Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo wint IS weer aan kracht: ‘Er zijn plekken waar IS vandaag machtiger is dan drie, vier jaar geleden’.
Toch wil Pompeo het gevaar van de zelfbenoemde Islamitische Staat ook weer niet overdrijven. ‘Wat we altijd hebben gezegd is dat het kalifaat is verdwenen en dat er altijd het gevaar bestaat dat er een heropleving komt, maar niet alleen door ISIS’, zei de minister tijdens een uitzending van CBS This Morning.
President Donald Trump verklaarde enkele maanden geleden nog dat IS volledig was verslagen. Een recent rapport van het Pentagon trekt echter andere conclusies. Hoewel het kalifaat inderdaad niet meer bestaat, heeft ISIS zich geconsolideerd in Irak en is het in staat om in dat land aanvallen te organiseren. Daarnaast is ISIS in Syrië weer sterker aan het worden.
Pompeo maakt zich minder zorgen dan het Pentagon en benadrukt dat IS, nu het kalifaat niet meer bestaat, niet in staat is om grote operaties te organiseren.
De contraterrorisme-coördinator van de VS, Nathan Sales, is echter bezorgd over de groeiende invloed van IS in andere delen van de wereld. ‘In Afrika zijn ISIS-gelieerde groepen in opkomst. IS-vestigingen en -netwerken overspannen nu het Afrikaanse continent van oost naar west en van noord naar zuid’, vertelt hij.
‘Ze hebben de dodelijkheid van hun aanvallen verhoogd, ze hebben zich uitgebreid naar nieuwe gebieden en ze hebben zich herhaaldelijk op Amerikaanse doelwitten gericht. In Zuid-Azië zijn IS-netwerken en IS-geïnspireerde terroristen steeds actiever.’
Ook noemt Sales IS in Afghanistan, ‘één van de dodelijkste IS-filialen ter wereld’. Deze IS-afdeling is verantwoordelijk voor tientallen aanvallen, waarbij bijna 800 doden zijn gevallen en meer dan 1400 gewonden.
Volgens VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en de regering van Bangladesh zijn er maar weinig Rohingya die willen terugkeren naar Myanmar. Op dit moment leven er honderdduizenden Rohingya in vluchtelingenkampen in Bangladesh. Ze zijn twee jaar geleden voor het anti-islamitische geweld gevlucht.
Van de 1.056 families die waren geselecteerd voor repatriëring zijn er slechts 21 bereid om met de autoriteiten te praten over een eventuele terugkeer naar Myanmar. Deze gezinnen gaven echter aan dat ze graag in Bangladesh wilden blijven. Dit stelt Abul Kalam, de Bengaalse commissaris voor de vluchtelingen.
Vorig jaar werd er een soortgelijke poging ondernomen om Rohingya te laten terugkeren naar het land van herkomst. Ook deze poging was tevergeefs, want niemand was bereid om op vrijwillige basis terug te gaan naar Myanmar.
De spanningen tussen de boeddhistische Birmezen en de islamitische Rohingya leidden in 2016 en 2017 tot een genocide, waarbij zo’n 25.000 moslims werden vermoord. Als gevolg van dit geweld zijn meer dan 700.000 Rohingya Myanmar ontvlucht. De meeste vluchtelingen leven nu in vluchtelingenkampen in Bangladesh.
De Rotterdamse winkeliersvereniging van de West-Kruiskade heeft besloten een vaandel te verwijderen, na ophef op sociale media en kritiek van BIJ1 Rotterdam.
De winkeliers aan de West-Kruiskade, gelegen in het centrum van Rotterdam, hadden een aantal vaandels opgehangen met gepeperde teksten, zoals ‘Kroepoeks Klanstraat’, ‘Make Ugly People Feel Better!’, ‘West Kruiskade. Echt Roffa’ en ‘Wipperdewipstrip’.
Volgens Richard de Boer, voorzitter van de winkeliersvereniging, was het doel van deze vaandels om vooroordelen van vroeger om te zetten in iets humoristisch. Maar op sociale media klinkt veel kritiek op deze vaandels, vooral van de kant van antiracistische activisten.
Ook BIJ1 Rotterdam, dat overigens niet in de Rotterdamse gemeenteraad zit, is verbolgen over de actie. Omdat ‘Kroepoeks Klan’ een verwijzing is naar de racistische Ku Klux Klan in de Verenigde Staten, is volgens BIJ1 sprake van racisme.
‘Dat iemand bedacht dat het ‘leuk’ was om juist hier zo’n intens racistische uiting op de hangen is onbegrijpelijk, maar nog erger is het om te bedenken dat hier vergaderingen over geweest zijn en dat niemand bedacht dat dit echt niet door de beugel kan.’
Ook met allerlei ‘seksistische referenties’ en met grappen over lelijke mensen heeft BIJ1 grote moeite, zo staat te lezen op haar Facebookpagina.
Naar aanleiding van de ophef heeft de winkeliersvereniging West-Kruiskade uiteindelijk toch maar besloten om het vaandel met ‘Kroepoeks Klanstraat’ te verwijderen. De vereniging biedt ‘een ieder die wij ongewild hebben gekwetst onze oprechte excuses aan.’
Iva Schubart (53) werd geboren in Egypte. Maar op jonge leeftijd moest ze met haar familie terugkeren naar Tsjechoslowakije, hun thuisland. Ondanks haar hoge opleiding was het begin van haar verblijf in Nederland niet gemakkelijk en was vooral discriminatie haar deel. Nu is ze een alleenstaande moeder en helpt ze anderen die door traumatische ervaringen heen moeten om zichzelf terug te kunnen vinden.
‘Mijn vader was professor aan de technische universiteit, toen we nog als expats in Egypte woonden’, vertelt Iva. ‘Hij had contact met veel hooggeplaatste mensen in Egypte, zoals de toenmalige president Nasser. Toen de Sovjet-Unie in 1968 Tsjechoslowakije binnenviel, om de Praagse Lente neer te slaan, had dit grote gevolgen voor het gezin. Veel mensen in Tsjechoslowakije, waaronder ook wetenschappers, raakten hun baan, hun maatschappelijke positie kwijt omdat ze de hervormers van de Praagse Lente hadden gesteund.’ Iva’s vader moest terugkeren naar Tsjechoslowakije en werd slachtoffer van de communistische zuiveringen. Hij mocht niet meer werken op zijn oude niveau.
‘Mijn vader was pas 34 jaar, maar hij raakte na de Praagse Lente echt alles kwijt’
‘Mijn ouders wilden niet over deze tijd praten, maar mijn zus vertelde mij er later meer over. Zij zat toen in de pubertijd en heeft het allemaal bewuster meegemaakt dan ik. Uit haar verhalen en die van een vriend van mijn vader begreep ik dat veel mensen jaloers op mijn vader waren. Hij was een succesvolle man met een groot netwerk, die ook nog eens boeken over onderwerpen als thermodynamica schreef. Hij was populair, maar vanwege zijn succes had hij ook vijanden gemaakt. Mijn vader was ook heel open en eerlijk en dat heeft hem denk ik de das om gedaan. Hij was pas 34 jaar, maar hij raakte na de Praagse Lente echt alles kwijt, alles.’ Hij weigerde op een lager niveau te gaan werken en daarom begon hij rechtszaken tegen de staat, die hij allemaal verloor.
Zuivering
‘Mijn ouders mochten niets zeggen en niets doen. Dat mijn vader twee academische titels had en uitvinder was, dit was opeens niets meer waard. Hij mocht in Tsjechoslowakije niet meer aan het werk aan de universiteit, hoewel die hem juist had uitgezonden naar Egypte. Hij voerde diverse rechtszaken om zijn ontslag aan te vechten, maar mijn vader verloor die. Als het aan de proleten lag, dan was mijn vader daarna stoker geworden. Na onze terugkeer in Tsjechoslowakije gingen we naar de kerk, hoewel dat eigenlijk niet mocht. Wij bleven naar de kerk gaan, maar dat moest stiekem.’ Een vriendinnetje zag Iva en haar gezin op zondagmorgen om tien uur en vroeg later waar ze naartoe waren gegaan. ‘O, naar de stad’, had Iva geantwoord.
Haar vader werd depressief, zijn hele levenswerk was hem afgenomen. Hij verloor de rechtszaken, de advocaten die hem wilden verdedigen verdwenen mysterieus of wilden de verdediging toch niet op zich nemen, uit angst voor represailles. ‘Hij bouwde een huis voor ons’, vertelt Iva. ‘Hij had zijn trots en hij wilde niet op een lager niveau werken. Dat bouwen en werken met zijn handen was helend voor hem. Dat was mooi.’ Veel hoogopgeleiden en de academici werden vervolgd, de meesten vluchtten naar het buitenland.
Niet bestaan
Na zo’n vijf jaar accepteerde Iva’s vader zijn lot dat hij nooit meer aan een universiteit aan de slag kon. Hij werd vertaler en ging postzegels verzamelen. ‘Alles wat er ooit over en door mijn vader is geschreven toen hij in Egypte woonde, is vernietigd. Ik ben teruggegaan naar Egypte voor research naar die episode uit zijn leven, maar er was helemaal niets te vinden. Het is net of mijn vader daar helemaal nooit is geweest. Dat was heel moeilijk en confronterend. Ik heb alleen nog een foto en vermelding terug kunnen vinden, dat hij leidinggevende was bij de faculteit werktuigbouwkunde, dat was alles.’ Iva’s vader geloofde in het goede van de mens, maar dat is hem niet in dank afgenomen.
‘Eigenlijk wilde ik heel graag terug naar Praag, waar het leven eigenlijk veel leuker was’
Iva studeerde ook werktuigbouwkunde, onder druk van haar ouders. Ze had liever de kunst in gewild of iets met talen gedaan, maar dat leek haar ouders geen goed idee. In die tijd werd je niet aangenomen als kind van iemand die aangekruist was als anticommunist. Haar zus wilde arts worden en ondanks de hoge cijfers die ze haalde, werd ze tot twee keer toe afgewezen. ‘Overal hadden we met discriminatie te maken. Tijdens mijn afstuderen in 1989 kreeg ik mijn diploma van een decaan van de faculteit. Hij fluisterde in mijn oor: ‘Doe maar de groeten aan je vader’. Dat was een voormalig ondergeschikte van mijn vader die na de zuiveringen van 1968 een beter baantje had gekregen. Dat was in het Tsjechoslowakije van de jaren zeventig en tachtig heel gewoon.’
Nederlands racisme
Iva kreeg meteen een goede baan in Praag. Ze had een vriendje uit Nederland, ze leerde hem in 1990 kennen hem via een studentenorganisatie, en ze gingen samenwonen. Hij kon echter niet aarden in Praag. ‘Hij studeerde nog en het starten van een onderneming in Praag wilde hem niet lukken. We kozen er daarom voor om in 1992 naar Nederland te verhuizen. Dan zou ik een baan zoeken en kon hij verder met zijn studie. Zijn ouders moesten garant voor mij staan, dat hebben ze ook gedaan. Het zijn echt ontzettend lieve mensen geweest en ze zijn me altijd dierbaar gebleven.’
Zonder kennis van de Nederlandse taal was het vinden van een baan lastig voor Iva. Haar eerste baantje was in de huishouding bij gezinnen. ‘Maar toch was ik de kostwinner, omdat mijn vriend nog studeerde. Dankzij dit werk leerde ik mede de Nederlandse taal en kwam ik wat te weten over de Nederlandse cultuur. Mijn vriend en ik trouwden in 1993. De werkelijkheid in Nederland bleek anders dan het rooskleurige beeld dat we in Tsjecho-Slowakije hadden van West-Europa. Eigenlijk wilde ik heel graag terug naar Praag, waar het leven veel leuker was.’
Na een tijdje vond ze een baan bij een technische groothandel, wat meer was in de lijn van haar opleiding. ‘Daar had ik mijn eerste ervaring met discriminatie’, vertelt Iva. ‘Mensen denken soms dat ik dit verzin, maar dat komt omdat ze nooit zijn gediscrimineerd. Een klant, die spuitbussen ging halen, zei tegen mij dat hij het liefste ‘al die buitenlanders’ hier zou willen wegspuiten. Ik voelde me klein en nietig worden. Ook van mijn collegae moest ik het niet hebben. Eentje zei een keer tegen mij dat ik nooit een hogere functie zou krijgen, omdat ik uit het buitenland kwam. En toen ik op een dag een energiebedrijf aan de lijn had, zei de mevrouw: ‘Ga maar terug naar je eigen land’… Ik barstte in huilen uit.’
‘Wat moest ik doen? Mijn ex was weg, hij was er ook niet voor onze kinderen’
Scheiding
Ironisch genoeg hoort Iva nog steeds dat er vrouwen naar Nederland komen die profiteren van een Nederlandse man, terwijl dat bij haar precies andersom was. ‘Mijn ex bleef maar studeren en ik ging werken. Dat vrouwen uit het oosten zo weggezet worden is niet terecht, want het kan dus ook andersom zijn. Ik moest twee keer zoveel presteren en ik had een man die totaal geen ambitie had en bij wie de wil ontbrak om iets van het leven te maken. Achteraf weet ik dat hij ongelukkig was met zijn leven en dan kun je een ander ook niet gelukkig maken. Vaak nemen we deze patronen om een partner te kiezen mee uit onze jeugd, terwijl we ons daar niet bewust van zijn. Na onze scheiding in 2007 bleek dat ik eigenlijk niet eens wist met wie ik getrouwd ben geweest.’
Iva belandde na haar scheiding in een emotionele achtbaan. Ze stond er helemaal alleen voor met twee kinderen, want haar ex was onvindbaar. Hij was ondergedoken. ‘Inmiddels hadden we twee kinderen, die bij mij bleven. Eentje daarvan was in de pubertijd, de andere was net twee en zat nog in de luiers. Dat was een moeilijke tijd. Wat moest ik doen? Mijn ex was weg, hij was er ook niet voor onze kinderen. Het is raar dat onze relatie zo naar is geëindigd, want we hielden ooit wel van elkaar.’
Seksisme
Het was niet de eerste keer dat Iva het moeilijk had. In 2002, vijf jaar voor haar scheiding, overleed haar vader, kreeg ze een miskraam en verloor ze haar baan. Wel deed Iva dat jaar een managementopleiding. Twee dagen voordat haar vader werd begraven deed ze examen. Dat moest, want ze was kostwinner. Ze werd opnieuw zwanger en kreeg een tweede dochter. Ook moest ze weer op zoek naar een nieuwe baan, terwijl ze nog niet hersteld was van haar zwangerschap. Ze nam de achternaam van haar man aan bij hun huwelijk en kreeg de Nederlandse nationaliteit. ‘Dat maakte een enorm verschil. Niet meer wachten in een andere rij dan haar man bij paspoortcontroles, geen jaarlijks stempel bij de politie halen om haar verblijfsvergunning te verlengen.’
Iva kreeg echter met seksisme te maken, toen ze weer een nieuwe baan kreeg. Haar nieuwe leidinggevende zei tegen haar: ‘Tsjechen stellen weinig voor, maar ze hebben wel leuke vrouwen. Daarom loop ik maar achter jou aan en dan zie ik hoe jouw kont beweegt.’
Meer vrouwen krijgen te maken met seksisme, maar Iva voelde zich als gescheiden vrouw die het niet makkelijk had in Nederland extra kwetsbaar. ‘Het maakte dat ik mijn kracht en zelfliefde verloor. Ik was bang dat ik mijn baan zou verliezen als ik er wat van zou zeggen. Ik heb mijn leidinggevende wel vergeven in mijn hoofd, maar ik zal dit nooit vergeten. Mensen die zulke dingen zeggen beseffen niet goed wat ze met hun woorden kunnen aanrichten.’
Omgekeerde wereld
Tegenwoordig ziet het leven van Iva er heel anders uit. Na haar scheiding in 2007 duurde het zo’n vier jaar voordat er weer een beetje normaal omgang tussen vader en dochters was. ‘Mijn jongste is inmiddels veertien. Zij ziet hem soms, maar voor haar is hij geen vaderfiguur. Een echte vader heeft ze nooit gehad, als je begrijpt wat ik bedoel. Dat is hij voor geen van de kinderen geweest. Voor mij was het lastig om helemaal alleen te zijn met twee kinderen. Ik was voor mijn kinderen een moeder en een vader tegelijk. Ik vroeg anderen niet om hulp en werkte mijzelf halfdood. Soms stond ik na middernacht nog ramen te zemen, omdat ik overdag moest werken.’
Een paar weken geleden had haar jongste dochter een ernstige mond- en neusbloeding, ze moest ervoor naar de Eerste Hulp. Iva liet dat aan haar ex weten, maar hij appte twee dagen later pas terug met de vraag wat de diagnose was. ‘Dat zou ik nooit doen, ik zou meteen in de auto stappen en bij het ziekenhuis gaan kijken hoe het met mijn dochter was. Maar hij ziet zichzelf als slachtoffer, hij vindt ook dat ik hem moet onderhouden…’ Iva vindt dit de omgekeerde wereld.
Zelfliefde
Iva kreeg haar leven weer een beetje op orde toen ze besloot om een boek te gaan schrijven over wat ze allemaal had meegemaakt. Het is getiteld Sanguine-Love en is vorig jaar gepubliceerd. ‘Ik wilde niet meer nep-leven, ik wilde alleen nog echt zijn, met echte gevoelens en echte liefdes. Leven met een dubbele agenda, dat komt er bij mij niet meer in. Tijdens het communisme mochten we onze mening niet geven, maar in het vrije Nederland houden veel mensen zichzelf voor de gek. Je moet juist eerlijk naar jezelf durven kijken in de spiegel.’
Nederlandse begraafplaatsen spelen steeds meer in op culturele en individuele verschillen in manieren van begraven en cremeren. Dit doen zij bijvoorbeeld door Chinese of islamitische manieren van begraven te faciliteren. Is Nederland daarmee een vrij, geëmancipeerd en tolerant land? Of zit er misschien meer achter? Groeien we met onze culturen van afscheid nemen van onze geliefden meer naar elkaar toe en wat is daarin wenselijk?
De Kanttekening vroeg het aan Christoph Jedan (links), hoogleraar Ethiek en Godsdienstwijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Groningen en Eric Venbrux (rechts), antropoloog en hoogleraar Vergelijkende Godsdienstwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Beide wetenschappers starten een groot onderzoeksproject, waarbij ze kijken naar de integratie, inclusie en uitsluiting van minderheden in de uitvaartculturen van Noord-Europa.
‘Er zijn mensen die een verjaardagspartij rondom het graf vieren’
Eric Venbrux, u bent gespecialiseerd in hoe mensen met de dood omgaan en wat de rol van religie daarin is.Neemt de rol van religie bij begrafenisplechtigheden af?
Eric Venbrux (EV): ‘Slechts tien procent van de Nederlanders gaat wekelijks naar de kerk of de moskee. Wat doen dan die anderen? Zijn die niet meer of op een andere manier religieus? Als antropoloog kijk je van onderaf naar mensen en hun ervaring: niet door de lens van kerken of de theorie, maar door wat mensen werkelijk doen. Religiositeit draait om ideeën en praktijken die uitdrukken dat met de dood niet alles gedaan is. In landen als Duitsland en Zwitserland zijn gemeenschapsgraven erg belangrijk: ‘Dan heb ik tenminste gezelschap na de dood’, zo is het idee daarachter. Er zijn mensen die een verjaardagspartij rondom het graf vieren of de jaren van de dode doortellen. Het is niet alleen een herinnering, zoals dat in de protestantse optiek vaak zo is, maar het is vaak ook naar de toekomst gericht. Het sociale leven van de doden blijft belangrijk.’
De westerse samenleving wordt natuurlijk ook steeds diverser. Hoe uit zich dit in de uitvaartpraktijken in Nederland?
EV: ‘In Venlo hebben we onderzoek gedaan naar de islamificatie van deze stad. Venlo is ten slotte de stad van Geert Wilders. Daar zijn geen aparte moskeeverenigingen, zoals die er wel zijn in Rotterdam of Amsterdam, maar wel groepen vluchtelingen die slechter georganiseerd zijn. Hoe gaan mensen zonder verdere religieuze organisatie – zoals Somaliërs, Irakezen, Afghanen – om met de islamitische dogma’s zoals die zijn voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld lijkwassing? Hoe warm het water moet zijn en of het geparfumeerd moet zijn, dat zijn dingen die mensen dan zelf moeten beslissen.
Ook is er in 1991 het een en ander veranderd op het gebied van wetgeving rondom uitvaart, bijvoorbeeld dat je niet meer in een kist hoeft te worden begraven. Er is een enorme diverse praktijk van begraven en cremeren. Zo heb ik bij eerder onderzoek in Nederland een soort van Nirvana aangetroffen voor Hindoes. Hierbij is een namaak-Ganges is gecreëerd met stromend water waarin de as verstrooid wordt. De wetgeving in 1991 is ook veranderd naar aanleiding van een vraag van boeddhisten in Nijmegen die as wilden verstrooien en verdelen. In crematoria zie je nu ook dat mensen meegaan naar de oven. Dat heeft er mee te maken dat mensen van Hindoestaanse afkomst de oven willen ontsteken. Zo hebben andere culturen ook invloed gehad op de funeraire cultuur in Nederland.’
Christoph Jedan (CJ): ‘Ik was gisteren toevallig nog op een islamitische begraafplaats. Je ziet rituele veranderingen. Als je kijkt naar islamitische ideeën over kunst en afbeeldingen, dan is het niet vanzelfsprekend dat je foto’s van mensen hebt. Vaak is er een beeldverbod in die cultuur. Heel veel mensen plaatsen geen steen. Maar er komen steeds meer stenen en er zijn veel afbeeldingen, bijvoorbeeld een enorme foto van de dode. Dan zie je dus een verandering ontstaan. Bij Chinese graven zie je ook die verandering. Westers geschreven namen komen meer voor. Je ziet plotseling foto’s en ‘Hier rust …’-achtige teksten.’
Een islamitisch graf (Foto: Christoph Jedan)
Terwijl de begrafenisbranche meer inclusief wil zijn, zie je dus bij verschillende culturen meer westerse invloeden?
EV: ‘Dat is iets waar we nog onderzoek naar moeten doen. Het hele punt is dat wat rondom de dood gebeurt ontzettend veel zegt over het leven. De belangrijkste waarden die mensen in het leven hebben komen juist rondom de dood tot uitdrukking. Je krijgt in een notendop wat er werkelijk toe doet voor mensen. Denk bijvoorbeeld aan loyaliteit. Toen toenmalig staatssecretaris Ahmed Aboutaleb onder druk werd gezet door Geert Wilders, die kritiek had op fenomeen van dubbele nationaliteiten, antwoordde de PvdA-politicus dat hij in Nederland begraven wilde worden. Daarbij: de focus ligt vaak op moslims als ‘de ander’, terwijl er ook heel veel christenen uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en andere delen van de wereld naar hier komen. In Maastricht zie je bijvoorbeeld een toename van Armeense kruizen.’
Komen voor deze groepen enkel specifieke begraafplaatsen? Of komt er ook steeds meer diversiteit binnen begraafplaatsen?
CJ: ‘Je ziet een aantal high profile begraafplaatsen of projecten waar begraafplaatsen voor specifieke groepen ontstaan. Ik wil kijken naar de laag van diversiteit die tot nu toe niet goed in kaart gebracht is. In Leeuwarden was er wel een islamitisch deel op een begraafplaats, maar was niets gedaan voor de Chinezen. Er waren maar tien Chinese graven op die begraafplaats. Hoe zit het dan met de andere Chinezen? Gaan die dan naar andere delen van het land, waar delen van begraafplaatsen voor Chinezen zijn ingericht? Vroeger werden mensen ook wel in het thuisland begraven, maar dat is behoorlijk duur geworden.’
‘De algemene begraafplaats is steeds minder levensvatbaar geworden’
EV: ‘Wat betreft dat laatste punt: ook daar vinden veranderingen plaats. Jonge stellen zijn, bijvoorbeeld als ze een kind verliezen, eerder geneigd om hier te begraven. Dan gaat het om het kunnen bezoeken van het graf en om waar zij zich thuis voelen. We leven in een tijd met een enorme focus op de natie, terwijl veel minderheidsgroepen juist ook buiten landsgrenzen netwerken hebben, die we willen onderzoeken. Ook zijn er nog andere minderheidsgroepen dan etnische. In Berlijn heb je een begraafplaats voor lesbiennes. Voetbalsupporters is een ander voorbeeld.’
Kunnen we daarmee spreken van het einde van de algemene begraafplaats, en het begin van segregatie en individualisme?
CJ: ‘Die algemene niet- of minder gesegregeerde begraafplaats is dan tweehonderd jaar oud geworden. De algemene begraafplaats was een afspiegeling van de gemeenschap, algemeen toegankelijk voor iedereen die daar woont. Van de twintigste op de eenentwintigste eeuw begon dit om te slaan. Tegelijkertijd heb je de ontwikkeling dat ritualisering steeds individualistischer wordt. Er wordt op persoonlijke voorkeuren ingespeeld. Dat zie je gedeeltelijk ontstaan bij begraafplaatsen die vrije velden hebben, waar je bijvoorbeeld de ligging van je graf kunt bepalen, waar regels teruggedrongen worden. De vraag is nu, gezien de ontwikkeling van meer nadruk op nationaliteit en identiteit: wat is de verbinding tussen die twee? Nederlanders plakken graag een stempel op: wij zijn zo open, we zijn zo divers. Tegelijkertijd zie je steeds meer mensen behoudend zijn en op Wilders en Baudet stemmen. Hoe komt het dan dat diversiteitsvoorzieningen ontstaan? Mijn stelling zou zijn dat dat veel met geld te maken heeft.’
De diversiteit in begraafplaatsen is dus een gevolg van de ‘economie van de uitvaart’?
CJ: ‘De gewone algemene begraafplaats verliest aan financiële middelen. In het neoliberale klimaat waarin de gemeente zegt dat je kostendekkend moet opereren, zie je die begraafplaatskosten voor graven voor tien of twintig jaar omhoog schieten. De algemene begraafplaats is steeds minder levensvatbaar geworden. Dus de financiële verleiding is groot om een uitbreiding te doen voor een specifieke groep.’
Chinees deel van een Nederlandse begraafplaats (Foto: Christoph Jedan)
Welk begrafenismodel is de beste uiting van integratie? Het diverse model aan geïndividualiseerde begraafplaatsen of toch de ouderwetse algemene begraafplaats?
CJ: ‘In ons project speelt de vraag: hoe ritualiseer je de geïndividualiseerde begraafplaats? Een optie is dat de individualisering en het ingaan op religieuze gewoonten van een groep de beste manier van integratie is. Maar je zou ook kunnen zeggen: juist zo’n algemene gestandaardiseerde begraafplaats signaleert een ultiem ‘zijn aangekomen’ in de maatschappij. De culturele ervaring die mensen in de maatschappij opdoen maakt dat zij ook visueel in de dood meer bij hun nieuwe thuisland willen horen. Wij moeten onszelf afvragen wat we doen met ons project als we gemeenten gaan voorlichten. Moeten bepaalde minderheden aan hun trekken komen of is dat juist niet eerlijk ten opzichte van anderen, bijvoorbeeld nog kleinere minderheden? Tegelijkertijd moet je je afvragen en goed nadenken: is dat wel wat die mensen willen? En moeten de schaarse middelen precies daar naartoe, of conserveer je niet te kunstmatig met een naïef inzoomen op diversiteit en multiculturalisme?’
‘Let op symbolische grenzen, let op marginalisering van groepen. Je kunt iemand naar de rand duwen’
EV: ‘Een advies kan ook zijn: let op symbolische grenzen, let op marginalisering van groepen. Je kunt iemand naar de rand duwen. Wat je in het verleden al zag: de notabelen lagen in het midden. Je hebt allerlei manieren om mensen in te sluiten of mensen uit te sluiten. Je hebt bijvoorbeeld steeds meer gemengde groepen: Marokkaans-Surinaams, Nederlands-whatever. Je ziet heel veel mensen met een dubbele of meervoudige identiteit. Laat je die er dan buiten omdat ze geen pure etnische of religieuze identiteit hebben? Een deel van de bevolking in Nederland is illegaal. Ik snap niet hoe mensen illegaal kunnen zijn, maar goed: in Nederland is dat zo. Als die mensen overlijden, dan krijgen ze een anoniem graf. Daar vindt eigenlijk uitsluiting plaats: illegaal in Nederland verblijvende vluchtelingen worden dus uitgesloten van de begrafeniscultuur. Het idee van exclusiviteit van lidmaatschap, van een religie of anderzijds leidt tot insluiting, maar ook tot uitsluiting.’
Op 6 oktober organiseren moslims en christenen samen een viering in de Turkse Grote Moskee in Ede.
Het komt niet vaak voor dat moslims en christenen samen een eredienst organiseren in een moskee. Dat stelt Erna Hulstein, de voorzitter van de werkgroep Pluriforme Samenleving van de Raad van Kerken in Ede. ‘Er zijn wel interreligieuze vieringen, maar die vinden vrijwel altijd in een kerk plaats’, vertelt ze aan de Gelderlander.
Het doel van de viering is volgens Hulstein dat moslims en christenen elkaar beter gaan begrijpen. ‘Voor veel christenen staan moslims heel ver weg, maar mensen kunnen ook naar de overeenkomsten kijken. Door elkaar te leren kennen, leer je elkaar begrijpen. Dat is belangrijk, want we leven samen in Nederland.”
Tijdens de dienst, die wordt geleid door zowel een imam als een predikant, zal Abraham / Ibrahim centraal staan, de aartsvader die door christenen wordt geëerd en door moslims als profeet wordt beschouwd.
Afro-Amerikanen en Latino’s zijn structureel ondervertegenwoordigd in kankeronderzoeken. Dit stellen wetenschappers Jonathan Loree, Seerat Anand en Arvind Dasari in het wetenschappelijke tijdschrift JAMA Oncology.
In hun artikel concluderen de drie wetenschappers dat Amerikaanse kankeronderzoekers, die proefpersonen nodig hebben om hun onderzoek te doen, structureel te weinig rekening houden met Afro-Amerikanen en Latino’s. Een kwalijke zaak volgens Loree, Anand en Dasari.
Door erfelijkheid zijn er verschillen in hoe kanker zich onder verschillende raciale groepen manifesteert. Om kanker onder minderheden effectiever te kunnen bestrijden moeten zij beter gerepresenteerd worden in het kankeronderzoek, stellen deze wetenschappers.
Vergeleken met de werkelijke samenstelling van Amerikaanse kankerpatiënten zijn Afro-Amerikanen (22 procent van het verwachte aandeel) en Latino’s (44 procent) sterk ondervertegenwoordigd in vergelijking met witte Amerikanen (98 procent van het verwachte aandeel) en Aziaten (438 procent).
Dat Afro-Amerikanen en Latino’s nu worden ondervertegenwoordigd is volgens Loree, Anand en Dasari niet het gevolg van bewuste discriminatie.
De pro-Koerdische HDP verzet zich fel tegen het afzetten van drie HDP-burgemeesters door president Erdogan. Van Istanbul tot in het oosten van Turkije organiseert de partij vandaag demonstraties. De HDP krijgt niet alleen bijval van de linkse oppositiepartij CHP, maar ook van enkele AKP-kopstukken.
Gisteren werden de Koerdische burgemeesters van de oostelijke provincies Diyarbakir, Van en Mardin afgezet en vervangen door burgemeesters van Erdogans AKP-partij. Maar de HDP legt zich hier niet bij neer.
Vandaag demonstreren alle HDP-afgevaardigden voor hun partijkantoren in deze drie provincies. Ook heeft het bestuur van de HDP tijdens persconferenties in Istanbul en Diyarbakir aangegeven de nieuwe burgemeesters niet te erkennen. De partij roept de regering op de HDP-burgemeesters weer in hun ambt te herstellen.
Naast de HDP veroordeelt ook de linkse oppositiepartij CHP de afzetting van de burgemeesters. En er klinkt zelfs kritiek vanuit enkele van Erdogans voormalige politieke vrienden. Het gaat om voormalig president Abdullah Gül en ex-premier Ahmet Davutoglu, die zich de laatste maanden vaker hebben opgeworpen als kritisch tegenover Erdogan.
Davutoglu noemt het besluit om de burgemeesters af te zetten op Twitter ‘tegenstrijdig met de geest van de democratie’. Gül zegt op hetzelfde medium zegt dat het ‘niet goed is voor onze democratie dat pas verkozen burgemeesters op deze manier van hun plicht worden ontdaan’.
President Erdogan lijkt vooralsnog niet van wijken te willen weten. Gisteren greep de politie in tijdens protestbijeenkomsten in Istanbul, Ankara en Diyarbakir, waarbij enkele demonstranten werden gedemonstreerd. De gouverneur van Mardin heeft demonstraties alvast voor een maand helemaal verboden.
De vijfduizend jaar oude peperhandel in Zuid-India zorgde in de Klassieke Oudheid voor een culturele uitwisseling tussen Oost en West en leidde tot de verrassende komst van het christendom naar India. Tot op de dag vandaag is deze peperhandel voor een belangrijk deel in handen van een christelijke gemeenschap in het zuiden van India, die claimt door de apostel Thomas te zijn gesticht. Ondanks een turbulente geschiedenis van vervolging, bekering en een koorddans op het flinterdunne draadje van het kastensysteem hebben deze christenen al bijna tweeduizend jaar standgehouden. Maar sinds president Modi en zijn BJP-partij in 2014 aan de macht kwamen, maken zij zich zorgen over het toenemende geweld tegen christenen en de ‘hindoe-nationalistische’ wind die door India waait.
Volgens de lokale overlevering kwam het christelijke ‘Woord van God’ niet pas recentelijk, maar bijna tweeduizend jaar geleden naar India. Degene die het evangelie zou hebben gebracht was de apostel Thomas – beter bekend als Ongelovige Thomas, omdat hij aanvankelijk twijfelde aan de opstanding van Jezus. De overlevering wil dat Thomas de kerk stichtte van de kustplaats Malabar, die vanaf de komst van de Portugese missionarissen – 1.500 jaar later – moest concurreren met de Katholieke Kerk. Hoewel de historische feitelijkheid van Thomas’ missie naar India in zowel wetenschappelijke als kerkelijke kringen ter discussie staat, bestaat er volgens de zogenaamde Thomaschristenen in de zuidelijke staat Kerala geen twijfel over zijn komst naar deze regio.
‘Of apostel Thomas hier echt is geweest? Het is niet eens een vraag voor ons’
Priester Darwin Peter (40) staat voor zijn kerk in het vissersdorp Chombala en glimlacht geduldig op de vraag of de apostel hier wel echt geweest is. ‘Het is niet eens een vraag voor ons. Er zijn geschriften uit de derde eeuw die het verhaal vertellen van zijn reis vanuit Jeruzalem, zijn aankomst hier en hoe hij aan onze kust de eerste Indiase kerken stichtte. Waarom zouden we daaraan twijfelen? Daarbij moet je dit soort teksten en gebeurtenissen niet langs de wetenschappelijke meetlat willen leggen. De magie vind je tussen de lijntjes door, maar die raak je kwijt als je haar probeert te vangen. Als we die weg inslaan, dan kan iedereen zijn of haar geloof wel opdoeken.’
Volgens deze derde-eeuwse geschriften, de Handelingen van Thomas, kwamen de twaalf apostelen na de dood van Jezus bijeen in Jeruzalem. Ze bepaalden via loting wie het evangelie in welk gebied zou verkondigen. Thomas kreeg India toebedeeld, maar weigerde omdat hij de taal niet sprak en zichzelf niet sterk genoeg achtte voor zo’n verre en gevaarlijke reis. Maar door een wonderlijke tussenkomst van Jezus belandde hij toch op een koopvaardijschip dat richting India zeilde en accepteerde hij zijn lot. De priester merkt vrolijk op dat ook nu nog veel mensen bang zijn om naar India te komen. ‘Maar’, lacht hij, ‘Kerala staat bekend als God’s Own Country. Zodra je hier eenmaal voet aan wal zet, ben je verkocht’.
Aramese en hindoeïstische invloeden
De zuidwestelijke staat Kerala is sinds mensenheugenis bekend bij handelaren vanwege zijn weelderige rijkdom. In de Oudheid stond de regio bekend als Malabar, wat in de lokale taal Malayalam – ‘berghelling’ – betekent. Kerala is een smalle landstrook aan de westkust van het Indisch subcontinent, aan de ene kant begrensd door de Arabische Zee en aan de oostzijde door het gebergte van de West-Ghats, met zijn ondoordringbare jungle. Er valt veel regen in dit gebied, waardoor het één van de meeste vruchtbare gebieden van India is. Kerala is rijk aan kokosnoten en tropisch fruit en aan specerijen als kaneel, kardemom, peper, nootmuskaat en kruidnagel. Ondanks de ruige overtocht meerden Babylonische, Assyrische en Egyptische schepen al ruim vijfduizend jaar geleden aan in kustplaats Muziris en andere havens van Kerala, op zoek naar deze kostbare specerijen. Daarna kwamen de Grieken, de Romeinen, de Joden en de Arabieren. Vanaf de zestiende eeuw werden er ook Europese handelsposten gesticht.
In de eerste eeuwen na Christus stonden de net-gekerstende Thomaschristenen al gauw vooraan in de peperhandel, aangezien de vroege christenen bekeerde Joodse handelaren en welgestelde brahmanen van de hoogste kaste waren, die beschikten over een groot handelsnetwerk. De kooplui in de handelsketen tussen de havens van Malabar en de keukentafels van de Europese adel beschermden hun monopolie op de peperhandel door de meest wilde en onwaarschijnlijke verhalen over herkomst van de specerijen te verspreiden. Hierdoor had het gros van de eindgebruikers niet het flauwste benul over het bestaan van het verre India – laat staan over het feit dat de dure pepers mogelijk geplukt werden door hun christelijke broeders, duizenden kilometer oostwaarts.
‘Zonder deze kleine peperbesjes had het christendom ons misschien nooit bereikt’
De lokale peperboer Shiju (38) loopt in hoge kaplaarzen door zijn peperplantage en vertelt trots over zijn product. ‘Deze pepers gaan al meer dan vijfduizend jaar alle wereldzeeën over en brengen ons al generaties lang voorspoed. Het is wel een gek idee dat de specerijen via vele tussenhandelaren vaak verder reisden dan de meeste kooplui zelf. Ik denk niet dat mijn voorouders konden vermoeden dat ze pepers oogsten voor rijke christelijke edelen in Europa.’ Shiju legt uit dat de apostel Thomas in het jaar 52 na Christus aankwam in Kerala. ‘Vermoedelijk zeilde hij mee op een Arabisch handelsschip en kwam hij terecht in een Joodse nederzetting aan de kust, waar hij de rijke families bekeerde. Het gewone volk volgde snel. We hebben veel te danken aan deze kleine peperbesjes, want zonder hen had het christendom ons misschien nooit bereikt.’
De komst van Thomas naar India is weliswaar moeilijk te bewijzen, maar toch is de anciënniteit van de christelijke gemeenschap onomstreden. De meeste historici houden het op de derde of vierde eeuw, toen Perzische christenen zich in Kerala vestigden om aan vervolging in eigen land te ontsnappen. Door de grote vraag naar specerijen in hun thuisland was het voor deze immigranten een logische stap om in de peperhandel te stappen. Deze pre-Portugese kerkgemeenschap bleef trouw aan de kerk in Perzië, die de Syrische, Arameestalige liturgie volgde. De kerk werd geleid door de patriarch van Ctesiphon, de hoofdstad van Perzië. Vrouwelijke Thomaschristenen dragen net als Syrisch-orthodoxe christenen een hoofddoek tijdens het bidden. Ook gebruiken Thomaschristenen de van oorsprong Aramese naam qurbana voor hun eredienst. Bovendien hebben veel families nog oude namen uit het oriëntaalse christendom, zoals Kurian, Stephanos en Markose.
De St. Thomas Church in Malayattoor, Kerala (Foto Tieme Hermans)
Naast deze elementen uit het Syrische christendom heeft ook het hindoeïsme grote invloed gehad op de vorming van de Thomasgemeenschap. Hoewel het kastensysteem officieel geen rol speelt binnen het christendom, werden de Thomaschristenen vanwege hun hoge afkomst en welgesteldheid gezien als pure of reine kaste. Dit betekende dat ze dezelfde privileges hadden als de hoge hindoekasten. Thomaschristenen zijn nog steeds bang dat hun gemeenschap ‘vervuild’ wordt door mensen van lagere kasten. Hierdoor is een ingewikkeld systeem ontstaan waarin christenen weliswaar niet met familieleden tot vier generaties terug mogen trouwen, maar waarin ze ook niet mogen trouwen met iemand van buiten de relatief kleine gemeenschap.
‘In mijn kerk wil ik er niets van horen’, zegt priester Darwin Peter, ‘maar in de praktijk worden christenen uit lagere sociale groepen als onrein beschouwd.’ Volgens hem toont deze angstvallige exclusiviteit aan dat de Thomaschristenen zich bewust zijn van hun kwetsbare positie. Christenen zijn een minderheid in India, waar de hindoes in de meerderheid zijn en waar de grote islamitische minderheid snel groeit.
Katholieke missionarissen
Vanaf de zevende eeuw raakte het oude netwerk van de specerijenroute langzaam in verval. Dit kwam mede door de Arabische veroveringen, waardoor het Perzische Rijk werd vernietigd en het Oost-Romeinse Rijk haar oostelijke provincies verloor. Christenen in het Midden-Oosten werden een verdrukte minderheid. In deze tijd kreeg het Zuid-Indiase christendom een sterk eigen karakter, die zeer door de Indiase, hindoeïstische omgeving werd beïnvloed. Christelijke kerken begonnen erg op hindoetempels te lijken.
‘Vergelijk onze kerk maar eens met de Shivatempel verderop’, zegt Shiju. ‘Er brandt altijd een olielampje, net als bij onze hindoeburen, en er staat een grote koperen mast voor de kerkdeur, die in tempels symbool staat voor het buiten houden van onzuivere elementen.’ De christenen hebben daarnaast veel rituelen overgenomen uit het hindoeïsme, zoals het stukslaan van een kokosnoot voor een altaar, als metafoor voor het vernietigen van je ego en het buigen voor God.
‘Velen van ons voelen zich onveilig’
In 1453 veroverden de Turken de Oost-Romeinse hoofdstad Constantinopel. De val van deze stad was voor West-Europese staten een reden om naar alternatieve handelsroutes op zoek te gaan. De Portugezen zochten een alternatieve passage naar India, die uiteindelijk leidde tot de ontdekking van de zuidelijke doorgang naar de Indische Oceaan via Kaap de Goede Hoop. In 1498 kwamen Vasco da Gama en zijn bemanning aan ten noorden van de stad Kochi in Kerala. De Portugezen waren zeer verrast dat in dit deel van de wereld ook christenen waren.
Met een zekere trots en gevoel van broederschap benaderden de Thomaschristenen Vasco da Gama en zijn bemanning, maar al snel bleek dat beide partijen een nogal andere vorm van christendom beleden. De Portugezen besloten daarom om missionarissen naar het gebied te sturen, om het ‘ware’ geloof te verspreiden. De meerderheid van de Thomasgemeenschap besloot om zich tot het katholicisme te bekeren. Ze volgen tegenwoordig niet de exacte Latijnse ritus, maar vormen hun eigen Syro-Malabarkerk, die valt onder de Oosters-Katholieke Kerk. De overige Thomaschristenen hebben de banden aangehaald met de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Volgens priester Darwin Peter zijn deze orthodoxen de trouwste christenen, omdat zij niet gezwicht zijn voor het westerse christendom. Nog steeds is een groot deel van de peperplantages in handen van de christelijke gemeenschap en nog altijd staan de Thomaschristenen bovenaan de sociaaleconomische ladder van Kerala. Ze zijn het beste opgeleid en wonen in de beste huizen.
Een afbeelding van een Thomaschristelijk koppel, gemaakt door Portugezen die in de 16e eeuw India aandeden (Foto: Wikimedia Commons)
Diversiteit onder druk
De deelstaat Kerala is religieus divers en tolerant. Maar die tolerantie staat sinds 2014 onder druk, met het aan de macht komen van de hindoeïstische BJP-partij van president Narendra Modi. In India is het aantal geweldsincidenten tegen christenen de afgelopen vijf jaar bijna verdubbeld, aldus de christelijke organisatie Open Doors. De meeste incidenten vinden plaats in andere deelstaten, zoals Orissa, Uttar Pradesh en Gujarat, maar ook in Kerala nemen de spanningen toe. Nationalistische hindoegroeperingen hebben meer invloed gekregen in het politieke bestel van Kerala, tot grote zorg van kerkleiders als John Dayal (53). ‘De actiegroepen zijn erg agressief geworden, waardoor velen van ons zich onveilig voelen. Religieuze intolerantie hoort niet bij Kerala, waar mensen van verschillende gelovigen tweeduizend jaar in vrede met elkaar samenleven.’
Priester Jose Frank (69), die ik spreek bij de Thomaskapel in Kodungallur, vertelt dat er ook christenen zijn die radicaliseren. ‘Toen ik een keer de biecht afnam, bekende iemand dat hij een cakeje uit een hindoetempel gegeten had.’ Tegenwoordig worden moskeeën, tempels en kerken steeds schreeuweriger gerenoveerd en gemoderniseerd, vertelt hij. ‘Alsof we bevestiging nodig hebben van onze identiteit door zulke bombastische godshuizen te bouwen. Daarbij wijzen alle geloofsgroepen naar elkaar als er iets gebeurt, en wordt het een soort religieuze wapenwedloop die alleen maar slecht kan aflopen. Dit is de kiem voor fundamentalisme, waarin iedereen zich dieper ingraaft.’
Volgens de priester doen politici niets, behalve nog meer polariseren, en kijkt de politie bewust de andere kant op als er weer een incident heeft plaatsgevonden. ‘Ik maak mij grote zorgen. Wij, de ouderen, denken vaak terug aan die goede oude tijd, toen we met kerst koekjes gingen brengen bij onze hindoe- en moslimburen. Ik hoop dat deze storm van tijdelijke aard is en zo snel mogelijk voorbij waait, opdat de tolerantie waar Kerala zo bekend om staat weer terugkeert.’
Doemdenken is weer helemaal in. Ons publieke debat lijkt te worden beheerst door pessimisme. Er zijn klachten over de Europese Unie, de vluchtelingen, de islam, verruwing van de omgangsvormen en niet te vergeten het klimaat. Is de ondergang van het Avondland aanstaande?
Historicus Ronald Havenaar, emeritus hoogleraar Geschiedenis van de Trans-Atlantische Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam, schreef over het hedendaagse doemdenken een nuchter boek: Naar de bliksem, maar nu nog niet. Zijn conclusie: ‘Doemdenkers hebben een fijne neus voor mankementen, als realisten wijzen zij op urgente problemen. Maar ze laten zich ook kennen als alarmisten, die gedreven door een passie voor ondergangsdenken overdrijven. Ze kondigen een apocalyps aan die vooralsnog ver voorbij de werkelijkheid ligt.’ De Kanttekening sprak met Havenaar over het hedendaagse ondergangsdenken, de angst voor de islam en de vraag in hoeverre de politici Thierry Baudet en Geert Wilders cultuurpessimisten zijn.
Uw boek gaat over hedendaags doemdenken. Waarom is dit denken weer helemaal terug in het politiek-maatschappelijke debat?
‘Hier is geen sluitend antwoord op, het is een moeilijke vraag. Het doemdenken is weer opgekomen na het einde van de Koude Oorlog. Met het wegvallen van de Sovjet-Unie in 1991 had het Westen geen tegenstander meer. Het communisme was altijd de grote tegenstander waartegen iedereen zich verdedigde. Nadat het communisme als concurrent verdween ging de democratie kritischer naar zichzelf kijken, omdat dat nu kon.’
‘Het cultuurpessimisme biedt in deze postmoderne tijden een nieuwe grote greep’
Maar hangt het cultuurpessimisme niet ook samen met Samuel Huntington en zijn clash of civilizations, die de islam tot nieuwe vijand bombardeerde, waartegen ‘wij’ weerbaar moeten zijn? De botsing der beschavingen als antwoord op het liberale vooruitgangsoptimisme van Francis Fukuyama en zijn ‘einde van de geschiedenis’?
‘Dat klopt inderdaad. Huntington was een van de eersten die na de val van de Muur en de Sovjet-Unie een pessimistisch geluid liet horen. Tegenwoordig is Fukuyama helemaal uit de mode. Het idee dat overal in de wereld de democratische krachten aan het winnen zijn, is op zijn retour. Het vooruitgangsdenken is nu echt in de knel gekomen.’
Waarom eigenlijk?
‘Dit komt door allerlei oorzaken. Vanaf de jaren tachtig stagneerde de verzorgingsstaat. Dit luidde ook het einde van het vooruitgangsdenken in dat welvaart steeds gelijker verdeeld zou worden door de staat. En dan heb je ook nog het postmodernisme, de filosofische stroming die het einde van de grote verhalen aankondigde. Het cultuurpessimisme biedt in deze postmoderne, postideologische tijden een nieuwe grote greep, het geeft samenhang en zin. Dat vinden mensen fijn, want ze willen graag grip krijgen op de vaak chaotische werkelijkheid.’
Is doemdenken vooral een ‘rechts’ thema?
‘Klimaat is nu duidelijk een thema van links. Wat ergens wel apart is, want het klimaat beheren is een conservatieve opdracht. Conservatisme komt van het Latijnse woord conservare, wat bewaren betekent.’
Is de paniek die je nu bij een deel van links ziet over het klimaat niet hetzelfde als de vluchtelingenpaniek bij rechts?
‘Paniekdenken heeft inderdaad verschillende varianten en wordt aan verschillende thema’s gekoppeld. Het is dus niet typisch ‘rechts’ of ‘links’.’
Het nieuwe boek van Ronald Havenaar (Foto: Prometheus)
Hoe verhoudt het doemdenken van nu zich eigenlijk met het cultuurpessimisme van de jaren dertig van de vorige eeuw, van conservatieve denkers als José Ortega y Gasset en Johan Huizinga?
‘De verschillen tussen het cultuurpessimisme van toen en nu zijn opvallender dan de overeenkomsten. Het huidige cultuurpessimisme is veel concreter. Het gaat over politiek en economie, de ontbinding van het Westen, de NAVO en de EU. Het is deels ook een technische analyse van de financiële crisis van 2008. Ortega y Gasset in La Rebelión de las masas (De opstand der horden, red.) en Johan Huizinga in In de schaduwen van morgen hadden het echter helemaal niet over deze thema’s. Dat is apart, want Europa kampte toen met een financiële en met een politieke crisis. Dankzij de economische crisis kon Adolf Hitler in Duitsland aan de macht komen. En er was een dreiging van een nieuwe oorlog. Maar Ortega y Gasset en Huizinga maken zich meer zorgen over het zedenverval. Ook Menno ter Braak, die waarschuwde tegen het nazigevaar, schreef veel over het verval van normen en waarden. Een ander verschil is trouwens dat Huizinga en anderen zich vooral zorgen maakten over het verval van de christelijke waarden, terwijl de cultuurpessimisten van nu vooral verontrust zijn over de multiculturele samenleving en het cultuurrelativisme. Dit zie je vooral terug bij Paul Cliteur.’
Over Cliteur gesproken: in het hedendaagse doemdenken spelen het ‘gevaar’ van de islam en immigratie een prominente rol. Waarom eigenlijk?
‘Hier zijn een paar verklaringen voor. De islam is een religie met een mannelijk elan, volgens de Franse schrijver Michel Houellebecq. Het christendom is dit elan kwijtgeraakt en is zwakker. Doemdenkers vrezen dat de westerse beschaving geen weerstand kan bieden tegen de islam. Daarnaast zijn doemdenkers bang voor de islamitische omgangsvormen. Dan gaat het vooral om de positie van de vrouw en de omgang met homo’s, zoals wij die in het Westen een aantal decennia hebben omarmd. Ten slotte is daar het punt van de demografie: moslims maken te veel kinderen volgens critici, wij te weinig. Dit is ook de boodschap van Thilo Sarrazin in Deutschland schafft sich ab (Duitsland schaft zich af, red.). We worden volgens hem overspoeld.’
U noemt nu een paar namen. Wie zijn eigenlijk de belangrijkste ondergangsdenkers op dit moment in Europa?
‘Houellebecq is natuurlijk heel belangrijk. Hij schrijft niet alleen over de islam, maar ook over onze, volgens hem, nihilistische maatschappij, waar het alleen maar draait om geld en de seks vreugdeloos is geworden. Ik vind de Britse filosoof John Gray de interessantste doemdenker, omdat hij het einde van de verlichtingsidealen aankondigt. Ook is hij van mening dat mensen zich tot het groene denken moeten bekeren. En dan heb je ook historicus Timothy Snyder, die zeer pessimistisch is over het politieke klimaat van onze tijd en zich grote zorgen maakt over de toekomst van de democratie. In Duitsland is naast Sarrazin Botho Strauss een belangrijke doemdenker. Hij maakt zich vooral zorgen over de massaconsumptie en hekelt de massacultuur. In Frankrijk, ten slotte, heb je naast Houellebecq ook Éric Zemmour van het geruchtmakende boek Le suicide français (De zelfmoord van Frankrijk, red.) en Michel Onfray van het boek Décadence (Decadentie, red.), waarin hij schrijft dat alle beschavingen sterfelijk zijn.’
En in Nederland?
In Nederland zijn Ad Verbrugge en Paul Cliteur als de belangrijkste cultuurpessimistische denkers. Ad Verbrugge beroept zich op Oswald Spengler (1880-1936, red.) en heeft er ook voor gezorgd dat zijn magnum opus Der Untergang des Abendlandes (De ondergang van het Avondland, red.) in het Nederlands is vertaald en uitgegeven. Daarnaast heb je Sid Lukkassen en Vossius, een pseudoniem van euroscepticus Pepijn van Houwelingen, maar ik neem hen intellectueel iets minder serieus. De ondertoon bij Lukkassen is: Sid kan geen vriendinnetje krijgen en dat komt door cultureel verval.’
‘Populisten zijn strijdbaar, cultuurpessimisten fatalistisch’
Welke rol spelen deze ondergangsnarratieven eigenlijk in het politieke verhaal van Geert Wilders en Thierry Baudet? En zijn zij zelf ook ondergangsdenkers?
‘Er bestaan duidelijke raakvlakken tussen cultuurpessimisme en politieke populisme. Die raakvlakken gaan over politieke thema’s. Net als cultuurpessimisten houden populisten zich bezig met thema’s als de Europese Unie, de islam, de huidige democratie en de elite. Er is echter een groot verschil in temperament. Populisten zijn strijdbaar, cultuurpessimisten fatalistisch. Wel is er natuurlijk een uitwisseling van ideeën en personen: bijvoorbeeld Thierry Baudet die een essay over Houellebecq schrijft en Paul Cliteur die senator wordt voor het Forum voor Democratie.’
De nieuwe editie van Oswald Spenglers Untergang des Abendlandes (Foto: Boekhandel Roelants)
In hoeverre hebben ondergangsdenkers eigenlijk een punt? De democratie is toch in gevaar? Mensen worden toch minder fatsoenlijk naar elkaar? Als gevolg van de polarisatie in de maatschappij wordt er toch minder waarde gehecht aan feiten?
‘Het uitgangspunt van mijn boek is dat cultuurpessimisten tegelijkertijd realisten en alarmisten zijn. Ze hebben een fijne neus voor reële problemen, maar ze blazen de zaak heel erg op. Het moet altijd misgaan, menen ze. Maar dit klopt gewoon niet. Er gaan ook veel dingen goed. Onze samenleving heeft veel veerkracht. Onze economie ook. De financiële crisis van 2008 was niet het einde. Het is door ingrijpen van de EU redelijk goed gekomen. Ook onze democratie is vitaler dan cultuurpessimisten vrezen.’
Waarin slaan doemdenkers volgens u de plank mis? Welk rationeel antwoord kun je deze ‘realisten’ bieden?
‘Cultuurpessimisten onderschatten de veerkracht van onze samenleving, van onze democratie. En meer filosofisch: geschiedenis is niet gedetermineerd maar heeft een open einde. Het geschiedenisbeeld van doemdenkers vertoont sterke parallellen met het christelijke geschiedbeeld, een geschiedenis die zich beweegt naar een eindpunt, de Apocalyps. Christelijke denkers zijn daarom vaak ook pessimistisch over deze wereld: de vier ruiters, de hoer van Babylon, de Antichrist. Maar net als het christendom bieden doemdenkers troost. In het geschiedbeeld van Oswald Spengler ‘klopt’ alles. Dit geeft, ook al is zijn visie heel pessimistisch, toch vertroosting. Want hij schept inzicht in tijden van grote verwarring. Hij komt weer met een groot verhaal in deze postmoderne tijd.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.