Volgens de Leidse criminoloog Bart Collard is er een ‘lange arm van Iran’ actief in Europa, ook in Nederland. De Iraanse geheime dienst vermoordt dissidenten, zegt hij, en doet dit vaak via tussenpersonen. Maar media hebben hier geen aandacht voor en het Openbaar Ministerie ontkent het glashard, zo betoogt hij in het Parool.
Collard bezocht twee weken geleden De Nacht van de Dictatuur in debatcentrum De Balie in Amsterdam, waar Iraanse dissidenten een boekje opendeden over hun ervaringen. Collard: ‘Meerdere sprekers vertelden over martelingen of familieleden die werden gearresteerd. Toch horen we relatief weinig over hoe de lange arm van Teheran tot diep in de Nederlandse samenleving reikt.’
Volgens Collard moet de Nederlandse overheid wakker worden. ‘Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag noemde het een ‘zakelijke afweging’ om in Teheran met een hoofddoek nederig voor president Hassan Rohani te verschijnen. Dat geeft blijk van een gebrek aan moreel besef. We moeten beseffen dat Iran onze westerse waarden bedreigt, zowel met haar ideologie, als – directer – met haar lange arm.’
Collard is samen met Raisa Blommestijn de initiatiefnemer van de petitie tegen cancel culture, die ook door oud-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, opiniemaker Jan Roos, de Leidse rechtsfilosofen Andreas Kinneging en Paul Cliteur, FvD-leider Thierry Baudet en zangeres Marga Bult werd ondertekend.
Volgens Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gaat het steeds beter met de multiculturele samenleving. ‘Het ‘multiculturele drama’ zoals dat ooit geschetst werd, herken ik in onze cijfers in ieder geval niet.’
Nederland is veiliger en welvarender dan ooit tevoren. Er zijn maar weinig landen waar de tolerantie, het vertrouwen onderling en het vertrouwen in landelijke instituties zo sterk is als in Nederland. We zijn ook nog eens aardiger en behulpzamer dan vroeger. Dat stelt Peter Hein van Mulligen in zijn nieuwe boek Met ons gaat het altijd goed. Acht ‘sombere mythes over Nederland’ worden daarin aan de hand van statistieken ontrafeld en ontkracht.
Welke mythe het hardnekkigst is? Van Mulligen vindt het lastig kiezen. ‘Er staan er een paar in het boek waar mensen nogal verknocht aan zijn. Waarschijnlijk is het toch die over criminaliteit. Wanneer wij van het CBS daar cijfers over publiceren, dan merk ik dat een grote groep mensen daar met veel ongeloof, verontwaardiging of zelfs woede op reageert. Die mythe zit heel diep. Voor veel mensen lijkt het gewoon zo te zijn dat het niet waar mag zijn.’
Hij vertelt dat de criminaliteit in Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw nog toenam, maar dat het sindsdien op alle mogelijke manieren is afgenomen. Vanaf 2000 gaat het aantal hard omlaag. ‘En dat is trouwens niet alleen een Nederlands fenomeen, hoor. Dat zie je in andere landen ook terug.’
Een andere ‘sombere mythe’ is die over integratie. Van Mulligen schrijft dat sinds 9/11 een jarenlang opgebouwd sluimerend ongenoegen over het toegenomen aantal moslims in één keer naar buiten kwam. ‘Partijen met sterke kritiek op de islam en de aanwezigheid van moslims schoten omhoog in de politiek en zijn nooit meer verdwenen. Het zoeklicht kwam ineens vol te staan op islamitische Nederlanders en wat er allemaal wel niet mis mee was.’ Verwijzend naar Paul Scheffers roemruchte essay uit 2000, vervolgt hij dat de gedachte aan ‘het multiculturele drama’ toen geboren was en dat ‘vrijwel iedereen […] het erover eens [leek] dat de multiculturele samenleving een mislukking was.’
Van Mulligen waagt zich niet aan een stevige stellingname tegen het statement dat de multiculturele samenleving mislukt is. Daarbij schrijft hij ook dat er ‘genoeg is om somber over te zijn’. Mensen met een niet-westerse achtergrond doen het volgens hem slechter qua criminaliteit, onderwijs, werk en maatschappelijke participatie. Maar hij stelt ook dat het een onderwerp is waarover we wel een gezonde dosis feiten kunnen gebruiken. ‘De discussie mag dan over de interpretatie gaan.’
In Met ons gaat het nog altijd goed stelt Van Mulligen op basis van de CBS-cijfers dat elke generatie Nederlanders met een migratieachtergrond het beter doet dan de vorige. Neem het voorbeeld over criminaliteit. ‘Mensen met een migratieherkomst worden dan bijvoorbeeld vaker verdacht van een misdrijf dan mensen met een Nederlandse herkomst, maar dit aantal neemt net zo hard af als bij mensen met een Nederlandse herkomst. Niet-westerse jongvolwassen mannen worden nu net zo vaak verdacht van een misdrijf als de Nederlandse jongemannen dat zo’n tien, vijftien jaar geleden waren.’
‘Op de langere termijn is de houding ten opzichte van migranten en migratie alleen maar toleranter en relaxter geworden’
De criminaliteit neemt dus niet alleen af onder mensen met een Nederlandse herkomst, maar ook onder mensen met een migratieherkomst. Toch schrijft Van Mulligen ook dat de criminaliteitscijfers hoger zijn onder de tweede generatie dan onder de eerste generatie. Hoe rijmt hij dit met elkaar? ‘Ja, de tweede generatie is vaker verdachte van criminaliteit dan de eerste generatie, maar ze zijn minder vaak verdachte dan de tweede generatie dat tien, vijftien jaar geleden was’, legt hij uit. ‘Die afname in criminaliteit zie je bij alle bevolkingsgroepen terug.’
Het feit dat Nederlanders van de tweede generatie vaker verdacht zijn, komt volgens Van Mulligen waarschijnlijk doordat deze generatie meer moeite mee heeft zich in te passen dan de eerste. ‘Dat zie je ook bij landen die cultureel heel dicht bij Nederland liggen, zoals België en Denemarken.’ Maar verder gaat het volgens hem over de hele linie alleen steeds beter met Nederlanders met een migratieachtergrond. Bijvoorbeeld qua positie op de arbeidsmarkt, het onderwijsniveau en de mate waarin er vrijwilligerswerk wordt gedaan.
‘Nederland is een land dat in heel veel aspecten draait op vrijwilligers. We hebben daar ook de tijd voor, omdat Nederlanders over het algemeen wat minder uren werken dan mensen in andere landen. En mensen die geen Nederlandse herkomst hebben, pikken die gewoonte op. Mensen met een niet-westerse herkomst zijn minder vaak vrijwilliger dan mensen met een Nederlandse herkomst, maar ze zijn veel vaker vrijwilliger dan het gemiddelde van andere Europese landen. De doorsnee Marokkaanse Nederlander doet vaker vrijwilligerswerk dan de doorsnee autochtone Duitser of Fransman. Dus de sociale samenhang is heel sterk en dat geldt ook voor deze groep.’
Het is een voorbeeld van hoe Nederlanders met een migratieachtergrond de achterstand op autochtone Nederlanders gestaag inhalen. Van Mulligen: ‘Dat wil niet zeggen dat het alleen maar goed gaat en dat er geen enkel probleem meer is. Het ‘multiculturele drama’ zoals dat ooit geschetst werd, herken ik in onze cijfers in ieder geval niet.’
Bang voor andere dingen
Een andere opvallende observatie die Van Mulligen deed: de ‘vluchtelingenstroom’ als onderwerp van zorgen voor Nederlanders, tot voor kort een veelgehoord sentiment, neemt af.
‘Migratie was in 2015 en 2016 natuurlijk een heel groot aandachtspunt. We hadden toen te maken met de komst van allerlei migranten naar Nederland, uit Syrië en andere gebieden. Het waren jaren waarin veel aanslagen werden gepleegd door extremistische islamitische terroristen. Dat soort angsten gaan dan de boventoon voeren. Inmiddels is dat weer wat naar de achtergrond verdwenen, hoewel deze angsten mogelijk terugkomen als IS opeens weer aanslagen pleegt in Europa. Ik kan me voorstellen dat zorgen om de integratie en de multiculturele samenleving dan ineens weer bovenaan de agenda staan. Maar op de langere termijn is de houding ten opzichte van migranten en migratie alleen maar toleranter en relaxter geworden. En dat dat met name geldt voor jongere generaties.’
‘Bij jongere generaties is de multiculturele samenleving gewoon het leven van alledag’
Van Mulligen denkt dat Nederland meer gewend is geraakt aan migranten. ‘Twintig jaar geleden, toen Paul Scheffer zijn roemruchte essay schreef, was het alsof Nederland ineens wakker werd en zich realiseerde: ‘Hé, maar wacht eens even? We zijn een migratieland geworden, maar wat vind ik hier eigenlijk van? Ben ik daar wel zo blij mee? De teneur was aanvankelijk negatief. Zaken als 9/11 hielpen natuurlijk niet. Maar goed, inmiddels zijn we twintig jaar verder. Het gaat op heel veel fronten beter. Er zijn nog steeds wel, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten, genoeg partijen voor wie migratie een van de belangrijkste dossiers is. En dan vooral hoe slecht het daarmee gaat. Tegelijkertijd is het aantal migranten in Nederland alleen maar toegenomen. Mensen zijn er veel meer aan gewend.’
Dat laatste geldt volgens hem al helemaal voor jongere generaties: tieners, scholieren en studenten. ‘Als ze in de grotere steden wonen, dan hebben ze meerdere mensen met een niet-westerse achtergrond in de klas zitten. Dat zijn je klasgenoten en vrienden. Je beleeft het dan heel anders dan wanneer je in de jaren zeventig of tachtig bent opgegroeid, en niet of nauwelijks mensen kende van wie de familie niet al generaties lang in Nederland woonde.’
Wat dat betreft klopt volgens Van Mulligen het cliché ‘onbekend maakt onbemind’. ‘De meningen die je op jonge leeftijd vormt, neem je vaak mee met het ouder worden. En bij jongere generaties is de multiculturele samenleving veel minder een probleem. Het is voor hen gewoon het leven van alledag.’
Armenië heeft een audiofragment vrijgegeven waarop jihadistische huurlingen in dienst van Turkije te horen zouden zijn terwijl ze strijden tegen Armenen. Turkije steunt Azerbeidzjan in de oorlog om Nagorno-Karabach te heroveren op Armenië.
Vorige week al zei journaliste Lindsey Snell, die ooit door pro-Turkse jihadisten in Noord-Syrië was ontvoerd, op Twitter dat duizend strijders van de Hamza-divisie via Ankara waren aangekomen in de Azerbeidjaanse hoofdstad Baku.
From Hamza Division source. Supposedly these Hamza men arrived in Baku today via Ankara. pic.twitter.com/lgUcSl1Fkp
Ook het Syrische Observatorium voor Mensenrechten, een NGO in Londen, zegt dit op basis van ‘zeer betrouwbare bronnen’.
Eerder dit jaar werd bekend dat de Hamza-divisie vrouwen naakt vasthield in gevangenissen en hen misbruikte. De divisie bestaat voornamelijk uit Arabieren en Turkmenen. Het is een flexibele proxy-eenheid voor de Turkse president Erdogan, die de strijders ook heeft ingezet in de Libische burgeroorlog.
Volgens de Armeens-Syrische journalist Kevork Almassian krijgen deze jihadisten 600 dollar per maand als ze meevechten tegen de Armeniërs.
According to Syrian opposition sources, #Turkey will send next Wednesday the first batch of Syrian mercenaries (the former Free Army) to #Azerbaijan to participate in the battles against #Armenia, with a salary of $ 600 per month.
De bronnen die Snell en Almassian gebruiken komen uit het zogenaamde ‘Syrische nationale leger’, dat wordt bewapend, getraind en ondersteund door Turkije.
Het Azerbeidjaanse en Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken ontkent de beschuldigingen. Dat geldt ook voor de aantijging vanuit Armenië dat een Turkse F-16 een Armeens oorlogsvliegtuig heeft neergehaald, waarbij de piloot zou zijn overleden.
De Turkse president Erdogan verklaarde vorige week maandag ‘met alle middelen en heel mijn hart’ aan Azerbeidzjans kant te staan. Ook zei hij dat het einde van de Armeense ‘bezetting’ van Nagorno-Karabach de enige uitweg uit het conflict is.
Volgens Armeense media zouden ook Pakistaanse troepen Azerbeidzjan ondersteunen, maar dit nieuws is door buitenlandse media niet bevestigd. Pakistan ontkent dat het zich met de oorlog bemoeit, aldus het Turkse staatspersbureau Anadolu.
Armenië en Azerbeidzjan staan op gespannen voet met elkaar over Nagorno-Karabach. Dit gebied hoort officieel bij Azerbeidzjan, maar is na de val van de Sovjet-Unie in 1991 door de Armeniërs bezet tijdens een bloedige oorlog. Azerbeidzjan wil het gebied terug. Volgens Armenië is het gebied historisch gezien Armeens.
De oorlog, die op 27 september in alle hevigheid is uitgebarsten, heeft aan tenminste 150 mensen het leven gekost. Duizenden mensen zijn gewond geraakt. Journalist Olaf Koens vertelde gisteren op Twitter dat het Azerbeidzjaanse leger met clustermunitie burgerdoelen in de niet-erkende Armeense republiek Artsach in Nagorno-Karabach bestookt.
Er is niet veel in de wereld enger dan clustermunitie. Er gaat een bom af, en dan nog één, en dan nog één. De schade is gigantisch. Hier beeld van een dashcam in Stepanakert. https://t.co/47ICasOERj
Rusland, Amerika en Frankrijk deden vorige week een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen, maar daar heeft Erdogan weinig zin in. Eerst moet Armenië zich helemaal terugtrekken uit Nagorno-Karabach.
In Turkije wordt de oorlog tegen Armenië breed gesteund. Niet alleen Erdogans AKP en zijn ultranationalistische coalitiepartner MHP staan vierkant achter de oorlog, maar ook de nationalistisch-seculiere oppositiepartijen CHP en IYI. Alleen de pro-Koerdische HDP is tegen de oorlog.
Turkije en Armenië zijn elkaar al jarenlang zeer vijandig gezind. Turkije is boos op Armenië, omdat de Armeniërs tijden de eerste oorlog om Nagorno-Karabach (1988-1994) het grootste deel van de regio veroverden en etnisch zuiverden van Azerbeidzjanen. En Armenië hekelt Turkije, omdat Turkije de Armeense Genocide (1915), waarbij zo’n 1,5 miljoen Armeniërs werden vermoord, nog altijd ontkent.
Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.
Moslimgeleerden en Turkije leveren felle kritiek op de Franse president Emmanuel Macron, nadat hij beweerde dat de islam wereldwijd zich in een crisissituatie bevindt.
Macron is met een wetsvoorstel gekomen tegen ‘islamitisch separatisme’. Hij verdedigde vrijdag in een speech het secularisme en het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo, dat onlangs de controversiële Mohammed-cartoons opnieuw publiceerde. Macron wil ‘ongewenste buitenlandse invloed’ beperken en een Franse islam ontwikkelen die met secularisme te verenigen valt.
Maar volgens de Internationale Unie van Moslimgeleerden creëert Macron een imaginaire vijand. Macron zou zich laten leiden door de geest van ‘de godsdienstoorlogen in de Middeleeuwen’.
De internationaal gerenommeerde islamitische Azhar Universiteit in het Egyptische Caïro, sluit zich daarbij aan en vindt de ‘aantijgingen’ van Macron ‘ver afstaan van de islam’.
Ook Turkije is boos. Volgens het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken is het wetsvoorstel een ‘anti-moslimwet’.
Frankrijk en Turkije zijn dit jaar bittere rivalen geworden. Macron noemt de steun van Turkije aan Azerbeidzjan in de oorlog met Armenië ‘gevaarlijk en onbezonnen’. Tevens komt hij op voor de Griekse en Cypriotische belangen in de Middellandse Zee, waar Turkije sinds kort ook water claimt. Tegelijkertijd Frankrijk steunt Frankrijk in de krijgsheer Haftar in de Libische burgeroorlog, terwijl Turkije de voorlopige regering van Libië steunt.
De coronarichtlijnen voor kerken worden aangescherpt. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) heeft met de kerkelijke koepelorganisaties afgesproken dat diensten zoveel mogelijk online plaatsvinden, er maximaal dertig bezoekers per dienst aanwezig mogen zijn en er niet meer wordt gezongen.
Grapperhaus benadrukt wel dat het hier om een afspraak in goed vertrouwen gaat en niet om een afdwingbare regel. ‘We kunnen als overheid geen kerkgebouwen binnentreden, dat is een heel oud grondrecht. Maar ik vertrouw erop dat iedereen meedoet.’
ChristenUnie-fractievoorzitter Gert-Jan Segers vindt de afspraak ‘teleurstellend’, zo meldt de NOS. ‘Maar ik vind het vooral van belang dat we het virus terugdringen.’ SGP-leider Kees van der Staaij is minder mild: ‘Dit gaat wel heel erg ver en biedt geen enkele ruimte voor maatwerk. Heb het gevoel dat de koers hier meer wordt bepaald door commotie dan door rijp beraad.’
Aanleiding van de aanscherping is de ophef gisteren rond de Hersteld Hervormde Kerk in Staphorst. Terwijl Nederland kampt met een tweede coronagolf, hield de kerk drie kerkdiensten voor in totaal zeshonderd bezoekers.
De bezoekers droegen geen mondkapjes, omdat er psalmen moesten worden gezongen. Volgens het RIVM leidt zingen tot meer besmettingen.
De Kamer viel massaal over de Staphorster kerk heen. De kerkdienst werd niet alleen door de fractieleiders van VVD, D66 en PvdA bekritiseerd, maar ook door CDA-Kamerlid Chris van Dam en ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.
Kerken hebben in ons land een vrijheid waar ze in deze crisis heel verantwoordelijk mee om gaan. Ze zijn ook geen haarden van besmetting, gelukkig. Maar als je een kerkdienst met 600 mensen houdt, geef je wat mij betreft niet het goede voorbeeld, zoals andere kerken dat wel doen.
Dit weekend werd bekend dat veel moskeeën in Amsterdam en Rotterdam de deuren voor enkele weken zullen sluiten. Volgens migratieprofessor Leo Lucassen is dat een mooi teken van integratie.
Moskeeën die hun deuren sluiten wegens Covid-19 lijken beter geïntegreerd dan sommige protestants-christelijke evenknieën
Onder reactionaire christenen zijn de anticoronamaatregelen omstreden. Terwijl de meeste kerken in Nederland de adviezen van de overheid ter harte nemen, riep evangelist Jaap Dieleman in een open brief Nederlandse kerkleiders ertoe op zonder restricties samen te komen met hun gemeente. ‘Ik waarschuw onze regeringsleiders: kom niet aan het gezag van de Allerhoogste. Je speelt met vuur en met je eigen leven.’
De Turkse president Erdogan wil een internationale oproep tot een staakt-tot-vuren in Nagorno-Karabach niet steunen. Eerst moet Armenië zich helemaal terugtrekken uit de regio, die officieel Azerbeidzjaans grondgebied is.
Rusland en Frankrijk doen eerder deze week een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen, maar daar heeft Erdogan weinig zin in.
‘De weg naar duurzame vrede in deze regio is de terugtrekking van Armeniërs uit elke centimeter van Azerbeidzjaans grondgebied dat ze hebben bezet’, zei Erdogan gisteren in het Turkse parlement. Hij noemt de Armeense republiek ‘Artsach’ in Nagorno-Karabach, die behalve Armenië door geen land wordt erkend, een ‘schurkenstaat’ en de daar woonachtige Armenen ‘indringers’.
Turkije steunt Azerbeidzjan politiek in de oorlog tegen Armenië en, volgens veel waarnemers en experts, ook militair. Pro-Turkse Syrische jihadisten werden een week voordat de vijandelijkheden begonnen gesignaleerd in Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan.
Volgens Armeense media zouden ook Pakistaanse troepen Azerbeidzjan ondersteunen, maar dit nieuws is door buitenlandse media niet bevestigd. Pakistan ontkent dat het zich met de oorlog bemoeit, aldus het Turkse staatspersbureau Anadolu.
Turkije en Armenië zijn elkaar al jarenlang zeer vijandig gezind. Turkije is boos op Armenië, omdat de Armeniërs tijden de eerste oorlog om Nagorno-Karabach (1988-1994) het grootste deel van de regio veroverden en etnisch zuiverden van Azerbeidzjanen. En Armenië hekelt Turkije, omdat Turkije de Armeense Genocide (1915), waarbij zo’n 1,5 miljoen Armeniërs werden vermoord, nog altijd ontkent.
Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.
Stichting Meld Islamofobie roept de Tweede Kamer op om de geplande evaluatie van het boerka- en niqaabverbod nu meteen al uit te voeren. Doel is om het verbod terug te draaien.
Volgens het meldpunt heeft de invoering van het boerkaverbod op 1 augustus 2019 geleid tot meer incidenten van moslimhaat, waarbij moslima’s met een hijab of met een niqaab werden geïntimideerd.
Ook vindt Stichting Meld Islamofobie dat door de mondkapjes die nu massaal worden gedragen het boerkaverbod achterhaald is. De overheid deed toen wel moeilijk over gezichtsbedekkende kleding maar nu niet, aldus de stichting.
‘Blijkbaar staat gezichtsbedekking de communicatie niet in de weg, want tot nu toe zijn daar geen klachten of maatschappelijke discussies over ontstaan.’
Het meldpunt zal samen met actiegroep De Goede Zaak een petitie aanbieden aan de leden van de Tweede Kamer. Inmiddels hebben meer dan 3.000 mensen de petitie ondertekend. De ondertekenaars kunnen ook een reactie schrijven, waarin ze hun steun aan de petitie motiveren.
Zo schrijft ene Justina: ‘Ik schaam me voor mijn mede Nederlanders. Ik ben moslima van NL afkomst en sinds mondkapjes doodnormaal zijn geworden blijf je geterroriseerd worden door haters. En dat gaat verder dan schelden. Ook ik heb fysiek geweld meegemaakt, terwijl ik altijd keurig en beleefd blijf. Deze wet voedt xenofobie. Afschaffen.’
Journalist en auteur Tasnim Nazeer (34) verscheen onlangs als eerste verslaggeefster met hoofddoek op de Schotse tv. Dat ze ruim tien jaar werkervaring heeft en publicaties bij onder andere CNN, BBC en al Jazeera op haar naam heeft staan, dat maakte werkgevers niets uit. Volgens hen zou ze door haar hoofddoek niet de juiste ‘look’ hebben om voor de camera te staan. Toch wist ze het tegendeel te bewijzen. De Kanttekening sprak met Nazeer over haar werk, de uitdagingen van het zichtbaar moslim-zijn en het doorbreken van het glazen plafond.
Jij verscheen op tv als eerste nieuwsverslaggeefster met hijab in Schotland. Hoe heb je dit waargemaakt?
‘Het was een lange reis vol met uitdagingen. Ik ben ruim tien jaar werkzaam als freelance journalist voor onder andere online en print media, maar nooit eerder kreeg ik de kans om aan de slag te gaan als tv-verslaggeefster. Wel werd ik gevraagd om bij tv-programma’s aan te schuiven als gast of als commentator, maar wilde ik het nieuws presenteren, dan moest ik eerst mijn hijab af doen. Dat werd mij verteld door een van de zenders waarvoor ik werkte. Ze zeiden: ‘Als je nu je hoofddoek af doet, dan kunnen we je meer klussen geven en kun je meer bereiken.’ Daardoor kreeg ik het gevoel alsof er geen ruimte was voor hijabi’s in de media.
Beeld: Tasnim Nazeer
‘Als mensen je vragen om iets aan jezelf te veranderen dat voor jou belangrijk is, zodat je meer kunt bereiken, dan weet je dat zij hun normen en waarden niet op de juiste plek hebben. Zo verbrak ik het contact met deze zender, en ging ik verder bij andere opdrachtgevers. Het was niet gemakkelijk. Ik voelde me erg tekort gedaan, en stond op het punt mijn ambitie om te werken als tv-verslaggeefster op te geven. Gelukkig werd ik door mijn familie gesteund en aangespoord om door te blijven gaan.
‘Zelf heb ik veel smeekbedes gedaan, en Allah gevraagd mij te helpen. Zo werden mijn gebeden verhoord. Binnen een week nadat mij werd verteld dat ik met mijn hoofddoek nooit op tv zou verschijnen als verslaggeefster, kwam ik in contact met STV News. Bij deze zender heb ik voor het eerst op tv een nieuwsitem gepresenteerd. Dat ging over het gebrek aan overheidssteun voor Schotse gezinnen die rouwen om het verlies van een dierbare.’
Wat heeft deze ervaring jou geleerd?
‘Deze ervaring deed me beseffen over het glazen plafond waar veel vrouwen – niet alleen moslimvrouwen – tegenaan lopen. Voor moslimvrouwen die met een hoofddoek zichtbaar moslim willen zijn in de media, ligt het toch een stuk lastiger. Dit komt natuurlijk onder andere door negatieve berichtgeving over moslims, en de stereotypering naar aanleiding van aanslagen door terroristische organisaties. Daardoor had ik al een vermoeden dat mijn hoofddoek een probleem zou zijn voor sommige mediabedrijven. Daarom besloot ik om naast mijn freelance werk een masterstudie te doen in internationale journalistiek, zodat ik in elk geval voldoende kennis en vaardigheden in huis heb. Hiermee hoopte ik mijzelf te kunnen onderscheiden als journalist, en dat opdrachtgevers dan in elk geval zien wat ik kan in plaats van wat ik op mijn hoofd draag. Maar wanneer het erop aankomt, blijft de hoofddoek – een zichtbaar teken van mijn identiteit als moslima – toch de grootste reden waarom opdrachtgevers mij niet als tv-verslaggeefster lieten werken.
‘Mensen vertelden me dat het nooit zou gebeuren: een hijabi-verslaggeefster op tv. Maar God weet beter’
‘Mijn hoofddoek werd uiteindelijk dat glazen plafond. Ik zou dat nooit kunnen doorbreken, omdat ik niet bereid ben mijn geloofsovertuiging opzij te zetten om meer in het leven te bereiken. Uiteindelijk werd mijn volharding beloond met mensen die mijn capaciteiten als journalist wél erkennen en waarderen. Zij zagen niet in waarom ik het nieuws niet kon presenteren met een hijab. Wat ik hiervan heb geleerd is dat volharding loont. Het is niet de meest gemakkelijke weg, maar uiteindelijk kom je er wel.’
Hoe draag jij met jouw journalistieke werk bij aan het tegengaan van negatieve stereotypering van moslims?
‘Ik schrijf graag over moslims die goede zaken verrichten, zoals bijvoorbeeld wanneer ze zich actief inzetten voor sociale rechtvaardigheid. De media werken wel zodanig dat conflicten binnen de moslimgemeenschap nieuwswaardiger zijn dan wanneer moslims het goed doen. Daar wil ik met mijn werk dan ook verandering in brengen.
‘Maar ik schrijf niet per se alleen over moslims, en ook niet alleen wanneer het goed gaat. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid als moslim om op te staan tegen onrechtvaardigheid, en zeker als het gebeurt binnen islamitische gemeenschappen. Zo schreef ik in 2018 een opiniestuk over de marteling van Oeigoerse moslims door de Chinese overheid, en waarom moslimlanden waaronder Saoedi-Arabië daar stil over zijn en er zelfs achter staan. Wat is er nodig voor een staatshoofd in de moslimwereld om de Chinese president Xi Jinping uit te dagen omwille van de Oeigoerse moslims? Weegt een investering van China op tegen miljoenen onschuldige Oeigoerse moslims die voor hun leven vrezen? Dat zelfs landen als Egypte en Saoedi-Arabië gevluchte Oeigoeren terug naar China deporteren, terwijl ze weten wat hen daar te wachten staat.’
Kreeg je bijval in jouw kritiek op het beleid van moslimlanden over de Oeigoeren?
‘Nee, dat werd me niet in dank afgenomen. Ik ontving zelfs meerdere – anonieme – doodsbedreigingen van mensen die het beleid van deze moslimlanden steunen, en waarschijnlijk voor deze overheden werken. Dit heeft mij echter niet weerhouden van het verder uiten van mijn kritiek en het verspreiden van informatie over de uitroeiing van Oeigoeren, die nog steeds plaatsvindt.
‘In verschillende moslimlanden zie je dat er gebrek is aan persvrijheid. Denk maar eens aan wat de Arabische journalist Jamal Khashoggi is overkomen, die zijn kritiek op de Arabische regering niet onder stoelen of banken stak. Door dergelijke praktijken kunnen journalisten terughoudend zijn in hun berichtgeving. Maar dan is het juist zaak om je aan de waarheid te houden, en sterk in je schoenen te blijven staan.
‘De doodsbedreigingen zijn erg shockerend, maar dat houdt mij niet lang bezig. Ik vrees Allah meer dan wie dan ook. Dat houd ik altijd maar in gedachten. Dit godsbewustzijn zet ik dan in om anderen te helpen met wat ik kan. Dat mensen verontwaardigd zijn en zelfs boos worden over wat ik schrijf, laat wel zien dat er een kracht schuilt achter de pen. Ik denk daarom dat journalisten met hun werk een zekere invloed kunnen uitoefenen om maatschappelijke veranderingen in gang te zetten, door zaken aan het licht te brengen die mensen op nieuwe inzichten brengt. Des te groter is dan het belang en verantwoordelijkheid om als journalist trouw te blijven aan de waarheid.’
Wat zou je zeggen tegen andere moslims die net als jij maatschappelijke verandering teweeg willen brengen met hun werk?
‘Met de opkomst van de Black Lives Matter-beweging zien we dat mensen van kleur steeds meer ruimte proberen in te nemen om voor hun belangen op te komen. Er is ook meer aandacht voor representatie van mensen met verschillende etnische achtergronden in de media. Dit is een goede ontwikkeling. Daartegenover staan diversiteit en inclusie hoog op de agenda van verschillende organisaties. Hierdoor worden er juist meer kansen gecreëerd voor moslims om van zich te laten horen, en van zich te laten zien. Dóe dat dan ook.
‘Blijf sterk in jouw geloof. Als je echt iets wilt bereiken in het leven, dan zal dat veel moeite kosten’
‘Voor moslims die te maken krijgen met discriminatie omdat ze ervoor kiezen hun moslimidentiteit zichtbaar te uiten, kunnen organisaties interne klachtenorganen oprichten. Hierdoor weten moslims tot wie ze zich binnen de organisatie kunnen wenden wanneer ze worden gediscrimineerd op basis van hun afkomst of religie. Dergelijke klachtenorganen zouden ook landelijk kunnen werken. Doel moet zijn om te voorkomen dat moslims worden gehinderd om hogerop te komen in hun carrière.
‘Verder wil ik nog zeggen: blijf sterk in jouw geloof. Als je echt iets wilt bereiken in het leven, dan zal dat veel moeite kosten. Ik deed er alles aan om het glazen plafond te breken, en het gebeurde niet. Ik werd gediscrimineerd. Mensen vertelden me dat het nooit zou gebeuren: een hijabi-verslaggeefster op tv. Maar God weet beter. En als mensen je vragen om iets aan jezelf te veranderen: doe dat niet als je je daardoor niet op je gemak voelt.’
Amnesty International India moet noodgedwongen stoppen met het opkomen voor de mensenrechten in het land. De regering-Modi heeft de bankrekeningen van de NGO bevroren.
Vijftien andere mensenrechtenorganisaties, waaronder Human Rights Watch, hebben het Indiase optreden scherp veroordeeld. Zij gaan wel door met hun werk.
De acties van de Indiase regering tegen Amnesty India maken deel uit van een steeds repressiever beleid om kritische geluiden te smoren, zeggen de vijftien andere mensenrechtenorganisaties.
De door de nationalistische Bharatiya Janata-partij (BJP) geleide Indiase regering heeft Amnesty India beschuldigd van het overtreden van wetten op buitenlandse financiering. Volgens de vijftien NGO’s is deze aanklacht politiek gemotiveerd.
De Indiase regering treedt steeds harder op tegen mensenrechtenactivisten, academici, studentenactivisten, journalisten en anderen die kritiek hebben op de regering. Zij worden van opruiing en terrorisme beschuldigd en belanden soms ook in de cel.
India begint steeds meer te lijken op een dictatuur, mensen de vijftien NGO’s. Extra kwetsbaar zijn volgens de vijftien op dit moment de verdedigers van vrouwenrechten in India en degenen die opkomen voor de rechten van inheemse groepen en minderheden. Amnesty kan deze lokale mensenrechtenverdedigers nu niet meer bijstaan.
De Indiase overheid heeft – ondanks kritiek van deskundigen van de Verenigde Naties – de wetten over buitenlandse financiering van NGO’s aangescherpt, met als doel de invloed van deze organisaties terug te dringen.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.