aldus het ministerie.

‘Netanyahu wilde TikTok platleggen tijdens rellen Oost-Jeruzalem’

0

Premier Benjamin Netanyahu wilde TikTok op zwart zetten tijdens de rellen in Oost-Jeruzalem. Dat melden Israëlische media op basis van anonieme overheidsbronnen.

Op TikTok werden filmpjes gedeeld van gewelddadige confrontaties tussen Palestijnen en Israëliërs in Oost-Jeruzalem. Dit zorgde voor woede onder de Palestijnen, die daardoor extra gemotiveerd werden om te gaan demonstreren.

Netanyahu wilde om die reden TikTok tijdelijk uit de lucht te halen, omdat het sociale medium zou helpen om Palestijnse rellen aan te wakkeren. Uiteindelijk besloot de Israëlische regering dit toch niet te doen, na kritiek van de veiligheidsdiensten.

Israël heeft nog nooit social media op zwart gezet, een maatregel die door niet-democratische regimes wordt genomen als er een opstand plaatsvindt. Toch is het Israëlische leger wel voorstander van  social mediablocks bij dit soort omstandigheden, aldus de Israëlische nieuwswebsite Walla.

‘Veel van de rellen kwamen vanwege oproepen en initiatieven via Facebook en TikTok-video’s die de spanningen nog meer aanwakkerden en de relschoppers inspiratie gaven’, aldus een anonieme bron tegen Walla.

Het lot van premier van Netanyahu, die nu meer dan twaalf jaar aan de macht is, hangt op dit moment aan een zijden draadje. De centristische oppositieleider Yair Lapid, die kan rekenen op de steun van de linkse partijen, wordt nu ook gesteund door de uiterst rechtse partij Het Joods Thuis. Deze partij van Naftali Bennett, die eerder nog aan Netanyahu’s zijde stond, wil grote delen van de Westbank officieel annexeren, een stap die Israël nog niet heeft durven uit te voeren. Lapid en Bennett zouden samen een minderheidskabinet kunnen gaan vormen, mogelijk met gedoogsteun van Arabische parlementariërs.

Rotterdam wil discriminatie moslima’s effectiever aanpakken

0

De gemeente Rotterdam gaat in gesprek met moslima’s over hun ervaringen met straatintimidatie. Wethouder Bert Wijbenga (VVD) vindt dit nodig om de juiste maatregelen te kunnen nemen, meldt Dagblad 010.

Moslima’s met een hoofddoek worden vaak geconfronteerd met discriminatie op straat en de arbeidsmarkt. Ze worden ook online geïntimideerd. Hierbij gaat het ook om ‘exposing’: dat is wanneer moslima’s die zich ‘onzedig’ kleden of gedragen aan de schandpaal worden genageld door mannelijke moslims, zoals influencer Youness Ouaali dat doet op zijn Instagramaccount.

Volgens Wijbenga, die nu al een zo’n gesprek met moslima’s erop heeft zitten, is het voor hen niet altijd duidelijk of de intimidatie te maken heeft met hun vrouw-zijn of met hun religie. ’Daarnaast blijkt ook het onderscheid tussen een compliment en een belediging, vooral voor vrouwen die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, soms lastig te maken.’

De wethouder benadrukt dat imams, scholen en sportclubs een belangrijke rol kunnen spelen bij de bestrijding van het probleem. De signalen die er nu zijn benadrukken in de ogen van Wijbenga het belang van een integrale aanpak en een nauwe samenwerking met antidiscriminatiebureau Radar en het online jongerenwerk.

Nederlands moet geen afrekenmechanisme zijn

Is foutloos gebruik van de Nederlandse taal iets van alleen Noord-Europese, witte, elitaire mensen? En zo ja, is het politiek correct om dan maar minder streng te zijn op spel- en taalfouten, zodat gekleurde Nederlanders en laaggeletterden beter kunnen meedoen? Taalwetenschappers zijn er niet enthousiast over, maar wat coulanter mag het hier en daar wel.

In reactie op het besluit van de Britse Universiteit van Hull om fouten in spelling, grammatica en interpunctie toe te staan, omdat dit gelijkheid zou bevorderen onder etnische minderheden, ontstond er ook in ons land een felle discussie. In haar opiniestuk in de Volkskrant deed HKU-student Hilde Roothart er nog een schepje bovenop: zij stelde dat de taal gekoloniseerd is door een homogene groep die Noord-Europees, wit, mannelijk en elitair is, en dat laaggeletterden buiten de boot vallen.

Maar hoe belangrijk is eigenlijk goede beheersing van de Nederlandse taal als norm om succesvol mee te draaien met de maatschappij? Zou het minder streng zijn op taalfouten echt zorgen voor gelijke kansen voor groepen die de taal minder goed beheersen? Of is dit betuttelracisme van de bovenste plank?

Taalwetenschappers en deskundigen noemen het een ingewikkelde discussie. Al is de vraag niet óf de standaardtaal elitair is, want dat is nu eenmaal zo, stelt promovendus Nederlandse taal en cultuur Marten van der Meulen (Radboud Universiteit Nijmegen). Vanaf de zestiende eeuw is het Nederlands namelijk afgebakend en bepaald door de elite. Nog steeds wordt de taal bewaakt van bovenaf, door instanties als onderwijs en overheid.

‘Aan de ene kant is het heel goed dat de universiteit minder discrimineert op taal’, stelt de promovendus. ‘Zodat niet meer, zoals vroeger, mensen die bijvoorbeeld ‘plat’ praten, minder kans op toelating hebben.’ Tegelijk noemt Van der Meulen het wrang dat juist de universiteit van bovenaf bepaalt om de standaardtaal niet meer aan te leren. Hiermee ontneem je studenten de kans kapitaal op te bouwen. Goede taalbeheersing is immers net als tafelmanieren een toegangsbewijs, een visitekaartje, aldus de promovendus.

Het ligt er wel aan over welk genre taal je het hebt, nuanceert Jacomine Nortier, universitair hoofddocent Taalkunde aan de Universiteit Utrecht. ‘Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen spreek- en schrijftaal. Serieuze media, informatieve teksten moeten foutloos zijn, vind ik. Ik kan bijvoorbeeld websites die vol spelfouten staan niet serieus nemen. Ik vind dat daar best wel strenge normen voor mogen gelden. Ook als universiteit mag je de norm van foutloos taalgebruik hanteren. Maar voor verschillende andere genres gelden weer andere regels. Op social media als Facebook en Twitter vind je bijvoorbeeld groepen laaggeletterde Nederlanders, die daarvóór nooit schreven en zich nu voor het eerst van geschreven taal bedienen. En ja, ze schrijven de ene na de andere spelfout. Daar kan je je misschien aan ergeren, maar hier moet je overheen kunnen stappen, vind ik. Dan moeten we niet te belerend zijn.’

Ook moeten we ons ervan bewust zijn dat de taal continu verandert, en dat dus ook de taalregels veranderen, stelt Nortier. ‘Studenten schrijven bijvoorbeeld nu heel vaak ‘als eerste’ in plaats van ‘ten eerste’, of gebruiken ‘zich focussen’, terwijl het ‘focussen’ is. Ik kom dat zo vaak tegen dat ik dat niet meer verbeter. Je ziet ook steeds meer verengelsing. Steeds meer mensen gebruiken ‘adresseren van een onderwerp’ in plaats van ‘een onderwerp aansnijden’. Vroeger werd ik zelf nog gecorrigeerd op het woord ‘uitvergroten’, dat was een germanisme. Dat is nu ook niet meer voor te stellen.’

Toch gaat het toestaan van spelfouten in het onderwijs te ver, vindt ook Floris Roelofsen, taalwetenschapper aan de UvA. ‘Duidelijk taalgebruik en argumentatie zijn natuurlijk wel ontzettend belangrijk. Dat moet niet in gevaar komen. Het volgen van grammaticale regels is daarvoor in het algemeen wel een basisvoorwaarde. Maar het is een complexe discussie. Tegelijk zijn er ook bepaalde spelling- en grammaticaregels, waar we wat mij betreft niet zo zwaar aan zouden moeten tillen, bijvoorbeeld de beruchte ‘d’-tjes en ‘t’-tjes.’

Ook Khalid Mourigh, taalonderzoeker en expert van Nederlandse straattaal, denkt dat we met kleine foutjes wat coulanter kunnen zijn. ‘Kijk naar een taalvorm zoals ‘groter dan’. Dat is de norm, maar ‘groter als’ wordt ook heel veel gebruikt. Is er dan iemand die dan niet begrijpt wat je bedoelt?’

Toch is Mourigh nadrukkelijk geen voorstander van het aanpassen van taalnormen omdat mensen het niet beheersen, zoals de Britse universiteit wil. ‘Wat is ons einddoel daarmee dan? Wil je dan zoveel mogelijk mensen laten slagen, of wil je studenten afleveren die een gelijk taalniveau hebben? Een onderwijsinstelling moet het natuurlijk zelf bepalen, maar ik denk dat de gevolgen van het loslaten van foutloos Nederlands wel ten koste gaat van je status als universiteit.’

‘Studenten worden in de maatschappij wél afgerekend op hun taal’

En of het echt gelijke kansen oplevert, betwijfelt hij. ‘Persoonlijk vind ik versoepeling van taalnormen een beetje paternalistisch. Je ziet dat een groep niet mee kan, dus dan ga je de normen verlagen, zodat iedereen mee kan. Wij zorgen er wel even voor dat jullie allemaal slagen. Het is een beetje een kortetermijnvisie. Die studenten worden immers in de maatschappij wél afgerekend op hun taal. In plaats van versoepelen van taalnormen zouden we juist meer geld moeten investeren om ervoor te zorgen dat leerlingen aan de taalnormen voldoen.’

Want spelfouten in e-mails of in sollicitatiebrieven hebben wel grote gevolgen. Die leiden juist tot het tegenovergestelde effect dat het loslaten van foutloos Nederlands als doel heeft, stelt Mourigh. ‘Het sluit juist mensen uit. Leerlingen in taalarme omgevingen komen nog meer op achterstand. Daarom ben ik er voorstander van dat taalnormen worden gehandhaafd. Het zou alleen werken als het maatschappijbreed wordt toegepast. Dus ook op alle scholen en universiteiten.’

Ongelijkheid

Mourigh vindt dat er meer aandacht moet komen voor sommige groepen in onze samenleving die het Nederlands niet beheersen. ‘School speelt een enorm belangrijke rol. Als je studenten niet de goede basis geeft, belemmer je hen kansen op de arbeidsmarkt. Taalgebruik is toch een van de manieren hoe je je presenteert bij een sollicitatie, bijvoorbeeld. Het is dus de taak van het onderwijs. Scholen moeten het meegeven aan jongeren die er moeite mee hebben, zodat die er niet op worden beoordeeld.’

Want sommige jongeren worden al op zoveel beoordeeld, zoals een etnische achtergrond, voegt Mourigh toe. ‘Zorg er daarom in ieder geval voor dat je taal goed is. 60 procent van de taal leer je buiten school. Via ouders, familie en vrienden, maar ook via televisie en online. Ik heb onderzoek gedaan naar wijken in Gouda, waar jongeren onvoldoende input krijgen om goed Nederlands te leren. Stel je voor: op straat spreek je straattaal en thuis vooral Turks, Marokkaans Berber of Pools. Waar leer je dan nog goed Nederlands om voor jezelf in de maatschappij een plek mee te bemachtigen? Dat is heel beperkt. Er is echt meer ondersteuning nodig. Ik heb zelf persoonlijk ervaren hoe belangrijk taal is.’

De ongelijkheid zit dan ook niet in de taal, maar in de samenleving, in de kansen voor taalaanbod, stelt taalwetenschapper Gerrit Jan Kootstra van de Radboud Universiteit.

‘Dat geldt niet alleen voor verschillende groepen in de samenleving, maar ook tussen hoog- en laaggeletterden. Waar het om draait is dat iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond, dezelfde kansen krijgt om de Nederlandse taal te leren. Hier stappen in zetten is dan ook meer een opdracht voor het onderwijs en de maatschappij. Denk aan ruimschoots toegang bieden aan boeken voor bepaalde groepen in de samenleving, of goede ondersteuning bieden aan bevolkingsgroepen die minder kansen hebben.’

‘Waar het om draait is dat iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond, dezelfde kansen krijgt om de Nederlandse taal te leren’

Ook zou het helpen als de taal minder als afrekenmechanisme zou werken, stelt Kootstra. ‘Het is echt een middel om te communiceren. De norm voor sollicitatiebrieven zou bijvoorbeeld in bepaalde situaties best wat relaxter kunnen, denk ik. Als je bijvoorbeeld solliciteert als journalist of taalkundige, dan mag wel van je verwacht worden dat je een foutloze sollicitatiebrief kunt schrijven. Maar solliciteer je bijvoorbeeld als hovenier, is het dan werkelijk zo erg als er een spelfoutje in de brief staat, terwijl je als kandidaat alle juiste ervaring in huis hebt? Een verzorgde tekst laat zien dat je er aandacht aan hebt besteed en zorgvuldig kunt werken, maar het zegt natuurlijk niet alles over je ervaring, expertise en inhoud. Als je een interessant profiel voor je hebt, echt een topkandidaat, en die heeft een d/t-fout in zijn brief staan, nodig je die persoon dan echt niet uit?’

Helaas gebeurt het nog te veel dat mensen die goed Nederlands spreken worden afgerekend op bepaalde aspecten van hun taalgebruik, aldus de taalwetenschapper. ‘NT2-ers (mensen die een andere moedertaal spreken en op latere leeftijd Nederlands leren, red.) hebben bijvoorbeeld heel veel moeite met het juiste gebruik van ‘de’ en ‘het’. Als ze daarop ‘betrapt’ worden is dat eigenlijk heel jammer, als ze zich verder prima kunnen uiten. Iemand die heel goed Nederlands kan spreken kan wel dat soort fouten maken met schrijven. Ik kan mij voorstellen dat veel anderstaligen het gevoel hebben daarop te worden afgerekend. Dat lijkt me niet nodig.’

Het gaat erom dat mensen goed een boodschap kunnen overbrengen, aangepast aan het juiste publiek, benadrukt Kootstra. ‘Hier heb je uiteraard wel bepaalde taalvaardigheden voor nodig. De juiste tekstopbouw, woorden, grammatica en spellingsregels helpen immers om die boodschap ook daadwerkelijk over te brengen.’

De vorm van taal is van nature belangrijk, en hier moet uiteraard aandacht aan worden besteed in het onderwijs, stelt hij. Het eenzijdig afrekenen op taal- en spellingsfouten die niet enorm afleiden van de boodschap ondersteunt hij echter niet, ook als het gaat om taalfouten die terug te voeren zijn op bepaalde moeilijkheden bij het taalleerproces van anderstaligen.

‘In plaats van afrekenen zou ik er feedback op geven. Maar het is complex, hoor. Het hangt wel af van de hoeveelheid fouten. Als een stuk er van wemelt, zal dit de leesbaarheid in belangrijke mate verminderen. We moeten wel vasthouden aan bepaalde regels om succesvolle communicatie te kunnen hebben’, zegt Kootstra. ‘Stel je voor dat iedereen zijn eigen spellingregels hanteert, dan is de kans op succesvolle communicatie nihil.’

‘Turkije liet NAVO reactie tegen Wit-Rusland afzwakken’

0

Turkije heeft andere NAVO-bondgenoten ertoe aangezet een verklaring over de gedwongen landing van het Ryanair-vliegtuig in Wit-Rusland te verzachten. Dit bericht het internationale persbureau Reuters op basis van diplomatieke bronnen.

Turkije drong er bij de NAVO-bondgenoten op aan een officiële reactie af te zwakken, zo meldentwee diplomaten die bekend waren met de zaak aan Reuters.

De dertig NAVO-bondgenoten veroordeelden woensdag de gedwongen landing van een Ryanair-vliegtuig en de arrestatie van journalist Roman Protasevich. De verklaring bevatte echter geen strafmaatregelen, waar de Baltische bondgenoten en Polen op hadden aangedrongen.

De verklaring was ook minder scherp dan de opmerkingen van NAVO-chef Jens Stoltenberg. Hij noemde het incident een ‘staatskaping’ en ‘schandalig’.

Ankara wilde niet dat er tegen Wit-Rusland sancties zouden worden genomen, aldus de diplomaten, en de oproep aan Wit-Rusland om politieke gevangenen vrij te laten werd dankzij Turkije buiten de tekst gelaten.

Het is onduidelijk waarom Turkije geen sancties wil. De diplomaten vermoeden dat Ankara de betrekkingen met Rusland, de belangrijkste bondgenoot van Wit-Rusland, goed wil houden. Ook vliegt Turkish Airlines op Minsk. Een andere mogelijkheid is dat Turkije deze zomer graag weer vele Russische toeristen wil verwelkomen na de coronapandemie.

Ondertussen heeft de openbare aanklager in Ankara zelf ook een arrestatiebevel uitgevaardigd voor wie in de laatste maand Turkije’s staatsvijand nummer 1 is geworden: maffiabaas Sedat Peker, die in zijn Youtube-video’s allerlei ‘onthullingen’ doet over de innige verwevenheid tussen de Turkse onder- en bovenwereld. Met zijn video’s heeft Peker onder meer de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Süleyman Soylu in het nauw gebracht.

Chinese minister schoffeert Duitsers: ‘Jullie weten hoe genocide eruit ziet’

0

De Chinese minister van Buitenlandse Zaken heeft als door een wesp gestoken gereageerd op de Europese sancties tegen China wegens de onderdrukking van de Oeigoeren en andere moslims.

Minister Wang Yi zei, refererend naar de Holocaust, tegen een Duits publiek dat zij ‘weten hoe genocide eruit ziet’.

Groot-Brittannië, Canada en de Europese Unie besloten in maart sancties tegen hoge Chinese functionarissen in te stellen. Ook erkenden de parlementen van Nederland, Groot-Brittannië en Canada onlangs dat er een genocide aan de gang is in China.

Naar schatting minstens een miljoen Oeigoeren zijn opgesloten in zogenaamde heropvoedingskampen in Xinjiang. Minister Wang verwerpt academisch onderzoek waarin de misstanden, waaronder dwangarbeid en gedwongen sterilisaties van vrouwen, in detail worden beschreven.

Tijdens een webinar met Duitse politici en journalisten zei Wang dat de sancties een aanslag zijn op China’s waardigheid. ‘Er is geen dwangarbeid’, voegde Wang toe. ‘Er is niet zoiets als concentratiekampen in Xinjiang.’ En, als klap op de vuurpijl: ‘Er is niet zoiets als genocide aan de gang – onze Europese vrienden weten hoe genocide eruit ziet.’

Volgens de Duitse Europarlementariër Reinhard Buetikofer (Die Grünen) gebruikt China de Holocaust als ‘diplomatiek voetbal’, en is dit een nieuw dieptepunt in de relatie tussen China en Europa.

Ondertussen meldt Radio Free Asia een nichtje van Abduweli Ayun, een prominente Oeigoerse wetenschapper in ballingschap, is overleden in een van de kampen. Dit gebeurde nadat ze was ‘ondervraagd’ door de staatsveiligheidsdienst.

Baudet valt onderzoekster aan op boek over extreemrechts

0

Vanuit Forum voor Democratie wordt afkeurend gereageerd op een nieuw boek over extreemrechts van Nikki Sterkenburg. Onlangs promoveerde de journalist en onderzoeker op dit onderwerp aan de Universiteit Leiden.

In het boek Maar dat mag je niet zeggen doet Sterkenburg verslag van een nieuwe generatie extreemrechtse activisten in Nederland. Drie jaar lang volgde ze er ruim veertig, waaronder moskeebezetters van Identitair Verzet en betrokkenen bij de wit-nationalistische studiegroep Erkenbrand.

Geïnterviewden uit die laatste groep verklaarden tegen haar opgetogen te zijn over een Kamerdebat, zo schrijft ze in haar boek, ‘dat in februari 2018 is gevoerd naar aanleiding van uitspraken van Forum voor Democratie-lid Yernaz Ramautarsing over de relatie tussen volkeren en IQ’.

Precies hierover heeft Ramautarsing, die de bewuste uitspraken al in 2016 deed, nog een appeltje te schillen met haar. Ramautarsing noemt Sterkenburg in een YouTube-video ’totaal onbetrouwbaar’. Hij haalt een radio-optreden uit 2018 aan. Daarin stelde Sterkenburg dat Ramautarsing en FvD-coryfee Theo Hiddema ‘het al een paar keer in de media hebben gehad over de relatie russen ras en IQ’.

Sterkenburg vervolgde: ‘Dat is echt een principe dat eerder is gebruikt onder hem mom van: ja ok, maar als er dan een relatie is tussen ras en IQ, dan hebben we Über en Üntermenschen. Dat is vervolgens ook weer gebruikt om een ras te zuiveren.’

Ze noemde in dit radiofragment uit 2018 ook het bewuste IQ-Kamerdebat’ van eerder dat jaar. Ze vertelde dat ze van een extreemrechtse activist, die ze toen net had gesproken voor haar boek-in-wording, hoorde dat ‘zelfs de Centrum Democraten (de vroegere partij van Hans Janmaat, red.) zo’n debat niet voor elkaar hebben gekregen.

In zijn YouTube-video zegt Ramautarsing, inmiddels niet meer politiek actief voor FvD, dat Sterkenburg de zaken verdraait. Het was immers GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver die dit debat aanvroeg – om FvD-leider Thierry Baudet hierop te bevragen -, niet FvD zelf.

Overigens beweerde Sterkenburg in het radio-interview niet expliciet dat FvD het debat aanvroeg. Ook vermeldt ze in haar boek dat GroenLinks het debat aanvroeg.

Hier laat Ramautarsing het niet bij. Hij zegt ook dat hij de wereld helemaal niet wil verdelen in Über- en Untermenschen. ‘Nee Nikki, daar heb jij het over. Misschien ben jij de nazi hier. (…) Doe niet zo achterlijk, je bent een volwassen onderzoeker, jij zou beter moeten weten, jij spreekt over Über- en Untermenschen, het is jouw zieke geest die zo denkt, niet ik.’

Ramautarsing herinnert Sterkenburg er aan dat hij de IQ-discussie helemaal niet zelf zou hebben aangezwengeld, maar journalisten die in 2018 Ramautarsings IQ-uitspraak uit 2016 weer aanhaalden.

Ramautarsing leek ondanks de daarop volgende controverse begin 2018 te kunnen aanblijven als kandidaat-gemeenteraadslid in Amsterdam. Toch struikelde hij vlak voor de verkiezingen van 2018 alsnog. Aanleiding: uitgelekte gesprekken uit een appgroep, waaruit bleek dat Ramautarsing de stelling verdedigde dat homorechten de samenleving dommer hebben gemaakt en dat ‘het blanke ras meer aan zelfbehoud zou moeten doen’.

Ramautarsing zei in 2018 in reactie op alle consternatie dat hij deze stellingen verdedigde bij wijze van vrije gedachtenexperimenten. Wel stapte hij op als kandidaat-gemeenteraadslid. Annabel Nanninga, lijstaanvoerder van FvD in Amsterdam, zei toentertijd opgelucht te zijn op dit besluit en het ‘volstrekt oneens’ te zijn met de aangehaalde citaten uit de appgroep.

Rond de afgelopen jaarwisseling besloten Nanninga en anderen om zich af te splitsen van FvD en door te gaan als JA21. Dit, na ophef over antisemitische appjes binnen de jongerenbeweging van FvD.

Vlak voor de verkiezingen van maart dit jaar ontstond wederom ophef over uitspraken in een FvD-appgroep, die deze keer door Baudet zelf waren gedaan. Zo appte hij aan partijmedewerkers dat witte mensen gemiddeld een IQ scoren van 110, terwijl dat voor Latino’s 90 zou zijn en voor Afro-Amerikanen 75.

Baudet is overigens lovend over de anti-Sterkenburg-video van Ramautarsing, die hij in 2018 nog verdedigde omdat hij zich gewoon zou baseren op iq-wetenschap. De FvD-leider vindt hem ‘on fire over ras, IQ en het belangwekkende ‘onderzoek’ van Nikki Sterkenburg!’, twittert hij met een laagdunkende verwijzing naar Sterkenburgs boek. Baudet sluit zijn tweet af met een clown-emoji – een verwijzing naar de extreemrechtse aanduiding clownworld.

Clownworld is het geloof dat de wereld gek is geworden. Strijd tegen deze gekte is zinloos, vinden veel aanhangers van de clownworld-theorie. FvD-Kamerlid Frederik Jansen gebruikte in 2019 tijdens een speech als voorzitter van de FvD-jongeren ook al het begrip ‘clownworld’.

Sterkenburg schijft in haar boek ook over deze speech van Jansens, omdat ze toen ‘het idee [had] dat ik mijn onderzoeksgroep hoor praten’. Ze vervolgt: ‘Jansen haalt uit naar pornografie en Netflix, wat doet denken aan de neiging tot zelfpurificatie en alle andere uitspraken waarmee geinterviewden zaken als porno, populaire cultuur en consumentisme bekritiseren. Door deze zaken zou het individu afgeleid worden van zijn primaire taak: het besschermen van zijn volk en het voortbestaan ervan.’

Utrecht: man veroordeeld voor heling na diefstal Joods herdenkingsbeeld

0

Een zestigjarige man uit Utrecht is veroordeeld, omdat hij een gestolen bronzen beeld voor Joodse kinderen heeft gekocht. ‘Ik kocht het in een park’, beweert de man.

Het gaat om een rennend meisje in brons, dat voor de deur stond van het Centraal Israëlitisch Weeshuis aan de Magdalenastraat in de Domstad. Het beeld verwijst naar de Joodse kinderen die in de Tweede Wereldoorlog vanuit het weeshuis naar de vernietigingskampen zijn gedeporteerd.

Het beeld verdween plotseling, en dook daarna even plotseling weer op, op een andere plek in de stad, aldus AD Utrecht. Dankzij de DNA-sporen op het beeld kon de man, een bekende van justitie, in de kraag worden gevat.

Tegenover de rechtbank beweerde hij dat hij het beeld voor 20 euro van een kennis had gekocht en voor 500 euro zou willen verkopen. De plek waar hij het kocht staat bij dak- en thuislozen bekend als een locatie waar vaak gestolen waar wordt aangeboden.

Na een oproep op televisie besloot de man het beeld te dumpen langs de weg, waar het werd teruggevonden. Het is nu weer teruggeplaatst voor het weeshuis.

De man kreeg van de rechter voor onder meer heling van het beeld en enkele andere diefstallen een jaar plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders opgelegd. Als hij zijn straf heeft uitgezeten, moet hij met hulp van het Leger des Heils zijn leven weer op de rails zien te krijgen.

Diepe oorlogswonden, onzichtbaar en onheelbaar

0

Oorlogsgeweld en leed zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Verwoeste straten, verdwenen woonwijken, gewonde en dodelijke slachtoffers zijn vaak niet geheelde wonden en resterende littekens.

De afschuwelijke gevolgen van het geallieerde vergissingsbombardement op de Haagse wijk Het Bezuidenhout op 3 maart 1945: honderden doden en evenzovele gewonden, met daarnaast duizenden daklozen.

Een scheve reclamezuil, restanten van wat voorgevels en een stukje kerktoren. En verder heel veel puin. Nog tot lang na de oorlogsjaren zouden veel van deze littekens in het straatbeeld zichtbaar blijven.

Toch vormt al dit onbeschrijfelijke maar een deel van de littekens die veroorzaakt worden door gewapende conflicten en door oorlog.

Er ontstaan namelijk al heel veel littekens lang voordat een eerste schot is gelost, of de eerste bommen hun vernietigende werk doen. Maar helaas, aan die beschadigingen wordt vaak te weinig aandacht geschonken.

In ons land verkeren wij in de gezegende omstandigheid dat al heel veel jaren geleden de militaire dienstplicht kon worden afgeschaft. Op talloze plekken op de wereld is dat nog lang niet het geval. Jonge mensen moeten onder dreiging van oorlog meerdere jaren onder de wapens komen. Aan hen wordt in die tijd geleerd wat oorlog is en hoe oorlog moet worden gevoerd. Zij worden klaargestoomd voor daar waar het onoverkomelijk is om te kunnen doden en te verwonden.

Hele generaties leven zo een aantal jaren aan de ene kant in een sfeer van strijdbaarheid en overwinningslust. Om de strijd aan te kunnen gaan, moet er ook een beeld worden gecreëerd met betrekking tot de opponent. De tegenstander is de vijand. Dat is diegene die zelf gaat schieten als jij niet de eerste bent. Die vijand gaat jouw land veroveren, die verkracht jullie vrouwen, die roeit je uit als je zelf niet de noodzakelijke kracht en moed toont.

En zo wordt jonge mensen bijgebracht wat het is om jaren met vijandsbeelden te leven. Vijanden die erop uit zijn om jou te vernietigen. Vijanden die je moet haten. Vijanden die voor jou levensbedreigend zijn.

Nadat de diensttijd er op zit, zwaaien de soldaten af. Dat betekent niet dat ze daarmee ook alles wat ze mee hebben gemaakt zonder meer achter zich laten. Nederlandse veteranen die op ‘buitenlandse missie’ zijn geweest weten daar alles van. Heel veel van het leed, de angst en de spanning raken ze nooit meer kwijt. Ook dat beeld dat zij mee hebben meegekregen over wie de vijand is en over wat voor een vijand het is, dat blijft heel dicht bij hen.

Hoe vaak gebeurt het niet dat de oorlogshandelingen zo een onuitwisbare indruk achterlaten, dat de strijder zich thuis eenvoudig niet meer kan schikken naar de gezinssituatie, het leven van huisje boompje, beestje? We kennen de verhalen van de Vietnamveteranen of van onze eigen mannen en vrouwen in Srebrenica. Vaak valt het woord ‘oorlogstrauma’.

Littekens in de stad verdwijnen, onzichtbare littekens vaak niet meer

Er komt een staakt-het-vuren. En in het beste geval leidt dat dan weer tot een vredesbestand. Maar in de perceptie van zij die tegenover elkaar hebben gestaan, van zij die in de loop van elkaars geweer hebben gekeken, woont aan de andere kant van de bestandlijn die vijand. De mens die mij haat en die ik maar blijf haten. Een haat die angstig maakt. Een vijandsbeeld dat onrust veroorzaakt. Een vijandsbeeld dat alles overheersend is en geen ruimte toe laat voor gevoelens van toenadering, vertrouwen of vredesverlangens.

Littekens in de stad, huizen, straten, pleinen verdwijnen. Ruïnes worden herbouwd. Een door oorlogsgeweld vernietigde economie kan hersteld worden.

Maar onzichtbare littekens helen vaak niet meer. Hele generaties blijven op deze manier ernstig beschadigd.

Oorlogsvoering is soms noodzakelijk. Bij het besluit daartoe wordt veelal ingecalculeerd welke schade teweeg kan worden gebracht. Te weinig wordt rekening gehouden met het onherstelbare emotionele en psychische letsel dat de conflicten voor altijd teweeg brengen. De littekens van vijandsbeelden die velen voor altijd blijven achtervolgen.

VK: kritisch moslimhaat-rapport brengt Conservatieven in verlegenheid

0

Volgens een onafhankelijk rapport kampt de Britse Conservatieve Partij met een hardnekkig moslimhaat-probleem.

Het rapport analyseerde 1.418 discriminatieklachten, die tussen 2015 en 2020 bij de Conservatieve Partij zijn binnengekomen en betrekking hadden op 727 incidenten. Twee derde betrof moslims.

‘Antimoslimsentimenten blijven een probleem binnen de partij’, benadrukt het rapport. ‘Het is schadelijk voor de partij en het gijzelt een belangrijk deel van de samenleving.’

Er is sprake van antimoslimsentimenten op lokaal en individueel niveau, aldus het rapport, dat verder stelt dat er geen sprake is van ‘institutioneel racisme’ in de partij.

De aanbevelingen uit het rapport zullen door de Conservatieve Partij ter harte worden genomen, zegt een woordvoerder van de partij. Het gaat concreet om een herziening van het klachtenmanagementsysteem, meer transparantie in de afhandeling van klachten, een duidelijke gedragscode voor alle leden, training en herziening van social mediaregels.

In december 2019 werd de onafhankelijke commissie in het leven geroepen. Dit was kort na de enorme overwinning van de Conservatieven bij de Lagerhuisverkiezingen, toen de Labour-oppositie worstelde met beschuldigingen van chronisch antisemitisme.

Het rapport is ook kritisch op premier Boris Johnson, die in 2018 – toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was – in een column vrouwen in een boerka met brievenbussen vergeleek. Volgens het rapport versterkte deze column de indruk dat ‘de partij en haar leiders geen respect hebben voor moslimgemeenschappen’.

Boris Johnson zei toen dat het hem speet als zijn woorden beledigend waren. ‘Zou ik vandaag enkele kwetsende woorden uit mijn verleden gebruiken? Nee, niet nu ik premier ben’, antwoordde Johnson in het rapport. Zijn woordvoerder houdt vol dat Johnson niet racistisch was.

Volgens een studie uit 2019 was er in Groot-Brittannië een piek in moslimhaat, nadat Johnson zijn vergelijking maakte.

Voormalig minister Sajid Javid (Binnelandse Zaken), de zoon van Pakistaanse moslimimmigranten, dringt er bij zijn partij op aan de aanbevelingen uit het rapport integraal over te nemen. ‘Het uitroeien van discriminatie tegen moslims of welke andere minderheidsgroep dan ook is een kwestie waarbij politieke partijen in ons land de verantwoordelijkheid hebben om leiderschap te tonen.’

Sayeeda Warsi, die al jarenlang campagne voert tegen moslimhaat in haar partij, is kritischer. Het Hogerhuislid vindt dat er wel sprake is van ‘institutioneel racisme’ bij de Conservatieve Partij, zegt ze tegen Sky News. Ze wil een nieuw onderzoek, omdat het huidige rapport volgens haar gebreken vertoont. Gedupeerden hebben haar gebeld om te zeggen dat ze niet de kans kregen om te getuigen, voegt ze toe.