8.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 480

Zou BIJ1 de eigen lokale afdelingen een succes vinden?

0

De gemeenteraadsverkiezingen naderen in rap tempo en dat is een mooi moment om te zien wat nieuwe partijen in ons land waard zijn. Laten we kijken naar de partij van Sylvana Simons. Bij de ledenvergadering van BIJ1 hoorden we bestuursleden onlangs zeggen dat 2022 wederom een jaar van een nieuwe doorbraak wordt. Na de raadszetel in Amsterdam in 2018 en de Tweede Kamerzetel in 2021, zou BIJ1 dit jaar in meerdere gemeenten actief gaan worden. Hoe staat het daarmee?

Over de concrete ambities kun je BIJ1 niet echt transparant noemen. Op de website stonden lange tijd allerlei afdelingen die in opbouw zouden zijn, maar het bleef op bijna al die plekken stil. De enige uitzondering was de afdeling in Haarlem, waar een relletje was over een witte hetero-vrouw die in het afdelingsbestuur werd gekozen, maar wiens aanwezigheid toch niet op prijs werd gesteld. Hoe de zaak ook precies in elkaar zat: het was in ieder geval concreet bewijs dat er BIJ1-vrijwilligers bestaan in Haarlem.

Zulk bewijs was er ook in Den Haag: toen er een conflict ontstond tussen Quinsy Gario en de partij, stapte het Haagse afdelingsbestuur op. Het partijbestuur van BIJ1 mompelde nog iets over overleg, maar het werd al snel stil. Opvallend, want juist Den Haag leek geknipt voor een overwinning van BIJ1. De partij komt er helemaal niet op het stembiljet te staan.

Toen kwam BIJ1 met een lijst van acht gemeenten waar de partij dan toch echt mee ging doen: naast Amsterdam kwamen er zeven nieuwe gemeenten bij. Deze lijst blijkt inmiddels alweer uitgedund. Eind december meldde de afdeling Arnhem-Nijmegen dat de verkiezingsdeelname in beide steden niet doorgaat. Anderhalve week geleden kwam daar de afdeling Haarlem bij. BIJ1 groeit te snel en kan dat niet aan, luidt het excuus.

In Haarlem meldt de afdeling dat BIJ1 de strijd de komende jaren op straat, in scholen en achter het spreekgestoelte in de raad gaat voeren. Invloed is geen doel, maar een middel. De afdeling heeft de menskracht niet om te strijden voor sociale verandering en om alle gemarginaliseerde groepen te vertegenwoordigen. Daarom gaat men zich richten op buitenparlementaire actie. Er wordt een bottom-up-beweging gebouwd en dat kost tijd. Over vier jaar moet er een sterkere afdeling staan.

In de meeste gemeenten is BIJ1 straks een partij zonder fractie

Zo blijft er steeds minder van alle ambities over. In Rotterdam en Utrecht doet BIJ1 mee in een overvol links landschap. De partij krijgt in beide steden concurrentie van een groep socialisten die van de SP is afgesplitst en opmerkelijk veel inhoudelijke overeenkomsten met BIJ1 vertoont. Op kernpunten zoals racismebestrijding en diversiteit zijn beide SP-afsplitsingen het met BIJ1 eens. In deze steden doet ook de SP zelf mee en dan weet je: de versnippering op links is hier zo groot dat de kans bestaat dat alle linkse partijen de kiesdrempel net niet halen. In Delft is de situatie overzichtelijker maar het is twijfelachtig of de BIJ1-doelgroep er woont.

Dan resteren alleen nog Almere en Amsterdam. Over Almere horen we niets, maar in de hoofdstad staat BIJ1 in een peiling inmiddels op zes procent. Dat zijn twee of drie zetels. Dat zou een groot succes zijn, maar een landelijke doorbraak is iets anders.

In de meeste gemeenten is BIJ1 straks een partij zonder fractie die met een kleine club actievoert en misschien af en toe in de gemeenteraad inspreekt. De Delftse lijsttrekker Jeanette Chedda deed het al eens. Het is een strategie waar natuurlijk niets op tegen is, maar waarvan iedere leek weet dat die nauwelijks omgezet zal worden in klinkende resultaten voor gemarginaliseerde groepen, laat staan een betere representatie of een grotere lokale bekendheid van de partij.

Als 2022 het jaar moet worden dat BIJ1 een nieuwe grote stap voorwaarts gaat maken, vraag je je af hoe de mensen van de partij dat precies voor zich zien.

Vertrouw nooit machthebbers met zonnebril!

0

Ik weet natuurlijk niet of de redactie van de Volkskrant bewust deze twee foto’s op een dubbelpagina tegenover elkaar had gezet. Maar in het lange stuk ‘Waarom Nederland niet opkwam voor journalist Omar Radi’ in de zaterdagskrant van 4 december vorig jaar was het contrast tussen de portretten van beide tegenstanders wel opvallend groot.

Links het open lachende gezicht van de journalist, inmiddels na een fake proces vanwege ‘spionage’ in zijn land tot zes jaar cel veroordeeld. En rechts de deels achter een zonnebril verborgen pafferige kop van koning Mohammed VI, die zich steeds meer tot een even despotische heerser ontwikkelt als zijn voorgangers, en geen tegenspraak, laat staan daadwerkelijke inspraak duldt.

Die zonnebril, die het onmogelijk maakt om de drager in de ogen te kijken: als een machthebber daarmee op de foto gaat, dan weet je eigenlijk al bij voorbaat dat hij niet deugt. Zonnebrillen: niet alleen maffiabazen verbergen zich daar bij voorkeur achter, maar ook dictators – het verschil tussen beide categorieën is overigens vaak gering. Het herinnert mij in elk geval altijd weer aan de militaire junta’s die in de jaren zeventig in Latijns-Amerika de ene na de andere democratie om zeep hielpen, omdat die de gevestigde economische belangen van een steenrijke half-feodale elite dreigden aan te tasten.

Misschien is het geen toeval dat ik mij van Fidel Castro – hoeveel ook op diens democratische gehalte aan te merken viel! – geen foto’s met zonnebril kan herinneren, en ook niet van de Iraanse ex-president Ahmadinejad, die toch evenmin van een enthousiaste omarming van rechtstaat en democratie verdacht kan worden. Zij vertegenwoordigden dan ook geen eeuwenoude feodale bovenlaag. Het wordt dus opletten, op welk moment Erdogan ook met zonnebril in het openbaar verschijnt. Dan weet je zeker: nu is het echt helemaal mis.

Zonnebrillen: niet alleen maffiabazen verbergen zich daar achter, maar ook dictators – het verschil tussen beide is overigens vaak gering

In terugblik is het onbegrijpelijk, hoezeer de Marokkaanse koning bij zijn aantreden als een belofte gold en zelfs bij een deel van de Marokkaanse jongeren een cultstatus wist te verwerven. Ook in Nederland, waar hij door sommigen bij zijn bezoek jaren geleden als een halve popster werd onthaald.

Maar eigen flitsende sportauto’s en speedboten – iets waarop Ahmadinejad inderdaad nooit betrapt is – zijn geen garantie voor een flitsend moderne geest.

Dat zien we ook op het Arabisch schiereiland, waar diverse potentaten eveneens heel krampachtig pogen ‘modern’ te zijn, met brede snelwegen, hoge wolkenkrabbers en enorme voetbalstadions, maar van kritische journalisten die uitzoeken hoe al dit oogstrelende spul tot stand gekomen is, niet bepaald gediend zijn. Neem de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman, die zich sinds enige tijd ook in de mantel van modern bestuurder hult. Die zaagt ze zelfs letterlijk in stukken.

Blinkend jet-set-gedrag en een eerlijke democratische samenleving zijn twee verschillende dingen – misschien zijn ze zelfs met elkaar in strijd, want meestal gaan de eerste gepaard met fiscale witwasconstructies.

Hoeveel fout Arabisch, Russisch en Chinees miljardairsgeld – of van die beide vorstelijke Mohammeds – vindt niet een prettige schuilplek in een kapitaal pand in de Londense wijk Mayfair, een als een oester gesloten bank in het Zwitserse Zürich, of in een particulier jacht van cruise-schipachtige proporties aan de Franse Côte d’Azur?

De laatste heb ik een paar jaar terug, in pre-coronatijden, met eigen ogen in de havens van Nice en Cannes kunnen zien. Privé-schepen die hoog genoeg waren om zelfs imposante middeleeuwse stadsmuren van boven te kunnen bekijken. Bij één werd na het aanmeren op de kade een rode loper uitgelegd. Ook het zonnebrilgehalte was aan boord – zelfs achter de champagne in de schaduw – opmerkelijk hoog.

In een iets verder verleden zagen we in diverse Europese steden kleine invasies van diverse leden van de Khadaffi-clan; ook de Libische dictator zelf sloeg er wel eens (letterlijk) zijn tenten op. Bij hem was de zonnebril dan ook nooit ver weg. Er is die fantastische foto van zijn bezoek aan Rome in 2009, waar Berlusconi – toch evenmin vies van het nodige uiterlijk vertoon – als beginnend autocratisch burgermannetje in zijn colbertje volledig naast diens met tressen en medailles volgehangen bombastische gala-uniform verbleekt.

Duitse wereldkunsttentoonstelling in Kassel van antisemitisme beschuldigd

0

Ophef in Duitsland. In Kassel begint in juni de documenta, ’s werelds belangrijkste tentoonstelling van actuele beeldende kunst die om de vijf jaar plaatsvindt. Volgens critici heeft de organisatie antisemitisch gehandeld door het Palestijnse kunstenaarscollectief Cultureel Centrum Khalil al-Sakakini (KSCC) uit te nodigen.

Het Duitse Aktionsbündnis gegen Antisemitismus (Actieverbond tegen Antisemitisme) wijst erop dat KSCC is vernoemd naar de Arabische nationalist Khalil al-Sakakini (1878-1953). Al-Sakakini sympathiseerde met de nazi’s en ageerde tegen een ‘wereldwijde Joodse samenzwering’.

Het verbond beschuldigt tevens de woordvoerder van KSCC, de in 1981 in Syrië geboren architect en auteur Yazan Khalili, van het vertegenwoordigen van antisemitische standpunten.

Ook de Joodse gemeenschap in Kassel noemt KSCC ‘problematisch’, aldus een woordvoerder.

Het Indonesische kunstenaarscollectief Ruangrupa, dat deze editie van de documenta organiseert, verwerpt alle beschuldigingen.

Een forum met internationale experts, dat het ‘basisrecht op artistieke vrijheid met het oog op toenemend racisme en antisemitisme en toenemende islamofobie’, zal nu uitkomst moeten bieden uit dit geschil.

Aangifte Indonesische Nederlanders tegen Rijksmuseum om term ‘Bersiap’

0

De stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B.) doet aangifte tegen het Rijksmuseum vanwege het gebruik van de term ‘Bersiap’ in ‘Revolusi’, de tentoonstelling over de Indonesische strijd om onafhankelijkheid. De tentoonstelling opent in februari.

Eerder maakte de Indonesische gastcurator Bonnie Triyana in NRC bekend dat het Rijksmuseum had besloten deze term niet te gebruiken vanwege de racistische betekenis. Hierop volgde een aangifte van de Federatie Indische Nederlanders (FIN) aan het adres van Triyana. Volgens de FIN zou de gastcurator het leed van Indische Nederlanders ontkennen. Daarin werden ze bijgestaan door rechtse politici.

Vlak na deze aangifte door FIN verklaarde het Rijksmuseum dat de term ‘Bersiap’ alsnog wordt gebruikt, en dat het bestuur en andere curatoren Triyana’s mening over Bersiap niet delen. De stichting K.U.K.B., onder leiding van voorzitter Jeffry Pondaag, besloot daarom aangifte te doen tegen het Rijksmuseum, curator Harm Stevens en museumdirecteur Taco Dibbits.

De Indonesische strijdkreet ‘Bersiap’ – sta paraat – wordt in Nederland gebruikt om de gewelddadige periode van 1945-46 aan te duiden in de Indonesische revolutie, waarin onder meer koloniaal gezinde Indische Nederlanders en Indo-Europeanen werden aangevallen door nationalistische Indonesische jongeren. De schattingen over de slachtoffers tijdens deze periode lopen uiteen van enkele duizenden tot enkele tienduizenden, waarvan ruim vijfduizend Indo-Europeanen.

‘Het hele concept van de Bersiap voedt het racistische cliché dat Indonesiërs beestachtige wilden zijn. De term wordt ook gebruikt om het kolonialisme te legitimeren door te praten in de trant van: waar twee vechten, hebben twee schuld’, zo valt er te lezen in het persbericht van de stichting K.U.K.B. waarin de aangifte tegen het Rijksmuseum wordt aangekondigd.

De stichting stelt verder dat de Bersiap onterecht wordt voorgesteld als een etnische strijd, terwijl het een ‘vrijheidsstrijd was tegen een buitenlandse bezetter’.

‘Met het negeren van de werkelijke oorzaak (de bezetting) en de voorstelling van Bersiap als etnisch geweld, worden Indonesische doden uitgewist. De term is daarom etnocentrisch en wekt de indruk dat Indonesische levens er niet toe doen. Dat is racisme’,  aldus K.U.K.B.

Eerder was de stichting van Pondaag succesvol in het procederen tegen de Nederlandse staat voor de misdaden die Nederlandse militairen hadden gepleegd op de Indonesische plaats Rawagede in 1947, waar ruim vierhonderd Indonesische mannen standrechtelijk werden geëxecuteerd.

Diplomatieke dooi Turkije en Israël: buitenlandministers spreken elkaar

0

De Turkse minister Mevlüt Cavusoglu (Buitenlandse Zaken) belde gisteren met zijn Israëlische collega Yair Lapid. Dit is het eerste telefoongesprek in dertien jaar tussen Israëlische en Turkse buitenlandministers dat publiek is gemaakt, wat duidt op diplomatieke dooi tussen beide landen.

Volgens Lapid (foto, rechts) ging het gesprek onder meer over zijn gezondheid, omdat hij corona heeft opgelopen.

De verhoudingen tussen Turkije en Israël zijn enorm verslechterd sinds het aan de macht komen van de Turkse president Erdogan. Maar de Turkse president zoekt nu naar een betere verstandhouding met landen in de regio: ook met Armenië, Egypte, Iran, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten zoekt Turkije nu een normalisatie van de diplomatieke betrekkingen.

Afgelopen dinsdag zei Erdogan dat de Israëlische president Isaac Herzog Turkije binnenkort mag bezoeken. Ook sprak hij over de mogelijkheid van een energiedeal tussen Turkije en Israël. Eerder deze maand condoleerde Erdogan Herzog, nadat diens moeder was overleden.

In december vorig jaar zei de Turkse president bovendien zalvende woorden tegen een delegatie Joodse leiders. Hij vertelde dat de relaties met Israël van levensbelang zijn voor de veiligheid en de stabiliteit van de regio. Ook uitte hij zich optimistisch over het verbeteren van de diplomatieke banden van beide landen.

Tot aan de millenniumwisseling macht hadden Israël en Turkije goede banden. Maar Erdogan, uitgesproken pleitbezorger van de Palestijnse zaak, koos een andere koers. Nadat Israëlische veiligheidstroepen een hulpvloot richting Gaza aanvielen en negen Turkse activisten doodden, besloten beide landen hun ambassadeurs terug te roepen. In 2018 trok Turkije opnieuw de ambassadeur terug, nadat Amerika besloot zijn ambassade naar Jeruzalem te verplaatsen.

Taliban arresteren vrouwen na protest tegen verplichte hijab

0

De Taliban hebben enkele vrouwenrechtenactivisten gearresteerd, omdat ze zondag hadden geprotesteerd tegen de verplichting van de hijab.

Tamana Zaryabi Paryan was een van de 25 vrouwen die deelnamen aan het protest, dat wel vaker plaatsvindt in Kabul. Kort voordat zij en haar zussen werden weggevoerd, deelde Paryan beelden op social media, waarop ze angstig is, buiten adem en schreeuwt om hulp, omdat de Taliban op haar deur kloppen. Gewapende Taliban-mannen – het waren er tien, aldus een getuige – trapten de voordeur in om de vrouw en haar drie zussen te arresteren.

De politie van Kabul beweert dat de video van Paryan een gefabriceerd drama is. Een woordvoerder van de inlichtingendienst zegt dat ‘belediging van de religieuze en nationale waarden van het Afghaanse volk niet meer wordt getolereerd’. Hiermee verwijst hij naar het protest van zondag, waarbij op een video een boerka leek te worden verbrand. De woordvoerder beschuldigt Afghaanse mensenrechtenactivisten van het belasteren van de Taliban, om zo asiel in het Westen te krijgen.

De boerka, hét kledingstuk dat met de Taliban wordt geassocieerd, is door de Taliban niet meer verplicht gesteld nadat ze in augustus de macht grepen. De hijab is dat wel.

Den Haag stemt tegen ‘racistische’ Rotterdamwet

0

De gemeente Den Haag krijgt geen Rotterdamwet. Het initiatiefvoorstel van Richard de Mos van Hart voor Den Haag werd afgeschoten door de gemeenteraad.

De Mos vond dat Den Haag Zuidwest een impuls moest krijgen. Zo wilde hij de werkloosheid terugdringen, de criminaliteit aanpakken en de armoede verminderen. Hij wilde ook de Rotterdamwet invoeren, waarmee criminelen en overlastgevers dan niet meer zouden worden toegelaten tot huisvesting in de wijk, evenals werklozen. Agenten, docenten en zorgmedewerkers zouden dan juist voorrang krijgen.

De Mos kreeg geen meerderheid achter zich, meldt AD Den Haag. Alleen de PVV stemde voor.

Tegenstanders van de Rotterdamwet stelden dat nooit is bewezen dat de wet ook effect heeft gehad op de leefbaarheid op kwetsbare wijken in Rotterdam en in andere gemeentes die deze wet hebben ingevoerd.

De Rotterdamwet stond in 2018 wel in het coalitieakkoord van het Haagse college, maar daar was toen nog Hart voor Den Haag onderdeel van. Toen Hart voor Den Haag uit de coalitie werd gezet, sneuvelde ook de Rotterdamwet.

Volgens stadssocioloog Gwen van Eijk (Erasmus Universiteit Rotterdam) is de Rotterdamwet racistisch. De wet is de uitwerking van de uit 2003 stammende beleidsnota Rotterdam zet door. ‘Daarin staat de veelzeggende passage: ‘De kleur is niet het probleem, maar het probleem heeft wel een kleur’’, vertelde Van Eijk eerder aan de Kanttekening.

Van Eijk zegt verder over de Rotterdamse situatie: ‘Sinds de invoering van de Rotterdamwet in 2005 is indirecte discriminatie op basis van etnische afkomst een onvermijdelijk bijeffect, maar feitelijk zijn discriminatie en uitsluiting van ‘allochtonen’ altijd het doel van de inkomenseis geweest’, aldus de stadssocioloog. ‘Dat had alles te maken met het college van toen, waaraan ook de populistische partij Leefbaar Rotterdam aan deelnam. Doel was om wijken in Rotterdam rijker te maken, en witter.’

In Sjeikh Jarrah gaapt nu een groot gat van Israëlisch onrecht

0

De statige wijk Sjeikh Jarrah ligt vlak buiten de muren van de Oude Stad van Jeruzalem, tegen een helling, met een fraai uitzicht naar het oosten. In de hitte van de zomer kun je er voor de zon schuilen tussen de granaat- en sinaasappelbomen en hoge cipressen. De Ottomaanse aristocratische villa’s van vele verdiepingen hoog, versierd met marmeren pilaren en blauwe mozaïeken, bieden zelfs zonder airco koelte door de dikke muren en hoge plafonds. De Arabische wijk is zeer geliefd bij Palestijnen en diplomaten. Een paradijsje dat nog niet is ontdekt door toeristen.

Op nummer 13 woonde ook de familie El Kurd, in een bescheidener huis. De fotogenieke tweeling Muna en Mohammed el Kurd vocht al vanaf hun twaalfde voor het behoud ervan voor hun familieleden die er gingen wonen na hun vlucht uit Jaffa. Vochten, ja, met alle vreedzame middelen en vindingrijkheid. Ondanks hun angst, zichtbaar en voelbaar in hun video’s. Ze begonnen met vastleggen wat er rond hun huis gebeurde na 2009, toen joodse kolonisten de helft van hun huis betrokken. Zij hingen er Israëlische vlaggen op en pootten een davidster bovenop het huis. Af en toe vielen ze het Palestijnse deel van het huis binnen en gooiden de huisraad in de lommerrijke tuin. Ze deden er soms dansjes en zongen erbij.

Ondertussen ging de tweeling door met het in de wereld slingeren van de taferelen van de dagelijkse oorlog op hun stoep. Ze kregen veel sympathie. Eind vorig jaar schaalde TIME Magazine het duo tot de honderd meest invloedrijke mensen op deze aardbol. Israël had een formidabele tegenstander gekregen, die niet gewapend met een katapult maar met een camera de ongelijkheid wist aan te tonen voor de rest van de wereld op sociale media.

Israël vond dat de familie moest vertrekken, omdat zij geen politiek correcte eigendomspapieren bezat. Maar de rechter hield het ontruimingsbesluit voortdurend op. Tot deze week.

In het holst van de nacht heeft Israël een eind gemaakt aan de strijd van Muna en Mohammed. Bulldozers vernietigden het hele terrein. Het karwei was zo gepiept. Bemodderde schoolboeken, verbogen bedden, gescheurde matrassen en een hoop puin is alles wat nog rest van hun bezit. Van het huis in Sjeikh Jarrah, de lijfarts van de Koerdische sultan Saladin, die in 1187 Jeruzalem heroverde op de kruisvaarders.

De slag om het huis in Sjeikh Jarrah hebben de Palestijnen verloren, maar ze zullen de mediaoorlog winnen. Israël wist dat de sloop het daglicht niet kon verdragen en ging in het holst van de nacht tot actie over. Internationale steun voor de familie El Kurd, maar ook van de Palestijnen binnen Israëlische grenzen, heeft de staat onzeker gemaakt.

Dit komt door de ongeorganiseerde Palestijnse Nationale Beweging, die de tweeling dankzij digitale middelen mede wist op te starten. Hun spontane campagne voor behoud van Jeruzalem als de Palestijnse hoofdstad – ook in het Engels –  zorgt voor wereldwijde sympathie. Ze hebben het ingewikkelde conflict begrijpelijk en invoelbaar gemaakt. Israël heeft geen antwoord op de geweldloze methode van Muna en Mohammed – behalve dus de totale vernietiging van het pand dat symbool staat voor vreedzaam Palestijns verzet.

Maar de Nederlandse ambassadeur in Tel Aviv veroordeelde onmiddellijk de actie. En ook de EU heeft gisteren Israël op de vingers getikt. Twintig jaar geleden zou dat niet zijn gebeurd.

De slag om het huis in Sjeikh Jarrah hebben de Palestijnen verloren, maar ze zullen de mediaoorlog winnen

Het handhaven van het internationaal recht vereist meer actie, want Israël creëert illegaal ‘feiten op de grond’ in bezet gebied, zoals dat heet. We moeten de Palestijnen helpen en het geweldloze verzet steunen. Want Israël wil nog meer gezinnen in Sjeikh Jarrah op straat zetten.

In de Palestijnse wijk gaapt nu een groot gat van Israëlisch onrecht. Ook de tuin met de sinaasappelbomen van de familie El Kurd is platgewalst. Een joodse vriendin wees mij ooit op het verbod in het judaïsme om vruchtgevende bomen te vernietigen. In een van de vertellingen van de Midrash, uitleggingen, heet het zo:

‘Toen God de eerste man schiep, nam Hij hem mee en liet hem alle bomen zien in de Hof van Eden. En God zei tegen hem: ‘Zie mijn werken, hoe mooi en prijzenswaardig ze zijn. En alles wat ik heb gemaakt, heb ik voor jou gemaakt. Pas op dat je Mijn wereld niet bederft of vernietigt. Als je dat doet, zal er niemand na jou zijn om het te repareren.’

Spreek je uit over seksuele intimidatie, altijd

0

Mannen die zich in woord en daad ongepast gedragen richting vrouwen, die zich in een afhankelijke positie bevinden van diezelfde mannen. Alle nieuwsberichten over seksueel grensoverschrijdend gedrag in The Voice of Holland brengen oude emoties bij me naar boven.

Al jaren ben ik open over mijn, eufemistisch gezegd, uitdagende jeugd. Via mijn boek Bezielde beschaving, maar ook via columns en interviews heb ik meermaals verteld over het vluchtelingentrauma in ons gezin, over armoede, huiselijk geweld en mijn depressieve gevoelens na het overlijden van mijn moeder. Maar over de diepe angst die ik als minderjarige meermaals heb gevoeld jegens mannen van ten minste middelbare leeftijd schreef of sprak ik nooit. Tot nu.

Ik was een jaar of dertien en zat in de derde klas van het gymnasium. Het was een spannende dag, want vandaag stond het type-examen op het programma. In de afgelopen maanden had ik geleerd snel en blind te typen. Vandaag wilde ik laten zien wat ik in huis had en me bewijzen als één van de beste leerlingen, zo ambitieus als ik was. In de loop van het examen voelde ik zijn schaduw achter me. Bleef het daar maar bij. Even later voelde ik zijn erectie tegen mijn schouder leunen, gevolgd door een zwoele blik van deze overjarige, en achteraf gezien altijd iets té vriendelijke docent richting mijn jonge ogen.

‘Gaat het goed?’, vroeg hij. Een twijfelende en zachte ‘ja’ volgde, en ik probeerde me weer te focussen op mijn examen. Dat harde gevoel in mijn schouder heb ik nog uren gevoeld. Ik voelde me geïntimideerd, ongemakkelijk en onzeker. Hierover praten met mijn ouders durfde ik niet, niet wetende welke (ketting)reactie dit zou ontketenen. Naarmate de tijd vorderde, dacht ik dat ik het me had ingebeeld. Maar sindsdien kijk ik letterlijk meer over mijn schouder.

Wat begon als een luide droom, eindigde in een stille nachtmerrie. Opgroeiend in een gezin waar vakanties allesbehalve vanzelfsprekend waren, was ik erg opgewonden om met goede bekenden in de zomer mee te mogen op vakantie naar een zonnig land. Ik was als jonge tiener erg onzeker over mijn uiterlijk, vooral omdat ik kampte met overgewicht. ‘Dikke Dave’ kreeg ik niet zelden naar mijn hoofd geworpen. ‘Weet je waar DDR voor staat?’ vroeg een klasgenoot tijdens een geschiedenisles. ‘Dave’s Dikke Reet!’

Tegen die achtergrond kreeg ik tijdens de genoemde vakantie van een mannelijk koppel juist complimenten over mijn achterste. En meer dan dat. Het begon met onschuldige opmerkingen over mijn algehele uiterlijk, maar naarmate de tijd vorderde, veranderde dat naar meer expliciete seksuele opmerkingen van volwassen mannen jegens een minderjarige. Ze wisten wel raad met mijn ‘dikke reet’. Eerst bespot en nu seksueel begeerd. Mijn onzekerheid groeide, net als mijn onveiligheid. Om niet ondankbaar te willen overkomen, besprak ik deze voorvallen niet met goede bekenden die als gastheer fungeerden. En zo heb ik helaas vaker meegemaakt dat oudere mannen hun seksuele interesse in mij op ongepaste en onaangename wijze kenbaar maakten.

‘Wie zwijgt, stemt toe’, luidt een oud Nederlands spreekwoord. Ik kan het mezelf niet kwalijk nemen dat ik op jonge leeftijd niet over deze – en meer – voorbeelden van seksuele intimidatie heb gesproken. Maar nu wil ik niet meer zwijgen over het onacceptabele zwijnengedrag van die mannen. Richting vrouwen, maar ook richting minderjarigen en wat te denken van mensen met een beperking? Daar waar er een disbalans is in onderlinge menselijke verhoudingen, is er altijd een reële kans op machtsmisbruik. Dat is van alle tijden en alle culturen, maar dat maakt het niet minder verwerpelijk. Zeker als machtsmisbruik gepaard gaat met vormen van seksuele intimidatie die slachtoffers jarenlang achtervolgen en op allerlei manieren negatieve sporen achterlaten.

Wat niet normaal is, mag nooit genormaliseerd worden

Toen ik zelf op vrijdagavonden vrijwilligerswerk mocht verrichten met kinderen van tien tot veertien jaar, genoot ik daar met volle teugen van. Hen begeleiden met sport- en spelactiviteiten, maar ook tijdens een vakantiekamp, wakkerde een vuurtje in mij aan dat mij vele jaren later tot Jantje Beton bracht, waar ik directeur-bestuurder werd. Maar tijdens één van de activiteiten merkte ik dat een nieuwe collega-vrijwilliger op ongepaste wijze over kinderen sprak, op een ongepaste manier met hen omging en op een ongepaste manier naar hen keek.

Hij was een ex-schoolconciërge die niets liever deed dan foto’s maken van jonge kinderen en daar gepassioneerd over sprak. Na het nauwlettend volgen en registreren van zijn gedragingen, besloot ik mijn waarnemingen en gevoel te delen met de leiding. Er volgde een verhit gesprek met mijn collega-vrijwilliger, die zich valselijk beschuldigd voelde. Niet veel later stopte hij als vrijwilliger. Ik wilde niet dat kinderen mee zouden maken wat ik als kind had meegemaakt. En bij twijfel gaat de veiligheid van kinderen boven de goede verstandhouding met een collega. En dat uitgangspunt houd ik graag vast. Maar dat niet alleen.

Mannen, spreek je uit! Mannen zijn verantwoordelijk voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en mannen moeten hun verantwoordelijkheid nemen om elkaar aan te spreken en om zonen beter op te voeden. Wat niet normaal is, mag nooit genormaliseerd worden. Niet tijdens een tv-programma, niet op school, op vakantie of waar dan ook. Nooit en nergens.

Pakistan: vrouw krijgt doodstraf vanwege appjes over Mohammed

0

Een rechtbank in de Pakistaanse stad Rawalpindi heeft een moslimvrouw ter dood veroordeeld, die ‘godslasterlijke’ appjes deelde over de islamitische profeet Mohammed en een van zijn vrouwen. Dit meldt de Arabische nieuwszender al Jazeera.

De berichten zijn ‘totaal ondraaglijk en niet te verdragen voor een moslim’, aldus de rechter. De 26-jarige Aneeqa Ateeq is daarom ter dood veroordeeld.

Ateeq beweert dat ze onschuldig is. Ze zegt dat degene die haar aanklaagde haar opzettelijk in een religieuze discussie had gesleept om haar erin te luizen, nadat ze weigerde ‘vriendelijk’ tegen hem te zijn. De twee hadden elkaar ontmoet in een populair online multiplayer-spel en bleven communiceren via WhatsApp.

Het doodvonnis van Ateeq moet nog worden bevestigd door het Hooggerechtshof van Lahore. Ateeq heeft ook het recht om in beroep te gaan.

In Pakistan worden regelmatig mensen ter dood veroordeeld omdat ze zich schuldig zouden hebben gemaakt aan blasfemie, waarop in Pakistan de doodstraf staat. Toch is er tot dusverre nog niemand daadwerkelijk geëxecuteerd voor blasfemie.

Critici stellen dat vooral religieuze minderheden – zoals ahmadiyya, christenen en hindoes – in Pakistan van blasfemie beschuldigd worden. Het bekendste slachtoffer van de blasfemiewet is de christelijke vrouw Asia Bibi. Uiteindelijk werd ze – mede vanwege grote internationale druk – vrijgesproken. Ze werd vervolgens wel gedwongen om met haar familie naar Canada te vluchten, omdat ze anders door fundamentalisten zou worden vermoord.

Eind december vorig jaar werd een man uit Sri Lanka nog door een woedende Pakistaanse menigte gelyncht, na geruchten dat hij de profeet zou hebben beledigd.