Gezamenlijk onderzoek door de universiteiten van Amsterdam en Utrecht bevestigt dit.
In het onderzoek, uitgevoerd via nep-sollicitaties van jongeren tussen de 23 en 25 jaar, blijkt dat afkomst bepaalt hoeveel sollicitatiebrieven je stuurt voordat je een positieve reactie krijgt.
Gemiddeld moet iemand van autochtone afkomst 2,2 brieven schrijven voor een uitnodiging, iemand met een Turkse achtergrond 3,2 en iemand van Marokkaanse komaf 3,3. Bij jongeren met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, waar de marges binnen de groepen groot is, werden respectievelijk 2,8 tot 3,9 en 3,7 tot 6,9.
De onderzoekers spreken van discriminatie en zien ‘dat mensen met een niet-westerse achtergrond 40 procent minder vaak gecontacteerd worden dan anderen’.
Het onderzoek is gehouden in goede economische tijden, waarin werknemers minder moeite hoeven te doen om een baan te vinden. Mocht hetzelfde onderzoek worden gehouden in slechtere tijden, dan zullen de verschillen nog groter worden, aldus de onderzoekers.
Mohammed VI, de koning van Marokko, heeft een fortuin van 5 miljard euro, zo schrijft de Spaanse krant El Espanol. De koning leidt een zeer luxueus leven, terwijl zijn onderdanen met veel moeite de eindjes bij elkaar proberen te knopen.
Volgens het zakentijdschrift Forbes is koning Mohammed VI de rijkste man van Marokko, de op vier na rijkste man van Afrika en staat hij in de top 10 rijkste monarchen van de wereld. De koning heeft zijn enorme fortuin deels geërfd van zijn vader Hassan II, maar tijdens Mohammeds koningschap is het kapitaal vermeerderd.
De Société Nationale d’Investissement, de koninklijke holding, is aanwezig in alle sectoren van de Marokkaanse economie en levert de koning miljarden op. Tegenwoordig bezit de holding aandelen in meer dan dertig bedrijven, waaronder sommige multinationals. Daarnaast ontvangt de koning inkomen uit zijn landerijen en uit onroerend goed. Bovendien krijgen de koning en zijn familie bovendien jaarlijks 250 miljoen euro van de Marokkaanse belastingbetaler.
De koning maakt ook heel veel kosten. Hij heeft twaalf paleizen, waar in totaal elfhonderd dienaren werken. Om dit te kunnen betalen, is de koning elke dag een miljoen euro kwijt. Tevens houdt Mohammed van luxe. Zo heeft hij zo’n 600 auto’s en een miljoen horloges, een prachtig kasteel in Frankrijk, een luxueus zeiljacht en twee privévliegtuigen.
Het Marokkaanse bbp per hoofd van de bevolking is 4.400 dollar. Daarmee staat Marokko op de 86e plaats, tussen Iran (85) en Jamaica (87) in. Ter vergelijking: het Nederlandse bbp per hoofd ligt op 48.222 dollar.
Dehumaniseren kun je leren. Aan die stelling moest ik denken toen ik drie weken geleden een aangrijpende foto zag die door de ziel sneed: vader Óscar Alberto Martínez Ramírez (26), samen met zijn bijna tweejarige dochter Valeria. Ze zijn dood. Verdronken in de Rio Grande tijdens een vergeefse poging om de Verenigde Staten binnen te komen. Vader en dochter waren El Salvador ontvlucht, waar geweld, armoede en de corruptie welig tieren. De zwempoging mislukte echter, waarna hun ademloze lichamen op de oever van de Rio Grande aanspoelden. Het leverde dat iconische beeld op: een vader die zijn dochter door zijn T-shirt draagt, zwemmend naar de Amerikaanse Droom. Tevergeefs.
Iedere politieke ramp heeft een eigen iconisch beeld. Denk bijvoorbeeld aan de foto van Mỹ Lai, met dat naakte Vietnamese meisje dat slachtoffer is van een Amerikaans napalmbombardement. Deze foto werd een aanklacht tegen de Vietnamoorlog. Volgens de commentatoren stond de foto van Ramírez en zijn dochter symbool voor het restrictieve migratiebeleid van Donald Trump, waarbij migranten steeds gevaarlijkere routes moeten nemen om the land of the free and the home of the brave te bereiken.
Zo worden onder Trumps zero tolerance-beleid, zoals bekend, duizenden kinderen van hun ouders gescheiden en in detentiecentra geplaatst. Daar leven ze onder erbarmelijke omstandigheden. Inmiddels zijn er tientallen doden gevallen, daarnaast raken sommige kinderen hun ouders kwijt. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat er met walging en verontwaardiging wordt gereageerd op Trumps restrictieve migratiebeleid.
Ook in de rest van de wereld riep de iconische foto ontsteltenis op. Ook in Europa, ook in Nederland. Niettemin, het is makkelijker om de splinter in het oog van de ander te zien, terwijl je je niet bewust bent van de balk in je eigen oog. Want niet zo ver van huis worden migranten net zo onmenselijk behandeld, als het gevolg van het strenge Europese migratiebeleid. En wij kijken toe.
We moeten populistische proefballonnen doorprikken en weer menselijk durven te zijn
Het was het zoveelste drama aan de Europese zuidgrens. De 31-jarige kapitein Carola Rackete besloot drie weken geleden om het reddingsschip Sea Watch 3 in de haven van Lampedusa te laten afmeren, ondanks het expliciete verbod van de Italiaanse autoriteiten. Door dat verbod te negeren riskeerde de Duitse kapitein een gevangenissstraf, maar zij vond de situatie van de migranten aan boord zo knellend dat ze niet anders kon. Zij zag het als haar verantwoordelijkheid om zieke migranten te redden.
Kort na de aankomst werd Rackete door de Italiaanse autoriteiten gearresteerd. Ze zou de regels van de scheepvaart hebben overtreden en medeplichtig zijn aan mensensmokkel. Het redden van mensen in nood wordt gezien als criminele activiteit. Het is goed om te onthouden dat er sinds 1988 bijna 30.000 mensen zijn verdronken in de Middellandse Zee, in hun poging om Fort Europa te bereiken. De migratiedeals tussen Europa en de Libische autoriteiten mogen we uiteraard niet vergeten. Afrikaanse migranten die naar Europa proberen te komen worden door de Libische kustwacht onderschept en in mensonterende detentiecentra geplaatst.
Terwijl het gedoe rond Sea Watch 3, een schip dat trouwens onder Nederlandse vlag voer, nog speelde, kwam de VVD opeens met het lumineuze idee om het redden van migranten en vluchtelingen op zee strafbaar te maken. Een rechtse meerderheid in de Kamer steunde die oproep. Natuurlijk gaat deze VVD-proefballon in tegen internationale verdragen – sterker nog, het is juist strafbaar als je mensen in nood niet helpt. Maar dit maakt voor de VVD niet uit. Het internationale recht geldt blijkbaar alleen voor die mensen die door de VVD als mensen worden gezien. Om ervoor te zorgen dat de migrant geen inspraak krijgt tot het internationale recht moet hij worden gedehumaniseerd. Hij is een bacterie, een bedreiging waar Europa verschoond van moet blijven, ter wille van de interne rust.
Dehumaniseren kun je leren. Maar je kunt je er ook tegen verzetten. Carola Rackete, door het toonaangevende Duitse blad der Spiegel tot ‘Captain Europe’ gebombardeerd, durfde ‘nee’ te zeggen. Zij was burgerlijk ongehoorzaam. Ze volgde niet de wetten van het land, maar luisterde naar haar hart en de principes van het internationale recht. Moge zij een inspiratiebron zijn, opdat wij niet meer hoeven toe te kijken hoe een mensenleven voor onze ogen verdrinkt, terwijl dit helemaal niet nodig is. We moeten populistische proefballonnen doorprikken en weer menselijk durven te zijn.
Filmmaakster Amanda van Hesteren maakte voor de VPRO de korte documentaire ‘Mama en ik: ja maar nee, nee maar ja’, die gaat over de vraag waarom zij en haar moeder anders tegen racisme aankijken. De Kanttekening sprak Van Hesteren – zwarte moeder, witte vader – over deze film, haar ervaringen met racisme en persoonlijke privileges. ‘Volgens mij zijn we eigenlijk heel goed op weg met z’n allen.’
Met welke verwachting begon je aan je documentaire ‘Mama en ik: ja maar nee, nee maar ja’?
‘Ik wilde eigenlijk eerst onderzoeken waarom donkere mensen in het algemeen niet zo snel aantrekkelijk gevonden worden. Alleen maar als je heel erg knap bent, of bekend en succesvol. Dus dat was de oorspronkelijke insteek. Maar toen ik hierover in gesprek ging met mijn moeder, kwam het uiteindelijk al snel uit op racisme en de vraag – haar vraag – of ikzelf niet meer aan de slag moest gaan met mijn ‘zwart-zijn’. Volgens mijn moeder ben ik een bounty die helemaal niks heeft met de black struggle. Ik zou mij te weinig inzetten voor de zwarte emancipatie. Ik was en ben het daar niet mee eens, maar ik vond het een leuke wending en besloot deze vraag in mijn documentaire centraal te stellen.’
Hoe kwam je bij het oorspronkelijke idee dat donkere mensen minder aantrekkelijk worden gevonden?
‘Een witte vriend van mij vertelde dat hij Naomi Campbell de mooiste vrouw op aarde vindt, maar dat als hij tussen een middelmatige witte of zwarte meid moest kiezen, hij voor het witte meisje zou gaan. Omdat het makkelijker is, maar ook vanuit een bepaald soort racisme dat te maken heeft met maatschappelijke status. Dat vond ik interessant. Ik snapte het ook wel. Naomi Campbell is dan een throphy. Ik herkende dat throphy-denken ook wel bij mijzelf.
‘Voor mij maakt kleur eigenlijk niet uit. En daarmee was mijn aanvankelijke vraagstelling toch op een bepaalde manier wel beantwoord – en was het onderwerp ineens heel saai geworden. Het gesprek met mijn moeder daarover opende iets waar de film nu over gaat.’
Wat waren de reacties op je film?
‘Er zijn heel veel reacties op mijn film gekomen, nadat die online ging. Ik heb inmiddels veel zwarte vrouwen gesproken die, net zoals mijn moeder, ook een kind hebben met een witte man. Zij herkennen mijn standpunt over racisme ook in hun eigen kinderen. Ook zij merkten dat racisme een andere rol – soms bijna geen rol – speelt in de levens van kinderen uit een gemengde relatie. Maar er waren ook mensen die op mij afstapten, omdat ze echt niets snapten van mijn verhaal. Inmiddels heb ik alle kanten van het spectrum wel gehoord.’
Denk je dat het uitmaakt, dat iemand uit een gemengd gezin komt?
‘Ja, ik denk dat racisme en de manier waarop je daar last van hebt ook wel iets te maken heeft met de cultuur waarin je bent grootgebracht. Ken je de Nederlandse cultuur door en door vanuit je opvoeding? Dan kun je nog steeds gediscrimineerd worden, maar het maakt misschien wel iets uit voor de manier hoe je er mee omgaat.’
‘Zonde van mijn tijd en energie om mij continu bezig te houden met het eventuele racisme van anderen’
Ben je anders gaan denken over racisme – en wat je er wel of niet mee moet – na het maken van deze film?
‘Nee. Mijn moeder en ik kwamen tot de conclusie dat we fundamenteel van mening verschilden, we agreed to disagree. Ik ben tegen racisme en ik vind het ook goed dat er nu zo veel luide protestgeluiden zijn. Maar die manier is niet mijn manier. Ik doe het anders. Toevallig sprak ik hier gisteren nog over met mijn broertje. Hij staat niet open voor de mogelijkheid dat iets racisme is, vertelde hij. Dat herken ik bij mijzelf. Als ik een afwijzing krijg, dan zie ik het gewoon als een afwijzing. Jammer voor diegene – en ik zoek wel naar een andere manier om mijn doel te bereiken. Dat vind ik een mooiere houding. Het is echt zonde van mijn tijd en energie om mij continu bezig te houden met het eventuele racisme van anderen.’
Maar is dat ook niet een luxe, om zoiets te kunnen zeggen?
‘Ja. Ik heb gelukkig maar weinig ervaring met racisme. Waarschijnlijk ook omdat mijn moeder een hele veilige omgeving heeft gecreëerd voor mij. Maar ik ontken niet dat er racisme is. Toen ik een paar geleden met mijn vriendin Lara in New York was, raakte ik aan het daten met een zwarte jongen. Hij was heel leuk, maar ook erg gepijnigd door het racisme in Amerika. Hij was heel boos op de witte samenleving. Dat vond ik jammer, maar ik begreep het wel heel goed. Hij had drie jaar vastgezeten voor een winkeldiefstal in Macy’s, terwijl hij maar achttien dollar had gestolen. Omdat hij daar erg onder leed en ik niet, werkte onze relatie niet. Zijn zwartheid zat echt in de weg. Ondanks het feit dat ik zelf ook zwart ben. Ik vond het best erg en pijnlijk. Maar ik kon er niks mee. Niks aan te veranderen.’
Je moeder verwijt je een bounty te zijn. Maar als je de documentaire bekijkt krijg je niet de indruk dat je moeder jou en je broer heeft opgevoed in de black community. Klopt dat?
‘Nee, dat is een misverstand, maar ik begrijp wel dat je dat vraagt. Ik ben juist heel erg opgevoed in de zwarte community in Amsterdam-Zuidoost – en ook heel bewust gemaakt van racisme en zwarte emancipatie. Mijn neefjes en nichtjes van mijn moeders kant zijn nog steeds mijn beste buddies. En mijn vrienden zijn ook best gemixt, eigenlijk. Maar de zwarte familie van mijn moeder was en is gewoon heel succesvol. Dat maakt dat mijn ervaring met ‘zwart zijn’ misschien anders is. Kennis en kunde als uitweg voor racisme, met dat idee ben ik opgevoed. Dat komt ook terug in de film.
Is het mogelijk om jezelf als niet-witte man of vrouw te onttrekken aan een wereld waar racisme op allerlei vlakken evident is?
‘Ja. Maar ik denk niet dat studeren de enige manier is om hogerop te komen. Ik ben ook erg gefascineerd door Gee Patta – een jongen die eigenlijk Guillaume Schmidt heet – en een streetwear-imperium heeft opgebouwd. Hij heeft buiten de traditionele ‘witte’ wereld om zijn eigen succesverhaal geschreven. Dat vind ik heel tof. En hij is een goed voorbeeld voor jongeren. Dus dat wil ik ook laten zien.’
Wat zijn jouw persoonlijke privileges?
‘Ik denk dat half wit, half zwart zijn één van de grootste privileges is die je kunt hebben. Je kent dan beide werelden. Ik zie hele andere dingen dan mijn witte vrienden en ook hele andere dingen dan mijn vrienden die echt helemaal zwart zijn. Door die dubbele blik krijg je een andere soort vibe. Onlangs ben ik afgestudeerd aan de Sint-Lucas School of Arts in Brussel, aan de filmfaculteit. Daarvoor studeerde ik communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Ik ben blij dat ik gestudeerd heb, de academische wereld heb leren kennen, en daarnaast ook een gewone ramstudie heb gedaan – aan de meer intuïtieve Sint-Lucas School of Arts. Ik ken veel kunstenaars die bang zijn dat ze ergens toch iets hebben gemist, omdat ze niet aan een universiteit hebben gestudeerd.’
‘Volgens mij zijn we eigenlijk heel goed op weg met z’n allen’
Zag je, wat betreft diversiteit, grote verschillen tussen de UvA en de Sint-Lucas?
‘Nee. Op beide instellingen was ik een van de twee niet-witte eerstejaars. Maar bij een richting als architectuur, een richting met een iets hogere baangarantie, zie je wel meer diversiteit. Net zoals je op de UvA meer studenten van kleur rechten ziet doen.’
Wat ga je nu doen?
‘Ik zit sinds een week in Thailand en volg nu een cursus Muay Thai, dat is een soort kickboksen. Ik ga hierover ook een documentaire maken. Mijn broertje is fotomodel. Hij is nu ook hier, samen met zijn vrienden: jonge, mooie succesvolle jongens, ze zijn hier op reflectievakantie. Ze hebben veel geld en succes en hopen hier hun focus terug te vinden. Dat vind ik interessant en een leuk uitgangspunt voor een film. Verder weet ik nog niet wat ik hier ga doen. Ik kijk wel wat er op mijn pad komt, zoals altijd. Ik werk heel intuïtief. Dan komt er iets voorbij waar ik opgewonden van word, en ga ik daar zonder vooroordelen in. Daar komt meestal wel wat uit.’
Wat vind je van het Nederlandse filmwereldje? Wat is je grote droom? En wie zijn je voorbeelden?
‘Ik heb nu voor het eerst een film gemaakt, voor de televisie bij de VPRO. Een interessante ervaring. Hoe begeleid je een kijker in je verhaal? Op de academie ben je veel vrijer in je werk. Toch heb je als documentairemaker meer vrijheid dan als filmmaker. Bij fictie zie je veel stijltjes die je na een tijdje gaat herkennen. Niet erg hoor, maar ik vind het sowieso leuker om echte dingen te zien dan gespeelde scripts.’
Ten slotte: wat heeft Nederland nodig om uit het racismedebat te komen?
‘Volgens mij gaat het nu best wel goed, hoor. Wat ik merk is dat het urban-gevoel, het black-zijn, eigenlijk best wel cool gevonden wordt. Iedereen luistert naar rap en draagt straatkleding. Ik zie heel veel gemengde relaties. Volgens mij zijn we eigenlijk heel goed op weg met z’n allen. Daarom vind ik het op een bepaalde manier soms ook jammer, al dat gedoe over black empowerment en vooral de toon van ‘Wij zijn ook belangrijk, hoor!’. Hiermee cultiveer je alleen maar de minderheidspositie. Laat gewoon de succesverhalen zien, want die zijn er genoeg. Dan krijg je vanzelf een andere blik op mensen met een diverse achtergrond.’
Nancy Pelosi, de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, zegt dat het Amerikaanse Congres bezorgd is over de positie van moslims in India. Dat stelt zij in een gesprek met John Chambers, voorzitter van het U.S.-India Strategic Partnership Forum, in Washington D.C.
Pelosi sprak drie jaar geleden, tijdens een bezoek van minister-president Narendra Modi van de nationalistische Bharatiya Janata-partij (BJP), al haar zorgen uitsprak over de situatie van moslims in India. Die zorgen zijn inmiddels niet weggenomen, verklaart ze.
In India is het geweld tegen moslims de laatste tijd flink opgelaaid. Drie weken geleden ging op social media een video viral waarin de 24-jarige Tabrez Ansari wordt gemolesteerd door een woedende hindoeïstische menigte. Dit gebeurde zeven uur lang, terwijl hij was vastgebonden, hevig bloedde en om genade smeekte, totdat hij overleed. De dood van Ansari zorgde over heel India voor protesten.
Volgens een onderzoek van mensenrechtenorganisatie Equality Labs worden er op sociale media in India veel haatberichten tegen moslims gedeeld. De Indiase onderzoeksjournalist Soma Basu stelt in een ander onderzoek dat de nationalistische BJP van Modi via whatsapp en andere sociale media negatieve berichten verspreidt over moslims, met als doel het hindoeïstische electoraat meer aan zich te binden.
Het Britse publiek ziet extreemrechtse groepen nu als een grotere bedreiging dan islamistische extremisten. Dit concludeert antiracismewaakhond Hope Not Hate na onderzoek onder ruim zesduizend respondenten.
33 procent van de ondervraagden noemt extreemrechtse organisaties als de grootste bedreiging voor sociale cohesie en de openbare orde. Dit is 5 procent meer dan in februari, toen dit nog 28 procent was. De vrees voor islamistisch extremisme daalde in diezelfde periode: van 35 naar 28 procent.
De timing van de studie is saillant te noemen: vorige week belandde activist Tommy Robinson, oprichter van de extreemrechtse English Defence League, voor negen maanden achter de tralies omdat hij illegale opnames maakte van Pakistaans-Britse verdachten in een grote zedenzaak.
Volgens Hope Not Hate-woordvoerder Rosie Carter zijn mensen banger voor extreemrechts geworden door aanslagen die door extreemrechtse terroristen zijn gepleegd. Ze noemt de aanslag op de synagoge in Pittsburgh, vorig jaar oktober, en de aanslag in Christchurch in maart dit jaar, waarbij 51 moslims om het leven kwamen.
Daarnaast zijn extreemrechtse en racistische propaganda steeds meer zichtbaar geworden, waardoor mensen het gevaar van extreemrechtse groepen beginnen in te zien, aldus Carter. ‘En het is niet zo dat alleen links zich zorgen maakt.’
Volgens Hope Not Hate maken vooral Joodse (57 procent) en islamitische (62 procent) respondenten zich zorgen over extreemrechts, terwijl slechts 18 procent van de Conservatieven-stemmers extreemrechts een probleem vindt.
Tweets van Trump tegen linkse vrouwen uit het Huis van Afgevaardigden zorgen voor grote ophef. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld.
Afgelopen zondag slingerde de Amerikaanse president Donald Trump een serie tweets de wereld in, gericht tegen de linkse Democratische afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez, Ilhan Omar, Rashida Tlaib en Ayanna Pressley. Deze dames, bekend als ‘the squad’, vertegenwoordigen niet alleen de nieuwe, uiterste linkervleugel van de Democratische Partij, maar behoren bovendien tot een etnische minderheid.
Trump schreef dat deze vier vrouwen niet zo’n grote mond tegen hem moeten hebben, omdat ‘de landen waar ze vandaan komen’ een puinhoop zouden zijn en de Verenigde Staten ‘het machtigste en beste land van de wereld is’. In zijn tweets stelde hij voor dat de vier ‘terug moeten gaan’, om de problemen in die landen eerst maar even op te lossen.
De tweets van Trump zorgen wereldwijd voor grote ophef. Op Twitter is de hashtag #RacistPresident trending. Veel linkse Amerikanen vonden al langer dat Trump een racist was, maar met deze tweets zou het masker dan definitief zijn afgevallen. Democraat Ayanna Pressley, een van Trumps doelwitten, twitterde terug: ‘Wij zijn zoals democratie eruit ziet. En wij gaan nergens heen. Behalve terug naar (Washington, red.) D.C., om te strijden voor de families die u dagelijks marginaliseert en belastert.’
Trump viel de vier squad-leden aan omdat zij al langer overhoop liggen met Nancy Pelosi, de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Pelosi hoort bij de gematigde vleugel van de Democraten, die moeite heeft met de radicale politiek van de vier vrouwen. Alexandra Ocasio-Cortez beschuldigde Pelosi op Twitter vorige week nog van racisme, door te suggereren dat the squad wordt tegengewerkt omdat ze een andere huidskleur hebben.
Trump hoopte met zijn tweets olie op het vuur te gooien en de verdeeldheid in de Democratische Partij verder aan te wakkeren. Zijn tweets hebben echter het tegenovergestelde bereikt.
Vandaag is het precies drie jaar geleden dat in Turkije de mislukte coup tegen Recep Tayyip Erdogan plaatsvond. De nasleep van de staatsgreep trekt nog altijd diepe sporen in de Turks-Nederlandse gemeenschap. ‘Wij waren landverraders, terroristen.’
‘Ik heb echt heel veel geluk gehad’
Talha* moest na de coup zijn vaderland Turkije ontvluchten en woont nu, na een tussenstop van zeven maanden in Indonesië en een kort verblijf in een azc, in Rotterdam. ‘15 juli 2016 was voor mij een hele vreemde dag’, vertelt hij. ‘Het was namelijk ook de dag dat ik de laatste examens voor mijn studie theologie moest doen.’
Omdat hij sympathiseerde met het gedachtegoed van de Hizmet-beweging van Fethullah Gülen, volgens Erdogan het brein achter de staatsgreep van 2016, werd Talha in het najaar ontslagen op de privéschool waar hij godsdienstonderwijzer was. ‘De school kwam er namelijk achter dat ik de app ByLock op mijn mobiele telefoon gebruikte, waarmee je versleutelde berichten kunt versturen. Volgens de Turkse geheime dienst waren alle ByLock-gebruikers lid van de Hizmetbeweging en dus terroristen.’
Nadat hij werd ontslagen, wist Talha dat het niet lang meer zo duren voordat hij gearresteerd zou worden. ‘Een vriend van mij was twee maanden eerder gearresteerd, een maand nadat ook hij zijn baan had verloren. Ik besloot daarom om zo snel mogelijk het land te ontvluchten. Een andere vriend van mij woont in Indonesië. Daar ging ik naartoe. Ik heb een vlucht geboekt en vier dagen na mijn ontslag zat ik in het vliegtuig, op weg naar mijn vrijheid. Het was een enorm risico om meteen het vliegtuig te pakken, ik had ook gearresteerd kunnen worden. Maar ik dacht: als ik toch gearresteerd word, liever meteen dan nog een maand wachten.’ Talha kon echter gewoon doorlopen bij de douane. ‘Ik heb ik echt heel veel geluk gehad.’
Talha verbleef zeven maanden in Indonesië, totdat hij besloot om Nederland te gaan, waar hij zich echt veilig voelde. ‘Waarom? Er was een incident met de beroemde basketballer Enes Kanter, een verklaard tegenstander van Erdogan en sympathisant van de Hizmet-beweging. Toen hij in Indonesië was hebben mensen, waarschijnlijk Turkse geheime agenten die in opdracht handelden van Erdogan, geprobeerd om hem te ontvoeren, zodat hij in Turkije terecht kon staan voor zijn zogenaamde misdaden. Gelukkig mislukte deze kidnappoging, maar ik voelde mij daarna niet meer veilig in Indonesië.’
‘Ik ben echt geweldig behandeld door het IND, compleet met een kopje thee’
En toen opeens kwam Nederland in het nieuws, vanwege de diplomatieke rel met Turkije. Talha geloofde dat hij in Nederland daarom wel veilig zou zijn. Aangekomen op Schiphol vroeg hij meteen asiel aan en legde ook uit waarom. ‘Ik ben echt geweldig behandeld door de mensen van de IND, compleet met een kopje thee.’
Het verblijf in het AZC duurde ook zeven maanden. Talha: ‘Het was voor mij een tijd om alles goed mentaal te verwerken. Ik was alles kwijt. Mijn baan. Mijn familie. Mijn mooie auto. Ik had niets meer. Gelukkig werd ik goed geholpen door Turkse Nederlanders die net als ik ook de Hizmet-filosofie waren toegedaan. Ik heb mijn leven weer opgepakt en werk nu bij een ICT-bedrijf in Rotterdam. Eigenlijk vind ik dit werk veel leuker dan voor de klas staan. Maar de manier hoe ik daar achter ben gekomen kwam – eufemistisch gezegd – via een omweg.’
Talha gelooft er heilig in dat de staatsgreep tegen Erdogan een inside job is – dus door de president zelf georkestreerd. ‘Erdogan noemde de coup een geschenk van God, omdat hij hierdoor de mogelijkheid had gekregen om het land te herscheppen. Dit is voor mij echt het bewijs dat hij er zelf achter zit. De arrestatie van duizenden politieke tegenstanders, het ontslag van honderden rechters, het feit dat Turkije hierdoor in een echte dictatuur is veranderd, dat is volgens mij allemaal gepland. De precieze feiten over wat er gebeurd is, dat zullen we voorlopig niet te weten komen. Maar voor mij is wel veel duidelijk.’
‘Een soort 9/11’
De coup en zijn nasleep hebben ook diepe sporen getrokken in de Turkse gemeenschap in Nederland. Historicus Tayfun Balcik, projectleider bij The Hague Peace Projects en sinds juni columnist bij de Kanttekening, heeft de gebeurtenissen met grote intensiteit beleefd. ‘Het was een enorme shock, een soort 9/11, een waterscheiding die er echt diep inhakt’, vertelt hij. ‘Op 15 juli was ik met Turkse, Armeense en Koerdische vrienden van mijn dialooggroep in Zwitserland. Toen we ’s avonds, na een wandeling zonder mobiel bereik, in ons hotel aankwamen, hoorden we van de coup en gingen we meteen naar onze hotelkamers, om onze familie en vrienden bellen.’
Daarna heeft de groep van middernacht tot vijf uur in de ochtend al het nieuws gevolgd via Twitter en andere media. Balcik: ‘Het voordeel van het feit dat we een gemengde groep waren was dat snel alle onzin eruit werd gefilterd. Het gerucht dat de PKK achter de coup zou zitten bijvoorbeeld. Dankzij de Koerden die mee waren hoorden we al snel van het PKK-statement dat zij hier toch echt buiten stonden en dit als een interne Turkse aangelegenheid beschouwden.’
Op 17 juni kwam Balcik in Nederland terug, om vervolgens bijna gelijk daarna met zijn familie op vakantie naar Turkije te gaan met de auto. ‘Dat was ook een hele aparte belevenis. We konden het land in, maar overal was de spanning voelbaar. Zo waren er milities, de ‘democratische wachters’, die kazernes blokkeerden en de wegen in de gaten hielden. Ook was er in Trabzon een pro-Erdogandemonstratie, waar mensen de herinvoering van de doodstraf eisten, volgens hen de enige juiste straf voor hoogverraad.’
Je zou denken dat Balcik blij was om daarna weer in Nederland te zijn, maar ook hier was de spanning om te snijden, hoewel op een andere manier. ‘In Nederland snapten veel mensen niks van de gebeurtenissen in Turkije en begonnen ze ons op een andere manier te bekijken. Ik woonde 31 jaar in Nederland, maar snapte nu eindelijk hoe het is om Marokkaan te zijn, om als groep collectief weggezet te worden. Mijn etniciteit was opeens een probleem. Turkse Nederlanders werden weer geproblematiseerd. Geert Wilders en columniste Ebru Umar vonden het jammer dat de coup niet was gelukt, een sentiment dat onder rechts Nederland breder leefde.’
‘Ze zeiden tegen mij: ‘Als je naar Turkije gaat, dan weten we je te vinden’
Balcik vond dit onbegrijpelijk. ‘Erdogan is heel fout, dat vind ik ook, maar tijdens de coup zijn meer dan tweehonderd mensen omgekomen. Er is grof geweld gebruikt. Dat hakte er enorm in bij ons, Turkse Nederlanders. Maar voor die kant was nauwelijks aandacht. Er was vanuit de witte Nederlanders heel weinig empathie voor ons. Er heerste vooral wantrouwen. Alsof wij allemaal Erdogan-aanhangers zouden zijn.’ Volgens Balcik valt dit wel mee. ‘Van de Turkse Nederlanders die gingen stemmen steunde 65 tot 70 procent Erdogan tijdens het referendum om het presidentiële systeem in te voeren en daarna tijdens de presidentsverkiezingen. Maar mensen vergeten dat ongeveer de helft van de stemgerechtigden niet gestemd heeft.’
‘Hierna kwamen de spanningen in de Turkse gemeenschap zelf’, vervolgt Balcik. ‘Er ontstond een diepe sfeer van wantrouwen, vooral tussen de Turkse Nederlanders die pro-Erdogan waren en de Turkse Nederlanders die Gülenist waren. Ik ben geen nationalist, maar kom uit een Grijze Wolven-familie. De ruzie tussen de Erdoganisten en Gülenisten bekijk ik daarom van een afstandje.’ Er zijn hele heftige dingen gebeurd, vertelt hij. ‘Een vechtpartij op Plein ’40-45 in Amsterdam bij Halal Fried Chicken bijvoorbeeld. En tijdens een dialoogbijeenkomst met de toenmalige minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher, waar ik ook aanwezig was, beet een nationalistische Turk een Gülen-sympathisant kwaad toe: ‘Je was al een Koerd, nu ben je ook een Gülenistische terrorist.’’
Op sociale media is Balcik in de nasleep van de coup niet bedreigd. Wel kreeg hij veel bedreigingen binnen nadat hij op 24 april dit jaar een krans heeft gelegd bij het Armeense Genocide-monument. ‘Ze zeiden tegen mij: ‘Als je naar Turkije gaat, dan weten we je te vinden.’ Omdat ik de Armeense Genocide erken, ben ik sommige van mijn Turkse vrienden kwijtgeraakt.’
Balcik gelooft niet dat de coup een inside job is. ‘Dan moet je met bewijzen komen, en die zijn er vooralsnog niet. Wel wordt de coup geframed door Erdogan als een Gülenistische coup, terwijl er onder de officieren die de coup pleegden behalve Gülenisten ook seculiere Kemalisten zaten. Maar die laatsten krijgen de schuld niet, omdat Erdogan de steun van de seculieren nodig heeft. De coup heeft er ook toe geleid dat de alliantie tussen zijn AKP en de nationalistische MHP steviger is geworden.’
‘Erdogan is democratisch gekozen’
Zeki Baran, voorzitter van het Inspraakorgaan Turkse Nederlanders, heeft een andere lezing. ‘We hebben als Turkse gemeenschap niet goed duidelijk gemaakt aan de buitenwereld wat we meemaakten’, vertelt hij. ‘Nederlanders begrepen niet goed wat er gebeurde. De coup was een opstand tegen de rechtsstaat, tegen de democratie. Dit had enorme gevolgen, ook voor onze Nederlandse samenleving. Dit hebben we helaas niet goed kunnen vertellen aan onze buren, aan onze vrienden.’ Baran benadrukt dat er veel Turkse slachtoffers zijn gevallen tijdens de coup en dat dit een grote schok was. ‘Er is uit solidariteit gedemonstreerd op de Erasmusbrug in Rotterdam, met allemaal Turkse vlaggen. Maar de Nederlandse media hebben hier niet goed over bericht. Ze dachten dat deze Turken tegen Nederland zouden zijn. Dat is niet zo. We wonen vijftig jaar in dit land, we houden van Nederland, we zouden zelfs – als het nodig is – ons leven geven voor Nederland.’
Over de nasleep van de coup is Baran heel duidelijk. ‘Dat is echt van andere orde. Ik woon in Nederland, ik houd mij bezig met Nederlandse politiek, daar moet de discussie in Nederland over gaan, niet over Turkse binnenlandse aangelegenheden.’ Kwesties die in Turkije spelen hoeven volgens Baran niet in Nederland te worden besproken. ‘Nederland bemoeit zich echt veel te veel met Turkije, men doet bovendien alsof Turken hier een veiligheidsprobleem zijn. Minister-president Mark Rutte heeft in 2017 handig op het Nederlandse wantrouwen ingespeeld door een Turkse minister die naar Rotterdam was gereisd het land uit te zetten. En dankzij deze diplomatieke rel heeft Rutte de Tweede Kamerverkiezingen kunnen winnen.’
‘Nederland bemoeit zich echt veel te veel met Turkije’
Heeft Baran de indruk dat drie jaar later de rust weer een beetje is weergekeerd, in Turkije maar ook in Nederland? ‘Het was niet onrustig in 2016. Die rust is er nu, maar die was er ook toen. Er zijn altijd problemen, er is altijd wel wat. Die ‘vechtpartij’ bij dat kiprestaurant waar Balcik het over heeft, dat was gewoon een zakelijk conflict. De media hebben dit opgeblazen.’ Volgens Baran is het echte probleem die vreselijke staatsgreep. ‘In 1980 was er ook een staatsgreep in Turkije. Dat heeft voor een groot trauma gezorgd. Die staatsgreep was heel slecht voor Turkije, voor de democratie. Daarom is het ook zo jammer dat het Westen, Europa en Amerika, niet pal achter de Turkse democratie is gaan staan na de mislukte coup. Erdogan is democratisch gekozen. Hij gaat straks ook democratisch weg, als het Turkse volk het wil.’
Maar al die journalisten en dissidenten in de gevangenis dan, is dat geen probleem? ‘Dat zijn binnenlandse aangelegenheden’, antwoordt Baran. ‘De Europese Unie is hypocriet, heeft twee gezichten. Als de EU echt een gesprek met Turkije over de mensenrechten had gewild, dan had men het juridische dossier moeten afhandelen tijdens de toelatingsgesprekken over het Turkse EU-lidmaatschap. Maar dat deed men niet. Er is bij de EU een enorme onwil om zich echt voor mensenrechten in te zetten.’
‘Wij waren landverraders, terroristen’
Saniye Calkin is directeur van Platform INS, dat zich sterk maakt voor dialoog en vreedzaam samenleven, en ze is een openlijke Gülen-sympathisant. ‘Ik ben er altijd open over geweest dat ik een Gülen-sympathisant ben. Na de coup, waar de Gülenisten de schuld van kregen, ben ik geïntimideerd, beledigd en bedreigd. Ook mijn ouders van bijna 70 en mijn dochters op straat zijn toen lastiggevallen. Wij waren landverraders, terroristen. Dit gebeurde in de eerste dagen, de eerste weken na de coup.’ Op sociale media wordt Calkin af en toe wel eens lastiggevallen, ‘maar de ergste intimidatie is nu gelukkig wel voorbij.’
Calkin is blij met de serieuze aanpak van de politie en OM, zoals dat zij in sommige situaties met boetes en arrestaties hebben opgetreden. ‘Hierdoor zijn de beledigingen, bedreigingen en vernielingen bij mij, maar ook bij andere Hizmet-sympathisanten, gelukkig afgenomen.’ Maar de schade is nog niet voorbij. ‘Het ergste is toch wel dat Turken en Turkse Nederlanders door middel van valse beschuldigingen tegen elkaar zijn opgezet. Buren tegen buren, vrienden tegen vrienden, collega’s tegen collega’s, maar ook broers tegen zussen, ouders tegen kinderen – zelfs huwelijken gingen stuk.’
‘De beledigingen, bedreigingen en vernielingen zijn gelukkig afgenomen’
Ook de zogenoemde ‘klikturken’ komen ter sprake, Turkse Nederlanders die critici van het Turkse beleid aangeven. De kliklijn is volgens Calkin symptoom van een groter probleem. ‘Je kunt nu niet zomaar naar Turkije toe. Er worden dossiers van mensen aangemaakt. Tijdens de verkiezingscampagne voor de lokale verkiezingen van Istanbul herhaalde Erdogan het nogmaals: ‘Geeft het vooral aan ons door,: kennen jullie aanhangers van FETÖ (pejoratieve benaming voor de Hizmet-beweging, letterlijk Fethullahistische Terreurorganisatie, red.), vertel het’.’ Op vakantie naar Turkije gaan is lastig, maar ook is het onmogelijk om trouwerijen en begrafenissen bij te wonen. ‘Twee van mijn vriendinnen hadden hun vaders verloren. Ze konden hun vader niet begraven omdat ze dan wellicht gearresteerd zouden worden. Ook dan word je namelijk niet met rust gelaten.’
De piek van de onderlinge onenigheid was volgens Calkin het sterkst voelbaar in de periode direct na de coup. Het is nu een stuk rustiger, maar ze ziet nu nog steeds dat er diepe wonden zijn die nog niet genezen zijn. ‘Van Erdoganisten en Gülenisten kun je verwachten dat ze niet gauw dichterbij elkaar gaan komen. Maar ik vind het betreurenswaardig dat ook sommige seculiere Turkse Nederlanders, die actief zijn in het maatschappelijk debat, zich onvoldoende verzetten tegen het feit dat onschuldige mensen massaal voor terroristen worden uitgemaakt – en soms zelfs meegaan in de hate speech en nu ook over ‘FETÖ’ spreken.’ Calkin vindt dit heel bizar: ‘Het bij voorbaat collectief veroordelen van Gülenisten als terroristen staat haaks op de principes van de rechtsstaat.’
Volgens Calkin zit Fetullah Gülen in ieder geval niet achter de coup van 15 juli. Ze vertelt dat Gülen ooit zei dat een leider die met verkiezingen is aangesteld met verkiezingen weer dient te vertrekken. Gülen heeft bovendien gezegd dat als tien procent van de beschuldigingen waar bleek, hij het vliegtuig naar Turkije zou pakken om terecht te staan. ‘Maar belangrijker is dat de Hizmet-beweging een organisatie is die zich altijd heeft ingezet voor dialoog, saamhorigheid, onderwijs en verbinding’, zegt Calkin. ‘Een gewelddadige coup past hier helemaal niet bij.’ Calkin weet niet wat er precies gebeurd is op 15 juli, maar wel dat Erdogan na de mislukte coup de noodtoestand heeft uitgeroepen en nog meer macht naar zichzelf heeft toegetrokken. ‘Het is heel triest om te zien hoe een regering met man en macht dag in dag uit bezig is om een sociale beweging uit te roeien. Heel jammer, vooral ook gezien waar Hizmet voor staat: meer onderwijs, dialoog, saamhorigheid en uiteindelijk vrede.’
‘Waarom zijn Joden altijd de pineut?’, zo kopt het Algemeen Dagblad in een artikel over het opnieuw opkomende antisemitisme in Europa. Daarin wordt beschreven hoe Jodenhaat – vanuit rechtse, linkse en islamitische hoek – terug is van nooit helemaal weggeweest. Antisemitisme is terug, in al haar lelijkheid. Ook in Nederland. En de vraag is wat we daaraan kunnen doen. Concrete oplossingen zijn er vooralsnog niet voor dit probleem. Maar het meest wrange is dat zelfs op politiek links, waar men vroeger moedig voor de vervolgde Joden op de bres sprong, antisemitisme aanwezig is. Bovendien, links Europa kent eigenlijk steeds minder ruimte voor het bestrijden van antisemitisme.
De feiten: Joden voelen zich in groeiende mate onveilig in Europa. Aanslagen teisteren Joodse doelwitten de laatste jaren. De Duitse overheid raadt Joden aan om op bepaalde plekken in het land niet langer een keppeltje te dragen. Bij de Britse Labourpartij woedt al tijd lang een antisemitisme-affaire, die door het leiderschap van de partij onvoldoende wordt aangepakt, waardoor meerdere parlementariërs reeds uit de partij zijn gestapt. En ook in Nederland neemt het aantal antisemitische incidenten toe, zo blijkt uit cijfers. Je zou denken dat juist links, met haar traditie voor het opkomen van minderheidsgroepen, in de bres zou springen voor Joden in Nederland en andere Europese landen. Maar niets is minder waar. Helaas.
Ja, linkse partijen waren aanwezig bij de demonstratie tegen antisemitisme die vorige maand werd georganiseerd in Den Haag. Maar er is meer nodig dan alleen je uitspreken tegen antisemitisme. Het gaat om daadwerkelijk dit fenomeen aanpakken, bij de wortels. En daar laat links het op dit moment liggen, daar waar andere vormen van racisme en discriminatie wel steeds nadrukkelijker op het linkse netvlies zijn komen te staan. En deze ontwikkeling komt niet geheel uit de lucht vallen. Grofweg kunnen we een drietal redenen onderscheiden.
Allereerst: het bestrijden van antisemitisme past niet in het ideologische frame van de antiracismebeweging, die de laatste jaren het geluid van links in toenemende mate is gaan bepalen. Antiracisten verdelen de samenleving grofweg in twee kampen: onderdrukkers en onderdrukten. De onderdrukkers zijn ‘wit’, ‘witten’ die wit privilege genieten. Zij onderdrukken de rest, de zogeheten ‘mensen van kleur’. Zo was het al tijdens de koloniale geschiedenis en de slavernij, maar die patronen zien we tot op heden nog steeds terug in de samenleving.
In een dergelijke binaire kijk op racisme in de maatschappij is geen plek voor Joden als slachtoffers van antisemitisme. Want de Joden zijn wit. En witten, die kunnen geen slachtoffer van racisme zijn. Ze zijn alleen maar dader. Antisemitisme is dus een onwelgevallige realiteit voor veel antiracisten en wordt daarom maar stelselmatig genegeerd. Of zelfs bedreven, door sommige antiracisten, vanwege het Israëlisch-Palestijnse conflict.
En dat brengt ons op de tweede reden waarom het bestrijden van antisemitisme een steeds heikeler punt is geworden in linkse kring. Mede als gevolg van het Israëlisch-Palestijnse conflict bestaat er een virulent antisemitisme in islamitische kring. Met name onder jonge moslims zijn antisemitische ideeën en uitspraken een doodgewone zaak. ‘Jood’ is een scheldwoord. Dergelijk antisemitisme zien we vooral oplaaien wanneer er weer eens nieuws is over Israël dat de mensenrechten schendt in Gaza of op de Westelijke Jordaanoever. Moslims zijn in het geval van antisemitisme in veel gevallen dus daders. Tegelijkertijd zijn zij ook slachtoffers van racisme, namelijk van moslimhaat.
Het bestrijden van antisemitisme past niet in het frame van de antiracismebeweging
En dat brengt links in een lastige positie. Wat als de slachtoffers tegelijkertijd ook daders zijn? Dan wordt het plotseling heel ingewikkeld voor links om dit te benoemen. Men kiest er dan vaak voor om weg te kijken, of het fenomeen wordt gebagatelliseerd. Antisemitisme benoemen is niet aantrekkelijk voor links, wanneer andere minderheden zich aan antisemitisme schuldig maken.
Op dat moment is het benoemen van antisemitisme wel weer aantrekkelijk voor rechts, wat ons brengt bij het derde punt waarom links het zo laat afweten. Want deze agenda is immers grotendeels door rechts gekaapt. Het zijn rechtse partijen die zich tegenwoordig het hardst uitspreken tegen antisemitisme en die met concrete voorstellen proberen om dit fenomeen aan te pakken. Het is rechts wat zich opstelt als de voornaamste bondgenoot van de Joden. Dit terwijl rechts, net zo goed als links, ook haar eigen vormen van antisemitisme kent.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de complottheorieën over miljardair en filantroop George Soros, die vanwege zijn steun aan NGO’s als de puppet master wordt gezien die via de vluchtelingencrisis Europa zou willen islamiseren. Deze alt-rechtse Jodenhaat wordt echter voor het gemakt vergeten, ook in Joodse kring, omdat de steun van rechts voor de antisemitisme-bestrijdingsagenda zo hard nodig is. Maar dit komt dus mede omdat links het helaas grotendeels af laat weten.
Journalist Gideon Querido van Frank schreef in Vrij Nederland het artikel ‘Hoe links ook de Joden treft in de strijd tegen wit privilege’. Dit essay bevat onder meer deze pijnlijk rake passage: ‘Hoe meer rechts over antisemitisme praat, des te harder zet links zijn hakken in het zand en wordt er juist op islamofobie gewezen. Hoe meer rechts hamert op nationale tradities en roept dat Joodse oorlogsslachtoffers herdenken er daar een van is, des te meer wijst links op de andere, ‘vergeten’ slachtoffers en andere oorlogen. De zogenaamde traditie van Joden herdenken wordt door links bijna als net zo reactionair en politiek incorrect gezien als Zwarte Piet.’
Pijnlijk, al te pijnlijk. Links moet het bestrijden van antisemitisme niet aan rechts overlaten. Als je echt wat wil doen tegen antisemitisme als linkse partij of groep, dan moet je Jodenhaat durven te benoemen en te bestrijden, net als alle andere vormen van racisme. Bovendien moet je bereid zijn de rotte, antisemitische appels in eigen kring aan te pakken, iets wat Labour-leider Jeremy Corbyn bijvoorbeeld nog steeds niet doet.
Want pas als ook links dit onderwerp weer serieus neemt, ligt een Nederland waarin antisemitisme tot het verleden behoort weer in het verschiet. Maar zover is het nog lang niet. Op dit moment is de ruimte op links om echt stappen in de goede richting te zetten beperkt, tot groot verdriet van velen binnen Joods Nederland en daarbuiten.
Het Turkse social media-icoon Pınar Karagöz is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. De aanklacht: het ‘promoten van drugs’. Ze prees echter alleen maar de Netflix-serie Narcos aan op Twitter, zo zegt ze zelf.
De influencer, bekend onder de naam Pucca, werd in oktober vastgehouden door de politie. ‘Honderden arme mensen namen brood mee naar huis, met dank aan verdovende middelen, luidt één van Pucca’s tweets, waarmee ze naar eigen zeggen doelt op wat zich in de serie Narcos afspeelt.
De Narcos-serie is gebaseerd op het leven van de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar, die er onder meer om bekend stond ruimhartig te zijn voor de armen in zijn thuisbasis Medellín. Volgens haar advocaat Ali Furkan Tatlı was Pucca, die bijna 2 miljoen volgers op Twitter heeft, nooit van plan drugsgebruik te promoten.
Als reactie op haar veroordeling plaatste Pucca een emotioneel Instagramfilmpje, waarin ze huilend stelt dat zelfs Escobar niet tot zo’n lange celstraf was veroordeeld. Haar advocaat zal in beroep gaan tegen de celstraf en de financiële boete van 11.500 euro.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.