16.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 462

Armeens-Turks politicus gekapitteld na voorstel tot genocide-erkenning

0

De Armeens-Turkse oppositiepoliticus Garo Paylan heeft een wetsvoorstel ingediend voor de erkenning van de Armeense Genocide in 1915, die door de Turkse staat ontkend wordt. Dat heeft hem de woede opgeleverd van regeringspartij AKP en andere nationalistische partijen in het parlement. Dit meldt de Turkse nieuwssite Ahval.

Het wetsvoorstel wil erkenning voor de moord op anderhalf miljoen Armeniërs en andere christenen in het toenmalige Ottomaanse rijk. Ook wil het voorstel een onderzoek naar de ambtenaren die verantwoordelijk waren voor de doden, de verwijdering van de namen van daders in publieke ruimtes en Turks burgerschap voor de nakomelingen van vluchtelingen.

‘De Armeense Genocide vond hier plaats, in dit land, en gerechtigheid kan alleen gediend worden in dit land, Turkije’, aldus Paylan, die lid is van de pro-Koerdische oppositiepartij HDP.

Deze woorden viel de regering-Erdogan in het verkeerde keelgat. Het wetsvoorstel, dat vanwege een genocide-ontkennende meerderheid in het parlement toch al kansloos was, werd om ‘statutaire’ redenen linea recta verworpen door de Turkse parlementsvoorzitter (AKP).

‘De brutaliteit van het indienen van zo’n voorstel kan alleen met steun van buiten Turkije tot stand komen’, zei de parlementsvoorzitter’, daarom moest dit geweigerd worden. Zulk gedrag is niks anders dan provocatie’.

De Armeense Genocide wordt tot dusver ontkend door de Turkse staat. De Kanttekening ging daar eerder over in gesprek met genocidewetenschapper Anthonie Holslag en de Turks-Nederlandse historicus Armand Sag, die vraagtekens plaatst bij het genocidebegrip.

Surinaamse president organiseert iftar in achtertuin, bidt mee met moslims

0

President Chan Santokhi organiseerde dit weekend een iftar in de achtertuin van zijn presidentieel paleis. Hij deed er ook mee aan het gebed.

Het was de eerste keer in de Surinaamse geschiedenis dat een president een iftar op het paleis organiseert, meldt de Surinaamse website Waterkant.

Momenteel zijn moslims bezig aan de vierde en laatste week van de vastenmaand ramadan. De maaltijd waarmee het vasten elke avond wordt verbroken heet een iftar.

Santokhi prees de Surinaamse tolerantie, waar verschillende geloven en etniciteiten met elkaar in vrede samenleven. Hij zij zich ervoor in te spannen dat dit ook zo zal blijven.

Santokhi, zelf hindoe, deed er ook – zittend – mee aan het gebed. Hij zei erg blij te zijn met de aanwezige moslims in zijn tuin. ‘Met uw aanwezigheid wordt bevestigd dat u veel belang hecht aan een open, vrije, maar bovenal hechte samenleving waarin alle Surinamers ongeacht hun godsdienst, cultuur een zijn.’

Israël beantwoordt raket uit Libanon met artillerievuur

0

Vandaag heeft het Israëlische leger Zuid-Libanon met artillerievuur bestookt, in reactie op een raket vanuit die regio. De raket kwam terecht in een open gebied in Israël, vlak over de grens met Libanon.

Het Libanese leger zegt dat Israël vijftig artilleriegranaten heeft afgevuurd op verschillende Libanese steden nabij de zuidelijke grens met Israël.

Na de Israëlische beschietingen lieten VN-vredestroepen in het zuiden van Libanon sirenes loeien terwijl het Libanese leger troepen stationeerden, aldus de Arabische nieuwszender al Jazeera.

Het Israëlische leger zegt open gebieden nabij de plek waar de raket vandaan kwam te hebben gebombardeerd, evenals een ‘infrastructureel doel’. Israël denkt dat Palestijnse militanten achter die aanval zitten. ‘Wij geloven dat dit verband houdt met de islamitische heilige maand ramadan en de rellen op de Tempelberg’, zegt een legerwoordvoerder.

De afgelopen twee weken hebben er botsingen plaatsgevonden tussen Palestijnen en de Israëlische politie in de Al Asqa-moskee, de op twee na meest heilige plaats van de islam.

De Israëlische politie zou te weinig doen om Joodse extremisten tegen te houden, die willen bidden op het complex. Israël heeft met Jordanië, dat het complex beheert, afgesproken dat alleen moslims er mogen bidden.

Minstens 57 Palestijnen raakten vrijdag gewond bij confrontaties met de Israëlische politie op het Al-Aqsa-complex, meldde het internationale persbureau Reuters.

Palestijnen en moslims over de hele wereld zijn woedend over het Israëlische optreden in en rond de Al Aqsa-moskee, dat ze zien als een flagrante provocatie.

De vrees bestaat dat de spanningen zullen leiden tot een herhaling van de gebeurtenissen van vorig jaar, toen Israël en Hamas een 11-daagse oorlog voerden.

Islamofilie bestaat wel degelijk

0

In tegenstelling tot het hindoeïsme of het boeddhisme houdt de islam de gemoederen in Nederland behoorlijk bezig. Maar weinig verhouden zich nog neutraal tot de islam. Na decennia van jihadistisch terrorisme, conflicten rondom integratie en anti-islamitische politieke partijen kunnen we stellen dat angst of afkeer van de islam in veel segmenten van onze samenleving aanwezig is. We zien het terug in de politiek, in de media en zelfs binnen de overheid – getuige het feit dat het doneren aan een moskee al genoeg bleek om op een zwarte lijst van de Belastingdienst te kunnen belanden.

Veel moslims ervaren alledaagse islamofobie. Vrouwen met een hoofddoek die lastig gevallen worden op straat, discriminerende opmerkingen op de werkvloer, negatieve stereotypen in het onderwijs, verzet tegen de bouw van een moskee of angst voor de komst van vluchtelingen met een islamitische achtergrond: voorbeelden te over van hoe islamofobie een impact heeft op onze samenleving en, vooral, op het leven van moslims.

En dat is kwalijk. Ongefundeerde angst of afkeer van een religie of groep gelovigen moeten we bestrijden, evenals discriminatie of uitsluiting. De islam en moslims verdienen het, net als ieder andere religie of bevolkingsgroep, om op basis van feiten en merites beoordeeld te worden. Niet op basis van angst of vooroordelen, wat nu nog te vaak gebeurt in dit land.

Maar islamofobie bestrijd je niet door te vervallen in het tegenovergestelde, namelijk islamofilie: een overdreven voorliefde voor of positieve houding tegenover de islam of moslims. Recentelijk plakte schrijfster Lale Gül deze term, die al decennia rondzoemt in het islamdebat, op de positieve houding van de media tegenover de ramadan.

Gül wilde hiermee aankaarten hoe media rondom de ramadan plotseling overdreven positieve aandacht hebben voor de islam, zonder zulke aandacht te hebben voor andere religies. Bovendien vergeten media dat de ramadan ook zijn schaduwkanten kent. Neem negatieve effecten op de gezondheid, de zogeheten ‘ramadanpolitie’ die gelovigen in het gareel probeert te houden en de uitsluiting die ex-moslims ervaren. Het gebruik van deze term kwam Gül op kritiek te staan, op social media en in de Kanttekening-column van Tayfun Balcik.

In zijn column vraagt Balcik zich of of Gül het opkomen voor en vieren van de rechten van de LHBTIQ+-gemeenschappen in Nederland, met regenboogstraten en veelvuldige media-aandacht,  ook als ‘homofilie’ weg zou zetten. Een vergelijking die mijns inziens niet bepaald opgaat. Want het vieren van het recht om jezelf te zijn is fundamenteel iets anders dan het deelnemen aan een religieuze traditie waar de nodige schaduwkanten aan vast zitten.

We kunnen van alles zeggen en vinden van Güls islamkritiek. Maar haar punt – dat islamofilie bestaat in onze samenleving – is belangrijk. En de ramadan is, zoals Gül al schreef, meestal dé periode dat deze islamofilie tot uiting komt. Plotseling besteden media overdreven aandacht aan de ramadan en de islam – veelal positief –, zien we politieagentes met hoofddoek in de moskee en politici, bestuurders en andere bobo’s bij allerlei iftars.

We moeten ons net zomin overgeven aan islamofilie als aan islamofobie

Ik ben zelf ook niet vies van een iftar in een moskee tijdens de ramadan. Gezelligheid en lekker eten gegarandeerd. Niks mis mee. Maar we moeten ons net zomin overgeven aan islamofilie als aan islamofobie. Zeker in links-liberale kring, bij sommige media, delen van de wetenschap en in het onderwijs zien we geregeld islamofilie opduiken. Ronduit problematisch, omdat het de schaduwkanten van de islam en de Nederlandse moslimgemeenschappen verbloemt.

Tegelijkertijd komt islamofilie voor een belangrijk deel direct door de sterk aanwezige islamofobie in onze samenleving. Zij die zichzelf overgeven aan islamofilie doen dit juist omdat ze zien dat moslims en de islam te vaak onterecht negatief bejegend worden. Wie zich ergert aan islamofilie zou er daarom goed aan doen zich ook uit te spreken tegen islamofobie. Willen we dat het één verdwijnt, dan moeten we beiden bestrijden.

Turkse ontkenning van de Armeense Genocide: hoe te verklaren?

0

Op 24 april staan Armenië en veel westerse landen stil bij de Armeense Genocide. In 1915 vermoordde het Jong-Turkse regime anderhalf miljoen Armeense en Assyrische burgers van het Ottomaanse Rijk. Turkije, een aanzienlijk deel van de Turkse bevolking en ook veel Turkse Nederlanders ontkennen dat dit genocide was. Hoe zit dat precies?

Om ontkenning te begrijpen, vertelt genocidewetenschapper Anthonie Holslag (Vrije Universiteit) aan de telefoon, moeten we ons focussen op de intentie van genocidaal geweld. ‘En dat is de vernietiging van een volk, niet alleen in fysieke zin, maar ook door middel van de uitroeiing van de gehele identiteit van een bevolkingsgroep. Dus met inbegrip van hun hele cultuur en geschiedenis. Niks mag er meer aan herinneren dat het vernietigde volk ooit heeft bestaan.’

Genocide is een proces dat dat niet bij het werkelijke doden van mensen begint, vervolgt hij. ‘Het begint met uitsluitende taal, wetgeving, het verbieden van rituelen, kledij te vernietigen, enzovoort. De laatste fase is het wegnemen – en dus ontkennen – van de geschiedenis van de slachtoffergroep.’

Slechts weinig genocides worden door daderlanden erkend, merkt Holslag op. ‘In Rwanda wordt de genocide ook door het land zelf erkend. Zij hebben zelfs nationale tribunalen gehad. Maar Servië ontkent de genocide op moslimmannen in Srebrenica, Cambodja de genocide van de Rode Khmer en Turkije de Armeense Genocide. Ontkenning is veel meer de regel.’

De Turks-Nederlandse historicus Armand Sag, die zich bij het door hemzelf opgerichte Instituut voor Turkse Studies bezighoudt met de Armeense Genocide, zou zelf het woord ‘ontkennen’ niet gebruiken. ‘Het ligt genuanceerder. Turken hebben een andere visie op de gebeurtenissen dan Armeniërs en westerse historici. Die nuance maken websites van Turkse ministeries ook. Daarop staat te lezen dat beide partijen – Armeniërs en Turken – hebben geleden.’

Het Turkse beeld is nu dat het Ottomaanse Rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog in een soort burgeroorlog belandde, waarbij veel burgerslachtoffers zijn gevallen. Sag: ‘In Turkse televisiedocumentaires vertellen Turkse mensen hoe hun voorouders zijn vermoord door Armeense strijders. Bram Vermeulen maakte een documentaire over Turkije. Toen hij bij de Armeense grens stond, kwam hij een boze oude Turkse man tegen, die hem vertelde dat zijn grootouders waren vermoord door de Armeniërs. Die kant van de geschiedenis, daar is in Nederland en Armenië nauwelijks aandacht voor.’

‘Typisch bij ontkenning: incidenten van Armeens geweld uit hun verband rukken in een verhaal van twee gelijke partijen’

Holslag zegt dat hij de laatste is die zal beweren dat de Turken niet hebben geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar hij noemt het verhaal van Sag een both sides-truc. De Serviërs vertellen eenzelfde verhaal over de Joegoslavische Burgeroorlog.

‘Ik was bijvoorbeeld in Banja Luka, waar een monument is opgetrokken voor de slachtoffers van de zogenaamde Servische genocide. En ik zag allemaal namen van Servische soldaten. Daarna ging ik naar een genocide-monument van Bosnische moslims, daar zag je ook namen van vrouwen en van kinderen van twee en drie jaar. Dat is het verschil tussen een genocide en oorlog. In een oorlog sterven soldaten, in een genocide gaat het om iedereen. Dus om te zeggen dat Turken en Armeniërs beiden hebben geleden in een ‘burgeroorlog’ is een totale miskenning van wat een genocide behelst en wat oorlog is. De Turken zijn gestorven als soldaten. De Armeniërs zijn massaal met vrouwen en kinderen afgeslacht.’

Armand Sag ziet dit anders. Er zijn ook veel Turkse burgers omgekomen, die zijn vermoord door Armeense rebellen en het Russische leger. Ook vermoordden Armeense strijders in 1918 veel Azeri’s, een Turks volk. Holslag spreekt echter van incidentele moordpartijen, terwijl hij uitlegt dat tijdens de Armeense Genocide maar enkele dorpen zich succesvol konden verdedigen tegen de uitmoording van hun gemeenschap.

‘De meeste Armeniërs maakten simpelweg geen kans tegen de enorme staatsmachinerie die tegen hen is ingezet: treinen, boten, hele legereenheden. Ook werden vrouwen tot slaaf gemaakt en verkocht. Het is typisch bij ontkenning om incidenten van Armeens geweld uit hun verband te rukken in een verhaal van twee gelijke partijen, waarbij ook de Turken in diezelfde mate zijn aangevallen. Totale onzin.’

De moeizame Turkse omgang

Sag vertelt dat het Turkse verhaal in de loop der tijd is veranderd. ‘Turkije heeft lange tijd de gebeurtenissen van 1915 verzwegen. Ik heb in de archieven gelezen dat de ambassadeur van Libanon in 1950 klaagde over een Armeense demonstratie voor de deur van de Libanese ambassade. Hij wilde weten wat er aan de hand was, maar Turkije antwoordde dat de ambassadeur dit alles gewoon moest negeren.’

Dit beleid van negeren heeft volgens Sag ‘kwaad bloed’ gezet bij de Armeniërs die daarna ‘overgingen tot terroristische aanslagen op Turkse diplomaten, met meer dan honderd doden tot gevolg. Het standpunt dat Turkije nu uitdraagt is beter, omdat er nu ook oog is voor het Armeense leed’.

Volgens Holslag maakt Sag hier een ‘vreemde historische sprong’. ‘Hij vergeet een heleboel, bijvoorbeeld de Ottomaanse tribunalen van 1919, waarin de meesterbreinen van de genocide het doodvonnis hebben gekregen. De Armeense Diaspora strijdt al vanaf 1919 om erkenning in wat toen de Armeense Catastrofe werd genoemd. En overigens heeft ook Kemal Atatürk dat wat de Armeniërs is overkomen onmenselijk genoemd.’

De discussie over het genocidebegrip is volgens Sag te ‘politiek’ en ‘juridisch’. ‘In de volksmond betekent genocide gewoon dat veel burgers zijn omgebracht. Als je die terminologie aanhoudt, dan zijn de gebeurtenissen van 1915 inderdaad een genocide en is de slavernij dat ook. Maar als je het juridisch gaat maken, dan zal Turkije de Armeense Genocide ontkennen, en ontkent Mark Rutte de genocide op tot slaaf gemaakten. 99 procent van de mensen is geen juridische expert.’

We moeten daarom wegblijven van zulke discussies, vindt Sag. ‘Als ik in mijn colleges de discussie met Armeniërs zou aangaan over de Armeense Genocide vanuit juridisch oogpunt, dan kun je dat vergelijken met een rechter die tegen een moeder zegt: de automobilist die haar kind doodreed heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag en niet aan moord. Voor haar voelt het als moord; ze zal de rechter niet begrijpen.’

In zijn wetenschappelijke publicaties gebruikt Sag nu ook de term ‘Armeense Genocide’, wat hij vroeger niet deed. ‘Maar in navolging van de Canadese historicus Gwynne Dyer bedoel ik hiermee dat ik erken dat er veel Armeniërs zijn omgekomen, niet dat de gebeurtenissen van 1915 in juridische zin een genocide waren. Ik ben een historicus, geen jurist.’

Elk land heeft moeite met zijn zwarte bladzijden, nuanceert Sag ook. ‘Nederland kampt met een duister slavernijverleden en de koloniale misdaden die gepleegd zijn in Indonesië.’ Maar volgens Holslag is die vergelijking ‘pure nonsens’. ‘In de genocide-conventie wordt duidelijk gemaakt dat de vernietigingsintentie fundamenteel is. Bij slavernij is dat juist niet het geval. De slaven moesten juist in leven blijven om als koopwaar doorverkocht te kunnen worden.’

Hij zucht bij de term ‘juridische discussie’ die Sag noemt. ‘De Internationale Associatie van Genocide-Wetenschappers heeft de Armeense genocide al jaren geleden erkend. En de uitvinder van het begrip, de Poolse jurist van Joodse komaf Raphael Lemkin, heeft die term genocide mede op basis van de geschiedenis van Armeense genocide bedacht. Dus ook juridisch gezien is het genocide.’

Lemkin bedacht de term in 1948. Holslag kan wel begrijpen, omdat de term voor 1948 niet bestond en dit voor enige verwarring kan leiden, dat Turkije zegt dat je die term niet op de Armeense genocide kan toepassen. ‘Maar dat gaat totaal voorbij aan zoveel onderzoek van wetenschappers, die feitelijk hebben aangetoond dat het om genocide ging met alle facetten van dat woord. Dus vernietiging van de taal, cultuur, infrastructuur, noem alles maar op. Het is heel kwalijk dat wetenschappelijke kennis zo gemakkelijk terzijde wordt geschoven.’

Maar volgens Sag speelt voor Turkije nog iets anders, namelijk dat het fundament van de Turkse Republiek wordt aangetast als de Armeense Genocide juridisch wordt erkend. ‘1915 is voor Turkije een cruciaal jaar, omdat Mustafa Kemal Atatürk toen de Britten en Fransen versloeg bij Gallipoli. De Turken waren in hun eigen beleving de underdog tegen de geallieerden. Ze willen niet dat dit zelfbeeld in twijfel wordt getrokken, dat helden van hun voetstuk worden gehaald.’

Holslag: ‘Nogmaals: Atatürk heeft in een beroemd interview erkend dat er buitensporig geweld tegen de Armeniërs en Assyriërs is gebruikt. Er zijn in 1919 dan ook Ottomaanse tribunalen geweest. Maar in het regime van Atatürk zaten ook mensen die betrokken waren bij de genocide, zoals Ziya Gökalp (een denker en politicus, red.). Er kwam een mythisch onderscheid tot stand tussen het Ottomaanse Rijk en de Turkse Republiek. En alles wat tot het Ottomaanse Rijk behoorde was verleden tijd, een afgesloten hoofdstuk. Daar wilde niemand het meer over hebben in het nieuwe Turkije.’

Volgens Sag zit Holslag ernaast wat betreft de Ottomaanse tribunalen en de kijk van Atatürk op de gebeurtenissen van 1915. ‘De tribunalen van 1919 werden in door Britten bezet İstanbul gehouden en niet door de Ottomanen. De Ottomanen eisten daarop een nieuw tribunaal op neutraal gebied: de Malta-tribunalen. Daar is iedereen vrijgesproken. En Atatürk sprak van ‘a shameful act’ van geallieerden door minderheden op te stoken tegen de Turken. Een immens groot verschil met wat Holslag beweert, maar goed, Anthony spreekt geen woord Turks of Ottomaans. Zijn beweringen slaan helemaal nergens op.’

Hoe nu verder?

Hoewel Holslag en Sag het over veel zaken niet eens zullen worden, vinden ze allebei dat je van Turken niet kunt eisen dat ze Armeense Genocide moeten erkennen. ‘De Nederlandse overheid heeft jarenlang gehamerd op erkenning’, zegt Holslag, ‘maar het zou nuttiger zijn om te investeren in een dialoog tussen de twee bevolkingsgroepen.’

Wat Nederlanders vinden is volgens Holslag bijzaak. ‘Als ik in bijzijn van de gemiddelde Nederlander begin over de Armeense Genocide, dan vragen ze: ‘Waar ligt Armenië?’ Het zou beter zijn als er toenadering tot stand komt tussen die twee bevolkingsgroepen.’

‘Je wel kunt eisen dat Turken schuld erkennen, maar dat werkt contraproductief’

Sag: ‘De Turkse cultuur is nou eenmaal nationalistisch en patriottisch. Je wel kunt eisen dat Turken schuld erkennen, maar dat werkt contraproductief. Een kritische reflectie op het eigen verleden moet van de Turken zelf komen.’

Sag wijst op de voetbaldiplomatie van toenmalig Abdullah Gül, die als president in 2008 en 2009 aanwezig was bij voetbalwedstrijden tussen Armenië en Turkije en daaromheen met zijn Armeense collega sprak. ‘Dat initiatief was niet onder druk van het Westen tot stand gekomen, het initiatief kwam van de Turken zelf.’

En het is verstandig dat het Westen ook deze keer het initiatief aan de Turken laat, aldus Sag: ‘Want hoe meer druk op Turkije wordt uitgeoefend, hoe extremer het Turkse nationalisme wordt.’

In een eerdere versie van dit artikel miste de reactie van Sag op Holslag. Dit is aangepast.

Rapport over opsluiten asielzoekers door VS: ‘Onmenselijk en onnodig’

0

Uit een rapport van de Amerikaanse NGO Human Rights First blijkt dat asielzoekers gemiddeld een kleine vier maanden in detentie worden gehouden door de Amerikaanse immigratiedienst.

Het rapport meldt dat sinds Joe Biden president is tienduizenden asielzoekers in detentie zijn geplaatst. Hieronder vallen ook die asielzoekers die in eigen land gevaar lopen, aldus het rapport.

De Biden-regering schendt hiermee internationale wetgeving. De asielzoekers in de detentiecentra lijden aan mentaal en fysiek geweld en worden gediscrimineerd, zo stelt het rapport.

Het opsluiten van asielzoekers is ontmenselijkend en wreed, vertelt auteur Becky Gendelman van het rapport aan de Arabische nieuwszender al Jazeera.

‘Het ontneemt ze de wettelijke vertegenwoordiging en onderwerpt hen aan afschuwelijke omstandigheden van opsluiting, het brengt fysieke en psychologische schade toe en het kan opnieuw traumatiserend zijn voor mensen die vanwege een risico op vervolging zijn gevlucht.’

Franse studie: hoofddoekverbod op scholen is beter voor leerprestaties

0

Het hoofddoekverbod op Franse scholen is controversieel, maar volgens een nieuwe Franse studie heeft dit verbod er wel voor gezorgd dat moslimmeisjes betere cijfers haalden.

De studie vergeleek de schoolprestaties van moslimvrouwen die tussen 1971 en 1974 zijn geboren, en dus naar school gingen voordat het hoofddoekverbod werd ingevoerd, met de schoolprestaties van moslimvrouwen die tussen 1987 en 1990 geboren zijn. Het verbod werd in 2004 ingevoerd, maar al in 1994 werd scholen in Frankrijk geadviseerd op ‘opzichtige religieuze symbolen’ te verbieden.

Het onderzoek toont een ‘aanzienlijke toename van het opleidingsniveau’ aan onder de groep moslimvrouwen ‘die naar de middelbare school gingen en de pubertijd bereikten’ na het verbod van 1994. Dat vertelt onderzoeker Éric Maurin, hoogleraar aan de Ecole d’économie de Paris aan de Britse krant the Daily Telegraph.

Volgens hem valt deze stijging samen met de implementatie van het advies van 1994: hoe meer jaren moslimvrouwen na dit advies op de middelbare school hebben gezeten, hoe hoger hun opleidingsniveau. Ook zou het hoofddoekverbod de maatschappelijke integratie verbeteren.

De presentatie van de onderzoeksresultaten komt op een saillant moment: zondag vindt in Frankrijk de tweede ronde van de presidentsverkiezingen plaats. De radicaal-rechtse kandidate Marine le Pen, leider van Rassemblement National, wil een verbod op de hijab in de openbare ruimte.

Turkije: ‘Sommige NAVO-landen zijn uit op lange oorlog in Oekraïne’

0

Volgens de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu willen sommige NAVO-landen dat de oorlog in Oekraïne zich blijft voortslepen, omdat hierdoor Rusland wordt verzwakt.

‘Er zijn landen binnen de NAVO die willen dat de oorlog in Oekraïne voortduurt’, zei Cavusoglu tegen CCN Türk, de Turkse versie van CNN. ‘Ze zien de voortzetting van de oorlog als een verzwakking van Rusland. Ze geven niet veel om de situatie in Oekraïne.’ Cavusoglu noemde echter geen van deze landen expliciet.

Turkije is lid van de NAVO en heeft warme banden met Oekraïne, maar onderhoudt ook nauwe betrekkingen met Rusland. Turkije wil Oekraïne en Rusland te vriend houden en graag optreden als bemiddelaar tussen beide landen, om daar zelf beter van de worden.

Volgens Cavusoglu kunnen de Russische president Poetin en de Oekraïense president Zelenski elkaar binnenkort in Turkije ontmoeten. ‘De ontmoeting van de twee leiders wordt aan tafel besproken. Als er een ontmoeting tussen Poetin en Zelenski plaatsvindt , het kan in Istanbul of Antalya zijn.’

Turkije doet niet mee aan de NAVO-sancties tegen Rusland. Uit een Turkse opiniepeiling uit maart dit jaar bleek bovendien dat meer Turken de Verenigde Staten en de NAVO de schuld geven dan Rusland van de oorlog in Oekraïne. 48 procent van de respondenten beschouwt Washington en het NAVO-bondgenootschap als verantwoordelijk voor de oorlog in Oekraïne. Nog eens 7,5 procent geeft Oekraïne de schuld van de oorlog, terwijl 33,7 procent van mening is dat Rusland verantwoordelijk is.

Marokko roept ambassadeur Israël op matje om Al Aqsa-politiegeweld

0

Marokko heeft de Israëlische ambassadeur ontboden voor tekst en uitleg over het politiegeweld in en rond de Al-Aqsa moskee in het bezette Oost-Jeruzalem.

De Marokkaanse minister van Buitenlandse Zaken kondigde het ontbieden van de Israëlische diplomaat aan op een spoedvergadering van Arabische landen. Jordanië, dat de Al-Aqsa moskee beheert, organiseerde deze spoedvergadering vanwege de situatie in Oost-Jeruzalem.

Tijdens deze bijeenkomst van de Arabische ministers van Buitenlandse Zaken werd gewaarschuwd dat de Israëlische politie-inzet een ‘flagrante provocatie zijn voor de gevoelens van moslims’. Er wordt gevreesd voor een ‘nieuwe cyclus van geweld’, zoals in mei vorig jaar toen spanningen in Oost-Jeruzalem uitmondden tussen rellen in het hele land en beschietingen tussen Israël en Hamas.

Jordanië en de VAE hadden de Israëlische ambassadeur al op het matje geroepen. Nu volgt dus Marokko. De gebeurtenissen in Jeruzalem zorgen voor een deukje in de sinds 2020 genormaliseerde betrekkingen tussen Marokko en Israël. De twee landen werken de laatste jaren steeds meer samen op het gebied van handel, diplomatiek en defensie.

Afgelopen week hebben Israëlische troepen meerdere malen de Al-Aqsa moskee bestormd, waarbij rubberen kogels en traangas zijn afgevuurd. Volgens Israël om oproerkraaiers tegen te gaan. Maar de islamitische wereld is woedend over het Israëlische optreden bij de op twee na meest heilige plek van de islam, en dat tijdens de vastenmaand ramadan.

Antisemitische Paaszang in Twente wekt onbegrip: ‘Dat dít nog gebeurt’

0

Op Eerste en Tweede Paasdag werden door tientallen inwoners van Ootmarsum antisemitische teksten gezongen. Dit heeft geleid tot verbazing in de omgeving, meldt de regionale krant Tubantia.

De tekst is onderdeel van het vlöggeln, een katholieke paastraditie,in Ootmarsum. Hierbij gaan traditiegetrouw acht poaskearls voor bij de rondgangen door het stadje en zingen ze een christelijk lied. In dat lied wordt onder meer beschreven dat joden ‘met hun valse raad’ verantwoordelijk zijn voor de ‘misdaad’ van het ‘offeren van Christus aan het kruis’.

De uit Enschede afkomstige rabbijn en Kanttekening-columnist Lody van de Kamp ‘kan niet begrijpen dat inwoners van Ootmarsum dit kunnen zingen, als ze de geschiedenis van hun eigen stad kennen. Aan de voet van de Kuiperberg werden in de Tweede Wereldoorlog vier Joden gefusilleerd’.

Volgens de Twentse ex-organist Guus Goorhuis zijn deze anti-Joodse zinnen te horen ‘in heel Noordoost-Twente, niet alleen in Ootmarsum. Ze maken deel uit van een grote traditie.’ Ook hij stelt voor de tekst aan te passen. ‘Zelf heb ik, toen ik nog organist was van de St. Plechelmusbasiliek te Oldenzaal, in het paaslied Christus Is Opgestanden de passage ‘al van der Joden handen’ vervangen door ‘al van der doden banden’.’

Het is de vraag of dat aanpassen ook nu zomaar zal gebeuren. Onder veel inwoners ligt het tornen aan tradities nogal gevoelig. ‘Ik kom op voor de Nederlandse en Twentse tradities’, zegt bijvoorbeeld Stijn Hesselink, raadslid in de gemeente Tubbergen, waar Ootmarsum onder valt. Hij snapt dat sommige passages gevoelig kunnen zijn. ‘Maar de verandering moet vanuit de samenleving komen.’