17.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 780

Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders: stop ‘Marokkaniseren’ van problemen

2

Het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) haalt uit naar het plan van Leefbaar Rotterdam om over te gaan tot een speciale ‘Marokkanenaanpak’. Volgens het SMN past dit plan in een reeks ‘stigmatiserende uitingen’ over Marokkaanse Nederlanders.

Een week geleden stelde Leefbaar Rotterdam een ‘Marokkanenaanpak’ voor om met name ‘blanke ouderen’ te beschermen tegen criminaliteit door Marokkaanse Nederlanders. ‘Marokkanen zijn oververtegenwoordigd in criminele activiteiten. Ze zijn 22 keer zo vaak verdachte van zaken met geweld zoals straatroven en roofovervallen’, zegt de partij bij monde van raadslid Tanya Hoogerwerf.

Dit schiet in het verkeerde keelgat bij het SMN, dat politici en overheidsfunctionarissen steeds meer dit soort woorden ziet gebruiken, zoals Wilders’ ‘Minder, minder Marokkanen’, ‘Marokkanenverdelgers’ en ‘mocromaffia’. ‘Deze beeldbepalende termen hebben direct effect op het dagelijks functioneren’ van Marokkaanse Nederlanders en zou bevolkingsgroepen tegen elkaar uitspelen.

Het SMN roept politici en de overheid op om te stoppen met het ‘Marrokaniseren’ van problemen. Ook wil SMN dat etniciteit niet lager wordt meegenomen bij de registratie van criminaliteit.

‘De European Commission against Racism and Intolerance heeft meermaals aangekaart dat Nederland een norm overschrijdt met deze herkomstuitsplitsingen in verdachtencijfers. Deze variabele blijkt met de nodige correctievariabelen enorm aan betekenis in te boeten’ en vormt daarmee het fundament voor ‘stigmatiserende analyses’, aldus het SMN.

‘Ik schaamde mij heel erg voor mijn ouders en mijn Chinese achtergrond’

1

Pete Wu (1985) is journalist en schreef het boek De bananengeneratie.

Zijn Chinese ouders noemen hem ‘banaan’: geel van buiten, maar wit van binnen. We spraken Pete Wu over hoe het is om op te groeien als Chinese Nederlanders van de tweede generatie.

Pete, je was de afgelopen weken niet weg te slaan uit de media.

‘Ja, en ook daarbuiten kreeg ik erg leuke reacties van mensen. Wat wel vaak zo is: je vertelt steeds een beetje hetzelfde verhaal, de boodschap van het boek. Maar dat is natuurlijk alleen maar heel goed.’

Want voor de mensen die De bananengeneratie nog niet kennen – wat is je boodschap?

‘Wat ik met dit boek wil zeggen is dat wij – Chinese Nederlanders – niet per se onze ouders zijn en ook niet altijd voldoen aan de stereotypen die we kennen uit de media. Als mensen ons zien, zien ze vaak eerst het beeld van wat ‘de Chinese Nederlander’ zou zijn: een IT’er of iemand die iets doet met wiskunde of bedrijfskunde. Iemand die later vast chirurg wil worden. Maar ik wil laten zien dat Chinese Nederlanders ook influencer kunnen zijn, of bijvoorbeeld psycholoog.’

Wanneer besloot je dat jij dit boek moest schrijven?

‘Toen ik drie jaar geleden op reis was met mijn moeder door China. Ik was dertig. Zij voelde zich zo ontzettend thuis in China en toen besefte ik voor het eerst: wat is het eigenlijk raar dat ik zoveel afstand voel ten opzichte van mijn eigen thuis. In de jaren daarvoor schaamde ik mij namelijk heel erg voor mijn ouders en mijn Chinese achtergrond. Misschien is dat trouwens wel normaal voor een puber.’

Hoe uitte die afstand zich in de praktijk?

‘Als ik een groepje Aziaten zag op straat, dacht ik zelf ook: die kunnen vast geen Nederlands. In de collegezaal ging ik nooit naast een Aziaat zitten omdat ik dan dacht dat mensen zouden denken dat we bij elkaar zouden horen. Misschien voelde ik ook wel een extra grote afstand omdat ik even daarvoor uit de kast was gekomen als homo. Dat is niet iets dat past in de traditionele Chinese cultuur. Toen ik voor de Volkskrant een stuk schreef over mijn eigen worsteling met mijn Chinese achtergrond kreeg ik daar zoveel reacties op dat ik dacht: ‘Daar moet ik iets mee’.’

Waren die reacties positief?

‘De reacties waren heel divers. Veel Chinese Nederlanders die mij benaderden gaven mij een ander beeld van wat een Chinese Nederlander ook zou kunnen zijn. Daar had ik heel veel aan. Zoals ik ook veel had aan de reacties van Chinese Nederlanders die zich heel erg herkenden in mijn verhaal. Er wordt gewoon heel weinig geschreven over onze tweede generatie. Ik ging nadenken over hoe ik die stereotype gedachten over Chinese Nederlanders kon onderzoeken en ontmantelen. Ik ging op een cursus Mandarijn, wilde andere Chinezen ontmoeten. Het bleek een groep te zijn die lang niet zo stereotiep is als veel mensen denken. Ik maakte een kort fictieverhaal voor uitgeverij Das Mag – en toen vroegen ze of ik ook iets langers kon schrijven. Dat werd mijn boek De Bananengeneratie.’

‘Ik wil laten zien dat Chinese Nederlanders ook influencer kunnen zijn, of psycholoog’

Hoe moeilijk is het om een Chinese Nederlander te zijn? Over de discriminatie van Chinezen en andere Aziaten hoor je nauwelijks iets.

‘In vergelijking met andere mensen die ik heb gesproken heb ik relatief weinig last van discriminatie gehad. Maar ik wilde niet dat mijn ervaring hiermee het uitgangspunt zou worden voor het boek. Ik sprak ook iemand die als kind werd vastgebonden aan een boom. Het hele idee van de modelminderheid te zijn, daar heb ik het ook met een psycholoog over gehad. Dat zorgt voor een hele aparte dynamiek. In mijn boek werk ik al die voorbeelden uit.’

Ervaren Chinese Nederlanders een identiteitscrisis?

‘Daar zijn volgens mij ontzettend veel gradaties in. Ik ben zelf, althans dat is mijn gevoel, heel erg verwesterd. Dit komt omdat ik rondloop in een geheel witte mediaomgeving. De vraag is daarnaast: hoe graag zie je een groep als een homogene groep? Met mijn boek probeer ik de nuances te verkennen.’

Wat is het Chinese in jou?

‘De Nederlandse cultuur is naar mijn gevoel heel individualistisch, terwijl de Oost-Aziatische cultuur meer op de familie is gericht. Van het geld dat ik met dit boek ga verdienen zal ik mijn ouders bijvoorbeeld mee uit eten nemen. Ik weet niet of ik mijn ouders later in huis ga nemen, maar om ze echt in een bejaardenhuis te stoppen, dat vind ik eigenlijk ook geen goed idee. Ik leef in respectvolle verbondenheid met mijn ouders, maar of dat uniek is voor Chinezen? Toen ik liep te piekeren hoe ik mijn ouders zou vertellen dat ik homo was zei mijn therapeut: ‘Waarom zou je voor hen uit de kast komen?’

Overigens denk ik niet dat ik snel de deur zal platlopen bij Asian parties. Daarvoor zijn die feestjes toch net iets te hetero-normatief. Maar goed, toen ik uit de kast kwam als homo bezocht ik wel opeens queer parties. Dus nu ik uit de kast kom als Chinees… you never know!’

Zijn er veel Chinese Nederlanders die zich verbonden voelen met het communistische regime? Speelt de politieke situatie in China hier überhaupt?

‘Er zijn wel Chinezen in Nederland die China echt number one vinden. Maar de meeste Chinezen in Nederland voeden zich gewoon met dezelfde media als iedereen. Zelf vind ik het eigenlijk altijd raar als mensen mij zien als een representant van China. Als mijn generatie is gevormd door iets Chinees, dan is het door de jaren-tachtig-cultuur van onze ouders. Maar dat China bestaat niet meer. Ik kan met veel interesse kijken naar China. Maar als iemand iets wil weten van het China van nu, dan moet je spreken met iemand die in China woont.’

Je keert jezelf behoorlijk binnenstebuiten in dit boek. Zijn er ook dingen die je niet hebt opgeschreven?

‘Als ik er nog een jaar langer aan had kunnen werken was er waarschijnlijk nog meer nuance in het boek gekomen. Er zijn zoveel verschillende soorten Chinezen. Je hebt Hong Kong-Chinezen. Chinezen uit Taiwan, Suriname en Indonesië. Hun ouders zijn om hele andere redenen naar Europa gekomen dan die van mij, dus daar kan ik eigenlijk weinig over zeggen. Zij voelen zich waarschijnlijk wel echt anders dan Chinezen van het vasteland. En zelfs daar zijn nog verschillen. Mijn ouders spreken bijvoorbeeld Wenzhouhua, een taal die nogal verschilt van het standaard-Mandarijn. Chinezen wonen zo verspreid door Nederland dat er eigenlijk nauwelijks een gemeenschap is. Mijn ouders kennen in Tilburg denk ik 24 andere Chinezen. Vroeger hadden we niet een vaste chillplek met andere Chinezen. Dat had ik denk ik wel leuk gevonden. En dan had ik het wellicht ook normaler gevonden om met andere Chinezen rond te hangen.’

 ‘Ik heb veel meer respect gekregen voor mijn ouders en hun Chinees-zijn’

Je hebt het boek opgedragen aan je vader en moeder, de ’twee reuzen’ in je leven. Hoe kijken zij naar het boek?

‘Een jaar geleden ben ik begonnen met schrijven. Ik was toen heel enthousiast. Toen ik drie jaar geleden dat stuk schreef voor de Volkskrant, zeiden klanten van de snackbar tegen mij hoe leuk ze dat verhaal vonden. Maar voor mijn ouders zelf was en is mijn geschrijf geen prioriteit. Al vroeg mijn moeder toen ze hoorde dat ik een boek schreef nog wel: ‘Wordt het de nieuwe Harry Potter?’’

En je broer en zus?

‘Mijn broer en zus heb ik eerder stukken gestuurd, om te kijken of mijn eigen herinneringen wel kloppen. Maar we komen niet uit een praatcultuur. Dus ook voor hen zullen dingen nieuw zijn. Mijn verhaal is natuurlijk anders dan dat van hen, omdat ik gay ben.’

Ben je anders gaan kijken naar je ouders na het schrijven van dit boek?

‘Zeker. Ik heb veel meer respect gekregen voor mijn ouders en hun Chinees-zijn. Bij heel veel dingen heb ik al die jaren niet stilgestaan, besef ik nu. Op je vijfentwintigste verhuizen naar een ander continent, naar een land waar ze een andere taal spreken, om daar een snackbar te openen, dat zou ik echt niet kunnen. Zij hebben zoveel opgegeven voor ons. Mijn moeder wilde zangeres worden. Die droom heeft ze laten gaan. Mijn ouders maakten hun studie niet af omdat ze dachten dat Nederland het beloofde land was. Hier werden ze echter meteen het harde horecaleven ingegooid. Ik mocht alles studeren wat ik wilde, heb geleefd van een studiebeurs. Als ik nu zou emigreren zou ik een expat zijn.’

Het accepteren van jezelf, je Chinese achtergrond en het accepteren je homoseksualiteit door je ouders spelen een grote rol in je boek. Hoe gelukkig ben je nu?

‘Soms heb je goeie dagen soms slechte. In de liefde heb ik niet te klagen. En ik ben ook blij dat ik nu met heel andere ogen naar mijzelf en naar mijn ouders kijk. Mijn boek laat zien dat je ook op een andere manier naar Chinezen kan kijken. Het is al weer een tijdje geleden dat ik uit de kast kwam. Ik hoop dat mijn ouders zien dat ik goed functioneer. Ze hebben mijn ex ontmoet. De volgende stap zou zijn dat ze mijn nieuwe partner beter leren kennen.’

Wie bekommert zich nog om Kashmir? De EU in elk geval niet

1

Het Europees Parlement loopt nog niet bepaald warm voor de mensenrechtensituatie in Kashmir. Alleen Britse Europarlementariërs hebben het onderwerp hoog op de agenda, maar zij kunnen weinig betekenen.

In het door India bezette deel van Jammu en Kashmir heerst de noodtoestand. Op 5 augustus besloot de regering-Modi de speciale status van de deelstaat Jammu en Kashmir in te trekken. Sindsdien heeft het Indiase leger zo’n 80.000 troepen naar Kashmir gestuurd en is de regio afgesloten van de buitenwereld. Niemand mag Kashmir nog in en uit. Het internet en de telefoonverbindingen liggen eruit, medicijnen raken op.

India zegt de orde in Kashmir te willen herstellen, omdat islamitische separatisten er ruim dertig jaar streden tegen wat zij zien als een Indiase bezetting. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch maken zich zorgen over de mensenrechtensituatie in Kashmir.

Ook de Kashmir Council EU komt op in Europa voor de mensenrechten in Kashmir. De lobbygroep organiseerde begin afgelopen dinsdag samen met Europarlementariër Shaffaq Mohammed van de Britse Liberal Democrats een bijeenkomst om aandacht te vragen voor de zorgwekkende situatie in het Indiase deel van Kashmir.

De belangrijkste gast is de minister-president van het Pakistaanse deel van Kashmir, Raja Muhammad Farooq Haider Khan. Hij zegt zijn hoop te vestigen op de Europese Unie, die volgens hem in tegenstelling tot de Verenigde Staten, China en de Arabische landen de mensenrechten wél hoog in het vaandel heeft staan.

‘Wij hadden graag ook politici uit het Indiase deel van Kashmir uitgenodigd, maar zij zitten allemaal in de gevangenis’, vertelt Shaffaq Mohammed van de Liberal Democrats tijdens de persconferentie. Hij stelt dat niet alleen Kashmiris die de separatistische zaak zijn toegedaan lijden onder de Indiase repressie, maar ook de loyalisten.

‘India doet voorkomen alsof de mensen in Kashmir heel erg blij zijn met het intrekken van de autonome status van het gebied, maar dat is propaganda. Acht miljoen mensen leven onder een avondklok.’ Mohammed komt zelf uit Noord-Ierland, waar je vroeger een soortgelijke situatie had. ‘Officieel ging het om veiligheid, maar de veiligheidstroepen volgden een shoot-to-kill-policy.’

‘Veel vrouwen worden verkracht door militairen’

Ali Reza Syed van de Kashmir Council EU hekelt net als Mohammed de mooi-weer-politiek van India: ‘Modi beweert dat alles normaal is in Kashmir. Maar als dat zo is, waarom mogen journalisten, studenten en Indiase parlementariërs Kashmir dan niet in?’

Ook Shaffaq Mohammed mocht Kashmir niet in. Opmerkelijk genoeg besloot India vorige week wel om – voornamelijk uiterst rechtse – Europarlementariërs uit te nodigen. Vanuit de Indiase oppositie klinkt veel kritiek. Oppositieleider Rahul Ghandi, die in augustus zelf nog uit Kashmir werd geweerd, vindt deze situatie ‘heel verkeerd’ en parlementslid Shashi Tharoor noemt het bezoek ‘een belediging voor de democratie’. Asaduddin Owaisi, de leider van de islamitische partij AIMIM, zegt dat de delegatieleden last hebben van ‘islamofobie’ en noemt hen ‘nazi lovers’.

Mohammed rept van een PR-stunt van India, die echter een PR-ramp is geworden. ‘Waarom nodigde India geen leden van de mensenrechtencommissie van het Europees Parlement uit? Waarom mocht ik niet komen, terwijl ik de enige Europarlementariër ben met wortels in Kashmir?’ Als India écht openheid van zaken had willen geven, dan hadden ze een delegatie uitgenodigd met Europarlementariërs uit allemaal verschillende partijen, vindt hij.

Niet te veel verwachten

Er werden dinsdag ook paneldiscussies georganiseerd. Aan het woord komen activisten en Europarlementariërs die zich hard maken voor de Kashmiris. Suraiya Siddiqi, lid van de Kashmir Global Council, de internationale lobbyclub voor een vrij Kashmir, stelt dat de onderdrukking van Kashmir veel verder teruggaat dan afgelopen augustus.

‘Mijn man werd een kleine twintig jaar geleden door de Indiase politie gearresteerd en gemarteld. Ik stond er helemaal alleen voor. Toen onze dochter jarig was wilden we hem bezoeken, maar mijn man mocht zijn dochtertje niet zien.’

Volgens Siddiqi, die inmiddels naar het Westen is gevlucht, hebben de vrouwen van Kashmir het nog zwaarder de mannen. ‘Veel vrouwen worden verkracht door militairen. Ze durven daarom vaak niet meer over straat.’ Siddiqi eindigt haar betoog emotioneel. ‘Kashmir is in 1947 in tweeën gebroken, maar we moeten niet toestaan dat de mensen nu ook gebroken worden.’

Maar wat kan de Europese Unie doen? De EU heeft weinig invloed op het wereldtoneel – en Europarlementariërs al helemaal niet. Phil Bennion, een Britse Europarlementariër voor de Liberal Democrats, snapt dit wel.

‘Verwacht niet te veel van ons. Er komt geen militaire interventie tegen India om Kashmir te helpen. Het enige wat we kunnen doen is politieke druk uitoefenen. Maar dit zal een harde strijd worden. Verwacht geen gemakkelijke overwinning.’

Over het middel van economische sancties is Bennion sceptisch. India kent al hoge tariefmuren, zegt hij. Theresa Griffin, een Britse Europarlementariër van Labour, vindt niettemin dat bij elke handelsovereenkomst die de EU in de toekomst met India sluit de mensenrechten expliciet genoemd moeten worden.

Bennion vindt dat Europa het Indiase publieke bewust moet maken van mensenrechtenschendingen in Kashmir en de nationalistische hate speech in India tegen moslims. ‘Wij in Europa weten waartoe zulke taal uiteindelijk kan leiden.’

‘Verwacht geen gemakkelijke overwinning’

Het valt op dat de enkele Europarlementariërs die zich betrokken voelen bij de situatie in Kashmir zonder uitzondering Brits zijn. Het gevaar dreigt dat de kwestie Kashmir van de Europese agenda verdwijnt als de Brexit straks een feit is en de Britse Europarlementariërs hun zetels moeten opgeven.

Ook Griffin en haar Labour-collega John Howarth maken zich hier zorgen over. ‘Dat ik bij Kashmir betrokken ben geraakt komt mede omdat er zoveel mensen uit Kashmir in mijn kiesdistrict in Engeland wonen’, vertelt Griffin. ‘Natuurlijk vind ik het los daarvan een heel belangrijk onderwerp, maar dankzij mijn achterban zijn de lijntjes korter.’

Howarth vult aan: ‘Ik weet niet hoe lang wij nog in het Europees Parlement blijven zitten en of we onze termijn kunnen volmaken. Maar Europarlementariërs uit andere Europese landen zouden – als de Brexit inderdaad binnenkort zal plaatsvinden – ons stokje moeten overnemen wat Kashmir betreft. Misschien kan onze Nederlandse fractiegenoot Kati Piri van de PvdA dit wel doen.’

Ali Reza Syed van de Kashmir Council EU blijft hoe dan ook hoopvol. ‘Niemand geloofde dat de Berlijnse Muur zou vallen, maar dat gebeurde toch: op 9 november precies dertig jaar geleden. Kashmir zal ook weer worden herenigd en vrij zijn.’

Frankrijk: Macron sust rechterflank met aangescherpte immigratiewetten

0

Frankrijk zal verscherpte maatregelen treffen in haar immigratiebeleid. President Emmanuel Macron lijkt hiermee de onrust onder rechtse kiezers te willen bedaren. Over een paar maanden beginnen de Franse gemeenteraadsverkiezingen. 

De nieuwe maatregelen die Macron woensdag aankondigde, houden onder andere in dat de toegang tot gezondheidszorg voor nieuwe asielzoekers wordt bemoeilijkt. Zij zullen voortaan drie maanden moeten wachten op medische hulp, wanneer deze niet-spoedeisend is.

Ook zullen illegale migrantenkampen in en rond Parijs tegen het eind van dit jaar worden ontruimd. Bovendien zal de regering vanaf 2020 jaarlijks een quotum hanteren aan de hand waarvan visa zullen worden verleend aan geschoolde immigranten.

‘We willen de controle terugkrijgen over ons immigratiebeleid’, aldus premier Édouard Philippe. ‘Mijn doel is om iedereen eruit te gooien die geen reden heeft om hier te zijn’, zei president Macron vorige week in een interview met het rechtse magazine Valeurs.

De regering van Macron beantwoordt hiermee aan rechtse verlangens. Rassemblent National, de radicaal-rechtse partij van Marine le Pen, zet de immigratie-onrust met succes in om kiezers aan zich te binden. Rechtse kiezers verwijten Macron niet ver genoeg te gaan.

Recentelijk zei president Macron op een bijeenkomst van zijn sociaal-liberale partij En Marche dat zijn partij er geen moet worden van de ‘bourgeois’, de hogere klasse die leeft in wijken waar weinig tot geen migranten wonen.  Het is vooral de arbeidsklasse die dagelijks te maken heeft met migratie, ‘en dus is overgelopen naar radicaal-rechts’.

Vorig jaar vroegen 124.000 mensen asiel aan in Frankrijk, een stijging van 23 procent ten opzichte van 2017. De verzoeken kwamen met name uit de voormalige Franse koloniën in Afrika, maar ook uit Afghanistan, Syrië en Soedan. Deze enorme stijging heeft ertoe geleid dat vele duizenden extra migranten op straat leven en in tentjes slapen.

Al sinds deze zomer probeert de Franse regering de asielkampen te sluiten. Macrons regering beschuldigt sommige asielzoekers ervan ‘medische toeristen’  te zijn, die afkomen op de kwalitatieve medische zorg in Frankrijk.

EU zegt niet te gaan betalen voor Turkse ‘safe zone’ in Noord-Syrië

1

De Europese Commissie zegt niet mee te gaan betalen aan een Turkse ‘safe zone’ voor vluchtelingen in Noord-Syrië.

In deze ‘safe zone’, een door Turkije bewaakte bufferzone in Noord-Syrië, wil president Erdogan miljoenen vluchtelingen die nu nog in Turkije zitten huisvesten. Voor de bouw van huizen, ziekenhuizen, scholen en winkelcentra is volgens Turkse staatsmedia ruim 23 miljard euro nodig.

De Europese Commissie laat alvast weten niet hier niet aan mee te willen werken. ‘Het terugkeren van Syrische vluchtelingen naar hun land zou moeten gebeuren op basis van vrijwilligheid’, zo quote de Turkse krant Arti Gercek een woordvoerder.

Eerder meldde de Turks-Zweedse journalist Abdullah Bozkurt dat Turkije in geheime onderhandelingen 28 miljard euro eist van de EU. Anders dreigt president Erdogan de poort naar Europa open te zetten voor 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen, zegt Bozkurt.

 

Biculturele bruggenbouwers met een dubbel-identificatie

1

Vorig weekend werd bekend dat Mohamed Ihattaren voor het Nederlands elftal gaat voetballen en niet voor Marokko. ‘Ik heb er lang over nagedacht en heb ook veel met mijn familie overlegd. Uiteindelijk zijn we tot de beslissing gekomen om voor het Nederlands elftal te kiezen’ vertelt de 17-jarige middenvelder van PSV. Hij benadrukt dat zijn moeder ‘meteen een goed gevoel’ had. Het land vierde het goede nieuws in koor.

Dit is de realiteit: er zijn mensen die hier zijn geboren maar tegelijkertijd bewust zijn van het feit dat hun ‘wortels’ elders liggen. In sommige gevallen hebben deze Nederlanders een dubbele nationaliteit. Dat heeft consequenties.

Zo wordt van Marokkaanse Nederlanders, geboren en getogen in Nederland, verwacht om toch loyaal te zijn aan de Marokkaanse staat. Recentelijk schreef ik in mijn column voor de Kanttekening over Marokkaanse Nederlanders die zich daar tegen verzetten en af willen van hun Marokkaanse paspoort. Het dilemma waarmee Turkse Nederlanders worstelen is hiermee enigszins vergelijkbaar.

Er zijn Turks-Nederlandse Erdogan-critici die – in tegenstelling tot ‘autochtone’ Nederlanders die kritiek op Erdogan hebben – worden opgepakt als ze een voet op Turkse bodem zetten. Aan de andere kant zijn er ook veel Turkse Nederlanders die bij de Turkse verkiezingen op Erdogan stemmen, terwijl ze geen last hebben van de effecten van zijn autoritaire beleid omdat ze in Nederland wonen. Maar, en daar gaat deze column over, er bestaat ook zoiets als dubbel-identificatie.

Het was twaalf jaar geleden toen koningin Máxima die toespraak hield met de inmiddels beroemde woorden: ‘De Nederlandse identiteit bestaat niet’. Volgens haar is de Nederlandse identiteit ‘te veelzijdig om in één cliché te vatten’. In de toespraak vertelde Máxima over haar reis naar Marokko met Willem-Alexander. Zij ging met een groepje Nederlandse jongeren, waarvan de helft een Marokkaanse achtergrond had. Deze jongeren fungeerden als gidsen en tolken.

Máxima was vol lof over hen: ‘Moeiteloos vertaalden ze heen en weer tussen Marokkaans en Nederlands. Wat geweldig, om thuis te zijn in twee culturen en moeiteloos van de een naar de ander te kunnen springen. Bruggenbouwer te kunnen zijn. Ik was enorm trots op hen.’ Deze jonge Marokkaanse-Nederlanders hadden een dubbel-identificatie. Ze voelden zich verbonden met Nederland én met Marokko.

Je kunt in Nederland zijn geboren, maar je toch identificeren met het land waar jouw wortels liggen

Máxima hield haar beroemd geworden toespraak tijdens de presentatie van het WRR-rapport met de veelzeggende titel Identificatie met Nederland. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelde in dit rapport dat het moest gaan om identificatie, niet om identiteit. Identiteiten zijn namelijk statistisch en sluiten uit, terwijl mensen vaker meerdere identificaties hebben.

Ihattaren en de Marokkaans-Nederlandse jongeren die met Máxima en Willem-Alexander naar Marokko gingen illustreren dit perfect. Zij hebben een hybride identiteit. Dit is een gelaagde identiteit, waarbij een keuze voor of voor het ene land of voor het andere land onmogelijk is. Deze jongeren zijn een hutspot van verschillende culturen, talen en netwerken.

Toch praten politici vandaag de dag nog steeds over ‘de’ Nederlandse identiteit die bedreigd zou worden en over migranten die niet zouden integreren. De realiteit is echter dat Nederland complexer is geworden. Haagse politici praten graag in oude begrippen en hanteren een dichotome manier van denken. Het is wit of zwart, Nederlander of Marokkaan, ingeburgerd of niet.

Haagse politici worden zenuwachtig wanneer jongeren die in Nederland geboren zijn met Turkse vlaggen zwaaien op de Erasmusbrug. Dat past niet in hun logica. Maar dit is de realiteit anno 2019: je kunt in Nederland zijn geboren, maar je toch identificeren met het land waar jouw wortels liggen. Dat wil niet zeggen dat je niet van Nederland houdt, het betekent dat je een dubbel-identificatie hebt.

Als je wil begrijpen hoe de multiculturele, multi-etnische samenleving er echt uit ziet, dan moet je niet naar het Binnenhof gaan. Ga naar het voetbalstadion, het concertgebouw, het poppodium. Op die plekken kom je mensen tegen die geen moeite hebben met het feit dat hun landgenoten dubbel-identificaties hebben. Daar worden mensen zoals Mohamed Ihattaren, die een dubbel-identificatie hebben, op basis van hun talenten en inzet beoordeeld én in het zonnetje gezet.

 

Italië: jeugdteams willen voetballen met zwart geschminkte gezichtjes, schrikken terug door ophef

0

Voetballertjes van twee Italiaanse jeugdteams waren van plan om hun gezichten zwart te schminken. Het doel: racisme bestrijden. Maar dit plan viel niet bij iedereen in goede aarde. De clubs hebben hun idee daarom ingetrokken.

Tijdens een wedstrijd tussen twee jeugdteams werd een tienjarige zwarte voetballer zaterdag racistisch uitgescholden door een moeder aan de zijlijn. Haar zoon speelde voor het andere team, Aurora Desio genaamd.

Binnenkort spelen de twee teams weer tegen elkaar. Laten we een statement maken tegen de racistische belediging van de voetbalmoeder, dachten beide teams. Uit protest hebben de voetbalteams besloten om de volgende keer met zwartgeschminkte gezichten het veld te betreden.

Ook andere teams van Aurora Desio zouden met zwart op hun gezicht gaan voetballen, zo maakte de club zelf bekend op Facebook.

Over dit besluit kwam veel ophef op social media. ‘Blackface’ is racisme, stellen antiracistische activisten. In de Verenigde Staten schminkten witte toneelspelers vroeger hun gezicht zwart als ze een klucht over zwarte mensen wilden opvoeren. Ook het Nederlandse fenomeen Zwarte Piet wordt door velen als een racistisch symbool beschouwd.

Aurora Desio is geschrokken van de ophef en krabbelt nu terug. Tegen CNN verklaart directeur  Alessandro Crisafulli dat de spelertjes nu slecht twee zwarte vegen op hun gezicht krijgen, ‘als teken dat we allemaal broeders zijn en dat huidskleur er niet toe doet’.

In Italië komt racisme bij voetbal veel voor en worden zwarte voetballers vaak door racistische spreekkoren beledigd. Dit overkwam Mario Balotelli van voetbalclub Brescia afgelopen weekend nog. De Italiaanse voetbalbond heeft tegen deze racistische praktijken nog steeds geen maatregelen genomen.

Spanje: radicaal-rechtse partij Vox stevent af op verdubbeling in zetels

1

Volgens de opiniepeilingen zal de radicaal-rechtse partij Vox haar zetelaantal zo goed als verdubbelen bij de Spaanse verkiezingen van aankomende zondag: van 24 naar 46 zetels.

De verkiezingen van zondag zijn de vierde parlementsverkiezingen in vier jaar. De vorige verkiezingen vonden in april plaats, maar de coalitieonderhandelingen mislukten daarna.

Volgens analisten zorgt deze instabiele situatie ervoor dat kiezers het vertrouwen in de traditionele partijen hebben verloren en hun heil zoeken bij radicale partijen. Het radicaal-rechtse Vox is voor rechtse kiezers een alternatief. De sociaaldemocratische PSOE is volgens de opiniepeilingen nog steeds de grootste.

Vox is in 2013 opgericht door enkele oud-leden van de Partido Popular, de conservatief-christelijke Volkspartij. Vox is tegen abortus, tegen het toelaten van niet-westerse migranten en voor het afschaffen van autonomie van de regio’s. Het onafhankelijkheidsstreven van Catalonië heeft Vox bij conservatieve Spaanse kiezers dan ook populairder gemaakt.

De rechtervleugel van Vox bestaat uit Franco-aanhangers die met weemoed terugdenken aan de tijd van zijn fascistische dictatuur (1939-1975). Twee week geleden protesteerde Vox als enige partij tegen het herbegraven van Francisco Franco (1892-1975) van de Vallei der Gevallenen naar een familiegraf.

Duitse regering waarschuwt voor extreemrechtse burgerwachten

1

Extreemrechtse burgerwachten patrouilleren door de Duitse straten. Ze claimen werk te doen dat de politie laat liggen. De Duitse regering maakt zich zorgen.

Minister van Binnenlandse Zaken Horst Seehofer zegt dat zelfbenoemde milities de kiem kunnen vormen van extreemrechts terrorisme. De staat heeft het monopolie op geweld, deze troepen mogen zich dit recht niet toe-eigenen, aldus de minister.

De extreemrechtse ‘burgerwachten’ beweren dat zij moeten patrouilleren omdat de politie steken laten vallen. Maar volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken is het de milities om iets anders te doen. ‘Vreemdelingen en politieke tegenstanders voelen zich geïntimideerd door rechtse patrouilles in de straten.’

Het is onduidelijk hoeveel mensen bij deze ‘burgerwachten’ betrokken zijn. Volgens de regering opereren ze inmiddels in elke Duitse deelstaat.

Begin dit jaar patrouilleerde de extreemrechtse Nationaldemokratische Partei Deutschlands door Beieren. Dit gebeurde nadat asielzoekers enkele voetgangers in het stadje Amberg hadden aangevallen.

In Duitsland is extreemrechts geweld weer in opmars. Eerder dit jaar werd CDU-politicus Walter Lübcke vermoord door een neonazi en vond er een extreemrechtse terroristische aanslag plaats op een synagoge in Halle. Begin deze week werd bekend dat de linkse politici Cem Özdemir en Claudia Roth van de Grünen op een dodenlijst staan.

Burgerpatrouilles zijn geen geheel nieuw fenomeen in Duitsland. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw maakten de bruinhemden van de Sturmabteilung (SA) de Duitse straten onveilig. Deze naziknokploegen gingen met communisten en socialisten op de vuist en molesteerden Joden.

‘De blauwdruk ligt al klaar.’ Het Bahá’í-geloof wil eenheid en een nieuwe wereldorde

1

De wereld waarin wij leven is een andere wereld dan die van, zeg, tweeduizend jaar geleden. Waarom zou je je als gelovige dan nog richten op boodschappers en geschriften uit een verjaarde context? Dat stellen de Bahá’ís, een religieuze gemeenschap die in Nederland zo’n 1.500 leden kent. Zij zien een noodzaak voor een nieuwe wereldreligie.

‘Progressieve openbaring’, zo noemt Ellen Boere, lid van de Bahá’í-gemeenschap in Gouda, het idee dat de Bahá’ís drijft. ‘We geloven in vooruitgang. De wereld verandert continu en de mensheid wordt steeds volwassener. Religies veranderen dus ook steeds.’

Volgens de Bahá’ís is de goddelijke boodschap door de eeuwen heen hetzelfde gebleven: in de basis gaat het om liefde en eenheid. Maar de sociale context van die boodschap is steeds veranderd. Het is dan ook natuurlijk dat er steeds op zoek moet worden gegaan naar nieuwe manieren waarop die boodschap zich manifesteert. Goddelijke boodschappers en de tijdperken die zij inluiden volgen elkaar constant op.

Boere is onderdeel van een zestal Bahá’ís dat in Gouda samenkomt, zo ook op de tweehonderdste verjaardag van een voor hen belangrijk historisch figuur: de Báb – waarover later meer.

In Boeres gezellige woonkamer is een presentatie georganiseerd en wordt er een film over het Bahá’í-geloof getoond. In het gezelschap bevindt zich ook een moslim die met zijn collega, een Bahá’í, is meegekomen. Hij is nieuwsgierig naar dit nog redelijk onbekende geloof.

‘Veel Bahá’ís komen van een ander geloof,’ vertelt Boere, zelf van oorsprong katholiek. ‘Ik ervoer daar ontevredenheid en miste iets. Het geloof voelde voor mij als een verplichting, er was weinig ruimte voor eigen ontdekking. Op een gegeven moment kwam ik het Bahá’í-geloof tegen.’

Vooral de vraag ‘Hoe kan het dat er zoveel verschillende opvattingen van God bestaan?’ wordt veel gesteld – en door het Bahá’í-geloof dan ook beantwoord. Volgens Bahá’ís waren Abraham, Mohammed, Jezus, Boeddha en Krishna allemaal manifestaties van dezelfde God. Ze werden door God aangesteld als geschikte boodschappers die een nieuwe religie brachten, afgestemd op hun specifieke context.

Hoe wij de wereld ervaren moet fundamenteel anders zijn dan de manier waarop Jezus, Mohammed of hun volgelingen dat gedaan hebben. Onze wereld is geglobaliseerd; wetenschap en technologie spelen een grote rol in onze levens. Die veranderingen moeten we omarmen, vinden de Bahá’ís. We blijven onszelf als mensheid verbeteren, en dat is iets heel goeds.

Wetenschappelijke kennis is om die reden geen bedreiging voor de Bahá’ís, Er heerst bijvoorbeeld geen controverse over het ontstaan van de aarde: die is gewoon ‘net zo oud als de wetenschap zegt’. Bahá’ís willen een balans tussen wetenschap en religie. Er moeten vragen gesteld kunnen worden. Als dat niet kan praat je niet over geloof, maar over bijgeloof, zeggen ze.

‘Veel Bahá’ís komen van een ander geloof’

Onderdrukking van Bahá’ís

De boodschapper die het nieuwe tijdperk heeft ingeleid is Bahá’u’lláh. Maar voordat deze zich kenbaar maakte als de nieuwe boodschapper van God, werd hij in de eerste helft van de negentiende eeuw aangekondigd door de Báb.

In Iran, toen nog Perzië geheten, verklaarde een koopman dat hij de Báb (letterlijk: ‘poort’) naar een nieuwe religieuze leer was. Hij schreef daar vele heilige teksten en gebeden over. De Báb en zijn volgelingen – de bábis – werden echter ervaren als een bedreiging voor islamitische geestelijken, en werden gevangengenomen en gemarteld. In 1850 werd de Báb geëxecuteerd.

Één van zijn volgelingen, Bahá’u’lláh genoemd, verklaarde zichzelf de verwachtte verlosser en verspreidde de goddelijk boodschap. Die missie zorgde ervoor dat hij in ballingschap moest verkeren en werd verbannen naar de strafkolonie Akko in het huidige Israël. Daar verbleef hij tot het eind van zijn leven.

Met het aanbreken van het nieuwe tijdperk is er voor de Bahá’ís ook een nieuwe jaartelling begonnen. Een maand bestaat voor hen uit negentien dagen, maar door een aantal ‘schrikkeldagen’ per jaar komen ze met negentien maanden toch nog op 365 dagen per jaar uit. Na het tijdperk van Bahá’u’lláh zal er volgens de Bahá’ís weer een andere boodschapper komen.

Duizenden volgelingen van de Báb zijn vermoord in Iran, vertellen de Bahá’ís. Nog steeds leven Bahá’ís in Iran soms in onveiligheid. Het kan voorkomen dat Bahá’ís hun huis worden uitgezet of dat bankrekeningen worden gesloten. Ze worden uitgesloten van onderwijs of kunnen hun beroep niet meer uitoefenen. Sommigen vluchten.

Ook in Jemen worden Bahá’ís sinds kort vervolgd. Recentelijk veroordeelden daar autoriteiten van de Houthi, een Jemenitische rebellengroepering, Hamed bin Haydara tot de doodstraf. Haydara is nog in afwachting van het vonnis. De Houthi’s beschuldigen hem van van onder andere satanisme, ‘spioneren voor Israël’ en het willen ‘stichten van een thuisland op Jemenitische grond’. Mensenrechtenorganisaties vinden de aanklacht belachelijk. De terechtstelling zou een aanslag op religieuze vrijheid betekenen.

Ondanks deze onderdrukking blijft de gemeenschap groeien. In totaal telt het Bahá’í-geloof zo’n zeven miljoen aanhangers. Tijdens pelgrimstochten richting het Israëlische Haifa ontmoeten ze elkaar. Ook komen ze samen in bijzondere tempels van hoge architectonische kwaliteit.

‘Tijdens pelgrimstochten kom je Bahá’ís tegen van over de hele wereld,’ vertelt Boere. Voor haar is dit een bevestiging van het ideaal van eenheid dat de Bahá’ís koesteren. ‘Waar je geboren wordt is toeval, maar in de kern zijn we allemaal hetzelfde.’

Tempels in Santiago (Chili) en New Delhi (India)

Gelijkheid, vrijheid, eenheid

Toch leven we ook in een tijd van individualisme, en ook in het geloof van de Bahá’ís zie je die ruimte en aandacht voor individuele ontplooiing en verantwoordelijkheid. Opvallend is dat een persoon pas vanaf zijn vijftiende mag kiezen om tot het geloof toe te treden of niet. Er is geen sprake van een doop of anderzijds verplichte rituelen om tot het geloof toegelaten te worden.

Voor de Bahá’ís is het van belang dat iedereen God zelf kan ontdekken, en wel vanaf een ‘geschikte’ leeftijd. Het ontdekken van dit geloof kun je dan ook zonder de hulp van geestelijk leiders doen. De canonieke teksten van het Bahá’í-geloof zijn natuurlijk nog vrij jong, dus er is veel terug te vinden en het is voor iedereen toegankelijk.

Binnen het Bahá’í-geloof zijn de interpersoonlijke relaties non-hiërarchisch. Er is een bestaande structuur van ‘Plaatselijke en Nationale Geestelijke Raden’, waar het ‘Universele Huis van Gerechtigheid’ boven staat. De leden hiervan worden gekozen zonder dat daarvoor campagne gevoerd mag worden. Een geestelijke hiërarchie is er niet: iedereen is, wederom, gelijk.

De samenkomsten van de Bahá’ís steunen op samenwerking, er is niemand die het laatste woord heeft. Of dat niet ook voor veel onenigheid zorgt? ‘Natuurlijk is er ook discussie en zijn we het over dingen oneens,’ zegt Boere, ‘maar door consultatie komen we tot overeenstemming.’ Ieder lid heeft dezelfde, persoonlijke toegang tot God, zegt – en dus is er voor geen enkele individu reden om autoriteit te claimen.

‘Het is eigenlijk ook een heel praktisch geloof,’ vertelt Boere. Een deel van de samenkomsten is altijd besteed aan het gezamenlijk bespreken van zaken die binnen de gemeenschap spelen. Ook in de film Dawn of the light die in Gouda getoond wordt, wordt het beeld van actieve samenwerking onderstreept.

Dienstbaarheid, noemen de Bahá’ís dat: een teken van de volwassenheid van de mens. Bahá’ís doen niet aan traditie en rituelen. Ze vertalen hun leefregels liever naar daden, zeggen ze. In collectivistische geest wordt de lokale gemeenschap verbeterd, vaak met kleinschalige projecten, zo laat Dawn of the light zien. De film suggereert tevens wat ook Boere aanstipt: de actieve gemeenschap bestaat voor een groot deel uit jongeren.

‘God is de liefde, intelligentie en rechtvaardigheid als zodanig, en de mens zijn hoogste schepsel’

De principes die de Bahá’ís nastreven zijn eenheid (van God, van religie, van demensheid), vrede en gelijkwaardigheid. Ook de gelijkwaardigheid van man en vrouw staat hoog op de agenda. Maar daarnaast bestaat de verzameling principes ook uit een aantal controleerbare oplossingen, zoals de toepassing van een universele ‘hulptaal’ waarmee alle 7,5 miljard inwoners van planeet aarde met elkaar kunnen communiceren, en mondiaal verplicht onderwijs.

‘God is de liefde, intelligentie en rechtvaardigheid als zodanig, en de mens zijn hoogste schepsel’, staat er in een boekje dat de Bahá’í-denkbeelden uiteenzet. Het Bahá’í-geloof is daarmee uitzonderlijk positief: God is rechtvaardig en religie moet de oorzaak van liefde en genegenheid zijn. Als religie de oorzaak van oorlog is, kan ze er beter niet zijn.

En hoe zit het met het leven na de dood? Er is volgens Bahá’ís wel sprake van een hiernamaals, maar ze bespreken dat lang niet zo gedetailleerd als bijvoorbeeld de Koran of de Bijbel doen. In de Bahá’í-geschriften wordt vooral geschreven over het voorbestaan van de ziel.

De canonieke teksten van de Bahá’ís zijn op een poëtische manier opgeschreven. Ze behoeven geen uitgebreide allegorische uitleg. Bahá’u’lláh schreef bijvoorbeeld: Men beroeme zich er niet op zijn vaderland lief te hebben, maar stelle er een eer in de wereld lief te hebben. Nationale grenzen zijn illusies; de wereld is één.

Het eenheidsstreven van de Bahá’ís genereert ook een politiek wantrouwen. Bahá’í willen zich liever niet met de politiek, zoals deze nu is, bezighouden. Dat er in Nederland verschillende partijen zijn – die ook nog eens op allerlei verdelende ideeën gebaseerd zijn – druist in tegen het geloof in eenheid. De wereldreligie die de Bahá’ís voor ogen hebben veronderstelt dus ook een alternatieve wereldorde.

‘De blauwdruk ligt al klaar,’ zegt Boere. De Bahá’í-gemeenschap wordt regelmatig op de hoogte gesteld van de plannen en voortgang door het Universele Huis van Gerechtigheid. Daarbij gaat het vooral om de versterking van sociale betrokkenheid en dienstbaarheid. Er worden ook economische zaken besproken die een alternatief vormen voor huidige politieke systemen. De updates worden uitsluitend aan leden van de Bahá’í-gemeenschap gericht, maar zijn niet geheim: iedereen kan de plannen inzien.

Maar de capaciteitsopbouw verloopt niet vlekkeloos. Bahá’ís promoten hun religie nauwelijks (vergeleken met Jehova’s, bijvoorbeeld) en moeten dus vertrouwen op de aantrekkingskracht van hun ideeën. De Bahá’í-gemeenschap wil groeien, maar is er niet op uit om zieltjes te winnen.

Een kleine disclaimer is dan ook dat het niet het doel van de de Bahá’ís is om alle andere religies te zien verdwijnen. Dat geldt wel voor de oorlog en onenigheid die religie voortbrengt. Wat overblijft is ‘eenheid in verscheidenheid’.