17.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 760

Anti-Khamenei betekent in Iran nog niet pro-Trump

0

Zorgt het neerstorten van de PS-752 in Teheran voor iets wat de economische crisis nog niet was gelukt? Na de Amerikaanse dronemoord op de Iraanse generaal Soleimani stroomden bij diens begrafenis de straten vol met betogers die ‘Dood aan Amerika!’ riepen. Nadat, ongetwijfeld in gespannen afwachting van een Amerikaanse reactie op de paar als vergelding voor die moord afgevuurde Iraanse raketten, per abuis niet een Amerikaans militair, maar een Oekraïens civiel vliegtuig, met grotendeels Iraanse burgers aan boord, door de Iraanse luchtwacht was neergehaald, stroomden de straten opnieuw vol met betogers. Ditmaal riepen zij echter ‘Weg met de dictatuur!’, en soms zelfs ‘Dood aan Khamenei!’

De Iraanse autoriteiten zijn er niet alleen volledig door verrast – de hoop om met het uiteindelijk erkennen van het onloochenbare de internationale gemoederen te bedaren verkeerde nationaal in het tegendeel – maar slagen er vooralsnog niet in het protest te onderdrukken, zoals dat met eerdere protesten met veel geweld nog wel was gelukt. Hoe dan ook is het contrast tussen beide menigten, die bij de fysieke begrafenis van Soleimani eerst en die bij de beoogde politieke begrafenis van Khamenei later, zeer groot.

En het is aannemelijk dat we daarbij niet zozeer met een omslag in de publieke opinie te doen hebben, als wel met twee helften van die publieke opinie. Voor de ene helft van de bevolking was Soleimani een grote nationale held, die het Amerikaanse imperialisme beslissende slagen had toegebracht en de Iraanse invloedsfeer fors had helpen uitbreiden. Voor de andere helft was hij de organisator van de meedogenloze onderdrukking van elk verzet van een naar vrijheid snakkende middenklasse en een naar welvaart snakkende onderklasse tegen een dictatoriaal-theocratisch regime dat door haar confrontatiekoers voor vergaand internationaal isolement had gezorgd, met desastreuze economische gevolgen.

Welk van beide kampen getalsmatig groter is? Geen idee – en ik denk dat niemand buiten Iran echt een idee heeft, en vermoedelijk niemand binnen Iran evenmin. Geen Maurice de Hond hier dan wel ginds heeft al een methode gevonden om in dictaturen de werkelijke stemming tot achter de komma te peilen, eens te meer omdat die stemming vaak zeer wisselvallig is.

Waarvan we uit kunnen gaan: in de kosmopolitischer grote steden, met een hogeropgeleide en beter geïnformeerde bevolking, zal men minder met de ayatollahs ophebben dan op het afgelegen platteland. Dat is over de hele wereld altijd een stuk conservatiever en geloviger, in Italië en Israël zogoed als in Iran, dus ongeacht of het nu de wetten van Maria, Mozes of Mohammed betreft. Ook is het aannemelijk dat veel daadwerkelijke pro-Soleimani-demonstranten daartoe verplicht werden, als ambtenaren bijvoorbeeld, en dat veel potentiële anti-Khamenei-demonstranten uit angst toch thuisbleven.

Zorgt het neerstorten van de PS-752 voor iets wat de crisis nog niet was gelukt?

Hoe deze confrontatie afloopt? Geen idee. Wat we weten is dat een dictatuur die nog in zichzelf gelooft – en dat doet de Iraanse – en waarvan de machthebbers ingeval van hun val een bloedig persoonlijk einde vrezen – en dat doen ze vast ook, het lot van Saddam Hoessein en Khadaffi indachtig – tot veel geweld bereid is om in stand te blijven. Dat hebben we bij vorige demonstraties reeds gezien. Kan er een omslagpunt komen, bijvoorbeeld doordat de gewapende arm van de staat op een gegeven moment deels naar de demonstranten overloopt? In Venezuela heeft de oppositie daarop tot nu toe vergeefs gegokt.

Hierbij geldt een soort van kwantitatieve regel – waarbij de getallen wel van land tot land, en afhankelijk van de aard van het regime, aanmerkelijk kunnen verschillen. Tien demonstranten negeer je. Honderd demonstranten arresteer je. Duizend demonstranten executeer je. Worden het er plots honderdduizend, dan capituleer je. En bij een miljoen sla je al bij voorbaat op de vlucht.

Dat kan heel plotseling gaan – denk ook aan de Roemeense bloedkerst van 1989, waar een pro-Ceaucescu-demonstratie plots omsloeg in een anti-Ceaucescu-demonstratie, de dictator niet wist wat hem overkwam, maar één ding in elk geval wèl heel zeker wist: dat hij moest zien zo snel mogelijk weg te komen. In zijn geval overigens vergeefs.

Daaruit trekken sommige andere tirannen vervolgens weer lering – je moet het dus zelfs niet tot tien demonstranten laten komen – zoals Assad. Dat die niet als Khadaffi in een rioolbuis wil eindigen, is op zich best invoelbaar. Dat geldt ook voor Khamenei, die bij al zijn vrome praatjes realist genoeg is om te weten dat hij in geval van hoge nood beter op militaire dan op hemelse bijstand kan vertrouwen.

Tenslotte, indien de huidige opstand in Iran dit keer wel mocht slagen, waar eerdere pogingen faalden: zeker Washington moet zich dan niet rijk rekenen. Hoezeer men het daar vast – en terecht – wenselijk vindt dat de Iraanse theocratie het veld ruimt, dat luidkeels verkondigen werkt averechts. Het zal het de ayatollahs juist makkelijker maken om hun tegenstanders, net zoals Poetin al jarenlang met kritische NGO’s doet, als ‘buitenlandse agenten’ weg te zetten, die Iran zijn het land toekomende status als regionale grootmacht ontzeggen. En daarmee wordt nog altijd een zeer gevoelige snaar beroerd.

Amerika zou er zeer verkeerd aan doen om verzet van Iraniërs tegen het eigen regime als sympathiebetoon jegens Washington (of zelfs specifiek Donald Trump) op te vatten. Daarvoor hebben de Verenigde Staten juist inzake Iran een te slechte democratische staat van dienst, die reikt van de door de CIA georkestreerde staatsgreep van de sjah in 1953 tot de steun aan Saddam Hoessein in de jaren tachtig bij diens verwoestende agressieoorlog tegen Iran, die het land een groot trauma heeft bezorgd.

Conflict tussen Marokko en Algerije over Westelijke Sahara loopt verder op

1

Een klap voor Marokko: Algerije is opnieuw op de bres gesprongen voor een onafhankelijke Westelijke Sahara.

Abdelmadjid Tebboune, de kersverse president van Algerije, heeft het Marokkaanse ‘dialoog-initiatief’ openlijk veroordeeld. Vorige zomer riep de Marokkaanse koning Mohammed VI zijn buurland op tot het herstellen van de gespannen diplomatieke betrekkingen en het heropenen van de grenzen tussen beide landen.

Maar Algerije wil hier dus niets van weten. Het land is tegen de Marokkaanse aanwezigheid in de Westelijke Sahara en steunt Polisario, de onafhankelijkheidsbeweging aldaar.

Eergisteren feliciteerde premier Tebboune zelfs de leider van de Arabische Democratische Republiek Sahara (ADRS), Ibrahim Ghali, met zijn herverkiezing. ADRS is een klein gebied in de Westelijke Sahara waar Marokko geen grip op heeft en waar separatisten de scepter zwaaien.

Dit is slecht nieuws voor Marokko. Het koninkrijk soevereiniteit claimt nog altijd de soevereiniteit over de Westelijke Sahara. Volgens Marokko representeert de Arabische Democratische Republiek Sahara niet de Sahrawis, de oorspronkelijke bewoners van het gebied.

Algerije beschuldigt Marokko van kolonialisme. Maar volgens Marokko weigert een vijandig Algerije de dialoog, waardoor de kwestie zich maar blijft voortslepen. Het feit dat veel Sahrawis in een vluchtelingenkamp zitten, vaak onder barre omstandigheden, is volgens Marokko de schuld van Polisario en van Algerije.

In december vorig jaar dreigde Polisario nog met oorlog tegen Marokko. In het Spaanse blad El Salto Diario stelde Polisario-voorman Mohamad el-Ouali Akeik dat ‘de gewapende strijd niet is uitgesloten’.

Van 1884 tot 1975 was de Westelijke Sahara een Spaanse kolonie. Na de dood van de Spaanse dictator Franco werd het gebied door de Marokkaanse koning Hassan II ingelijfd, een jaar later riep Polisario de onafhankelijkheid uit. Tot 1991 is er om de Westelijke Sahara gevochten. Sindsdien heerst er een wapenstilstand.

Nederlaag voor Modi: internetblokkade in Indiaas Kashmir is ongrondwettelijk

0

Volgens het Indiase hooggerechtshof is de internet-blackout in het door India gecontroleerde deel van Kashmir in strijd met de grondwet.

Het hooggerechtshof komt met deze uitspraak recht tegenover de hindoe-nationalistische regering van Nerendra Modi te staan, die verantwoordelijk is voor het afsluiten van het internet.

Vorige zomer trok India de autonomie in van Indiaas Kashmir. Ook is het gebied nu geïsoleerd van de buitenwereld. Het Indiase leger heeft 80.000 troepen naar het gebied gestuurd, lokale parlementariërs zijn gevangen gezet en medicijnen raken op. Daarnaast heerst er een avondklok en liggen het internet en de telefoonverbindingen liggen eruit.

Maar afgelopen vrijdag oordeelde het Indiase hooggerechtshof dat het afsluiten van Indiaas Kashmir van het internet ongrondwettelijk is. Het stilleggen van de communicatienetwerken voor onbepaalde tijd is in strijd met de fundamentele rechten, oordeelde de rechter. Ook moet India voor komende vrijdag alle avondklokken evalueren, om te kijken of deze noodmaatregelen nu nog steeds nodig zijn.

Tot nu toe zijn er nog geen berichten dat India het bevel van het hooggerechtshof heeft opgevolgd. Wel beweert het Duitse medium Deutsche Welle goed ingevoerde bronnen te hebben dat een meerderheid van de politiechefs in Kashmir inmiddels opdracht hebben gekregen om de internetverbindingen in het gebied weer te herstellen. Ook claimt India alvast het internet in tachtig ziekenhuizen weer aan te hebben gezet.

Minister Blok hekelt Israëlische lobbyclub NGO Monitor

1

Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok heeft stevige kritiek geleverd op de pro-Israëlische lobbyorganisatie NGO Monitor, die linkse Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties met achterdocht volgt.

Volgens Blok zijn de beschuldigingen die NGO Monitor doet gebaseerd op ‘selectief citeren, halve feiten en insinuaties’. Aanleiding van Bloks kritiek waren Kamervragen van Denk-voorman Tunahan Kuzu over NGO Monitor en het Israëlbeleid van de Nederlandse overheid, ingediend aan het eind van vorig jaar.

Ten aanzien van NGO Monitor geeft Blok Kuzu gelijk. De minister baseert zich op een rapport van de Policy Working Group, een collectief van onder meer Israëlische voormalige diplomaten en academici.

Blok: ‘Uit dat onderzoek blijkt dat veel beschuldigingen van NGO Monitor gebaseerd zijn op selectief citeren, halve feiten en insinuaties maar niet noodzakelijkerwijs op harde bewijzen, ook al zijn niet alle beschuldigingen irrelevant of onwaar. Deze beschuldigingen hebben bijgedragen aan een klimaat waarin mensenrechtenorganisaties onder toenemende druk zijn komen te staan.’

De minister vindt het belangrijk dat Nederland goede relaties met Israël heeft. Dat betekent niet dat het kabinet achter de Israëlische aanwezigheid op de Westbank staat of, in navolging van Israël, de pro-Palestijnse beweging Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS) antisemitisch wil noemen.

Blok: ‘Het Nederlandse standpunt ten opzichte van BDS is niet gelijk aan dat van de Israëlische regering of NGO Monitor, die BDS als antisemitisme kwalificeren. In gesprekken met de Israëlische autoriteiten dringt Nederland aan op het respecteren van de vrijheid van meningsuiting van mensenrechtenbeschermers, ook als deze zich uitspreken tegen het regeringsbeleid.’

Wel geeft Blok aan dat hij de doelstelling van BDS, het boycotten van Israëlische producten, niet steunt. ‘Het kabinet is tegen een boycot van Israël en streeft naar versterking van de economische relaties met Israël binnen de grenzen van 1967.’

Van Teheran naar Rotterdam: de vlucht van schrijver Hamed Ahmadi

2

Na de crash van het Oekraïense passagiersvliegtuig zijn er wederom protesten opgelaaid in Iran. Ook in 2009 ontstonden er demonstraties, een stuk massaler nog. Vorige zomer spraken we één van de deelnemers aan deze protesten: de uit Iran vertrokken schrijver Hamed Ahmadi (1982). We interviewden hem in het zolderappartement van het Rotterdamse Verhalenhuis Belvédère, dat de laatste jaren fungeert als residentieplek voor schrijvers die hun land zijn ontvlucht.

De vlucht van Hamed Ahmadi en zijn vrouw uit Iran is niet recent, maar wel ingrijpend. Hij schreef onder andere toneelstukken en scenario’s voor films. Helaas werd er niets van zijn hand opgevoerd of verfilmd, want zijn creaties voldeden niet aan de eisen van het regime. ‘Mijn werk was te erotisch getint. Let wel: als er bij wijze van spreken in een toneelstuk een hoofddoek wordt afgegooid, dan gaat het in Iran al te ver. Gelukkig werd er wel een dichtbundel van mij gepubliceerd.’

Naar aanleiding van de presidentsverkiezingen in 2009 ontstond de Groene Beweging. Kandidaat Mir-Hossein Mousavi was veel populairder dan zijn conservatieve opponent Mahmoud Ahmadinejad. Toch won Ahmadinejad de verkiezingen.

‘Een heleboel mensen in Iran vertrouwden dit niet. Ik ook niet. Als reactie hierop ontstond de Groene Beweging. We hadden geen specifiek doel, maar mensen die zich hierbij aansloten wilden dat de stemmen herteld werden, of dat de regering opstapte. In ieder geval waren we tegen het regime, tegen de dictatuur. We wilden meer democratie, om te beginnen verkiezingen die eerlijk verliepen.’

Hoewel er al veel aanhangers van de Groene Beweging waren opgepakt, bleef Ahmadi meedoen. Ongeveer twee maanden na het ontstaan van de Groene Beweging werd hij tijdens een vreedzame demonstratie in Teheran gearresteerd door de Sepah, de Iraanse Revolutionaire Garde. Hij werd twintig dagen vastgehouden zonder dat er een rechter aan te pas kwam.

Tijdens de verhoren werd Ahmadi, toen 27 jaar oud, behoorlijk geïntimideerd. ‘Het was op zich al extra beangstigend dat ik niet wist hoe lang ik vastgehouden zou worden. De mensen die mij verhoorden lieten doorschemeren dat het nog weleens een behoorlijke tijd zou kunnen duren voordat ik werd vrijgelaten.’

‘In Iran kun je veroordeeld worden tijdens een rechtszaak zonder je aanwezigheid’

In Iran is de situatie in de gevangenissen zeer schrijnend, helemaal in vergelijking met Nederland. Grinnikend vertelt Ahmadi dat hij geen ervaring heeft met een Nederlandse cel. ‘De gevangenis is een vreselijk plek om te moeten zijn, plus dat voor mij de reden niet duidelijk was. Ik had niets gedaan waarvoor je in een gevangenis thuishoort.’

Propaganda

Nadat hij weer op vrije voeten was, werd Ahmadi geïntimideerd. ‘Als je niet wilt dat we je weer oppakken, dan moet je voor ons scenario’s gaan schrijven voor propagandafilms,’ werd hem van overheidswege duidelijk gemaakt.

‘Veel kunstenaars deden dit al. Niet alleen om met rust gelaten te worden, maar ook omdat je er veel geld mee kunt verdienen en veel bekendheid kunt krijgen. Geld en bekendheid zijn prettig. Alleen kon ik het niet aan mijzelf verantwoorden om zulke teksten te schrijven.’ Dat kon in Iran niet en hij besloot eind 2011 om zijn vaderland te verlaten. ‘Een moeilijke beslissing, maar wel een goede.’

Weer gearresteerd

Wat Ahmadi niet wist, was dat er een onderzoek tegen hem liep en dat hij op een lijst stond van mensen die het land niet mochten verlaten. Dit merkte hij pas op de luchthaven van Teheran, waar hij werd gearresteerd. De eerste nacht verbleef hij in een cel op de luchthaven, daarna in een politiecel. Na een dag werd hij naar de beruchte Evingevangenis gestuurd.

‘In Iran kun je veroordeeld worden tijdens een rechtszaak zonder je aanwezigheid. Het bleek dat ik was veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf zonder dat ik het wist. Ik kon mijn hoger beroep tegen betaling in vrijheid afwachten. Mijn beroep was succesvol. Geen gevangenisstraf, maar ik mocht mij van de rechter niet meer bemoeien met activiteiten tegen de Iraanse overheid.’

Maleisië en Armenië

Twee maanden na het hoger beroep kreeg Ahmadi zijn paspoort terug en kon hij het land weer uit. Hij vertrok niet alleen. Inmiddels was hij getrouwd met Mojde Radan-Koupaei. Zij had Japanse literatuurwetenschappen gestudeerd, werkte bij de Japanse ambassade in Teheran, gaf les aan een Japanse school en leidde ook Japanse reisgezelschappen rond. Zij ging met hem mee naar Maleisië.

Een van de belangrijkste redenen dat ze voor Maleisië kozen, was dat je met een Iraans paspoort maar naar een beperkt aantal landen kunt reizen zonder visum. Maleisië is een van die landen. Ahmadi en zijn vrouw verbleven anderhalf jaar in Maleisië. ‘Toen we er nog niet zo lang waren, zijn we overvallen,’ vertelt Mojde Radan-Koupaei. ‘Al onze spullen waren weg en Hamed zijn arm was gebroken. Ons gevoel van veiligheid was weg.’

Ahmadi voegt eraan toe dat Maleisië ook een streng moslimland is. Ze waren op zoek naar vrijheid, wat ze daar niet echt vonden. Zijn vrouw kon niet werken in Maleisië, maar Ahmadi werkte voor diverse Iraanse media. ‘Er zijn Iraanse media buiten Iran die niet aan het Iraanse regime gebonden zijn. Schrijven over Iran en over het regime gaat een stuk beter vanuit het buitenland,’ legt Ahmadi uit.

Na hun verblijf in Maleisië woonden ze vijf jaar in Armenië. Daar had Ahmadi het enorm naar zijn zin. ‘Veel mensen denken dat Armenië een klein, arm land is. De mogelijkheden om er te werken zijn inderdaad beperkt. Voor mij maakte het niet zo uit, want ik kon mijn werk voor de Iraanse media buiten Iran gewoon voortzetten. Ik voelde me er enorm thuis en kon mezelf zijn. Helaas is het erg lastig om in Armenië een verblijfsvergunning te krijgen, net als in Maleisië. Van Armenië vond ik dat veel erger.’

Ahmadi zocht contact met ICORN in Noorwegen. Dit is een stichting die schrijvers en andere kunstenaars ondersteunt die niet in hun eigen land kunnen of mogen blijven. ICORN selecteert je voor bepaalde landen of steden. Het Verhalenhuis Belvédère in Rotterdam is bij ICORN aangesloten. ‘Zo is het contact ontstaan. We wonen hier sinds vorig jaar april.’

Er loopt momenteel een asielaanvraag, maar daar kunnen Ahmadi en Radan-Koupaei verder niets over zeggen omdat de procedure nog loopt. Nota bene op basis van haar verblijfsvergunning heeft Radan-Koupaei geen werkvergunning. Dat vindt ze erg jammer, maar ze aanvaardt de situatie zoals die is. Net als in Maleisië kon ze in Armenië niet werken, wat volgens haar te maken had met de hoge werkloosheid in het land. ‘Armeniërs kunnen in Armenië vaak ook geen baan vinden.’

‘Ik heb in vier landen gewoond, maar mijn beste vrienden heb ik in Rotterdam gevonden’

Niet veilig in Iran

De laatste jaren wordt er regelmatig gedaan alsof Iran een veilig land is. Daar is Ahmadi het niet mee eens. Hij begrijpt wel waar het idee vandaan komt. ‘Het heeft twee oorzaken. Ten eerste zeggen westerse toeristen positieve dingen over Iran. Het beeld dat toeristen hebben is dat het een land is waar elke dag feesten worden gegeven. Het leven is er goedkoop en het is een geweldig land om te leven. Dat klopt niet. Voor Iraniërs die 100 procent achter het regime staan is het een geweldig land om te leven. Niet voor mensen die kritiek durven te uiten.’

De tweede oorzaak ligt bij de media. Volgens Ahmadi berichten veel correspondenten te luchtig over Iran. ‘De media proberen over te brengen dat Iran probeert te moderniseren. Dat is onzin. Vijftig jaar geleden leidden veel mensen in Iran, toen nog Perzië geheten, een modern bestaan. Er bestond een zekere mate van godsdienstvrijheid. Iran stond toen nog onder het bewind van Sjah Mohammad Reza Pahlavi. In 1979 werd alles anders met de komst van Ayatollah Khomeini, nu veertig jaar geleden. De klok werd teruggedraaid. De meeste Iraniërs steunen het theocratische regime niet.’

Desgevraagd legt Ahmadi uit dat de woonplaats daarbij geen rol speelt. Je kunt niet zeggen dat mensen die op het platteland wonen conservatiever zijn dan stadsbewoners. ‘Op het platteland wonen ook moderne moslims.’

Nederland en Rotterdam

Wat vinden Ahmadi en zijn vrouw van Nederland? Ahmadi vertelt dat hij al iets over Nederland wist, omdat hij als jonge jongen enorme fan was van het Nederlands Elftal. ‘Gullit, Van Basten, Hans van Breukelen, Frank Rijkaard. Ik vond ze allemaal geweldig. In Iran werden in die tijd kauwgumpjes verkocht met aan de binnenkant van het papiertje afbeeldingen van voetballers. Ook die van Nederland.’

Zijn vrouw knikt. Zij was fan van Marco van Basten en had foto’s van hem bemachtigd. ‘Voetbal verbindt,’ vinden ze.  Hoewel ze goed op de hoogte waren van de populariteit van het Nederlandse voetbal, dachten ze dat veel mensen in Nederland blond waren en groene ogen hadden.

‘We waren heel verbaasd toen we ook een heleboel mensen met donker haar zagen en vrouwen met een hoofddoek. Rotterdam en Nederland bleken veel multicultureler dan we dachten,’ geeft Radan-Koupaei toe. ‘Ik vind het fijn in Rotterdam. Ik heb in vier landen gewoond, maar mijn beste vrienden heb ik in Rotterdam gevonden. Wanneer we in een andere stad zijn geweest en met de trein in Rotterdam arriveren, voelt het als thuiskomen. Als we in Nederland kunnen blijven, dan blijven we bewust in Rotterdam. Voordat ik naar Europa kwam, hoorde ik dat Europeanen koud en afstandelijk waren. Dat klopt niet. Ik voel de warmte wel degelijk.’

‘Er moet veel veranderen in Iran, om te beginnen een democratisch gekozen humane regering’

Ahmadi had ook een onverwachte ervaring. ‘Ik liep een keer ergens in Rotterdam-Zuid, waar het trottoir even was afgezet omdat er moslims zaten te bidden. Dit beeld kende ik uit Iran, maar had niet gedacht dit hier aan te treffen. In mijn beleving ging er iets dreigends vanuit. Maar een stukje verderop stond een Nederlandse man alles te fotograferen. Hij had er een heel ander beeld van dan ik. Voor hem had het iets vredigs.’

Teruggaan

In Iran kon het werk van Ahmadi niet uitgevoerd of gepubliceerd worden, maar er zijn verschillende boeken van zijn hand uitgegeven in het Farsi, via twee uitgevers in Londen. Hij heeft onder andere een biografie geschreven over Farhad, een Iraanse rockartiest die tot 1979 zeer populair was in Iran. Momenteel werkt Ahmadi aan een boek over Shahyar Ghanbari, een Iraanse zanger en dichter die sinds 1979 in het buitenland woont. Ahmadi heeft daarnaast een drieluik geschreven over zijn tijd in de gevangenis. Het is al verschenen in Farsi onder de titel Goriz az Markaz en in het Engels als Mercury’s Moon.

Ahmadi gelooft niet dat hij weer zal teruggaan naar Iran, zeker niet in de nabije toekomst. Hij heeft nog een moeder en broer in Iran. ‘Ik bel regelmatig met mijn moeder, maar ik durf en kan niet terug. Heel veel familieleden van mij wonen buiten Iran, zoals mijn zusje in Schotland. Er moet veel veranderen in Iran, om te beginnen een democratisch gekozen humane regering.’

Voorlopig verblijven Ahmadi en zijn vrouw dus op de zolderverdieping van Verhalen Belvédère, ongeveer 50 vierkante meter groot. Hoe klein en bescheiden ook, ze zijn er blij mee – al is het wel een prestatie om in zo’n minikeuken te kunnen koken.

Dit interview werd vorige zomer gepubliceerd op de Kanttekening (17 juli 2019).

Historicus: ‘Erdogans politiek lijkt op die van het Ottomaanse Rijk in zijn nadagen’

0

De Duitse historicus en Turkijedeskundige Hans-Lukas Kieser vergelijkt de Turkse president Erdogan met de beruchte Ottomaanse leider Talaat Pasja. Dit doet Kieser in een interview met Ahval News. Onder Talaat Pasja zou het Ottomaanse Rijk uiteindelijk ten onder gaan.

Het Ottomaanse Rijk in zijn nadagen voerde volgens Kieser beleid volgens het ‘zondebok-model’. Talaat Pasja en de zijnen voerden een haatcampagne tegen de Armeniërs, die vervolgens slachtoffer werden van een genocide. Erdogan richt nu zijn pijlen op de Gülenbeweging, aldus Kieser.

Daanaast is Erdogan net als Talaat Pasja een politicus die grote risico’s neemt, stelt Kieser. Omdat in Turkije het gevaar van een militaire staatsgreep altijd op de loer ligt, nemen leiders soms grote risico’s om aan de macht te blijven. Dit begon bij Talaat Pasja: dat het Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog verzeild raakte was mede aan hem te danken.

Kieser ziet nog een parallel: Talaat Pasja vervolgde zijn politieke tegenstanders, iets wat Erdogan nu ook doet.

Talaat Pasja steunde in 1908 de staatsgreep tegen de sultan en kwam in 1913 aan de macht. Als minister van Binnenlandse Zaken en daarna als eerste minister gaf Talaat Pasja leiding aan het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de Ottomaanse nederlaag vluchtte hij naar Duitsland. In 1921 werd Talaat Pasja doodgeschoten door een Armeniër, als vergelding voor de Armeense Genocide.

Activisten bekritiseren ‘racistische Aart S.’, twitteraars reageren furieus

11

Was ‘Meneer Aart’ een racist? Deze vraag houdt sinds gisteren veel twitteraars bezig. Aart Staartjes overleed eerder die dag als gevolg van een ernstig verkeersongeluk.

Aart Staartjes werd gisteren stevig onder vuur genomen door anti-racismeactivist en twitteraar Arzu Aslan: ‘Over de doden niets dan goed my ass.’

Foto: Twitter

Staartjes, die van 1985 tot 2001 de landelijke Sinterklaasintocht presenteerde, zou ‘medeschuldig’ zijn aan het fenomeen Zwarte Piet. Deze beschuldiging is bij veel andere twitteraars in het verkeerde keelgat geschoten. Een kleine selectie:

Behalve bakken kritiek krijgt Arzu Aslan ook veel bijval: activisten, linkse partijleden en journalisten nemen het op Twitter voor haar op. Zo benadrukt BIJ1-lid en twitteraar Erik Stronks dat zij ‘in 1001 issues aan de goede kant van de streep staat’ en ‘solidair met onderdrukten’ is. En activist Sander Philipse tweet het volgende:

Ook het Emmense GroenLinks-bestuurslid Jeroen van Strien neemt het voor Aslan op: ‘Goedemorgen! Ik zie dat een gedeelte van mijn TL toestaat dat een vrouw massaal wordt bedreigd, uitgescholden, en dood gewenst wordt vanwege een tweet over Aart S. Ineens is weer duidelijk hoe Twitter ook alweer werkt.’

Vanwege deze bedreigingen steken mensenrechtenadvocaat Wil Eikelboom en journalist Frederike Geerdink Aslan een hart onder de riem. ‘Arzu Aslan stelt vraagtekens bij de algehele verering van Aart Staartjes, en laster, intimidatie en regelrechte bedreigingen zijn haar deel. Twitter op zijn lelijkst en engst’, zegt Eikelboom.

Aart Staartjes werd op vrijdag aangereden door een auto en raakte ernstig gewond. Hij overleed twee dagen later in het ziekenhuis. De meeste mensen kennen Aart Staartjes van het kinderprogramma Sesamstraat, waar hij van 1984 tot 2019 ‘Meneer Aart’ speelde.

Rotterdam: VVD-wethouder splijt coalitie met uitspraak over vluchtelingenquotum

0

De fracties van PvdA, GroenLinks en D66 in de Rotterdamse gemeenteraad willen een spoeddebat over uitlatingen van integratiewethouder Bert Wijbenga (VVD) in NRC. Volgens Wijbenga kan Rotterdam maximaal 640 vluchtelingen opnemen.

Wijbenga deed zijn uitlatingen op persoonlijke titel. De wethouder stelde dat Rotterdam jaarlijks maar één migrant per duizend inwoners kan opnemen. De immigratie legt druk op sociale woningen, onderwijs en de zorg, vindt hij.

PvdA, GroenLinks en D66, de progressieve partijen in de gemeentelijke coalitie met verder VVD, CDA en ChristenUnie-SGP, willen Wijbenga nu tot de orde roepen. Zij vragen zich af of wethouder Wijbenga het coalitieakkoord nog onderschrijft.

Zo vindt PvdA-fractievoorzitter Co Engberts dat er meer woningen voor alle mensen in de stad moeten worden gebouwd. ‘Zo lossen we dingen op. Niet door te wijzen naar migranten’, vertelt hij aan RTV Rijnmond.

Donderdag zal het debat plaatsvinden.

‘Liefdes-jihadist’ Mohamed el Bachiri bepleit verzoening en tolerantie

1

Hij noemt zichzelf een ‘jihadist van de liefde’: Mohamed el Bachiri. De voormalige metrobestuurder verloor zijn vrouw Loubna Lafquiri bij de aanslagen in Brussel van 2016, maar ondanks zijn verdriet blijft deze Marokkaanse Belg oproepen tot medemenselijkheid en tolerantie.

Mohamed el Bachiri (Sint-Agatha-Berchem, 11 juli 1980) woont in de Brusselse wijk Molenbeek. Hij was metrobestuurder en verloor zijn vrouw op 22 maart 2016 bij de aanslag op metrostation Maalbeek. El Bachiri bleef achter met drie zoons, maar koestert geen haat richting de daders van de aanslag.

In december 2016 hield hij hierover een TedX-speech, Un jihad de l’amour, en deze ging niet onopgemerkt voorbij. In maart 2017 bracht hij zijn boek Een jihad van liefde uit, dat hij schreef samen met David van Reybrouck. Daarin vertelt hij over over zijn jeugd in de arme Brusselse wijk Molenbeek, die vaak in verband gebracht wordt met terrorisme, de aanslag in Brussel en de dood van zijn vrouw. Volgens El Bachiri hebben geweld en oorlog niets te maken met de islam of religie in het algemeen.

Een jihad van liefde werd een bestseller in Vlaanderen en Nederland en El Bachiri werd benoemd tot Pax Christi’s Ambassadeur voor de Vrede. In 2019 won hij in Duitsland de Konstanzer Konzilspreis voor het uitdragen van de Europese waarden van verbondenheid en tolerantie.

Nu is er zijn nieuwe boek De odyssee van Mohamed: een aangrijpend verhaal over verlies, rouw, dankbaarheid en liefde. Hierin geeft hij zijn visie op een nieuwe, open samenleving waarin verschil mag bestaan en menselijkheid prevaleert. Daarbij kijkt hij kritisch naar zowel ‘witte onverdraagzaamheid’ als naar ‘islamitische kwezelarij’.

Hoe was het om op te groeien in Molenbeek?

‘Ik had een heel gelukkige jeugd met veel Marokkaanse vrienden, met wie ik veel tijd doorbracht en buiten op straat voetbalde. Er was soms wel racisme. Dan werden we uitgescholden voor ‘vuile boef’, ‘vuile aap’ of ‘vuile Marokkaan, ga terug naar je eigen land’. Wij antwoordden dan gewoon ‘vuile Belg’. We waren wel negatief ten opzichte van de politie. We dachten dat de politie ook racistisch was, omdat ze woorden als ‘boef’ ook gebruikten tegen ons. Daarbij gedroegen ze zich racistisch, ook al zou dat niet zo moeten zijn.’

Voelde u zich onderdeel van die wijk of meer een buitenstaander?

‘Meer een buitenstaander. Als we tijdens het voetballen met de bal een auto raakten, dan kregen we er altijd van langs. Toch waren de blanke leraren op school wel vriendelijk en welwillend. Dat gaf mij de mogelijkheid om toch wat positiever te zijn en te denken dat niet iedereen in de wijk racistisch was. Ik was zelfs erg verliefd op mijn lerares in de derde klas. Ik was toen acht jaar.

Toch vond ik het structurele racisme later het moeilijkste, want ik en mijn vrienden werden overal op ons uiterlijk beoordeeld. Ik kwam daardoor geen club in, zelfs niet als ik met een autochtone inwoner ging. Dat deed pijn en het was frustrerend. Als ik een meisje ontmoette, dan praatte ik niet over mijn Marokkaanse afkomst. Ik heb vaak zelfs een andere identiteit verzonnen.

Ook wat werk betreft was het niet makkelijk, vooral omdat ik geen diploma heb. Ik deed mijn eerste werkervaring pas op toen een Marokkaanse vriend mij inhuurde om mobiele telefoons te verkopen. Daarna ben ik bij het openbaarvervoerbedrijf van Brussel gaan werken, dat gelukkig niet discrimineerde bij het aannemen van mensen. Dat is denk ik de reden dat ik metrobestuurder geworden ben’.

‘Ik zie verbroedering echt als een basis voor de toekomst’

Wat deden die discriminatie en dat racisme met u?   

‘Molenbeek is mijn gemeenschap en ik houd ervan. Het grootste probleem is dat dit niet nieuw is, maar van alle tijden. Molenbeek is een soort getto met veel sociale problemen, denk aan een hoge jeugdwerkloosheid. Als jongeren hadden wij automatisch het stempel van crimineel. Het was vooral ook een obstakel voor integratie en emancipatie. Molenbeek was en is nog steeds een arme wijk en dan krijg je gettovorming.’

Hoe kijkt u nu tegen die wijk aan, die toch behoorlijk in opspraak is geraakt?

‘Met gemengde gevoelens. Ik vind het vreselijk om die conclusie inderdaad te trekken. De jongeren daar waren vaak al delinquent. Sommigen werden opeens jihadisten. Wij vonden hen dwazen die onze religie bezoedelden. Er was een gevoel van hulploosheid in de moslimgemeenschap in Molenbeek, omdat deze jongeren vonden dat we het mis hadden en ze niets meer konden leren. Daarom kozen ze voor de jihad. Het Belgische rechtssysteem kon hier niet mee omgaan en is te laks geweest. De politiek en de media hebben ook altijd negatief tegenover deze gemeenschap gestaan.’

Hoe komt het dat u zelf niet geradicaliseerd bent?

‘Dat zijn de meeste moslims niet, ik ben ook een normale moslim. Wij hebben waarden en principes. Het doden van mensen maakt daar geen deel van uit.’

U verloor uw vrouw bij de aanslagen in Brussel. Hoe gaat u daarmee om?

‘Dat is met het hebben van drie kinderen nog erg moeilijk. Mijn boek gaat erover. Ik praat over dat gevoel van alleen zijn, het verkeerd begrepen worden en het gevoel dat ik in de steek gelaten ben. De aanslagen zijn in ons land allang vergeten en we moeten ook doorgaan, maar de ontkenning van ons lijden door instellingen en autoriteiten laat een bittere smaak achter. Mijn leven is volledig op zijn kop gezet door het onmetelijke verlies van mijn vrouw en de moeder van mijn drie kinderen. Maar ik heb geprobeerd om positief te blijven en die boodschap van liefde uit te dragen. Daardoor is mijn leven veranderd.

Die boodschap van liefde heb ik met schrijver David van Reybrouck in Een jihad van liefde verwoord. Ik krijg daar weer liefde en hoop voor terug, want sinds het verschijnen van dat boek krijg ik veel steun, van mensen met allerlei geloofsovertuigingen. Dat helpt. Het is een mooie vorm van erkenning. Ik zie verbroedering ook echt als een basis voor de toekomst.’

Wat was de impact ervan op uw leven?

‘Ik heb mijn leven van voor de aanslagen afgesneden, dat bestaat niet meer. In het begin was het essentieel om die boodschap van liefde, menselijkheid en universaliteit uit te dragen. Het was voor mij belangrijk om zo te reageren, omdat het voor mij een eerbetoon was aan mijn vrouw Loubna. Maar het was ook een reactie op de terroristen en hun destructieve en manicheïstische visie. Ik heb al mijn moeilijkheden en pijn daarom aan de kant gezet. Er zijn nog steeds veel moeilijke dagen, maar de hoop en dankbaarheid zijn sterker dan de verbittering.’

Wat betekent de islam voor u? Veel mensen zien het als een dogmatische, fundamentalistische godsdienst.

‘De islam is een religie als alle andere, maar bij ons is het dogma sterker. Dat is een keurslijf dat ons verhindert om vooruit te gaan en te denken. De islam was ooit heilzaam voor het volk van het Arabische schiereiland, waar het ontstond in de zevende eeuw. Het was een grote beschaving, waar filosofie en wetenschap bloeiden. Maar nu heeft het aartsconservatieve Saoedi-Arabië te veel invloed, ook op de islam in Europa. Hier betalen wij nu de prijs voor.’

‘De islam is een religie als alle andere, maar bij ons is het dogma sterker’

Waarom heeft u nooit het vertrouwen in uw geloof verloren?

‘Ik ben zeer spiritueel. Ik heb God als een liefdevol persoon leren kennen. Een universele God die liefde heeft voor zijn totale schepping lijkt in de verste verte niet op een dogmatische God, die mensen in een keurslijf dwingt. Ieder mens heeft een eigen beeld van God. Mijn beeld is nooit veranderd.’

Hoe lukt het u om een boodschap van tolerantie te verspreiden, na wat u heeft meegemaakt?

‘Mijn boodschap van tolerantie is gebaseerd op sterke en universele waarden en principes. Ik baseer mij zowel op de voorschriften van de profeten als die van de filosofen. De term jihad wordt te vaak verward met strijd, oorlog en woede, maar het betekent eigenlijk ‘inspanning’. De inspanning die je met jezelf moet aangaan om een beter mens te worden. We moeten ons juist openstellen voor de wereld en ons inspannen voor empathie en liefde. Daarom noem ik het ‘jihad van de liefde’. We moeten ons openstellen naar anderen, willen nadenken en elkaar accepteren, zonder dat we elkaar een mening of cultuur opleggen. Loubna dacht daar ook zo over. We stonden op dezelfde manier in het leven en dat houdt me overeind.’

Foto: De Bezige Bij

Hoe kijkt u aan tegen de manier waarop in het Westen naar de islam gekeken wordt?

‘Het wantrouwen naar moslims toe begon echt te groeien na 11 september 2001. De aanslagen in Europa en IS hebben dit wantrouwen alleen maar sterker gemaakt. Er heerst een klimaat van angst en polarisatie. Onze samenleving voedt angst voor de ander en dit wordt door de media en de politiek in stand gehouden. En angst zorgt er ook voor dat veel mensen hun heil zoeken bij charismatische populistische leiders.’

Hoe kunnen we dit wantrouwen wegnemen?

‘Je moet een klimaat van vertrouwen scheppen. Maar vertrouwen moet van beide kanten komen. Zelf probeer ik bruggen te bouwen tussen de verschillende mensen en culturen. Ik spreek de taal van de jongeren, daardoor luisteren ze naar mij. Ik probeer vooral empathie en respect voor de verschillen bij te brengen. Dat gaat best goed. Ik bezoek scholen, verenigingen en gebedshuizen om mijn kennis te bespreken en te cultiveren.’

Is Europa nu minder verdraagzaam dan voorheen?

‘Veel landen in Europa hebben de waarden verloren die hen groot hebben gemaakt. De grote filosofen van de Verlichting, in het bijzonder Voltaire, zouden door de huidige situatie beledigd zijn. We verliezen een deel van onze menselijkheid en nemen onze toevlucht in onwaardige wetten ten aanzien van vluchtelingen, maar ook ten aanzien van kinderen die gerepatrieerd moeten worden. Ik vind dat er internationaal gezien een verantwoordelijkheid bestaat naar die kinderen toe.’

‘We moeten allemaal inspanningen leveren om de vooroordelen tegen anderen weg te nemen’

Wat staat u het meest tegen?

‘Het is frustrerend dat Marokkanen van de derde generatie en andere migrantenkinderen nog steeds niet het gevoel hebben dat ze volwaardig leden van de samenleving zijn. Er heerst nog steeds een structurele vorm van racisme die ervoor zorgt dat mensen niet verder kunnen klimmen op de sociale ladder. Veel jongeren voelen zich gemarginaliseerd. Daardoor zijn we kwetsbaar, kunnen ze radicaliseren en kunnen ze ten prooi vallen aan extremisme.’

Wat moet er gebeuren om dichter tot elkaar te komen en een mooie toekomst te creëren voor iedereen?

‘We moeten allemaal inspanningen leveren om de vooroordelen tegen anderen weg te nemen. Belangrijk is dat we elkaar leren kennen en uit onze comfortzone stappen, terug naar wat ons bindt: onze menselijkheid. Iedere gemeenschap moet daarbij kritisch op zichzelf zijn. Zo kan er een multiculturele samenleving ontstaan met gemeenschappelijke waarden, zonder de stigmatisering van politici en autoriteiten en zonder buitensporige eisen van een gemeenschap.

Ik zou Voltaire willen citeren. Hij zei ooit: ‘Als er maar één godsdienst in Engeland zou bestaan, dan zouden de mensen bang zijn voor despotisme; als het er twee zouden zijn dan zouden ze elkaar de keel doorsnijden; maar zijn het er dertig dan leven ze in vrede en geluk.’

Deze museumdirecteur bestrijdt rechtsextremisten door ze uit te nodigen

2

Toen museumdirecteur Hilke Wagner naar de grote markt van Dresden liep, voor de opening van een nieuw kunstwerk, werden zij en haar collega’s opgewacht door rechtsextremisten. Zij protesteerden tegen het kunstwerk omdat de kunstenaar van Syrische afkomst was. Deze traumatische ervaring bracht haar op een idee: het museum in Dresden moet haat met dialoog bestrijden. Aan de Britse krant the Guardian vertelt Wagner haar verhaal.

De culturele sector in Duitsland wordt, net als in Nederland, gezien als overwegend links. Zo werd in Leipzig een kunstenaar die met de populistische partij Alternative für Deutschland sympathiseert uitgesloten van de jaarlijkse schilderijtentoonstelling. En de directeur van het Berlijnse Friedrichstadt-Palast theater zei het nog duidelijker: AfD-stemmers zijn niet welkom in zijn theater.

Wagner heeft echter niet voor deze weg gekozen. Dat kan ook moeilijk in Dresden, omdat Alternative für Deutschland en Pegida daar heel sterk zijn. Ook medewerkers van het museum hebben vrienden en familieleden die AfD stemmen of zich verwant voelen met Pegida.

Om die reden organiseert het Albertinum Museum in Dresden open discussieavonden, waar iedereen welkom is. Zo’n zeshonderd mensen kwamen op de eerste avond af: ook Pegida-aanhangers en mensen die Wagner haatmailtjes hadden gestuurd.

‘Het was aanvankelijk heel moeilijk’, vertelt Wagner. ‘Er werd geschreeuwd, met deuren geslagen, er waren ruzies en verwijten. Maar het ontwikkelde zich in een goede richting.’ Eén man, die Wagner een haatmail had gestuurd omdat ze tegen Oost-Duitse kunst zou zijn, stond op en bood zijn excuses aan.

Dankzij de dialoogsessies kwam Wagner erachter dat de inwoners van Dresden graag meer wilden zien over de Oost-Duitse tijd (1945-1989) en het geallieerde bombardement op Dresden in februari 1945, waardoor de stad verschrikkelijk werd verwoest. Wagner had hier wel enige bedenkingen bij: een tentoonstelling hierover zou AfD in de kaart spelen, dacht zij, omdat die het verhaal van het Duitse volk als slachtoffer promoot.

Maar ze wist een compromis te vinden. Schilderijen over het verwoeste Dresden worden tentoongesteld naast anti-oorlogskunst van Naria Lassnig en Marlene Dumas. En er is een kunstwerk van Wolfgang Tillmans waarop de vernietiging van Dresden te zien valt, naast de verwoesting van de Britse stad Coventry die door de Luftwaffe werd gebombardeerd.

Wagner: ‘Ik wilde duidelijk maken dat we deze werken niet geïsoleerd tentoonstelden, maar dat we ze tentoonstelden op ooghoogte met andere perspectieven.’

Er valt nog veel te doen, vertelt de museumdirecteur aan the Guardian. Maar de laatste tijd krijgt Wagner geen haatmailtjes meer.