18.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 703

Geen subsidie meer voor Zwarte Piet in Rotterdam

1

Sinterklaasverenigingen in de Maasstad die vasthouden aan Zwarte Piet krijgen voortaan geen subsidie meer. Dit schrijft Dagblad 010.

De Rotterdamse gemeenteraad heeft met 25 stemmen voor en 20 stemmen een motie van de islamitische partij Nida aangenomen, die dit bepleitte.

De motie werd gesteund door Denk, GroenLinks, 50Plus, Partij voor de Dieren, D66, PvdA en de SP. Leefbaar Rotterdam, VVD, CDA en ChristenUnie/SGP stemden tegen.

In zijn pleidooi om Zwarte Piet te boycotten verwees Nida-raadslid Ercan Büyükcifci naar de recente antiracismedemonstraties en de pijn van mensen van kleur die Zwarte Piet als een racistische karikatuur beschouwen.

Zijn sommige demonstraties meer gelijk dan andere?

7

Als straks uit het onafhankelijk onderzoek mocht blijken dat het bij het ongehinderd laten volstromen van de Dam op Tweede Pinksterdag om een geheim experiment van het RIVM ging, dan kan dat experiment dus als geslaagd worden beschouwd.

Nu we twee weken verder zijn is het duidelijk: duizenden overwegend jonge mensen met mooi weer in de frisse buitenlucht zonder al te strikt anderhalve meter afstand te houden – dat kan dus zonder dat de IC-bezettingsgraad explosief stijgt. Voor de volgende stappen in het kader van de normalisering na de lockdown – pardon: de ‘intelligente’ lockdown – geen onbelangrijke constatering.

Daarmee zal ook wel de kritiek op de te laconieke houding van Femke Halsema verstommen, die in geval van een nieuwe corona-uitbraak ongetwijfeld orkaansterkte zou hebben aangenomen. Aan die kritiek zat sowieso bij sommigen een dubieus luchtje, bijvoorbeeld in het geval van FvD-raadsfractieleidster Annabel Nanninga, wier grote boreale voorman diezelfde dag elders fel demonstreerde tegen de anderhalve-meter-regel.

De goegemeente is speciaal over één uitspraak van Halsema heen gevallen, waarmee zij haar niet-ingrijpen legitimeerde: dat het hierbij om een belangrijke demonstratie zou gaan. All demonstrations are equal but some demonstrations are more equal than others, met een kleine variatie op George Orwell. Later haastte zij zich te zeggen dat ze bedoelde dat het recht om te demonstreren belangrijk was. Inderdaad, slechts een haastige verspreking? Of een veelzeggende? En zo ja, is wat zij dan werkelijk vond, ook erg?

De uitspraak roept zo twee vragen op. Mag een burgemeester van politieke opvattingen blijk geven? Die hoort boven de partijen te staan, zo klonk het boos, en geen onderscheid te maken. En hebben bepaalde demonstranten meer rechten dan anderen?

Allereerst die heilige ‘onpartijdigheid’. In Nederland is dat een staatkundige fetish: die behoefte om het politieke onpolitiek te maken, dat verlangen naar een soort neutrale moederkloek die onbaatzuchtig over ons waakt en wie al haar kuikens even dierbaar zijn.

Tot op het hoogste niveau: dat is ook de diepere psychologische laag onder die soms welhaast kinderlijke aanhankelijkheid in Nederland jegens het Koninklijk Huis. In dat opzicht de tegenpool van het Franse (of Amerikaanse) politieke denken, waar dus juist alles politiek is, en de gekozen president een politicus pur sang. En dat is daar niet pas begonnen met Trump en Macron.

Die heilige ‘onpartijdigheid’. In Nederland is dat een staatkundige fetish: die behoefte om het politieke onpolitiek te maken

De Nederlandse burgemeester bevindt zich in een schizofrene positie. Officieel nog steeds door de kroon benoemd en tegelijk inmiddels de facto door de gemeenteraad uitgezocht. Daarmee is hij zowel een lokale spreekbuis van het nationale gezag als gezicht van die lokale gemeenschap. Vrijwel alle burgemeesters hebben tegenwoordig een politieke carrière achter de rug, en bezaten daarmee in een vorig bestaan een scherp politiek profiel. Dat moeten ze dan op slag vergeten.

Dan het gewicht van de demonstratie zelf. Het valt wel degelijk te beargumenteren dat sommige demonstraties belangrijker zijn dan andere. Precies zoals ook de grondwet belangrijker is dan een gewone wet. Dus demonstraties die in de grondwet vastgelegde grondrechten betreffen – zoals het non-discriminatiebeginsel – wegen zwaarder dan die tegen Schiphol. Dat eerste geldt, voor alle duidelijkheid, overigens ook voor de anti-lockdown-demonstratie van Baudet, omdat die eveneens grondrechten – beperkingen van de vrijheid van samenkomst, van beweging etcetera – aankaart.

Gezien het thema van de demonstratie op de Dam, rijst bovendien de vraag, hoe discutabel de ter plekke getoonde sympathiebetuiging van de burgemeester zou zijn. Wel of niet uitbreiding van Schiphol: dat is een ‘normaal’ politiek debat. Maar antiracisme als thema? Wat zegt dat over de critici van haar komst? Dat zij vóór racisme zijn?

Nanninga haastte zich naar aanleiding van de door Halsema opgespelde button te verklaren dat er natuurlijk niets op tegen is om zich tegen slavernij uit te spreken. Heel fijn om te horen. Maar mogelijk is dat binnen haar partij nog geen uitgemaakte zaak. Baudet wijt de Ondergang van het Avondland immers aan de Verlichting – en het was de Verlichting die bij de wereldwijde vanzelfsprekendheid van slavernij vraagtekens begon te plaatsen. Ook legde hij in Hoorn voor Jan Pieterszoon Coen een krans.

Conservator: koloniale beelden groen schilderen of ondersteboven begraven

3

Conservator Tom van der Molen (Amsterdam Museum) wil op een creatieve manier omgaan met de negentiende-eeuwse standbeelden van ‘Hollandse helden’ die een rol speelden in ons koloniale verleden. Hij stelt voor ze groen te schilderen, of ze ondersteboven te begraven.

Volgens Van der Molen is het onhoudbaar om deze beelden onveranderd te laten staan, zo schrijft hij in een opinieartikel in het Parool: het is ‘simpelweg niet meer van deze tijd te streven naar gemeenschappelijke helden’.

Van der Molen vindt het aanbrengen van nuancerende tekstbordjes niet voldoende. Hij stelt voor de beelden te transformeren. ‘Laat kunstenaars nieuwe visies op het verleden produceren rond, over en om die beelden zelf.’

Van der Molen refereert instemmend naar de Rotterdamse kunstenaar Helmut Smits, die heeft voorgesteld de beelden ‘ondersteboven te begraven zodat ze als fundament voor iets nieuws kunnen dienen, of om ze chromakey groen te schilderen zodat iedereen zijn eigen perspectief op de beelden kan projecteren.’

Op deze manier verander je geschiedenis, zo betoogt de conservator, ‘van een granieten, eenduidige werkelijkheid naar een wisselwerking tussen verschillende, soms conflicterende visies.’

Het Amsterdam Museum kwam vorig jaar september in het nieuws omdat het museum de term ‘Gouden Eeuw’ niet meer wilde gebruiken.

De zeventiende eeuw kreeg de betiteling ‘Gouden Eeuw’ omdat Nederland in die tijd een economische en militaire wereldmacht was, Maar ‘de term negeert negatieve kanten als armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel’, zei Tom van der Molen eerder tegen de NOS.

Scenarioschrijver John Ridley berispt Tarantino om ‘n-woord’ in zijn films

0

De Amerikaanse scenarioschrijver John Ridley heeft felle kritiek op regisseur Quentin Tarantino, omdat hij in zijn films vaak het ‘n-woord’ gebruikt. Volgens Tarantino zelf gaat het om artistieke vrijheid.

Ridley won een Oscar voor het script van de veelgeprezen film 12 Years a Slave (2014), over slavernij in de Verenigde Staten. Hij noemt het veelvuldig voorkomen van het woord ‘n*gger’ in Tarantino’s films ‘pijnlijk en om razend van te worden’.

Volgens de 54-jarige scenarioschrijver gebruikt Tarantino het n-woord gratuit. Acteurs zeggen in Tarantino’s films zomaar ‘n*gger’, zonder dat hiervoor aanleiding bestaat.

Het woord ‘wordt gewoon gebruikt om gebruikt te worden’, aldus Ridley. In sommige Tarantino-films wordt het n-woord meer dan honderden keer gebruikt.

Het woord moet niet verboden worden, vindt de scenarioschrijver. Wel moeten filmmakers volgens hem bewuster omgaan met gevoeligheden.

Ridley kwam vorige week in het nieuws door streamingdienst HBO Max op te roepen de filmklassieker Gone with the wind (1939) te verwijderen. De film zou ‘de gruwelen van de slavernij negeren’ en raciale vooroordelen bevestigen. Na alle ophef deed HBO Max wat Ridley vroeg.

Tarantino is vaker bekritiseerd om zijn losse omgang met het woord ‘n*gger’. De Afro-Amerikaanse acteur Samuel L. Jackson heeft Tarantino’s creatieve vrijheid echter altijd verdedigd.

‘Je kunt een schrijver niet zomaar vertellen dat hij niet mag spreken, de woorden niet mag opschrijven, de woorden niet in de mond mag stoppen van de mensen van kleur, de manier waarop ze hun woorden gebruiken. Dat kun je niet doen, want dan wordt het een onwaarheid; het is niet eerlijk. Het is gewoon niet eerlijk’, zei Jackson vorig jaar.

Samuel L. Jackson verscheen in zes van de negen films van Quentin Tarantino. Jacksons favoriete rol is Stephen, de huisslaaf die loyaal is aan de kwaadaardige plantagehouder Calvin J. Candie (Leonardo DiCaprio) in Django Unchained uit 2012.

‘Ik bedoel, die gast leidde die verdomde plantage. Candyland was zijn verdomde plantage. Leo (DiCaprio, red.) vecht tegen n*ggers en doet wat dan ook, hij leidt de stripclub. Deze gast schrijft de rekeningen. [Stephen] zorgt ervoor dat de gewassen worden geplant. Hij zorgt ervoor dat de slaven worden verkocht. Hij is de baas van die plek … Hij heeft niet zelf kinderen, omdat hij daar geen tijd voor heeft. Maar Leo(nardo dit Caprio, red.) was eigenlijk zijn kind. En Candyland is zijn wereld. Hij weet dat hij buiten Candyland gewoon weer een n*gger is op de plantage.’

Oud-veiligheidsadviseur VS: Trump vond concentratiekampen China prima

1

Donald Trump wist niet alleen in een vroeg stadium van de heropvoedingskampen in China, maar had hij er ook geen problemen mee. Dat stelt John Bolton, de voormalig nationaal veiligheidsadviseur onder Trump, in zijn nieuwe boek.

Enkele onthullingen uit Boltons boek The room where it happened, dat volgende week uitkomt, zijn al door de Amerikaanse media gepubliceerd. Zo zou Trump de Chinese president Xi Jinping om hulp hebben gevraagd bij zijn herverkiezing als president.

Een andere onthulling van Bolton: Trump zou er totaal geen moeite mee zou hebben dat China in de westelijke provincie Xinjiang concentratiekampen bouwde. China houdt naar schatting meer dan een miljoen Oeigoeren vast in deze ‘heropvoedingskampen’, waar ze worden onderworpen aan een streng regime.

Trump zou vorige zomer op een G20-top tegen Xi hebben gezegd dat hij gewoon door kon gaan met de bouw van deze kampen. Dit was volgens Trump zelfs ‘exact het juiste om te doen’, aldus Bolton.

De Amerikaanse regering probeert Boltons boek nu te verbieden door middel van een rechtszaak. Trump zegt dat Boltons boek de nationale veiligheid in gevaar zal brengen.

Afro-Amerikaanse dominee Jesse Jackson schrijft Rutte brief over Zwarte Piet

73

De Amerikaanse predikant en burgenrechtenactivist Jesse Jackson vraagt in een open brief aan minister-president Mark Rutte om Zwarte Piet te verbieden.

In de brief, die in handen is van de Kanttekening, zegt Jackson (78) dat hij door Barryl Biekman van het Landelijk Platform Slavernijverleden op de recente persconferentie van Mark Rutte is geattendeerd. Rutte zei toen het lijden van zwarte mensen nu beter zegt te begrijpen, maar tegelijkertijd Zwarte Piet nog altijd niet als racistisch te beschouwen.

Jackson vindt dat niet gepast: ‘Ik ben mij bewust van de controverse in uw land over Zwarte Piet en van uw grote mentaliteitsverandering ten opzichte van deze Nederlandse traditie. Ik schrijf u om u aan te moedigen uw moreel geweten in acht te nemen en te doen wat u gelooft en waarvan u weet dat het juist is. Aangezien u zelf Zwarte Piet heeft gespeeld, heeft u een extra verantwoordelijkheid om deze kwetsende traditie te beëindigen.’

Volgens Jackson kun je de Zwarte Piet-traditie niet los zien van de apartheidsgeschiedenis van de Nederlands Hervormde Kerk in Zuid-Afrika en de racistische traditie van blackface in de Verenigde Staten. De traditie van Zwarte Piet is volgens Jackson een aanstootgevend overblijfsel uit de koloniale tijd. Zwarte Piet is niet gelijkwaardig aan de witte Nederlander, zegt hij.

‘Hij heeft een negatieve invloed op de onschuldige geest van kinderen. Zwarte Piet is iemand om ‘plezier mee te hebben’, om niet als volledig mens en als gelijkwaardig persoon behandeld te worden.’

Jackson begon zijn carrière als naaste medewerker van Martin Luther King. In de brief haalt hij zijn oude leermeester aan:

‘Mijn mentor, Dr. Martin Luther King, Jr. erkende dat we allemaal graag geliefd zijn, en soms is het gepast om politiek te zijn, maar soms is het belangrijker profetisch te zijn – gewoon te doen wat goed is. Ik stel voor dat dit een van die momenten is en ik dring er bij u op aan om positief te reageren op uw innerlijke stem en op de huidige publieke druk die op het openbare plein wordt getoond door uw gewetensvolle en empathische burgers. Nogmaals, in zijn beroemdste toespraak ‘I Have A Dream’, benadrukte Dr. King de ‘urgentie van nu’, om niet te wachten op dingen die magisch of automatisch ten goede veranderen in de loop van de tijd.’

De dominee besluit de brief met een oproep aan Rutte om Zwarte Piet te verbieden.  ‘Ik denk dat met uw morele leiderschap de goede Nederlanders positief zullen reageren om de kwetsende en racistische Zwarte Piet definitief te verbieden. De wereld kijkt toe. Houd de hoop levend!’, schrijft Jackson.

De brief in kwestie:

‘Marokkaanse trots’: een zoektocht door cultuur, religie en voetbal

0

Dat voetballer Hakim Ziyech in 2015 niet werd geselecteerd om voor Oranje te spelen had volgens sportjournalisten Thomas Rijsman en Nordin Ghouddani weinig te maken met talent. ‘Hij werd onderschat, omdat hij een Marokkaan is.’ Dit vormde voor de twee de aanleiding om een boek te schrijven.

‘We weten dat Nederlanders met een migratieachtergrond een achterstand hebben in de maatschappij, dat heb ik zelf ook meegemaakt’, zegt Ghouddani, ‘maar hoe ziet dat eruit in de voetbalwereld?’ Die vraag leidde uiteindelijk tot het boek Marokkaanse trots: Smaakmakers in de eredivisie, waarin Rijsman en Ghouddani meer dan twintig mensen uit de voetbalwereld interviewen.

In zeventien vlot geschreven hoofdstukken komen de verhalen van Marokkaans-Nederlandse voetballers en trainers naar voren. Het zijn persoonlijke verhalen van bekende spelers als Khalid Boulahrouz en Oussama Idrissi en toekomstige sterren, waaronder Nassim el Ablak en Ilham Abali. Het voelt regelmatig alsof je zelf aan tafel zit: de geur van zoete Marokkaanse thee om je heen, een voetballer voor je en een intens gesprek tussen een witte, soms onwetende interviewer en zijn Marokkaans-Nederlandse kameraad.

Het boek eindigt niet met een duidelijke conclusie, maar volgens Rijsman is één ding duidelijk: ‘De meerderheid vertelt een achterstand te hebben en illustreert met verhalen hoe hij werd of wordt onderschat. Als ik uitga van onze interviews, dan zeg ik: ja, Marokkaanse voetballers in Nederland worden onderschat.’

Beschermd door Farid en Mourad

Via een Zoomgesprek vertellen de sportjournalisten over hun zoektocht. Ghouddani logt in vanuit Tilburg, de stad waar beide jongens opgroeiden en waar Ghouddani altijd is gebleven, bij zijn club Willem II. Thomas verhuisde naar Amsterdam. Het zijn inmiddels volwassen mannen, met succesvolle carrières, een vrouw en kinderen, maar ze zien zichzelf nog steeds rondrennen op hun favoriete voetbalpleintje in het Tilburg van de jaren tachtig.

Ghouddani woonde in het noorden van de wijk, in een armer deel. Rijsman woonde in het ‘kakkersgedeelte, tussen de advocaten’, zegt hij. Hun pleintje, gelegen in het midden, was waar alle kinderen samen kwamen en werden verbonden door voetbal.

‘Ik mocht altijd bij de buitenlanders’, grapt Rijsman. ‘En dat was handig, want wij waren brave kakkers. Soms was er wel eens ruzie en dan waren het niet Maurits of Pieter die de klappen uitdeelde. Ik had dan het voordeel dat ik beschermd werd door Farid en Mourad.’

Rijsmans ouders komen uit België. Ondanks zijn blonde haar en blauwe ogen voelde hij nooit een een-op-een aansluiting met zijn Nederlandse omgeving. ‘Op het pleintje kwam ik de ‘ander’ tegen. Dat was echt een fijne plek om samen op te gaan in het spel.’

Op hun twaalfde werden de levens van Rijsman en Ghouddani onverwacht uit elkaar getrokken, door de beslissing van een leraar. Met dezelfde citoscore kreeg Rijsman een vwo-advies, Nordin moest naar de LTS.

Beeld: Nordin en Thomas naast elkaar, op de tweede rij van voren. Thomas heeft een roze shirt aan, Nordin zit voorover geleund en heeft een blauw overhemd aan.

De braafste jongen van het plein

Na de lagere school raakten de twee elkaar gestaag uit het oog. ‘Ik ging naar de LTS en dat was verschrikkelijk. De leraar zei: wat doe je hier? Je hebt twee linkerhanden, bent bang voor solderen en durft geen hamer vast te houden.’ En dus ging Ghouddani naar een andere school, deze keer met een focus op economie en administratie.

Maar ook dat vond de tiener verschrikkelijk: ‘Ik wist altijd al dat ik niet op een kantoor wilde werken. Al sinds ik acht was wilde ik sportjournalist worden. Dat was mijn droom.’ Op zijn zeventiende kwam Ghouddani op het verkeerde pad terecht: ‘Ik had geen doel, ik wist niet wat ik wilde, en toen heb ik een boel foute dingen gedaan.’

Op de dag voor zijn achttiende verjaardag werd Ghouddani opgepakt voor diefstal met geweld. ‘Toen ik dat hoorde, was ik echt verbaasd’, onderbreekt Rijsman. ‘Nordin was altijd de aardigste, braafste jongen op het pleintje. Als er iemand is van wie je niet zou verwachten dat hij een roofoverval zou plegen, dan was het wel Nordin.’ ‘Dat is dus wat omstandigheden met je kunnen doen’, reageert Ghouddani.

Ghouddani zat tweeënhalve maand vast. Een bezoek van zijn ouders in die tijd was voor hem het keerpunt. ‘Mijn ouders zeiden: ‘Je bent nu achttien, ga eens wat doen met je leven.’ Maar duidelijk was ook: ‘We staan achter je, en we vergeven je fouten.’ Alles wat Ghouddani daarna deed, deed hij om zijn droom waar te maken: sportjournalist worden. Op zijn vijfentwintigste studeerde hij af van de school voor journalistiek.

‘Ja, Marokkaanse voetballers in Nederland worden onderschat’

Bij de vraag hoe zijn leven eruit had gezien als hij ook een vwo-advies had kregen, schiet Ghouddani in de lach: ‘Dan was ik ook een kakker geworden.’ De twee vrienden lachen en dan haalt Ghouddani zijn schouders op. ‘Het maakt niet meer uit. Ik heb het gemaakt, dankzij mijn ouders.’

Sindsdien heeft Ghouddani inderdaad een soort inhaalslag gemaakt, en wordt hij niet langer professioneel onderschat. ‘Ik heb mezelf bewezen en mijn collega’s waarderen mij.’

‘Maar dat is niet altijd zo, hoor’, benadrukt Rijsman. ‘We hadden laatst een interview bij een club, en toen we werden opgehaald door de persmedewerker gaf die man alleen mij een hand. Hij keek zo over Nordin heen.’

‘Ja’, bevestigt Ghouddani. ‘Dat soort dingen gebeuren. Onlangs ging ik naar een uitwedstrijd van Willem II, toen zat ik in de pauze bij de pers en kwam er zo’n gast om mijn perskaart vragen. Alleen aan mij. Dan voel je je wel weer een buitenlander.’

‘Thomas zou een goede moslim zijn’

De culturele verschillen tussen de twee vrienden kwamen tijdens het project regelmatig naar voren. ‘Thomas is eigenlijk anti-religie, of ja, die heeft in ieder geval niets met religie’, zegt Ghouddani. ‘Maar de islam was wel een onderwerp in veel van de gesprekken. Daar heb ik Thomas ook veel in zien groeien.’

Dan is Ghouddani even stil. ‘We wilden dit eigenlijk pas volgende maand bekend maken, maar hij heet vanaf nu Taoufik. Hij gaat zich bekeren tot de islam.’ De twee journalisten barsten in lachen uit, de zoombeelden schudden heen en weer terwijl Rijsman er stotterend tussen probeert te komen.

‘Wacht, ik zal het even uitleggen’, begint Rijsman. ‘Nordin heeft een appgroep met allemaal Marokkaanse voetbalfans, waar ik niet in zit. Iemand uit die groep stuurde mij toen ineens een berichtje: ‘Jij hebt meer Marokkaanse trots dan sommige Marokkanen, dus vanaf nu noem ik je Taoufik.’

Sindsdien is Taoufik Rijsmans roepnaam in de groepsapp. En dat was niet de enige keer dat hen zoiets overkwam. Ghouddani: ‘Nadat we een interview hadden met voetballer Ali Elkhattabi belde hij mij op en zei: ‘Thomas zou echt een goede moslim zijn.’ En dat was ik helemaal met hem eens. Thomas heeft die kernwaarden en ook de wil om te luisteren en te begrijpen, zelfs als hij het ergens niet mee eens is.’

Thomas vindt het een mooi compliment: ‘Ik heb veel gesprekken gehad over het geloof en heb absoluut mooie dingen geleerd, waardoor ik heel nieuwsgierig ben geworden. Ik lees nu ook veel boeken over de islam.’

Een blik in de toekomst

Over wat het mooiste hoofdstuk van hun boek is, zijn de auteurs het meteen eens: het hoofdstuk van Nassim el Ablak. De jonge voetballer speelt sinds 2018 bij Fortuna Sittard. Daarvoor speelde hij in de jeugd van SC Heerenveen en PEC Zwolle. ‘Die jongen heeft meegemaakt wat heel veel jongens meemaken. Hij is van school gestuurd, hij is vervolgens bij Heerenveen weggestuurd en toen weer bij Zwolle. Hij is zoekend in het leven’, zegt Ghouddani.

Ablaks hoofdstuk gaat onder andere over het jaar waarin de voetballer eigenlijk niets te doen heeft en gek wordt van het leven. Op een dag besluit Ablak daarom een mailtje naar Fortuna Sittard te sturen. ‘Dat mailtje bestond uit een zin, zonder interpunctie, geen komma’s of punten’, zegt Ghouddani. ‘Maar het kwam neer op: alsjeblieft, laat me komen trainen, ik wil voetballen.’ De volgende ochtend om half 7 kreeg Ablak een mailtje uit Sittard: ‘Welkom.’

‘Het is een verhaal over een tweede kans, een derde kans, een vierde kans. Wat ik vaak tegen vrienden zeg is dat mensen zoals ik het voordeel van de twijfel krijgen, terwijl Marokkaanse Nederlanders juist het nadeel van de twijfel krijgen. El Ablak kreeg een nieuwe kans, terwijl hij het eigenlijk niet meer verwachtte’, zegt Rijsman over het hoofdstuk.

‘Als je Marokkaans en islamitisch bent opgevoed, dan voel je je meer Marokkaan dan Nederlander’

Een ander belangrijk hoofdstuk, waar Rijsman zeer over is te spreken, gaat over de vrouwelijke voetballer Ilham Abali. De achttienjarige middenvelder speelt voor het Nederlandse jeugdteam en ADO Den Haag. ‘In gesprekken over Marokkanen in mijn witte bubbel komt uiteindelijk altijd die ‘Ja, maar-vraag’. En vaak is dat: ‘Ja, maar hoe zit het dan met de positie van de vrouw in de islam?’, vertelt Rijsman. ‘Ik vond het belangrijk om dit onderwerp ook aan te snijden in ons boek, maar eigenlijk verdient dit onderwerp veel meer ruimte. We raken het even aan, maar diepen het niet helemaal uit.’

Ghouddani denkt dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ook Marokkaanse meisjes hun plaats in het Nederlandse voetbal veroveren. ‘Nu heb je er vijf in de eredivisie, over tien jaar zijn dat er twintig.’

Ook het Marokkaanse voetbal zou er in de toekomst anders uit kunnen zien en meer Marokkaans-Nederlandse spelers kunnen tellen. ‘Eerst stelde Marokko niets voor. Als Marokko zich niet voor het WK kwalificeert dan kies je voor Nederland, want dat is beter voor je carrière’, begint Ghouddani. ‘Maar’, vervolgt hij, ‘als de twee landen gelijkwaardig zijn, dan valt dat aspect weg en wordt het een emotionele keuze.’

Volgens Ghouddani zou in dat geval de meerderheid van de Marokkaans-Nederlandse spelers voor Marokko kiezen, zoals Hakim Ziyech (Ajax, foto boven, midden) en Oussama Idrissi (AZ, foto boven, rechts) al gedaan hebben. ‘Als je Marokkaans en islamitisch bent opgevoed, dan voel je je meer Marokkaan dan Nederlander.’

Dat is volgens Ghouddani een nieuw sentiment, iets wat hij als tiener anders ervaarde. ‘Ik was vroeger gewoon een kind dat voetbalde en knikkerde. Maar sinds eind jaren negentig, en zeker na 9/11, is het hokjesdenken versterkt en kijken Nederlanders anders naar moslims. Als iemand met Marokkaanse wortels grijp je daardoor sneller naar je Marokkaanse identiteit.’

Voor hun eigen toekomst hebben de twee jeugdvrienden nog geen concrete plannen. Wel heeft Rijsman een lange lijst aan ideeën voor een tweede boek: ‘We zouden drie vrouwelijke spelers kunnen volgen, of met Marokkaanse spelers in het buitenland kunnen spreken, of we zouden in plaats van alleen met Marokkanen ook met Hollanders over Marokkaanse trots kunnen praten.’ Ook zou de journalist dolgraag een televisieserie maken over dit boek. Maar dat zijn plannen voor later, voorlopig hebben ze het nog te druk met interviews.

Dit artikel kwam tot stand met behulp van journalist en sportkenner Jessy de Cooker.

Britse moslims vrezen dat weer geopende moskeeën doelwit vormen

0

In Groot-Brittannië vrezen moslims dat moskeeën weer het doelwit zullen worden van moslimhaat. Inmiddels mogen daar de moskeeën weer open door een versoepeling van de lockdown.

Extreemrechtse groeperingen geven moslims de schuld van de verspreiding van het coronavirus tijdens de lockdown. Moslims zouden de verspreiding van het virus versnellen door samenkomsten in moskeeën. Verschillende islamitische parlementariërs hebben tijdens de lockdown haatmail ontvangen, vooral tijdens de ramadan en het suikerfeest.

Parlementariër Afzal Khan, voorzitter van een commissie met islamitische parlementsleden: ‘De route is eerst de gedachten, dan de woorden, dan komen de daden. We weten dat er in het verleden dingen zijn voorgevallen.’

Khan vertelde dat racistische haatberichten kreeg nadat hij kritiek had op de extreemrechtse activist Tommy Robinson. Volgens Khan gaan er inderdaad mensen naar de moskeeën. Maar zij nemen de social distancing-regels goed in acht, zegt hij. Het idee  dat moslims coronaverspreiders zouden zijn is volgens hem onjuist.

Turks oppositielid: ‘Regering verzwijgt coronadoden onder gevangenen’

0

In Turkse gevangenissen overlijden politieke gevangenen aan het coronavirus. Dat zegt de pro-Koerdische HDP-parlementariër Ömer Faruk Gergerlioglu (foto). Volgens hem houdt de regering dit geheim.

Gergerlioglu, die behalve politicus ook arts is, beweert dat sowieso twee politieke gevangenen besmet waren met het coronavirus. Ze werden uiteindelijk vrijgelaten, maar kort daarna stierven ze aan hun ziekte.

Over de op 70-jarige gestorven drugsdealer Mehmet Yeter zegt hij het volgende: ‘Ze hebben Mehmet Yeter zelfs begraven zonder zijn familie te informeren. Toen dit aan het licht kwam, kondigde het parket aan dat ze zijn familie niet konden bereiken. Zijn familie zei dat dit niet het geval was.’

Twee maanden geleden hekelde Gergerlioglu in de Kanttekening Erdogans aanpak van het coronavirus. Hij vreesde voor een ramp als de coronapandemie zou uitbreken in de gevangenis.

Rotterdam: Nida wil ruimte voor ‘weerwoord’ bij beeld Fortuyn

0

De islamitische partij Nida had het liefst gewild dat het standbeeld voor Pim Fortuyn er nooit was gekomen. Maar nu het standbeeld er toch is, moet er ruimte komen voor een ‘weerwoord’.

De Rotterdamse fractie van Nida heeft een motie ingediend voor een actualisatie van het Fortuyn-beeld aan de Korte Hoogstraat. Aanleiding was het bekladden van het standbeeld tijdens de Black Lives Matter-protesten. Iemand schreef met graffiti het woord ‘racist’ op het beeld.

In de motie vraagt Nida de gemeente om de kritiek op Fortuyns standpunten ruimte te bieden bij het standbeeld. ‘Als men zegt: wat Fortuyn zei moet je kunnen hebben, dan kan dat ook andersom.’

Morgenavond bespreekt de Rotterdamse gemeenteraad het voorstel van Nida, meldt RTV Rijnmond.

Vanwege het aanhoudende vandalisme heeft de Rotterdamse politie dinsdag een bewakingscamera bij het standbeeld van Fortuyn geplaatst.