U heeft het al gelezen: bij Denk is een loopgravenoorlog uitgebroken tussen de oprichters Tunahan Kuzu en Selcuk Oztürk. Hoe deze crisis op te lossen? ‘Leden van Denk’ hadden een idee: een manifest met de titel ‘Denk Democratisch!’
De leden zijn verbaasd over de gebeurtenissen van de afgelopen weken. Het bestuur heeft ‘naar ons inzicht laakbaar gehandeld’, lezen we. Bij Denk is er een structuur van ‘ons kent ons’ en ‘achterkamertjes op hoog niveau waar leden op de stippellijn mogen tekenen om vóór te stemmen’. Dat kan niet meer, vinden de leden.
Ongelijk kun je ze niet geven: je zou verwachten dat een politieke partij een transparante structuur heeft, maar hoe Denk georganiseerd is staat nergens. De statuten moet je bij de Kamer van Koophandel opvragen, de partijraad staat niet op de website en een overzicht van lokale fracties ontbreekt, laat staan dat helder is of er überhaupt lokale afdelingen bestaan. Eigenlijk lijkt niemand te weten wie daarin actief zijn. De interne reglementen zijn zo vaag dat een leek niet direct kan zien wat in de praktijk de invloed van leden is.
Mooi dat de leden een punt hebben, maar biedt hun manifest ook oplossingen? De leden willen een interim-bestuur aanstellen, hetgeen transparant zou moeten gebeuren en er zouden geen mensen in mogen zitten die partij zijn geweest bij het huidige conflict. Ook moeten er afdelingen komen in de gemeenten waar Denk in de gemeenteraad zit en die moeten dan weer afgevaardigd worden in de partijraad, terwijl dat nu nog niet altijd het geval is. Binnen zeven maanden wil men een nieuwe partijraad en lokale afdelingen hebben.
Die termijn is interessant: we zijn dan in november van dit jaar aangekomen, zo’n vier maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen. Hoe gaan die verlopen? De trend in de peilingen is al langer negatief en dat maakt de problemen van Denk groter: het aantal zetels lijkt naar beneden te gaan en daardoor neemt de interne concurrentie om ‘een baantje’ toe. En dat in tijden dat er al grote verdeeldheid was. Al dan niet nieuwe Denk-gezichten moeten profiel gaan opbouwen en er moet een herkenbaar programma komen. Onder normale omstandigheden is dit al een uitdaging, laat staan nu ook Nida en BIJ1 in de startblokken staan.
Mooi dat de leden een punt hebben, maar biedt hun manifest ook oplossingen?
Of dit goed gaat aflopen staat nog maar te bezien. De ontevreden leden lijken vooral hun prioriteiten niet op orde te hebben. Hun manifest gaat over allemaal terechte kwesties die niet urgent zijn. De partijraad is een informeel orgaan zonder echte macht en lokale afdelingen zijn pas echt noodzakelijk als de lokale programma’s en kandidatenlijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 moeten worden vastgesteld. Het is een raadsel waarom de belangrijkste vragen ontbreken: hoe bepaalt Denk wie in 2021 de lijsttrekker wordt, hoe de kandidatenlijst wordt vastgesteld en wie het programma schrijft?
Het antwoord op die vragen is onvoorstelbaar simpel, maar is nergens in het manifest te vinden. Wat zouden de leden moeten eisen? Alle leden moeten zich kunnen kandideren als partijbestuurder, lijsttrekker, kandidaat-Kamerlid of lid van de programmacommissie en zij moeten daar intern campagne voor kunnen voeren. Vervolgens kunnen de leden daar digitaal over stemmen. Daar is in deze corona-tijden niet eens een fysieke bijeenkomst voor nodig. Over het programma dat de programmacommissie aflevert moeten de leden eveneens kunnen stemmen en met wijzigingsvoorstellen kunnen komen.
Wat te doen met de huidige Kamerleden? De partijleden moeten alsnog een onderzoek eisen hoe er met de kwestie rond de grensoverschrijdende relatie met Kuzu is omgegaan. Het uitgangspunt moet zijn dat iedereen die niet aan dat onderzoek meewerkt sowieso niet als Kamerlid kan terugkeren. Na het onderzoek kunnen de leden zelf hun conclusies trekken of deze Kamerleden een nieuwe periode verdienen.
En de leden van het partijbestuur? Als zij niet in deze werkwijze willen meegaan, kunnen de leden hen per direct de laan uitsturen. Alleen zo blijft er een kans dat Denk 2021 haalt.
Prominente Britse islamgeleerden hebben een fatwa uitgevaardigd die het dokters, verpleegkundigen en ander medisch personeel toestaat het vasten uit te stellen. Dit meldt de Britse website 5 Pillars UK.
Eind volgende week begint de Ramadan, maar islamitische geleerden uit Blackburn, Batley, Bury, Bradford, Leeds, Londen, Birmingham, Sheffield en Leicester vinden dat er voor werknemers in ziekenhuizen een uitzondering moet worden gemaakt.
Zij zijn namelijk extra kwetsbaar, is hun argumentatie. Omdat zij elke dag tegen het coronavirus strijden en hele lange dagen maken lopen zij een groter risico om besmet te worden. Daar komt dan straks nog de vermoeidheid als gevolg van het vasten bij, zeggen de geleerden, wat hun functioneren in het ziekenhuis in de weg kan staan.
Moslimpersoneel moet in principe proberen aan het vasten mee te doen als dit kan, aldus de fatwa. ‘Maar als het voor u niet mogelijk is om te vasten vanwege de grote kans op uitdroging en ernstige dorst, samen met het risico op het maken van klinische fouten die levens kunnen beïnvloeden, kan het vasten worden uitgesteld tot een later tijdstip.’
De moslimgeleerden die de fatwa hebben ondertekend behoren tot de de Deobandi, een soennitische opwekkingsbeweging die met name de hanafistische rechtsschool volgt.
De Hoge Raad heeft Ilhan A. in hoger beroep veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en 120 uur taakstraf wegens het aanzetten tot geweld tegen Armeniërs. A. is de voorzitter van de Nederlandse Azerbeidzjaanse Turkse Culturele Vereniging.
In 2014 organiseerde de Stichting Turks Islamitische Culturele Federatie een demonstratie tegen het monument voor de Armeense Genocide in Almelo, dat in hetzelfde jaar zou worden onthuld. Vierduizend demonstranten, voornamelijk van Turkse afkomst, waren aanwezig.
De veroordeelde was een organisator en spreker, aldus de Hoge Raad. Hij riep er onder meer: ‘Karabach zal het graf van de Armeniërs worden’.
De advocaat van A. zegt dat zijn cliënt doelde op de personen die Nagarno Karabach, een regio binnen Azerbeidzjan, bezet houden. De Hoge Raad oordeelt anders, geziene verdachte ook ‘Tegen alle Armeniërs!’ scandeerde en daarmee aanzet tot geweld ‘vanwege hun ras’.
Traditioneel wordt in Almelo elke 24 april de Armeense Genocide van 1915 herdacht, waarbij ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs zijn omgekomen. Vanwege de coronacrisis gaat de genocideherdenking niet in traditionele vorm door.
Op televisie wemelt het van de corona-initiatieven die mensen ontwikkelen, van mondkapjes maken tot maaltijden koken voor de buren. Ook islamitisch Nederland zit beslist niet stil.
De Interculturele Stichting Salaam uit Rotterdam bestaat al twintig jaar. De Islamitische Voedselbank is al meer dan tien jaar één van haar projecten. De voedselhulp staat onder grote druk sinds het losbarsten van de coronacrisis. Het zijn zware tijden voor de voedselbank, vertelt Rahma Hulsman (foto) van de stichting.
‘De aanvoer is minder en de prijzen gaan omhoog. Wij hebben enorm veel last van het feit dat de markten niet doorgaan. Groente en fruit krijgen wij via markthandelaren, ter waarde van minimaal 500 euro per week. Er is nu nog geen toename van aanvragen, maar als de huidige situatie aanhoudt verwachten we dit wel. Een groenteboer die ons helpt kan dat nog even blijven doen. Maar als de corona-situatie te lang duurt, dan wordt hij mogelijk klant bij ons.’
Het vullen en afhalen van de kratten van de Islamitische Voedselbank verloopt altijd goed, alleen vraagt het corona-tijdperk om andere maatregelen.
Hulsman: ‘We gebruiken geen kratten meer, maar papieren zakken. De afhaaltijden zijn ook veranderd. We hebben een uur voor grote gezinnen, een uur voor kleine gezinnen én een uur voor alleenstaanden. Zo verdelen we de vierhonderd mensen die naar onze verdeelpunten komen om hun pakket af te halen over drie uur, in plaats van één uur. Onze klanten arriveren en we wijzen van een afstand aan wat hun pakket is. Dat wordt opgepakt, waarna ze vertrekken. Uiteraard allemaal met anderhalve meter afstand.’
De Islamitische Voedselbank krijgt in deze periode ook vraag naar artikelen die normaal niet worden geleverd, zoals babymelk en luiers. ‘Veel ouders hebben luiers gehamsterd. Dat is heel begrijpelijk, maar ouders uit onze doelgroep hebben geen geld om te hamsteren en weten zich nu geen raad. Een moeder vertelde mij dat ze haar kind iets minder te drinken geeft, omdat dit een natte luier scheelt. Dat kán toch niet?’
Onder de clientèle van deze Islamitische Voedselbank bevinden zich twaalf gezinnen met een baby. Aan hun pakket worden babymelk en luiers toegevoegd. ‘Alleen weet ik niet hoe lang we dit kunnen volhouden.’
‘Wij hebben enorm veel last van het feit dat de markten niet doorgaan’
In het centrum van Rotterdam lopen nu vrijwel geen islamitische ouderen meer op straat. Hulsman weet waarom. ‘Op sociale media zijn er veel campagnes die je aansporen om op je ouders te letten. Zorg ervoor dat ze niet naar buiten gaan, ga boodschappen voor ze doen. Veel allochtone ouderen zijn bang, banger dan de gemiddelde nuchtere Nederlander.’
Volgens Hulsman komt dit ook door contacten met het thuisland. ‘Neem bijvoorbeeld Marokko, waar nu een lockdown is. Of Algerije. De ouderen krijgen dit nieuws mee, via de schoteltelevisie en gesprekken met hun familie daar. Daardoor zien veel allochtone oudere de ernst van de situatie meer in. We moeten allemaal ons gedrag aanpassen. Maar blijf in oplossingen denken, zoals videobellen.’
Een ander probleem is eenzaamheid onder ouderen. Ben Lachhab is coördinator Haaglanden bij Resto Van Harte, een project dat eenzame mensen, vooral ouderen, bij elkaar brengt door middel van het organiseren van betaalbare gezamenlijke maaltijden. Dit project ligt sinds 13 maart uiteraard stil. Toch is Lachhab nu drukker dan ooit: hij is initiatiefnemer van De Participatiekeuken, waarmee hij geld en hulptroepen inzamelt om 100.000 diepvriesmaaltijden te koken. Op die manier kunnen eenzame en kwetsbare ouderen die nu geïsoleerd leven 15 weken lang elke dag een maaltijd hebben.
‘Denk dan aan mensen voor wie niemand kan koken of voor wie de thuiszorg kookte, wat nu niet gebeurt. Ik vind het triest om te zien hoe ouderen met hun rollator naar een afhaalsnackbar gaan om iets te eten te hebben. Eigenlijk belachelijk dat we dit laten gebeuren. We moeten ouderen laten zien dat ze waardige leden van de samenleving zijn. We kunnen immers veel van hen leren.’
Om al deze maaltijden te kunnen realiseren wordt geld ingezameld via de website. Er is al een mooi bedrag opgehaald – maar nog niet genoeg, zegt Lachhab.
‘Mensen zitten op je te wachten’
Gemeenteraadslid Linda Oerlemans van de partij Ons Tilburg vroeg zich af wat ze voor haar medemens kon doen. De gemeenteraadsverkiezingen zijn pas in 2022, dus heeft ze tijd genoeg. Linda had voor een ziek gemeenteraadslid een lekker soepje gemaakt, had nog wat over en vroeg zich af of er meer mensen waren die hier behoefte aan hadden. Een oproepje leverde razendsnel 25 aanmeldingen op.
‘Ik heb meteen gebeld met een Bosnische vriendin, die haar eetcafé beschikbaar stelt als plek om te kunnen koken. Zo ontstond Ons Soepje. Inmiddels werken we samen met onder andere welzijnsorganisatie Contour de Twern, jongerenorganisatie Serve the City én met vrijwilligers uit diverse gemeenschappen. Er is een multicultureel gezelschap ontstaan. Dagelijks maken we voor 250 mensen een maaltijd, inclusief soep en die wordt aan huis bezorgd.’
De mensen die worden geholpen zijn vooral ouderen, vaak zij ze ook alleenstaand. Hun gegevens zijn binnengestroomd dankzij vrijwilligers uit diverse bevolkingsgroepen, zoals een welzijnswerker van Marokkaanse afkomst. De drijvende kracht achter Ons Soepje is een multicultureel gezelschap, wat Oerlemans geweldig vindt. ‘We hebben maar één doel: mensen helpen!’
Eén van de vrijwilligers is Dursun Can, een bekende Tilburger die veel vrijwilligerswerk doet. ‘Toen corona in de media kwam vroeg ik mij meteen af wat ik zou kunnen doen, maar ik wist niet wat en hoe’, vertelt hij. ‘Totdat ik een berichtje kreeg van een Nederlandse mevrouw, die mij over Ons Soepje vertelde. Dát was het voor mij. Ik heb verschillende bedrijven benaderd voor donaties, zoals vlees, groenten en aardappelen. Daarnaast bezorg ik bijna elke dag maaltijden in mijn buurt.’
Vandaag voor de tweede keer meegeholpen met bezorgen van avondmaatijd aan 10 adressen. Het is prachtig om te doen. Mensen worden blij en dat doet mij goed. Mijn oproep aan iedereen om een bijdrage te leveren aan dit soort mooie initiatieven.#verbinding#saamhorigheidpic.twitter.com/3OFYOanJn5
Can maakt iedere keer mooie dingen mee, legt hij uit. ‘Mensen zitten op je te wachten. Soms willen ze even een praatje maken. Zo vertelde een mevrouw mij dat ze erg ongerust was over haar zoon, die in het ziekenhuis was opgenomen. Iets voor een ander doen is belangrijker dan ooit.’
Met zijn inzet wil Can laten zien hoe je je als moslim moet gedragen ten opzichte van de samenleving. ‘Daar ga ik voor. Al jaren hoor ik heel veel negatieve geluiden over moslims. Hier ben ik het niet mee eens en daarom laat ik zien dat het anders kan.’
Hangjongeren en laptops
SPIOR, de Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond, heeft een project opgezet voor jongeren. ‘Onze vrijwilligers gaan de straat op om hangjongeren aan te spreken, want die staan vaak veel te dicht bij elkaar, in te grote groepen’, vertelt Mohamed Bouimj, directeur van SPIOR. Deze jongeren zijn zich vaak niet bewust van de gevaren van corona. ‘Onze vrijwilligers spreken hen aan en vragen om minimaal anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Anders kunnen ze zelf ziek worden of een ander ziek maken. Probeer samen te zijn én je aan de spelregels te houden.’
Dat jongeren buiten zijn, is niet zo vreemd. Zeker als er sprake is van kleine woningen is het lastig voor ouders om opgroeiende jongens binnen te houden. ‘Voor veel jongens heeft dicht naast elkaar gaan staan ook te maken met stoer doen. Ze onderschatten de gevaren, totdat iemand in hun omgeving ziek wordt. Dan krijgt corona een gezicht en wordt alles anders.’
SPIOR is bezig met het opzetten van een tweede project: het verstrekken van laptops aan gezinnen die hier niet over beschikken. Daardoor kunnen veel kinderen geen lessen volgen, nu de scholen gesloten zijn.
‘Het is de bedoeling dat bij de laptop ook een vrijwilliger hoort die de kinderen kan begeleiden. Vooral als de ouders niet geschoold zijn of geen Nederlands spreken willen we extra hulp bieden. Uiteraard op een respectvolle manier naar de ouders toe.’
‘Verplicht thuis zitten is géén excuus om niets voor je medemens te doen’
Er zijn nog veel meer islamitische initiatieven om kwetsbare mensen te helpen in deze moeilijke tijden. Een mooi voorbeeld is Corona Care, dat is gestart door de Ar-Rahman Moskee in Hoofddorp. Vrijwilligers helpen mensen met boodschappen of begeleiden hen als ze op pad moeten. Inmiddels hebben meer moskeeën zich bij Corona Care aangesloten, ook gebedshuizen uit grote steden als Rotterdam en Amsterdam. De Blauwe Moskee in de hoofdstad staat bijvoorbeeld ook klaar om deze hulp te bieden.
Omdat er nu zo veel mooie initiatieven zijn opgestart is het onmogelijk is om deze allemaal te noemen. Helaas zijn er ook vrijwilligers die nu onvrijwillig thuiszitten, omdat ze tot de risicogroep behoren. ‘Maar verplicht thuis zitten is géén excuus om niets voor je medemens te doen. Ook telefonisch kun je iets voor een ander betekenen,’ zegt een van hen.
Een nieuwe fatwa stelt dat Franse moslims ook op niet-islamitische begraafplaatsen mogen worden begraven.
Moslimbegraafplaatsen kennen eeuwige grafrust, wat een voorwaarde is in de islam. Omdat algemene begraafplaatsen deze eeuwige grafrust niet kennen, dreigt er sinds de coronacrisis in Frankrijk een tekort aan islamitische begraafplaatsen. Het repatriëren van lichamen naar landen als Marokko en Algerije is door reisverboden namelijk niet mogelijk.
De Franse president Emmanuel Macron gaf vorige week nog de garantie dat overleden moslims alsnog eeuwige grafrust krijgen, maar de moskeeraad in het Franse departement Rhône lijkt daar niet zoveel vertrouwen in te hebben. De raad heeft nu een fatwa uitgevaardigd die het tijdelijk toestaat voor moslims om begraven te worden op een algemene begraafplaats.
Als de coronacrisis voorbij is en er geen reisverboden meer zijn, zou het weer mogelijk moeten zijn dat overleden moslims weer op een islamitische begraafplaats kunnen worden ondergebracht. Het is in dat geval niet meer de bedoeling dat moslims op algemene begraafplaatsen terechtkomen, aldus de fatwa.
Ook in Nederland speelt een dreigend tekort aan islamitische begraafplaatsen. Vorige week luidde de Raad voor Marrokaanse Moskeeen Noord-Holland hierom de noodklok. ‘Vanwege de coronapandemie is de nood nu erg hoog’, zei Stichting Almeerse Moslims Ar-Raza eerder op de Kanttekening.
Nida Rotterdam stelde vorige maand daarom voor om islamitische overledenen tijdelijk te begraven op gemeentelijke begraafplaatsen. Dan kunnen ze later worden herbegraven in een graf met eeuwige grafrust of in Turkije of Marokko, op kosten van de gemeente.
Wat betreft de moskeeraad in het Franse Rhône hangt het er per casus maar net vanaf of overledenen moslims na de coronacrisis uit hun algemene graf moeten worden opgegraven, om daarna alsnog te worden overgebracht naar een islamitische begraafplaats.‘Als de nabestaanden de middelen niet hebben, kunnen ze het lichaam ook op zijn plaats laten.’
De Franse Raad van het Islamitische Geloof en meerdere andere moslimorganisaties in Frankrijk hebben de nieuwe fatwa verwelkomd, waardoor de fatwa in principe voor heel Frankrijk geldt.
In Suriname heerst een avondklok: na acht uur mogen mensen zich niet op straat begeven. Een man die dat toch deed kreeg klappen met een stok,meldt de Surinaamse site Waterkant.
Eigenlijk moeten overtreders direct worden meegevoerd naar een politiepost, waarna ze pas om zes uur ’s ochtend weer op vrije voeten worden gesteld. Maar in een filmpje is te zien hoe de man in kwestie eerst stokslagen krijgt toegediend.
Iemand die zich onlangs ook niet aan de regels hield was president Desi Bouterse. Een filmpje van Bouterse op een partijbijeenkomst ging dit weekend viral in Suriname. Op de beelden is te zien dat Bouterse zich niet hield aan het samenscholingsverbod en social distancing.
De president kreeg daarop geen lijfstraf, maar bood in een filmpje zijn verontschuldigingen aan. ‘Het was zeker geen goed voorbeeld hoe de zaak is overgekomen, maar gelooft u mij: het was niet willens en wetens mensen optrommelen.’
Twee weken geleden gingen aanhangers van Bouterses NDP-partij ook al massaal in de fout. Tijdens een ledenvergadering in Paramaribo negeerden de leden het samenscholingsverbod en hielden ze geen afstand.
Vorige week nam het Surinaamse parlement een noodwet aan die de regering van Bouterse in staat zou moeten stellen om de coronacrisis effectiever te bestrijden. Zo kan de overheid vrijuit woningen binnentreden en worden het recht van vrije meningsuiting, vereniging en betoging ingeperkt, aldus de Suriname Herald.
Op de noodwet klinkt ook kritiek. De noodwet geeft president Desi Bouterse en zijn regering ongecontroleerde macht en perkt de fundamentele burgerrechten in, vinden oppositiepartijen.
Volgens de officiële cijfers kent Suriname nu tien personen die besmet zijn geraakt met het coronavirus, waarvan één persoon is overleden.
Het Turkse parlement heeft besloten om vanwege de coronacrisis ongeveer 90.000 gevangenen vrij te laten. Voor politieke gevangenen geldt deze amnestieregeling niet.
Dit betekent dat veel vermeende Gülen-sympathisanten, PKK-aanhangers, journalisten en Koerdische burgemeesters in de gevangenis moeten blijven zitten. Hetzelfde geldt voor prominenten als voormalig HDP-voorzitter Selahattin Demirtas, filantroop Osman Kavala en schrijver Ahmet Altan.
Europarlementariër Kati Piri (PvdA) hekelt deze uitspraak van het Turkse parlement. De Turkse regeringspartijen AKP en MHP blijven door deze beslissing hun ‘donkere politiek’ voorzetten, twittert ze.
AKP/MHP alliance continuous dark politics among a global health crisis. They just voted for the release of criminals, while all opposition politicians, writers, mayors and activists remain in jail.
Een corona-uitbraak kan voor massale sterfte zorgen in de gevangenissen, waarschuwde de Turkse oppositiepoliticus Ömer Faruk Gergerlioglu (HDP) vorige week in de Kanttekening.
‘De omstandigheden in Turkse gevangenissen zijn al verschrikkelijk, maar het moment kan bijna niet slechter gekozen zijn.’
Politiek commentator Yavuz Aydin schetst een eventuele uitbraak in de gevangenissen zelfs als een verkapt vonnis: het coronavirus kan in feite gelijkstaan aan ‘de doodstraf’.
Volgens de Turkse minister van Justitie zijn inmiddels drie gevangenen overleden aan het coronavirus en zijn veertien anderen besmet met het virus. De werkelijke cijfers kunnen hoger liggen.
Ben je met een Turkse migratieachtergrond vatbaarder voor het coronavirus? Als we het oor te luisteren leggen bij de Vlaamse minister Zuhal Demir van de conservatief-nationalistische N-VA, dan zou je denken van wel.
Drie weken terug gooide de Vlaamse minister van Omgeving, Justitie, Toerisme en Energie de knuppel in het multiculturele hoenderhok. Naar aanleiding van berichten dat meer dan de helft van de coronapatiënten in het ziekenhuis van Genk een Turkse etnische achtergrond zou hebben, meldde de N-VA-politica dat de Turks-Vlaamse gemeenschap extra hard werd getroffen door de pandemie.
De Vlaamse minister Zuhal Demir (Foto: YouTube)
Volgens Demir (foto) was dat niet onlogisch. ‘Het sociale leven is er een stuk hechter. Mensen komen voortdurend bij mekaar over de vloer. Onaangekondigde huisbezoeken zijn de normaalste zaak ter wereld.’ Ze stelde dat je geen expert hoeft te zijn ‘om te vrezen dat de Turkse gemeenschap vatbaarder is voor een zeer besmettelijk virus.’
Op sociale media zorgden de woorden van Demir voor onrust. Er volgden berichten over drukbezochte Turkse verlovingsfeesten, eetfestijnen thuis en fikse boetes die de politie heeft moeten uitdelen. Ondertussen werden meerdere influencers met een migratieachtergrond ingezet om de oproep thuis te blijven – in de moedertaal – kracht bij te zetten.
De discussie bij onze zuiderburen werpt de vraag op: wat is de stand van zaken onder Turkse Nederlanders en corona? Worden de richtlijnen vanuit het kabinet en het RIVM wel voldoende opgevolgd? En is de communicatie vanuit overheden naar minderheden wel goed geregeld? De Kanttekening zocht het uit.
Heeft Demir gelijk?
Maar eerst terug naar België. Want kloppen de gewraakte uitspraken van de N-VA politicus Zuhal Demir wel? Op 21 maart kwam het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) met een officiële mededeling naar buiten op Facebook. Onder de opgenomen patiënten waren weliswaar verschillende mensen van Turkse afkomst, maar het ziekenhuis zei hierover:
‘Het coronavirus maakt geen onderscheid, het treft brede lagen van de bevolking. Dat daar in het zorggebied van het ZOL, ook mensen bij zijn met Turkse roots, is niet abnormaal en is zeker geen reden tot extra paniek.’ Verder adviseerde het ziekenhuis iedereen om zich aan de richtlijnen te houden.
Het ziekenhuis bevestigt in deze verklaring dus niet dat meer dan de helft van de patiënten van Turkse komaf zou zijn, maar ontkent het ook niet. Tegen de Kanttekening laat een woordvoerder van het ZOL daar echter geen onduidelijkheid over bestaan:
‘Nee, in de samenstelling van het aantal coronapatiënten is nooit sprake geweest van een meerderheid van mensen met een Turkse achtergrond. Het klopt niet.’
Yilmaz Kurtal, Wethouder Werk en Financiën van de partij Pro Genk, beaamt dat: ‘De Turkse gemeenschap is weer voor de leeuwen gegooid met al die onbevestigde berichten. Als ik naar de officiële communicatie vanuit het ziekenhuis kijk, dan zie ik dat daar geen reden voor is.’
Kurtal benadrukt overigens dat het niet raar is als er veel Turkse patiënten zijn opgenomen. ‘Dat is nou eenmaal onvermijdelijk in een omgeving waar veel mensen met een Turkse achtergrond wonen. Onder deze mensen bevinden zich ook veel longpatiënten, vanwege een werkverleden in de Genkse mijnen.’
Deze verklaring wordt ook onderschreven door de voorzitter van de Brusselse afdeling van de partij Groen, Deniz Agbaba. Demir zet op deze manier het coronavirus in tegen migrantengroepen, zegt ze: ‘Jammer genoeg komen rechtse politici met schreeuwerige posts over Turken die de regels aan hun laars lappen, omdat ze hun lot in de handen van God leggen.’
Mocht er een hoog aantal Turkse corona-patiënten in Genk zijn, dan heeft dat volgens Agbaba eerder met andere factoren te maken: ‘De lockdown kwam traag op gang, waardoor het weekend daarvoor nog vele trouwfeesten en andere events waren. Daarnaast kunnen symptomen opduiken tot wel twee weken na besmetting.’ Agbaba vindt het optreden van Demir schandalig. De N-VA-minister schoffeert de Turkse gemeenschap, zegt ze, door Turks-Vlaamse besmettingen te koppelen aan een vermeend gebrek aan integratie.
Geen alarmerende signalen
Tot zover de broeierige discussie in België. Ook in Nederland verschenen berichten dat sommige Turkse en Marokkaanse Nederlanders de corona-maatregelen aan hun laars lappen.
Zo zijn in Arnhem Turks-Nederlandse vrouwen op de bon geslingerd omdat ze bij elkaar waren gekomen voor het zeer arbeidsintensieve gerecht manti. Voor deze met gehakt gevulde kleine deegballetjes gingen ze beurtelings om de maand bij elkaar langs. Gezellig, maar in deze tijd niet bepaald verantwoord. Hetzelfde geldt voor de bezoekers van een Haags café aan de Loosduisekade, die ondanks het horecaverbod er hun drankjes nuttigden en waterpijp rookten.
De vraag is: hoe representatief zijn deze incidenten? Komen er bij Nederlandse instanties alarmerende signalen binnen van een verhoogd infectierisico bij deze groepen? Houden Turkse en andere nieuwe Nederlanders zich minder trouw aan de RIVM-regels dan autochtone Nederlanders?
‘Het coronavirus maakt geen onderscheid, het treft brede lagen van de bevolking’
Een belronde bij grootstedelijke ziekenhuizen zoals het AMC, het Erasmus MC en het Haga Ziekenhuis in Den Haag maakt ons niet echt wijzer. Het bijhouden van de etnische achtergrond van patiënten is namelijk bij wet verboden. Alleen de woordvoerder van het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam-Oost wil kwijt dat ze weinig opmerkelijks heeft gezien. ‘Zo uit de losse pols zijn de patiënten een afspiegeling van de Amsterdamse demografie. En dat zal vast overal zo wezen.’
Bij het RIVM en de landelijke GGD is het verhaal niet anders: ze zeggen geen gegevens te verstrekken over de demografische samenstelling van de patiënten, maar dat er geen alarmerende signalen over specifieke migrantengroepen zijn.
Cultuurspecifieke voorlichting
Op de vraag of mensen met een migratieachtergrond wel goed worden voorgelicht over het coronagevaar reageren frontdeskmedewerkers enigszins ongemakkelijk. ‘Huh – wat – hoezo dat nou weer? Het coronavirus heeft toch niks met doelgroepenbeleid te maken?’, antwoordt een medewerker vertwijfeld. Een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid moet even overleggen met collega’s om deze vraag te kunnen beantwoorden. Een paar dagen later krijgen we een afgemeten antwoord terug. Het RIVM:
‘Wij proberen de informatie zo eenvoudig mogelijk te geven en aan te vullen met video’s. Specifieke informatie voor minderheden hebben we niet, dat gaat vanuit de Rijksoverheid. Stichting Pharos (een stichting die zich inzet voor het terugdringen van gezondheidsverschillen, red.) zet de belangrijkste adviezen en maatregelen van de overheid om naar begrijpelijke beeldtaal. Zij testen de informatie samen met taalambassadeurs van Stichting ABC. Ook vertalen ze de informatie in Engels, Turks, Arabisch en Tigrinya (een taal in Ethiopië en Eritrea, red.). Ze actualiseren en testen alle informatie voortdurend.’
De GGD komt met een minder uitgebreid antwoord: ‘Indien nodig kan een (telefonische) tolk worden ingeschakeld. Verder zijn er middelen ontwikkeld voor mensen met een migratieachtergrond door onder andere de Rijksoverheid en Pharos.’
Een bezoek aan de website van de Rijksoverheid laat zien dat er inderdaad keurige posters in de moedertalen van de verschillende groepen nieuwe Nederlanders zijn te vinden. Maar hoe zit het met contact met migrantenorganisaties? Worden de kwetsbaarste mensen binnen die doelgroepen daadwerkelijk bereikt? Is er terugkoppeling?
De respons vanuit de officiële instanties is kortaf of blijft uit. Is dit een stukje Hollandse nuchterheid, omdat er gewoon niks aan de hand is? Of speelt er meer, namelijk verwaarlozing van groepen mensen die toch al constant in het verdomhoekje zitten?
In dagblad Trouw verschijnt ondertussen een interview met Rob Jetten, waarin de D66-leider zegt dat de communicatie beter kan, ‘desnoods in het Turks, Arabisch of Pools’. Hij benoemt ook gelijk de gevoeligheid in Nederland over voorlichting in de moedertaal.
Fatos Ipek samen met haar vader, voor het corona-tijdperk (Foto: Fatos Ipek)
Fatos Ipek-Demir (foto), adviseur in het sociale domein, maakt zich hierover grote zorgen. Haar vader met dementie verblijft in een Haags verpleeghuis. Sinds het uitbreken van het coronavirus geldt er een algemeen bezoekverbod. Dat is voor iedereen moeilijk. Maar voor ouderen met een migratieachtergrond is dit extra zuur: zij spreken vaak alleen maar Turks of Arabisch en worden verzorgd door mensen die hun cultuur niet kennen. Dit is volgens Ipek-Demir een ‘systematische handicap’ in Nederland:
‘De Haagse markt is niet voor niets een paar dagen gesloten geweest. Alle uitersten komen ook in de Turkse gemeenschap voor. Zo vertelde een kennis dat ze toch naar een verlovingsfeest is geweest. Maar er zijn ook mensen die heel voorzichtig zijn. Migrantengroepen worden helaas onvoldoende bereikt. Ze worden aan hun lot overgelaten. En dan moet het komen via eigen initiatieven, die dat never nooit alleen aankunnen.’
Culturalistische verklaringen
Antropoloog en islamdeskundige Martijn de Koning (Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit van Amsterdam) zegt dat het voor bijna alle gemeenschappen, inclusief de autochtone, aan het begin een beetje zoeken was. Hij ziet in zijn eigen netwerken met minderheden niet dat voorlichting een groot probleem is.
‘Mensen krijgen veel binnen via de Turkse tv. Moskeeorganisaties waren er ook vroeg bij met het aflasten van het vrijdagsgebed. Dat was al voordat het kabinet dat beperkte tot maximaal dertig mensen.’
‘We hebben nu nood aan meer solidariteit en empathie met elkaar’
De Koning heeft kritiek op ‘al te culturalistische verklaringen’ waarbij sociale omgangsvormen worden geproblematiseerd. ‘We hebben gezien dat veel mensen zich daaraan hebben bezondigd. Dat was niet iets typisch Turks. Ook onder Turkse Nederlanders en Belgen is er veel voorzichtigheid en fysieke afstand. Het culturaliseren van de coronaproblematiek zorgt ervoor dat mensen ‘de Turk’ als dader, als gevaar, als superverspreider, neerzetten. Dat is iets wat niet op die manier gebeurt bij witte Nederlanders.’
Het lijkt er sterk op dat Zuhal Demir met haar ongezouten woorden op die dynamiek heeft ingespeeld. De Belgische IT-consultant en blogger Said Bataray zegt daar in het opiniestuk ‘Covid-19 en de Turkse gemeenschap’ het volgende over: ‘We hebben nu nood aan meer solidariteit en empathie met elkaar. Geen integratielessen.’
Kort na het begin van de lockdown zou ik op een internationaal symposium in Brussel een inleiding houden over mijn nieuwste boek, dat gaat over mensenrechten in de Europese Unie. Enkele weken tevoren, toen het coronavirus Europa steeds dichter naderde, mailde mijn Belgische gastheer – een internationaal vermaard jurist – mij dat hij al diverse afzeggingen had ontvangen en of ik nog dacht te komen. Ik antwoordde ietwat spottend dat hij op mij kon rekenen zolang de grens open zou blijven. Daarop reageerde hij: ‘Als de Belgisch-Nederlandse grens dicht gaat, weten we dat we het einde der tijden hebben bereikt.’
Twee weken later was die grens dicht, versperd met hekken en betonblokken. Het symposium is uitgesteld tot beter tijden. Ernstiger echter – natuurlijk afgezien van de vele slachtoffers van het virus – is de vanzelfsprekendheid waarmee vrijwel alle Europese landen inmiddels hun grenzen bijna volledig hebben gesloten. ‘Eigen volk eerst’, zo lijken ze allemaal te denken. Daarmee is aan zeventig jaar steeds nauwere Europese samenwerking en aan vijfentwintig jaar ‘Schengen’ een flinke knauw toegebracht.
Die nationale reflex is opmerkelijk: opeens zijn landen met elkaar in gevecht, weliswaar niet in een klassieke oorlog, maar wel om schaarse mondkapjes en medicijnen. Zij doen allemaal hun uiterste best om hun eigen burgers terug te halen uit verre landen, maar tegelijkertijd verbieden ze de toegang aan burgers van andere landen. Iemand die de laatste twee maanden heeft gemist, zou denken dat Wilders en zijn geestverwanten intussen aan de macht zijn gekomen. Gelukkig is dat niet zo, al maken autocratische leiders in onder meer Hongarije en Polen wel misbruik van de situatie door snel noodwetgeving door te drukken die hun nog meer bevoegdheden geeft.
Zijn we hiermee gestuit op de grenzen van de internationale samenwerking?
Natuurlijk is te begrijpen dat landen alles doen om hun inwoners tegen het virus te beschermen. En omdat gezondheidszorg, ook in de EU, nog altijd een nationale verantwoordelijkheid is, is ook te begrijpen dat landen in hun aanpak verschillen en zich tegenover elkaar afschermen. De gevolgen van de huidige crisis reiken echter veel verder dan de gezondheidszorg: zij raken het dagelijks leven van alle burgers, en voor velen ook hun bron van inkomen en daarmee hun bestaanszekerheid. Zo zijn we in een economische, ja zelfs bijna een existentiële crisis beland, en die trekt zich niets aan van nationale staten, zeker niet in onze steeds kleiner geworden wereld.
Zijn we hiermee gestuit op de grenzen van de internationale samenwerking die de afgelopen decennia zo’n hoge vlucht heeft genomen? De botte toon waarop minister Hoekstra weigerde de zwaar getroffen EU-partners Italië en Spanje humanitaire noodhulp te verlenen lijkt een teken aan de wand. De huidige crisis maakt tegelijkertijd overduidelijk hoezeer landen steeds afhankelijker van elkaar zijn geworden.
Productie is verplaatst naar lagelonenlanden ver weg, maar wat heb je daaraan als de handel bijna stilligt? Welk buitenland wil nog Nederlandse snijbloemen kopen als er geen vluchten meer zijn om ze te vervoeren? De asperges staan op de velden te verkommeren nu alle Polen plotseling naar huis zijn teruggekeerd. En, veel ernstiger: vitale grondstoffen voor bepaalde medicijnen worden alleen nog in China en India gemaakt, omdat dat daar zo goedkoop is.
Het laat zich niet aanzien dat we nu het einde der tijden hebben bereikt, zoals mijn Belgische collega vreesde, maar de crisis zal ons zeker aanzetten tot een herbezinning op de mondialisering en vooral op het terugdringen van de uitwassen daarvan. Paradoxaal genoeg kan dat alleen maar door betere internationale samenwerking en juist niet door zelfisolatie.
De overblijfselen van een PKK-strijder zijn door de Turkse autoriteiten naar zijn moeder gestuurd. Via de post. In een doos.
De overblijfselen zijn van Agit Ipek, een jonge PKK-strijder die in 2017 omkwam in een vuurgevecht met Turkse veiligheidstroepen in de zuidoostelijke provincie Tunceli. De familie heeft de afgelopen jaren diverse keren de autoriteiten gevraagd het lichaam van hun zoon terug te geven, maar nu pas zijn de autoriteiten akkoord gegaan.
De botten van Ipek werden in een postpakket gestopt, dat door de Turkse Post (PTT) bij de ouders van Ipek in Diyarbakir bezorgd is. Dit meldt Mezopotamya News Agency.
De familie heeft de overblijfselen begraven in de provincie Mardin, in het zuidoosten van Turkije.
De foto van Halise Aksoy, die de doos met daarin de overblijfselen van haar vasthoudt, heeft in Koerdische kringen voor woede en frustratie gezorgd. De Turkse vereniging van advocaten (ÖHD) protesteerde in een persverklaring:
‘Het respect voor de doden is een principe waar sinds de dageraad van de mensheid geen discussie over mogelijk is. Elke autoriteit is verantwoordelijk voor het naleven van dit principe, dat de erfenis van de mensheid is.’ Volgens de ÖHD wil de Turkse staat via de moeder van Ipek het Koerdische volk in het hart treffen.
De PKK staat in Turkije, maar ook nog steeds in de EU en de Verenigde Staten op de terreurlijst.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.