Edwin Wagensveld van de extreemrechtse politieke beweging Pegida gaat op 31 maart demonstreren tegen Kauthar Bouchallikht.
Op die dag wordt zij beëdigd als Kamerlid voor GroenLinks. De demonstratie vindt als het aan Wagensveld ligt plaats op het Plein in Den Haag, vlak voor het Kamergebouw.
De demonstratie draagt de leus ‘Zeg nee tegen deze wolf in schaapskleren’. ‘We mogen het niet zonder slag of stoot toelaten, dat de politieke islam plaats neemt in ONS parlement!’, aldus Wagensveld.
In het hoofdredactioneel commentaar van de Telegraaf eergisteren werd Bouchallikht ook al een ‘wolf in schaapskleren’ genoemd. De Telegraaf verdenkt haar van banden met de Moslimbroederschap.
Een anonieme twitteraar vraagt Wagensveld of hij de demonstratie gaat ‘opleuken’ met confettisnippers afkomstig van de Koran’. Wagensveld: ‘Goed idee, gaan we regelen…….ballonen [sic] gevuld met koransnippers, ook leuk.’
Wagensveld is de leider van de Nederlandse tak van Pegida, dat in 2014 in het oosten van Duitsland is opgericht. Pegida-activisten keren zich tegen de ‘islamisering van het Avondland’ en zijn berucht om hun provocerende acties. Zo hield Wagensveld in 2019 een barbeque voor een moskee in Gouda, waarbij varkensvlees – onrein voor moslims – werd gebraden.
GroenLinks-leider Jesse Klaver maakt zich intussen grote zorgen over de veiligheid van Kauthar Bouchallikht.
Zo’n vijf jaar geleden was er een piek in de vluchtelingenstroom. Vooral Syriërs en Eritreeërs klopten hier aan voor bescherming. De statushouders leren ons land kennen als gastvrij, maar tegelijkertijd ervaren ze onze samenleving als gesloten en afstandelijk.
Een groot aantal statushouders heeft nu een leven opgebouwd in Nederland, maar ze missen de verbondenheid met de Nederlanders. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau, uitgevoerd door wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam en onderzoeksbureau Labyrinth.
Beeld: Floris Vermeulen
Met name het inburgeren is voor deze Syriërs en Eritreeërs lastig. Ze hebben moeite om de taal te beheersen, om goed werk te vinden en om een band met Nederlanders op te bouwen. De Nederlandse samenleving moet daarom meer openstaan voor statushouders, zegt Floris Vermeulen (Universiteit van Amsterdam), een van de onderzoekers.
Hoe leerden de statushouders Nederland kennen?
‘Vluchtelingen komen hier en zijn blij dat ze veilig zijn en een huis hebben. Vaak hebben ze een trauma. Men heeft tijd nodig om daar overheen te komen. Ze hebben Nederland leren kennen als een gastvrij land, zijn positief over het maatschappelijke klimaat. Ook de vrijheid wordt gewaardeerd, want hier kunnen ze zelf keuzes maken. Dat is een openbaring. Naast de gastvrije Nederlanders is er een groep die niet echt openstaat voor mensen van buitenaf en die minder positief is tegenover hen als vluchtelingen.’
Hoe komt het dat ze die verbondenheid missen?
‘Ze missen vooral de sociale verbondenheid en stuiten hier op gesloten sociale netwerken. Dat zien we ook bij andere migrantengroepen. Nederlanders zijn vriendelijk, maar vaak ook gesloten, afstandelijk en koud. Contact leggen en echte relaties opbouwen is dan moeilijk. Dat idee heeft men in ieder geval. Hierbij ziet men het beeld van de dichte deur van de buren als iets typisch Nederlands, terwijl de deur in hun land van herkomst voor iedereen openstaat. Ze merken dat die verbondenheid niet automatisch gaat en langer duurt dan ze hadden verwacht. Als die verbondenheid er niet is, kunnen ze zich meer gaan afsluiten van de Nederlandse samenleving en richten ze zich meer op de vertrouwde Syrische of Eritrese gemeenschap, bewust of onbewust.’
Geldt dit alleen voor Syriërs en Eritreeërs?
‘Dit zijn de groepen die wij onderzocht hebben en dat zijn ook de twee grootste groepen statushouders, al zijn er overeenkomsten met andere vluchtelingen. Voor deze groepen geldt dat de situatie in het land van herkomst nog steeds onzeker en onveilig is en dat ze zich zorgen maken om de mensen die achtergebleven zijn. Ook dat maakt het moeilijk om hier een nieuw leven op te bouwen.’
Bestaan er verschillen in hoe de twee groepen de Nederlandse cultuur ervaren?
‘Ik had grotere verschillen verwacht. De Eritrese groep is christelijk en de Syrische groep vluchtelingen is gemengder, maar overwegend moslim. De manier hoe beide groepen naar Nederland kijken komt desalniettemin sterk overeen. Eritrese statushouders geven aan, met name als ze van het platteland komen, dat de overgang groot is. Niet alleen cultureel, maar ook economisch. Alle problemen, zoals de taal, het opleidingsniveau, ongeldige diploma’s en discriminatie, komen tegelijk bij elkaar. Dat kan het moeilijk maken om verbondenheid met Nederland te voelen. Je ziet hierbij wel verschillen tussen statushouders die uit de stad of van het platteland afkomstig zijn. Hoogopgeleiden en mensen uit de grote steden geven aan dat het verschil met Nederland minder groot is. Zij leefden al in omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die van een westers land.’
Om wat voor discriminatie gaat het dan? En zorgt dat voor minder verbondenheid?
‘De discriminatie die ze hier ervaren werkt gevoelens van verbondenheid sterk tegen. Veel statushouders ervaren op stages, school of werk het nodige onbegrip en weinig bereidheid vanuit de Nederlandse kant om zich in hun situatie in te leven. Er is niet veel interesse. Nederlanders weten niet waar deze mensen vandaan komen. Ze hebben geen begrip voor de vaak gevaarlijke en traumatische vluchtroutes die velen hebben moeten doorstaan. Maar er waren ook genoeg voorbeelden van uitsluiting op basis van herkomst, afkomst en kleur. Allemaal zaken waardoor deze statushouders zich minder snel thuis voelen hier.’
Genoeg beren op de weg, dus?
‘Ja, nog wel. Er zijn ook veel kansen, maar die obstakels zijn er en hun kinderen zullen daar ook mee te maken krijgen. Dat besef zorgt ervoor dat mensen continue aan het reflecteren zijn. Ze voelen zich veilig en thuis, maar tegelijkertijd kunnen ze zich nog geen voorstelling maken van hun toekomst hier. Een deel denkt er ook aan om weer terug te keren, maar weet dat hun kinderen dat niet meer kunnen of willen. Daardoor weten ze dat hun toekomst toch in Nederland ligt.’
Zorgt het idee om misschien terug te gaan ook niet voor een bepaalde gereserveerdheid bij de statushouders?
‘Dat zie je inderdaad terug in de wetenschappelijke literatuur. Als je de intentie hebt om weer te vertrekken, dan heeft dat invloed op jouw verbondenheid. Al is het besef er bij de meesten wel dat ze naar alle waarschijnlijkheid niet meer teruggaan. Vooral jonge mensen met een laag opleidingsniveau worstelen om hun plek te vinden. Een taalachterstand, laag opleidingsniveau en nauwelijks geld maakt het lastiger om verder te komen. Tegelijk zien statushouders ook mogelijkheden. Maar ze beseffen dat het geen makkelijke weg gaat worden. Soms komen de statushouders in gesprek met andere mensen met een migratieachtergrond, die hier al langer wonen. Ze horen van deze groep dat men wel probeert te integreren in de Nederlandse samenleving, maar dat men het gevoel blijft houden hier niet volledig geaccepteerd te worden. Dat kan ervoor zorgen dat statushouders anders naar Nederland gaan kijken. Het is voor velen van hen zeker geen rozengeur en maneschijn.’
‘Nederlanders zijn vriendelijk, maar vaak ook afstandelijk en koud. echte relaties opbouwen is dan moeilijk. Dat idee heeft men in ieder geval’
Tegen welke problemen lopen ze aan?
‘Het gaat deels om het missen van een sociaal netwerk, wat ze thuis wel hadden. Ze zouden graag meer met Nederlanders omgaan en ook Nederlandse vrienden willen hebben. Dat vinden ze niet alleen prettig voor zichzelf, maar ook voor hun kinderen. Maar dat gaat vaak moeizaam. Ook de culturele kant kan lastig zijn. Veel statushouders zijn religieus en dan komen ze hier in een van de meest seculiere landen ter wereld terecht. Dat doet wat met ze. Tegelijkertijd zien we in de antwoorden van veel religieuze statushouders dat men daarop reflecteert en bereid is zich tot op zekere hoogte aan te passen. Dat is echter een langdurig en complex proces.’
Is er wat betreft die verbondenheid of ontwikkeling een verschil tussen mannen en vrouwen?
‘Zeker. Veel vrouwen en meisjes onder de Syrische en Eritrese statushouders in Nederland maken een sneller emancipatieproces door dan mannen. Mannen hebben thuis vaak een andere maatschappelijke positie dan vrouwen en er is meer ongelijkheid. Het emancipatieproces gaat sneller, omdat vrouwen meer gebruik maken van de mogelijkheden hier en dat zorgt voor meer verbinding. Bij mannen zie je het tegenovergestelde, en is er vaak meer sprake van statusverlies. Voor hen is het wat ingewikkelder en sommigen kunnen daar moeilijk mee omgaan. Vrouwen leren vaak ook sneller de taal en mogelijkheden zien, terwijl mannen blijven steken in heimwee en nostalgie.’
Hoe ervaren ze het gemis van die verbondenheid?
‘Gunstige ervaringen met Nederlanders en Nederlandse instanties dragen bij aan de identificatie met Nederland en Nederlanders en dat is belangrijk. Langzaam komt het besef dat ze hier zullen blijven en dat hun kinderen hier op zullen groeien. Maar het is niet alleen dat die statushouders zich moeten aanpassen. Het zou eigenlijk tweerichtingsverkeer moeten zijn en van beide kanten moeten komen. Het valt statushouders op dat Nederlanders over het algemeen niet staan te trappelen om met hen contact te leggen. Op zich hebben ze daar verder geen oordeel over, maar dat maakt het wel moeilijker om te integreren. De sociaal culturele normen kunnen ook best verschillen en dat speelt een rol. Voor sommigen is dat onoverkomelijk en die trekken zich terug, anderen maken graag gebruik van de mogelijkheden die hier liggen. Maar als mensen zich niet verbonden voelen met de ontvangende samenleving, dan kan dat uiteindelijk nadelige gevolgen hebben, voor werk, onderwijs of de politiek.’
Hier ligt een verantwoordelijkheid bij Nederlanders?
‘Het moet echt van twee kanten komen. Je kunt niet aan mensen opleggen dat ze zich met iemand verbonden moeten voelen, zonder dat mensen in Nederland dat ook doen. Het inburgeringsbeleid moet dus meer gezien worden als algemeen beleid. We zijn een meer diverse samenleving geworden en iedereen moet zich daartoe verhouden. Je kunt je daar niet aan onttrekken omdat je een Nederlander zonder migratieachtergrond bent.’
Zou die verbondenheid dan beter worden?
‘Ja, ik denk het wel. Nederlanders zouden wat meer inlevingsvermogen kunnen tonen en meer naar statushouders kunnen luisteren, in plaats van zich ervoor af te sluiten. Het inburgeringsbeleid is nu te veel gericht op het idee: nieuwkomers moeten eerst maar eens Nederlander worden en dan kijken we wel verder. Beleidsmakers zouden meer rekening kunnen houden met het feit dat zaken als verbondenheid uiteindelijke van twee kanten moet komen. Als je merkt dat het van één kant niet komt, dan moet daar over nagedacht worden en moet gekeken worden hoe dat komt.’
Wat kan er nog meer gedaan worden om ze meer verbonden te laten voelen met Nederland?
‘Veel statushouders hebben het over hun buren. Daar zijn niet altijd spanningen, maar warme contacten zijn het meestal ook niet. Daar kunnen gemeenten een rol in spelen, en zo kijken hoe dat beter kan. Ook hier zie je dat relationele aspect, dat tweerichtingsverkeer, weer terug komen. Wat verder opvalt, is dat Nederlanders met een migratieachtergrond meer open staan voor contact met statushouders dan Nederlanders zonder migratieachtergrond. Dat heeft deels met herkenning te maken, maar ook met een gezamenlijk gevoel van uitsluiting. Misschien is het ook een culturele kwestie, omdat ze van origine eenzelfde soort achtergrond hebben. Het zou misschien goed zijn om ook daar van te leren.’
De Koerdisch-Nederlandse politica Serpil Ates, die op nummer 24 stond van de kandidatenlijst van GroenLinks, voelt zich door haar partijtop in de steek gelaten. Dit schreef ze vanochtend op Twitter.
Ates, al enkele jaren actief als raadslid in Den Haag, is vaak doelwit van Turkse nationalisten. Zij hekelen Ates omdat ze opkomt voor de mensenrechten in Turkije, in het bijzonder die van Koerden, Alevieten, Armeniërs, Arameeërs en Assyriërs.
Een rol spelen Turks-nationalistische websites als Dutch Turks en Turks.nl, die haar neerzetten als PKK-aanhanger. Zo beweerde de website Turks.nl onterecht dat Ates in een toespraak PKK-leider Abdullah Öcalan had geprezen.
De Koerdisch-Nederlandse Kamerkandidaat heeft de afgelopen maanden ‘duizenden bedreigingen gekregen’, gaf ze vorige week aan. Ook haar familieleden zijn met de dood bedreigd.
Maar tot een openlijke steunverklaring vanuit GroenLinks kwam het niet. Van haar partijtop moest Ates het dan ook niet hebben, twittert ze:
‘In mijn case was de partijtop er nog niet over uit wat ze moeten vinden van dreigementen van Turkse nationalisten op een Koerdische activist. Wel waren er moedige Kamerleden die openlijk zich uitspraken.’
‘Dit is onacceptabel’, reageert GroenLinks-Kamerlid Nevin Özütok op Ates’ verhaal. Özütok stond ook op de kandidatenlijst voor 17 maart, maar net als Ates op een onverkiesbare plaats.
GroenLinks nam het wel openlijk op voor kandidaat Kauthar Bouchallikht nadat zij onder vuur lag vanwege vermeende banden met de Moslimbroederschap. Bouchallikht zelf ontkent deze link en ontkent ook een aanhanger te zijn van de Moslimbroederschap.
Ates meent te weten waarom de partijtop er niet voor haar was: ze is ‘te wit om onder racisme gezet te worden’ en ‘te vrijgevochten om onder islamofobie gezet te worden’, zegt ze op Twitter.
De Kanttekening vroeg een woordvoerder van partijleider Jesse Klaver om een reactie. Maar die zegt in overleg met Ates te hebben besloten om niet te reageren.
Het standbeeld van de Argentijns-Cubaanse strijder Ernesto Che Guevara zorgt opnieuw voor ophef in de gemeente Utrecht.
De PVV wil bij het standbeeld een bordje plaatsen met daarop wat de Argentijns-Cubaanse revolutionair allemaal op zijn kerfstok heeft, meldt het AD Utrecht.
Sinds 2019 staat er een bronzen standbeeld van Che in de Croeselaan, vlakbij het Centraal Station. De PVV pleitte er toen onmiddellijk al voor om het standbeeld verwijderen. Maar het stadsbestuur liet het staan omdat het gaat ‘om een beeltenis van een straatartiest (…) die Guevara probeert uit te beelden’.
Het college zegde wel toe een bordje bij het standbeeld te plaatsen, waarop wordt uitgelegd wat de intentie van de kunstenaar was. Maar zo’n bordje is na twee jaar nog steeds niet geplaatst, stelt de PVV vast.
‘Dit is gewoon verering van een homofobe, vrouwonvriendelijke moordenaar en mensenrechtenschender die vaak in linkse kringen als held aanbeden wordt’, schrijft de partij in vragen aan het stadsbestuur. ‘En dat allemaal in de inclusieve LHTBI+ stad Utrecht.’
Eerder noemde PVV-fractievoorzitter Henk van Deún Guevara een ‘psychopathische moordenaar’.
Ook Cubaanse ballingen die voor de communistische dictatuur en zijn erfenis zijn gevlucht hebben moeite met het beeld. ‘Ernesto Guevara was een terrorist. Een van de grondleggers van een bewind dat in zestig jaar bijna tienduizend personen ombracht,’ vertelde het Comité ter ondersteuning aan Cuba in 2019 aan de Kanttekening.
PvdA en GroenLinks Rotterdam willen weten hoe burgemeester Ahmed Aboutaleb de veiligheid garandeert van het Koerdische culturele centrum dat afgelopen weekend is vernield. Dit schrijft Dagblad 010.
Afgelopen weekend werden bij de Koerdische Volksstichting Rotterdam in Overschie de ruiten ingegooid (foto). Ook kreeg het Koerdische centrum een dreigbrief, waarin stond dat als de Koerden het pand niet binnen een maand verlaten het gebouw in de brand wordt gestoken.
De brief is ondertekend door ‘de jongeren van de Grijze Wolven in Utrecht’. De Grijze Wolven vormen een ultranationalistische etno-Turkse groepering en vinden dat Koerden een bedreiging vormen voor het Turkse volk.
‘We maken ons ernstig zorgen om de toenemende verdeeldheid in de maatschappij en de inmenging van buitenlandse invloeden op het welzijn van de inwoners van Rotterdam’, stellen PvdA en GroenLinks. ‘Het is beangstigend en ontoelaatbaar dat lokale, Europese groeperingen door middel van bedreigingen en intimidatie socio-politieke druk uitoefenen op bewoners van onze stad.’
Aboutaleb heeft in het verleden gepoogd om de spanningen tussen Koerdische Nederlanders en Turkse Nederlanders te verminderen door het organiseren van een dialoog. PvdA en GroenLinks vinden dat die dialoog weer moet worden hervat.
In een nieuwe vertaling van Dante Alighieri’s De goddelijke komedie ontbreekt een opvallende naam: die van de profeet Mohammed.
Terwijl de hoofdpersoon in deze veertiende-eeuwse boekklassieker afdaalt door de hel, komt hij naast een reeks andere historische figuren ook de profeet Mohammed tegen. Die ondergaat daar een gruwelijk lot. In de nieuwe vertaling van uitgever Blossom Books komt de profeet nog wel voor, maar wordt hij niet meer bij naam genoemd.
‘We wilden niet nodeloos kwetsen’, zegt Blossom Books tegen de Belgische krant de Standaard.
De profeet is in de ogen van de christelijke Dante de voorloper van een valse godsdienst en zaaide daarmee enkel tweedracht, zo wordt in het boek ook uitgelegd. Maar Blossom Books wil de klassieken van de literatuur ‘op een toegankelijke en prettige manier beschikbaar maken voor nieuwe, vooral jongere lezers. Het zou jammer zijn als die lezers door die passage op de tekst zouden afknappen’.
‘We hebben over de schrapping zeer lang gediscussieerd. Ik heb er nachten van wakker gelegen’, zegt de Antwerpse vertaalster Lies Lavrijsen. ‘Mohammed is niet helemaal weg uit de tekst; ik schrapte drie regels waarin hij spreekt met Dante en daarbij ook zegt wie hij is, dat is alles.’
De ingreep is volgens Lavrijsen ‘niet uit angst of diende niet om mogelijke controverse te vermijden – en nee, ook niet uit een weg-met-ons-overtuiging. Het gaat haar ‘om de moderne, humanistische boodschap van Dante. Die is te belangrijk, zeker ook voor jongeren uit andere culturen’.
De Mohammed-passage is ‘niet meer van deze tijd’, beaamt Blossom Books. En ja, Dante plaatst homoseksuelen ook in de hel en die blijven in deze editie ook als zodanig benoemd, ‘maar dat kwam doordat het christendom daar zo over dacht, tot vandaag toe. En Dante schrijft toch heel respectvol over hen’.
Nederlandse schrijvers reageren geprikkeld op deze stap. ‘Misschien wel handig om in mijn testament te laten opnemen dat de toekomstige idioten geen woord mogen veranderen in mijn boeken’, twittert Erdal Balci. ‘Kon een verklarende voetnoot dan niet helpen?’, vraagt Abdelkader zich af op hetzelfde medium.
Leefbaar en de PVV in de Rotterdamse gemeenteraad zijn boos op burgemeester Ahmed Aboutaleb, na zijn uitspraken over de ramadan en de avondklok. Dit schrijft Dagblad 010.
Volgens raadslid Tanya Hoogwerf (Leefbaar) is de opmerking ‘een klap in het gezicht van vele families die vanwege de coronamaatregelen hun familie niet konden zien tijdens kerst, verjaardagen, oud en nieuw en begrafenissen.’ Dit schrijft ze in een brandbrief aan de burgemeester.
Gisteren waarschuwde Aboutaleb dat het handhaven van de avondklok tijdens de ramadan wel eens lastig zou kunnen worden. Half april begint de islamitische vastenmaand. Het vasten duurt tot ongeveer half tien ’s avonds, nadat de avondklok is ingegaan.
Volgens de burgemeester hebben moslims na het vasten toch de neiging om op familiebezoek te gaan. ‘We hebben in Nederland toch een miljoen mensen die daar aan doen. Het wordt dus voor heel veel mensen ingewikkeld om zich daar aan te houden.’
Sommige twitteraars reageren verbolgen op de opmerkingen van Aboutaleb, omdat hij zou suggereren dat voor moslims andere regelen gelden dan voor de rest van Nederland.
Met zijn uitspraken zou Aboutaleb moslims ‘een soort van vrijbrief geven om zich niet aan de avondklok te houden’, aldus Leefbaar.
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) veroordelen in een gezamenlijk statement het intimideren van de Leidse historica Nadia Bouras.
De Marokkaans-Nederlandse historica, universitair docent aan de Universiteit Leiden, twitterde zondag dat ze thuis een sticker had gekregen met de tekst ‘Geobserveerde locatie’.
De sticker is afkomstig van ‘Vizier op Links’, een anoniem Twitteraccount dat een kruistocht voert tegen ‘links’. Volgens een rapport van de Britse NGO Hope Not Hate is Vizier Op Links een van de invloedrijkste extreemrechtse Twitteraccounts in Nederland. Bouras voelde zich bedreigd en heeft aangifte bij de politie gedaan.
‘Het intimideren en bedreigen van onze mensen is een regelrechte aanval op de academische vrijheid én op de vrijheid van meningsuiting’, stellen VSNU en KNAW. ‘Door dit soort acties aan te moedigen bedreigt Vizier Op Links kernwaarden van onze open samenleving.’
Aan zijn zeventienduizend Twitter-volgers ‘onthult’ Vizier Op Links persoonlijke feiten van academici, bestuurders, journalisten, activisten en organisaties, zogenaamd uit linkse hoek. Zijn doelwitten melden nadien vaak slachtoffer te zijn geworden van bedreigingen door extreemrechtse twitteraars.
De lokale GroenLinks-politicus Huub Bellemakers, Cordaid-medewerker Paul van den Berg en muzikante Aafke Romeijn kregen eerder een Vizier Op Links-sticker op hun thuisadres geplakt en deden aangifte.
De persoon achter het account Vizier Op Links ontkent zelf de sticker met ‘Geobserveerde locatie’ te hebben opgeplakt bij het huis van Bouras. Je kunt deze stickers bestellen via een site die op naam staat van Vizier Op Links.
BIJ1 heeft het gehaald, Nida niet. Denk verloor ruim 11.000 stemmen, maar behield drie zetels. We spraken erover met Abdelbasset Zaghdoud van de Etnobarometer, die via een enquête het stemgedrag van bijna 1.700 biculturele kiezers in kaart bracht.
Volgens Zaghdoud zijn BIJ1 en Nida deels verantwoordelijk voor het stemmenverlies bij Denk, maar hebben deze drie partijen samen meer stemmen gehaald dan in 2017.
‘Veel Afro-Nederlandse kiezers die in 2017 nog op Denk stemden zijn naar BIJ1 gegaan. Nida kreeg circa 33.000 stemmen, de helft van de nog te bepalen kiesdeler. Er zijn kiezers die van Denk naar Nida zijn gegaan, maar er zijn ook nieuwe biculturele kiezers die in 2017 niet hebben gestemd of nog niet mochten stemmen. Het potentieel aan biculturele twijfelaars of niet-stemmers is relatief groot. Daar valt de winst te behalen voor Denk, Nida en BIJ1.’
De coronacrisis heeft ook het stemgedrag van biculturele Nederlanders beïnvloed. Zaghdoud: ‘Denk, Nida en BIJ1 deden weinig tot niets met dit thema. Dit, terwijl gezondheid en de vrijheidsbeperkende maatregelen wel hele belangrijke thema’s voor biculturele Nederlanders waren tijdens deze verkiezingen.’
Forum voor Democratie, dat zich hevig afzet tegen de lockdown, lijkt om deze reden populair te zijn geweest onder biculturele Nederlanders. Exacte cijfers heeft Zaghdoud nog niet, maar hij zegt dit op basis van persoonlijke gesprekken met enkele tientallen respondenten.
‘Ze stemmen niet op de partij vanwege Baudet en zijn xenofobie, maar vanwege het coronavirus. Ze geloven de overheid niet en FvD lijkt de enige partij die zich tegen het dominante narratief van de overheid verzet. Dat het partijprogramma van FvD doordrenkt is van foute racistische doelstellingen wordt door deze biculturele kiezers voor lief genomen.’
‘Het potentieel aan biculturele twijfelaars of niet-stemmers is groot. Daar valt winst te behalen voor Denk, Nida en BIJ1’
Hoewel Denk geen zetels heeft verloren, doet de uitslag pijn bij de islamitische kiezers die Zaghdoud sprak. Dit, vanwege de verdeeldheid en de grote winst van de populisten. Bovendien vinden de geënquêteerden dat Denk en Nida zich te slap opstellen tegen ‘het rechtse offensief’.
‘Eigenlijk zouden de partijen gericht op de biculturele stemmer strategisch de handen ineen moeten slaan, om zo het islamitische en biculturele geluid in de Tweede Kamer te versterken’, concludeert Zaghdoud.
Maar voorlopig zijn daarvoor te veel beren op de weg, legt hij uit. ‘Het gaat om de ego’s van de leiders, de partijorganisaties die een andere partijcultuur hebben, meningsverschillen over principiële kwesties en de gefragmenteerde eigenbelangen van de achterban. Denk is een partij van seculiere signatuur, terwijl Nida islamitisch geïnspireerd is. Bij BIJ1 staat diversiteit centraal en de partij is zeer LGBTQIA+-georiënteerd. Al deze verschillen kunnen roet in het eten gooien.’
Moeten we er blij mee zijn, met al die nieuwe splinterpartijtjes in de Kamer? Nu wéér liefst vier erbij: BIJ1, Volt, BBB en JA21.
Je kunt natuurlijk redeneren: nu worden nog meer mensen gehoord, die zich bij de bestaande partijen ongehoord voelden (met uitzondering van Joost-Annabel, want dit retroduo dankt zijn politieke doorstart vooral aan zelfs voor hen net iets te foute appjes en foute muziek).
En inderdaad zullen die nieuwelingen ook vast gaan zeggen wat hun eigen achterban wil horen. Maar zijn ze ook bereid om naar elkáár te luisteren? Of wordt de Kamer één groot kakelhok, waar alle kippen ongeremd hun heilsboodschap verkondigen? Om dan tevreden op hun stok terug te keren, nu ze het ’toch maar lekker even hebben gezegd’?
Leidt het ook nog tot enige dialoog? De scheldpartijen tussen PVV en Denk, die beide last hebben van antidemocratische oprispingen – zich vertalend in een meldpunt voor overlast gevende Polen dan wel voor ongehoorzame Turken – bieden in dat opzicht niet echt hoop.
Want ze staan nogal scherp tegenover elkaar, deze nieuwelingen, ver op de flanken. BIJ1: extreem woke. Volt: extreem eurofiel. JA21: extreem nationalistisch. En bij BBB is weer de boer heilig.
Of anders gezegd: BIJ1 is GroenLinks in het kwadraat. Daar koestert men het liefste óók alle onderdrukte minderheden die maar ergens te vinden zijn. Volt is D66 in het kwadraat – sociaaleconomisch is er weinig verschil: een club voor succesvolle kosmopolieten, alleen nog aan het begin van hun carrière in Brussel.
JA21 is de VVD in het kwadraat: hardcore marktdenken gecombineerd met infantiel Oranjegevoel en afkeer van het vreemde. Zij verwoordt ongegeneerd wat veel VVD’ers eigenlijk al heel lang vinden en ook zelf steeds meer hardop durven zeggen. BBB is het CDA in het kwadraat: vol van agrarisch (res)sentiment jegens de Randstad.
Voorheen mopperden hun kiezers in de marge van andere partijen dat het niet hard genoeg hun kant uitging. Nu hebben zij zich zelfstandig gemaakt en zich opgesloten in hun eigen bubbel, waarbinnen zij niet meer met een ietsje-pietsje-andersdenkende worden geconfronteerd.
Elk deelbelang zijn eigen partij?
Het gevaar van monomanie ligt zo op de loer. Een politieke partij moet meer zijn dan een actiegroep.
Dat monomane komt misschien – leuk voor de kijkcijfers van de media – de levendigheid van de ‘debatten’ ten goede, maar geldt dat ook voor hun kwaliteit? Een parlement is ook iets anders dan een debatingclub, al is ons woord ‘parlement’ wel afgeleid van de bezigheidstherapie die eindeloos spreken voor sommige lieden vormt.
Een politieke partij moet meer zijn dan een actiegroep
Kamerleden zijn niet alleen volksvertegenwoordigers. Zij zijn ook wetgevers en controleurs van de macht. Niche-politici moeten dus ook meebeslissen over thema’s waarvoor zij níet speciaal gekozen zijn.
Neem de confrontatie in Nieuwsuur van Esther Ouwehand met een dierenfundamentalist uit haar achterban. Hoe de fractie het waagde om enige tijd te spenderen aan andere onderwerpen dan de bio-industrie – pensioenen bijvoorbeeld – zolang er nog ergens een varken in nood gered moest worden? Daar waren toch andere partijen voor?
Om dat te kunnen, om als fractie een zinnige (wetgevende) bijdrage te kunnen leveren op de belangrijkste politieke terreinen, is een zekere omvang nodig, toch tenminste wel een zetel of acht à tien. Dat haalt de helft van de Kamerfracties bij lange na niet eens.
Ten tweede moet er dan ook een zekere interne samenhang bestaan qua opvattingen over al die andere punten, anders scheurt zo’n club al snel uiteen. Dat is ook iets wat we de afgelopen decennia voortdurend hebben gezien bij vrijwel alle nieuwkomers die met de pretentie binnenkwamen dat ze de boel eens even goed zouden opschudden.
Ze bleken vooral bezig met zichzelf op te schudden. De interne conflicten waren niet van de lucht: bij de LPF en FvD (dat wordt vast opnieuw leuk, nu Wybrand Haga onder het corona-yogajes evenveel stemmen heeft gescoord als Baudet), bij Denk, bij alle ouderenpartijen die de afgelopen kwarteeuw het Binnenhof in en uit zijn gemarcheerd.
Zeker, één risico lopen de eenmansfracties van BIJ1 en BBB niet: een interne scheuring. Maar misschien moeten we zelfs dát niet uitsluiten.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.