De gemeente Rotterdam trekt volgend jaar zo’n negentigduizend euro uit om moskeeën in de stad beter te beveiligen, meldt Dagblad 010. 

Het stadsbestuur honoreert een door Denk aangevraagde subsidie, die het mogelijk maakt dat moskeeën eenmalig een aanvraag kunnen doen om hun beveiligingsmaatregelen te bekostigen. Voor elke aanvraag bestaat een maximumbedrag van tienduizend euro.

Denk diende het subsidieverzoek in tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota 2021, in het kader van de Koers van de Stad. Alle partijen in de Rotterdamse gemeenteraad mochten toen een subsidieverzoek indienen.

Ook de gemeente Amsterdam heeft de afgelopen twee jaar 53 moskeeën en andere islamitische instellingen beter beveiligd. Hiervoor heeft de gemeente 1,1 miljoen euro uitgetrokken. Deze aanvullende veiligheidsmaatregelen waren een antwoord op de bedreigingen en vandalisme waar Amsterdamse moskeeën mee te maken kregen en krijgen.

Denk-leider Farid Azarkan heeft in maart de coronaregels geschonden door na een positieve test tóch naar de installatie van de nieuwe Tweede Kamer te gaan, meldde Nieuwsuur eerder vandaag. Maar deze ‘scoop’ van Nieuwsuur-journalist Nynke de Zoeten klopt niet, beweert Azarkan zelf.

‘Dit is vals’, twittert Azarkan aan De Zoeten. ‘Ik heb na uitslag een uur overleg gehad met medici omdat ik totaal geen klachten had en me kiplekker voelde. Ik heb je ook verteld dat ik me daarna 2 keer heb laten testen. 2x negatief. Azarkan was dus helemaal niet positief naar de Kamer.’

‘Waarom deze rancuneuze journalist van Nieuwsuur dan toch valse riooljournalistiek brengt?’, speculeert zijn Denk-kompaan Tunahan Kuzu op Twitter. ‘Zou het te maken kunnen hebben met de kritische houding van Denk ten opzichte van het coronabeleid van Rutte en De Jonge? Of heeft Nieuwsuur een appeltje te schillen met Azarkan?

Azarkan vervolgt richting De Zoeten: ‘Ik heb jou ook gewezen op de veiligheids- en privacyrisico’s in een toch al gepolariseerd debat. Ik ben geschrokken van de hijgerigheid om onjuiste medische gegevens openbaar te maken. Nu de bedreigingen binnenstromen dwing je me te reageren.’

Hij deelt op Twitter een bedreiging, waarin de Marokkaans-Nederlandse politicus voor ‘smerige TURK’ en ‘aspirant moordenaar’ wordt uitgemaakt.

Nieuwsuur-journalist Milena Holdert reageert op Twitter sarcastisch op Azarkans verhaal: Overleg gehad ‘met medici’, aha. Nee dan is het natuurlijk prima, dat mogen burgers ook: overleggen met niet nader genoemde medici en dan een positieve coronauitslag negeren.’

Holdert besluit: ‘Oh en hij had bovendien ‘totaal geen klachten’: pre- of asymptomatische besmetting bestaat blijkbaar niet.’

De nieuwe Spielberg-verfilming van Broadwaymusical West Side Story is ‘minder racistisch dan het origineel, maar dat is niet voldoende’. Dat zegt de Amerikaanse schrijver Luisita Lopez Torregrosa bij de zender NBC. ‘Onwetendheid, banaliteit en geweld definiëren de Puerto Ricaanse karakters ook deze keer.’

West Side Story verhaalt over twee rivaliserende jeugdbendes uit New York, waaronder ook een met een Puerto Ricaanse achtergrond. Tony en Maria, allebei gelieerd aan een andere bende, worden verliefd op elkaar en beginnen aan een verboden romance.

Vroeger op school plaagden haar medeleerlingen Torregrosa, die zelf ook een Puerto Ricaanse afkomst heeft; ze vroegen haar om ‘dansmoves zoals Anita en Maria’ uit West Side Story, dat in de jaren zestig ook al was verfilmd.

‘Ik was verschrikt, maar lachte het weg’, zegt ze daarover. ‘Ik was niet Maria of Anita. En de gangsterleden (…) waren niet zoals de jongens waarmee ik was opgegroeid in Puerto Rico.’

Torregrosa zag een eendimensionaal en stereotype beeld van Puerto Ricanen, dat ‘een blijvertje’ werd, zegt ze. ‘Een schandalig, maar intens en hardnekkig beeld.’

En dan nu de nieuwe uitgave van Steven Spielberg (foto). Torregrosa: ‘Er is zeker inspanning geleverd om een multidimensionale verbeelding van Puerto Ricanen neer te zetten. Door meer dialoog.’

Maar volgens Torregrosa is dat niet goed gelukt. Alleen de hoofdpersonen Maria en Valentina zijn sympathieke figuren in de film. ‘Zij laten zien wat het is Puerto Ricaanse te zijn in een wereld vol met armoede en discriminatie.’

De Puerto Ricaanse vrouwen zijn in de Hollywood-verbeelding van Spielberg altijd maagdelijk of oversekst, schrijft Torregrosa, en de mannen gewelddadig. ‘En elke Puerto Ricaan op tv is een fenomenale danser.’

De Turkse politie heeft de populaire YouTube-straatreporters Arif Kocabiyik, Hasan Köksoy, Mehmet Koyuncu en Turan Kural van hun bed gelicht. Dit schrijft de Turkse nieuwssite Karar.

In hun video’s kwamen Turkse burgers aan het woord over met name de verslechterende economie in het land. De economische crisis lijkt de electorale achilleshiel van Erdogan te worden, nu burgers met duizenden tegelijk de straat op gaan en de Turkse president en zijn AKP in rap tempo dalen in de peilingen.

De opkomst van deze straat-kanalen is een alternatieve reactie tegen het nagenoeg ontbreken van onafhankelijke media in Turkije. Hun kanalen trekken miljoenen kijkers. De Kanttekening sprak hier eerder dit jaar over met straatreporter Koyuncu (foto, rechts), die nu dus is gearresteerd.

De arrestaties volgden een dag nadat de Turkse president Erdogan sociale media als een ‘bedreiging voor de democratie’ had weggezet. ‘Het is belangrijk om het publiek te informeren tegen desinformatie en propaganda in het kader van de waarheid’, zei hij.

Vorig jaar besliste het parlement dat sociale media platforms met meer dan een miljoen leden verplicht zijn hun juridische vertegenwoordiging en dataopslag in Turkije te vestigen. Sindsdien hebben bedrijven als Facebook, YouTube en Twitter kantoren in Turkije. Volgens critici maakt deze stap het Turkije makkelijker om ongewenst commentaar te criminaliseren.

De vervolgde journalist Can Dündar spreekt op Twitter zijn steun uit voor de opgepakte straatreporters. ‘De vlag van de journalist is zijn pen, camera en de microfoon. (…) Het zal moeilijk worden (voor de regering, red.) om deze standvastigheid de kop in te drukken.’

Dündar verwees in zijn tweet ook naar Tugba Köksoy, de vrouw van één van de opgepakte journalisten, en die het werk van haar man Hasan Köksoy overnam na zijn arrestatie. ‘Tot mijn man is vrijgelaten ga ik door met video’s maken, laat ze mij maar arresteren!’

Radicale hindoes in Gurgaon, een voorstad van de Indiase hoofdstad New Delhi, hebben aan het langste eind getrokken. Er is besloten een eerdere overeenkomst in te trekken, die moslims toestond om te bidden op door de overheid toegewezen plekken.

De afgelopen weken protesteerden hindoe-extremisten tegen moslims die bidden in de daarvoor bestemde ruimtes in Gurgaon. Bij verschillende gelegenheden werden moslims die wilden bidden zelfs bedreigd.

In 2018, in reactie op enkele schermutselingen tussen hindoe-extremisten en moslims, besloot de deelstaatregering dat moslims alleen mochten bidden op aan hun toegewezen plekken. Maar aan deze godsvrede hebben hindoe-nationalisten nu een einde gemaakt.

Vorige maand besloot de deelstaatregering dat moslims op acht van de bijna veertig aangewezen openbare plekken niet meer mochten bidden. Nu heeft de eerste minister van Haryana besloten dat moslims alleen nog maar thuis en in de moskee mogen bidden.

Moslims in Gurgaon baden tot voor kort op openbare plekken, omdat ze zeggen over te weinig moskeeën te beschikken. De autoriteiten zouden hen beletten er meer te bouwen.

Éric Zemmour werd zaterdag op het vliegveld van de Armeense hoofdstad Yerevan vijandig ontvangen door demonstranten. Zij protesteerden tegen de radicaal-rechtse presidentskandidaat, die hoopt de Armeense gemeenschap in Frankrijk achter zich te krijgen.

Ongeveer twintig demonstranten begroetten Zemmour door ‘racisme’ te roepen en te zwaaiden met borden waarop stond: ‘Niet welkom, Éric Zemmour.’

De demonstranten waren Fransen en Armeniërs. ‘We zijn er om de Armeniërs te informeren over wie Éric Zemmour is. Hij is een zeer gevaarlijke man, een fascist’, aldus een 25-jarige Francaise tegen le Point.

Zemmour is in Armenië met als doel om meer stemmen te krijgen van de Armeense gemeenschap in Frankrijk. Er wonen meer dan 600.000 Armeniërs in Frankrijk. Zemmour is tot dinsdag in Armenië.

Ook is Zemmours bezoek ideologisch. Vrijdag verklaarde de radicaal-rechtse presidentskandidaat dat hij Armenië had uitgekozen voor zijn eerste campagnereis omdat het een oud, christelijk land is, een zogenoemde bakermat van de westerse beschaving.

Zemmour bracht de Armeense Genocide in herinnering, die aan ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs het leven heeft gekost. Ook noemde hij de recente oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan, die mede dankzij Turkse militaire steun door Azerbeidzjan gewonnen werd. Volgens Zemmour bevindt Armenië zich in het hart van een beschavingsoorlog tussen christendom en islam.

Zemmour is niet de eerste radicaal-rechtse politicus die Armenië om dezelfde reden omarmt. Ook Geert Wilders maakt zich hard voor de Armeense zaak. Vorig jaar oktober kreeg de PVV-politicus een chatsjkar, een Armeense kruissteen, uitgereikt als dank voor zijn politieke steun voor Armenië. De steen werd uitgereikt door de voorzitter van de Armeense Kerk in Almelo.

Fatemeh Anvari mag geen les meer geven op haar lagere school in de Canadese provincie Quebec. De reden: ze draagt een hoofddoek. Het schoolbestuur beroept zich op een nieuwe wet die religieuze kleding verbiedt voor ambtenaren, waaronder leraren op openbare scholen.

Anvari is daarmee het eerste slachtoffer van Bill 21, die in 2019 werd aangenomen door de provincie Quebec. De wet verbiedt overheidsmedewerkers om religieuze symbolen te dragen zoals hijabs, keppeltjes en tulbanden.

‘De reden dat deze lerares geen baan heeft, is omdat ze de wet niet respecteerde’, zegt de regionale Parti Québécois. ‘De wet is voor iedereen. Ze probeerde een verklaring af te leggen terwijl ze een hijab droeg.’

Maar vanuit de landelijke politiek wordt kritisch gereageerd op het ontslag van Anvari. ‘Het is laf’, zegt Marc Miller, minister van Inheemse Betrekkingen, die ook parlementslid is in de Quebecse regio Montreal. ‘Dit soort discriminatie weerspiegelt niet de Quebecse samenleving waarin ik wil leven.’

Eerder dit jaar sloot premier Justin Trudeau dat niet uit in te grijpen tegen Bill 21, omdat de federale regering als taak heeft om op te komen voor de grondrechten van mensen.

De leerlingen en leraren van de school sturen lerares Anvari massaal steunbetuigingen, tot tekeningen aan toe. Anvari vindt het hartverwarmend. Maar, zegt ze: ‘Dit gaat niet over mijn kledingstuk. Dit is een groter probleem. Dit is iets dat over mensen gaat. (…) Ik wil dat dit iets zijn waarin we allemaal nadenken over hoe grote beslissingen andere levens beïnvloeden.’

De Federatie Indische Nederlanders en het Veteranen Platform maken zich zorgen over het grote Indië-onderzoek, waarvan de resultaten begin 2022 bekend worden. Volgens hen belooft de brochure een onevenwichtig onderzoek.

In 2017 startte Nederland het onderzoek Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950. Het onderzoek, dat begin volgend jaar verschijnt, behandelt onder meer de daden van het het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.

In het KNIL vochten ook Indische Nederlanders mee, die later naar Nederland vluchtten. De Federatie Indische Nederlanders komt op voor hun belangen en die van hun nazaten.

Volgens de Federatie doet de brochure die de boeken aankondigt, met titels (foto) als Onze revolutie en Nederlands extreem geweld, ‘het ergste vermoeden’:

‘Vooral de suggestieve titels, teksten en algehele sfeer geven de indruk dat de onderzoekers de opdracht van het kabinet, om ‘nadrukkelijk in te gaan op de brede context van de naoorlogse dekolonisatie’, naast zich hebben neergelegd en simpelweg afstevenen op een veroordeling van Nederland(se militairen) voor het geweld.’

Het Nederlandse Veteranen Platform deelt de zorgen van de Federatie Indische Nederlanders. ‘Het heeft er nu alle schijn van dat onze Nederlandse en KNIL veteranen worden geslachtofferd en als zondebok worden aangewezen voor het wederzijds gebruik van (incidenteel buitensporig) geweld.’

Hans Moll, voorzitter van de Federatie Indische Nederlanders: ‘Uit de brochure blijkt dat, anders dan de onderzoekers altijd beweren, niet de ‘verschillende’ perspectieven bij dit onderzoek leidend zijn, maar vooral het perspectief van toenmalige vijand Indonesië.’

Volgens Moll doet dit geen recht aan de geschiedenis en de ruim tweehonderdduizend Nederlandse militairen die in Indonesië hebben gevochten en voor het overgrote deel naar eer en geweten zouden hebben gehandeld.

Ook lijkt het er volgens Moll op dat de studies geen recht zullen doen aan de slachtoffers van de Bersiap-periode van 1945-1946, toen Indonesische nationalisten duizenden Nederlanders en Chinezen vermoordden.

Naast vanuit Federatie Indische Nederlanders klinkt er ook kritiek op het onderzoek vanuit de zijde vanuit Indonesische Nederlanders die zich, anders dan de Federatie Indische Nederlanders, juist aan de zijde scharen van de toenmalige Indonesische onafhankelijkheidsstrijders die tegen het KNIL vochten.

Zo stelde de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B.), dat de belangen van Indonesische slachtoffers uit de Nederlandse koloniale en hun nazaten behartigt, eerder al dat het onderzoek geen gehoor geeft ‘aan de Indonesische slachtoffers van de 350 jaar durende illegale bezetting door Nederland’.