10.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 576

Voetballer Salah onder vuur na ‘laffe’ oproep tot beëindigen geweld Israël

0

Liverpool-voetballer Mohamed Salah krijgt de nodige kritiek te verstouwen na deze tweet:

‘Ik roep alle wereldleiders op, inclusief de premier (Boris Johnson, red.) van het land waar ik de afgelopen vier jaar woon, er alles aan te doen om het geweld en de moord op onschuldige mensen onmiddellijk te laten stoppen’, twitterde de Egyptische voetbalster. ‘Genoeg is genoeg.’

Critici hekelen dat hij de Palestijnen niet expliciet noemt. Sommigen vinden dat Salah, die zich profileert als vroom moslim, zijn ondubbelzinnige solidariteit had moeten uiten.

‘Ik hoop dat je in de volgende tweet de Palestijnen noemt’, twittert de Engelse radiopresentatrice Samar Jarrah. ‘Mo Salah, zeg het mij na: Pal-es-tina’, reageert de Amerikaanse wetenschapper en activist Khaled Baydoun.

‘Helaas, Mohamed’, schrijft een andere twitteraar, ‘jouw fans hier in Koeweit en in de Arabische regio hadden een sterkere stellingname verwacht over onze broeders en zusters die zijn vermoord door deze zionisten en over degenen die door deze terreurstaat en gangsters uit hun huizen zijn gezet.’

Kort daarvoor plaatste Salah wel nog een foto op Twitter van zichzelf, met op de achtergrond de Al Aqsa moskee in Oost-Jeruzalem. Afgelopen weekend was het onrustig in en rond deze moskee, waar Palestijnen met stenen gooiden en de politie traangas en flitsgranaten inzetten.

CIDI wil dat Nederland ook Israël aanspreekt, oud-medewerkers boos

0

Enkele oud-medewerkers van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) hebben kritiek op directeur Hanna Luden, omdat zij vindt dat ook Israël moet worden aangesproken op geweld.

De CIDI-directeur reageerde op een tweet van GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee, die de schuld bij Israël had gelegd en stelde dat Nederland Israël daarop moet aanspreken.

Luden: ‘Waar dient NL Israel aan te spreken? Op het afvuren van nu al >250 raketten vanuit Gaza? Op het oproepen tot geweldpleging door Palestijnse leiders en geestelijken? (…) Natuurlijk moet het geweld stoppen! En ja, ook Israel moet worden aangesproken.’

Een oud-bestuurslid, dat anoniem wil blijven, laat het rechtse blog de Dagelijkse Standaard weten dat hij de opstelling van Luden een ‘zwaktebod’ vindt. Ook Akiva van Koningsveld, oud-voorzitter van de CIDI-jongeren en voormalig bestuurslid van het CIDI, reageert kritisch.

‘Ook Israël moet worden aangesproken?’, twitterde hij verontwaardigd. ‘Terwijl de genocidale terreurgroep Hamas het zuiden van Israël onder vuur neemt met honderden raketten, doet Hanna Luden een ‘both sides’. (…) Met zulke vrienden…’ Van Koningsveld heeft zijn tweet inmiddels verwijderd.

De tweets van zijn vrouw Rachel van Koningsveld staan er nog wel. ‘Welk geweld van Israëls kant zou dat zijn, Hanna? Hmm? (…) Er was helemaal geen gewelddadige provocatie van Israëlische kant. En jij noemt jezelf een pleitbezorger van Israël…’

Wie zich ook in de discussie mengt is voormalig PVV-Kamerlid Wim Kortenoeven, van 2000 tot 2010 medewerker bij het CIDI en net als Koningsveld inmiddels woonachtig in een Israëlische nederzetting op de Westelijke Jordaanoever. Hij reageerde nog feller op Luden en viel de CIDI-directeur aan op haar PvdA-lidmaatschap.

‘Hanna Luden’s nationaal-socialistische en virulent anti-Joodse Staatspartij PvdA steunde zojuist een voorstel voor een parlementair debat, bedoeld om de Joodse Staat te demoniseren inzake zijn zelfverdedigingsacties tegen moslimterrorisme.’

Gistermiddag riep het CIDI in een persbericht Nederlandse politici op de aanvallen op Israëlische burgers door Hamas te veroordelen. ‘Disproportionele druk op één partij werkt contraproductief. Nederland moet Israël steunen in de strijd tegen terreur. CIDI roept op tot de-escalatie aan beide kanten, voordat er nog meer slachtoffers vallen.’

Israël pleegt geen aanslagen, ze schieten alleen Palestijnse kinderen dood

0

Op sociale media domineren weer aangrijpende beelden uit Israël. We zien ‘botsingen’, ‘confrontaties’ en ‘geweld’ tussen Israëlische veiligheidsdiensten en Palestijnse moskeegangers, zoals mainstream media dit conflict hoofdzakelijk typeerden. Het is een vertekende weergave, alsof het twee gelijke partijen betreft.

We zien namelijk een goed uitgerust Israëlisch veiligheidsapparaat tegenover een decennialang onderdrukt volk, dat voornamelijk met flessen water en stenen verzet pleegt. Israëlische agenten schieten traangas- en flitsgranaten af op straat, in de moskee, en zelfs in een ziekenhuis. Palestijnen worden gearresteerd, krijgen een Israëlische knie op hun hoofd en worden als aangeschoten wild weggevoerd.

Er vallen ook doden. Trouw berichtte daar als volgt over: ‘Vorige week werd een 19-jarige Israëliër gedood bij een Palestijnse aanslag, en een 16-jarige Palestijn doodgeschoten door het Israëlische leger. Vrijdag meldde de Israëlische politie twee Palestijnse schutters te hebben gedood bij de grens met de bezette Westelijke Jordaanoever.’

Inderdaad: Israël pleegt geen aanslagen, ze schieten alleen maar Palestijnse kinderen dood met twee kogels in de rug. Van de 16-jarige Said Yousef Mohammad Odeh in dit geval. De Volkskrant heeft maandag helemaal geen melding gemaakt over deze Israëlische aanslag. De machtsongelijkheid tussen Israël en de Palestijnen is zodoende niet alleen een fact on Palestinian ground, maar sijpelt door in de Nederlandse berichtgeving.

Zo spreken de Volkskrant en Trouw over een ‘Jeruzalemdag’, een ‘feestdag’ waarbij wordt ‘gevierd’ of ‘herdacht’ dat Jeruzalem is veroverd op de Palestijnen. Mooi, we gebruiken de term ‘herdenken’ nu dus ook voor nationalistische rooftochten. Vervolgens wordt gesproken over een ‘Onafhankelijksheidsoorlog’ van Israël. Palestijnen hebben het over de ‘Nakba’, oftewel een ‘ramp’, waarbij hun onafhankelijkheidswensen de grond in werden geboord.

De machtsongelijkheid tussen Israël en de Palestijnen is niet alleen een fact on Palestinian ground, maar sijpelt door in de Nederlandse berichtgeving

Beide kranten leggen bovendien een vage link met de ramadan, de islamitische vastenmaand. Dat wordt niet onderbouwd, of juist gekoppeld aan politieke daden en/of ‘veiligheidsmaatregelen’ van Israël die helemaal niks met de ramadan te maken hebben.

Trouw: ‘Wat mee lijkt te spelen, is dat het ramadan is, vaak een periode van oplopend geweld en spanningen. Maar ook de politieke situatie speelt een rol. Israël heeft door een politieke patstelling al ruim twee jaar geen stabiele regering. En bij veel Palestijnen heerst frustratie over het afblazen van de Palestijnse parlementsverkiezingen.’

De Volkskrant: ‘Het is tijdens de ramadan vaker onrustig in Jeruzalem, maar dit jaar volgt de ene escalatie op de andere, gedreven door verschillende gebeurtenissen die allemaal tijdens de heilige vastenmaand plaatsvinden. Het begon in april met de afsluiting van de trappen bij de Damascuspoort, de belangrijkste toegangspoort tot de Oude Stad, waar Palestijnen tijdens de ramadan massaal bidden in de Al-Aqsamoskee. Volgens de politie was de afsluiting een veiligheidsmaatregel, maar jongeren zagen het als een provocatie. Na een week van onlusten werden de hekken verwijderd.’

Het lijkt er dus eerder op dat de Palestijnen worden gedwarsboomd in het belijden van hun geloof. Dan is niet de ramadan het probleem, maar juist de intolerantie tegenover de ramadan door de Israëlische bezetter.

En dat is de crux in dit conflict. Ook de huidige spanningen, veroorzaakt door huisuitzettingen van Palestijnen in Sheikh Jarrah, zodat Joodse kolonisten daar in kunnen trekken, zijn het gevolg van het apartheidsbeleid van de staat Israël. Joden worden structureel voorgetrokken. Palestijnen trekken sinds 1948 aan het kortste eind. Een onvervalste etnische zuivering, zoals Lydia de Leeuw en Anja Meulenbeult op Facebook hebben gepost.

Zo is er een Israëlische wet die Joodse Israëliërs toegang verleent tot het opeisen van hun bezit, dat ze in de oorlog van 1948 hebben verloren. Maar Palestijnen die in 1948 hun bezittingen verloren, hebben die rechten natuurlijk niet.

De VS, EU en de VN manen Israël ondertussen tot kalmte, en roepen Israël op de Palestijnse gezinnen niet uit hun huizen te zetten. Dat zal vast helpen. Israël heeft zich nooit iets van de internationale wetgeving aangetrokken. Premier Netanyahu beschouwt Jeruzalem als Israëlisch. Israël heeft volgens hem het recht om in ‘zijn eigen hoofdstad’ te bouwen.

Er is meer nodig om Israël te stoppen. Sancties, het opzeggen van militaire samenwerking, een exportverbod op materieel dat wordt gebruikt om Palestijnen te onderdrukken. Maar ook het annuleren van stedenbanden.

Ten slotte: dit is geen antisemitische column. In Nederland heb je namelijk de vrijheid, althans in theorie, om kritiek te uiten op Israël. Maar vind je Israël boven alle kritiek verheven, dan kan je nog altijd een Max Pammetje doen en aangifte tegen mij doen. We wachten in de tussentijd – terwijl luchtbombardementen van Israël vooral burgerslachtoffers maken, waaronder vele kinderen – op Mark Rutte die de Israëlische misdaden tegen de menselijkheid onvoorwaardelijk veroordeelt.

Frankrijk: sancties tegen studenten die docenten van ‘islamofobie’ betichten

0

De Franse minister van Onderwijs wil sancties tegen de islamitische en linkse studenten die twee docenten van de universiteit van Grenoble van ‘islamofobie’ hebben beschuldigd.

Begin maart werden de namen van de docenten op het universiteitsgebouw geplakt: ‘Fascisten in onze collegezalen. Islamofobie is dodelijk.’

De kwestie leidt in Frankrijk tot grote spanningen. Vorig jaar werd geschiedenisleraar Samuel Paty door een moslimextremist vermoord nadat hij zijn leerlingen een Mohammed-cartoon had laten zien.

De gevolgen zijn nog niet voorbij. Minister Frédérique Vidal wil sancties tegen de studenten die de professoren aan de kaak stelden.

De betrokken studenten hebben zich op een ontoelaatbare manier gedragen door hun docenten te belasteren op sociale netwerken, stelt de minister. Daarmee zouden ze niet alleen de reputatie van de docenten zelf geschaad hebben, maar ook die van de universiteit.

Tegen de studenten is ook een openbaar onderzoek gestart vanwege de ‘openbare belediging van een persoon door middel van woord, schrift, beeld of communicatiemiddel aan het publiek via elektronische middelen’.

De regering veroordeelde eerder al dat sommige studenten en de linkse studentenvakbond UNEF de foto’s van de docentennamen op het universiteitsgebouw op social media hadden geplaatst.

‘Pedagogisch kwaliteitskader’ voor Koranlessen op komst

0

Er komt een ‘pedagogisch kwaliteitskader’ voor Koranlessen. Dit moet dienen als ‘een soort gereedschapskist’ om de kwaliteit van het moskee-onderwijs in Nederland te verbeteren.

Het kwaliteitskader wordt ontwikkeld door het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS). KIS wordt uitgevoerd door het onderzoeksbureaus Verwey-Jonker Instituut en Movisie en gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Moskeeën worstelen met Koranlessen en de hogere kwaliteitseisen die ouders stellen. Dat vertelt onderzoeker Ahmed Hamdi van het Verwey-Jonker Instituut aan het Parool. ‘Ze voelen dat het beter moet.’

Koranonderwijs draait om het uit je hoofd leren van (delen) van de Koran, islamitische vorming en het leren van Arabisch of Turks, of allebei. ‘Het kan bijdragen aan het ontwikkelen van een eigen identiteit, maar het kan soms ook leiden tot zelfisolatie, zeker bij moskeeën van zeer conservatieve en gesloten gemeenschappen’, aldus Hamdi.

De onderzoeker deed in 2017 onderzoek naar de conservatief-Turkse Mevlanamoskee in Amsterdam. In haar boek schrijft Ik ga leven schrijft Lale Gül dat ze bij de Koranlessen in deze moskee leerde dat vrouwenbesnijdenis past binnen de islam, vrouwen mannen moeten gehoorzamen en mannen hun vrouw een ‘corrigerende tik’ mogen uitdelen. Ook zou de imam Nederland hebben afgeschilderd als een ‘verderfelijk homoparadijs’, waar vrouwen ‘als loslopend vee bij Jan en alleman in bed’ belanden.

Hamdi: ‘Lale Güls verhaal is het verhaal van één iemand. Het is een belangrijk boek en een serieus signaal. Tegelijkertijd ligt het gevaar van generalisatie op de loer,’ zegt hij tegen het Parool. ‘Er bestaan grote verschillen tussen moskeeën. En ervaringen kunnen afhankelijk zijn van de docent die je treft. Dat kan binnen een moskeeorganisatie een heel verschil maken.’

De onderzoeker denkt dat de kwaliteit van moskeelessen in de toekomst beter zal worden. ‘Ouders hebben zelf vaak teleurstellende of ronduit slechte herinneringen aan Koranles’, zegt hij. ‘Zij en hun kinderen eisen meer kwaliteit. Ik ken voorbeelden van hoogopgeleide ouders die geld bij elkaar leggen en een lokaal en een docent inhuren.’

En zo’n kwaliteitskader zou daar dus bij moeten helpen, aldus Hamdi. ‘We willen de eerste versie van het kwaliteitskader dit jaar met inbreng van een groter aantal moskeeorganisaties verder ontwikkelen en hopen dat het zich daarna als een olievlek verspreidt.’

Turkije wil verkoop alcohol bemoeilijken

0

De Turkse regering is van plan om de verkoop van alcohol te bemoeilijken. Dat meldt de Turkse krant Birgün, die zich baseert op een ontwerpwet van de regering.

De regering zal districtsgouverneurs en de politie de bevoegdheid geven om vergunningen voor de verkoop van alcohol toe te kennen en in te trekken. Lokale overheden zullen op hun beurt de goedkeuring van de politie moeten krijgen alvorens vergunningen af te mogen geven.

De wetgeving voorziet ook in de oprichting van speciale comités onder districtsgouverneurs die de locatie van drankgelegenheden en hun openings- en sluitingstijden moeten bepalen, schrijft Birgün.

Plaatsen waar alcohol wordt verkocht zonder vergunning zullen worden gesloten door de politie. Bedrijven zonder vergunning zullen worden gesloten tot ze een vergunning hebben, net als bedrijven die de verkoopregels overtreden.

De islamistische AKP van president Erdogan heeft, sinds hij in 2002 aan de macht kwam, de belastingen op alcohol meerdere malen verhoogd. Erdogan is een uitgesproken tegenstander van alcoholconsumptie.

De Turkse regering veroorzaakte ophef nadat ze eind vorige maand de verkoop van alcohol verbood zonder de maatregel officieel aan te kondigen. De maatregel is in reactie op de coronapandemie. Supermarkten hebben afzetlinten voor de schappen met wijn, sterke drank en bier geplaatst. De maatregel loopt af op 17 mei.

Politie: antisemitisme geen aannemelijk motief overval Zahavi

0

De Amsterdamse politie gaat er vooralsnog niet uit van een antisemitisch motief van de gewapende overval op de woning van de Israëlische PSV-voetballer Eran Zahavi. Dit meldt de Amsterdamse zender AT5.

Afgelopen zondagmiddag werd het huis van de PSV-spits in Buitenveldert overvallen, waarbij zijn vrouw en kinderen werden vastgebonden en tape op hun mond werd geplakt. Zijn vrouw werd bovendien bedreigd met een vuurwapen.

Gisteren vroeg de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad of er aanwijzingen waren die duiden op antisemitische motieven. Het gerucht ging dat de haren van Zahavi’s vrouw zouden zijn afgeknipt tijdens de gijzeling. De politie ontkent noch bevestigt dit gerucht, omdat het onderzoek nog loopt. Wel zegt de woordvoerder van de politie dat Jodenhaat niet het meest aannemelijke motief is.

‘Wat precies het motief is geweest onderzoeken we. Het onderzoek is nog in het begin stadium. Op dit moment houden we alle scenario’s open, maar die van antisemitisme is niet het meest aannemelijke scenario. We willen het nog niet helemaal uitsluiten, maar wij denken eerder aan andere motieven.’

Hoewel het een traumatische ervaring was, hebben de vrouw en kinderen hebben geen letsel opgelopen als gevolg van de overval. De verdachten hebben geld en persoonlijke eigendommen gestolen.

De Joods voetballer reageerde op Instagram in het Hebreeuws op de overval. Hij noemde het een ‘zeer onplezierige gebeurtenis’, die ‘veel verder gaat dan een normale inbraak en diefstal’.

‘Te negatief’, of juist ‘te Nederlands’: film ‘De Oost’ raakt aan diepe wonden

Vanaf 13 mei is De Oost te zien op streamingdienst Amazon Prime. De veelbesproken speelfilm werpt een blik op een voor het grote Nederlandse publiek weinig besproken geschiedenis: de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd van 1945-1949. Een eerste aanzet om het Indonesische perspectief te belichten op een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis? We vroegen het aan ingewijden die de film – net als de Kanttekening – eerder mochten zien.

De Oost vertelt het verhaal van de jonge Nederlandse soldaat Johan de Vries – een rol van Martijn Lakemeier -, die zich vrijwillig heeft aangemeld voor het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL). In 1946 komt hij aan in Indonesië, nadat Soekarno op 17 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid had uitgeroepen. Terwijl Nederland nog herstellende was van de diepe wonden van vijf jaar Duitse bezetting, werden 100.000 soldaten naar Indonesië gestuurd om ‘de orde te herstellen’.

Al snel ontmoet Johan Raymond Westerling, bijgenaamd ‘de Turk’. In de film wordt hij gespeeld door de Marokkaans-Nederlandse acteur Marwan Kenzari. De Vries raakte gecharmeerd van de beruchte kapitein, die ‘terroristische elementen’ onder de Indonesische bevolking met harde hand wist neer te slaan. Westerling en zijn ‘Depot Speciale Troepen’ (DST) zouden uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de massa-executies van honderden Indonesische burgers op Zuid-Sulawesi. 

Voor het eerst in beeld

De film vertoont een harde realiteit, vindt Jeffry Pondaag, voorzitter van de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden (K.U.K.B). Met zijn stichting ondersteunt hij Indonesische nabestaanden in rechtszaken tegen de Nederlandse staat voor de misdaden die Nederlandse militairen hebben gepleegd tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd in de jaren 1945-1949. In Nederlandse geschiedenisboeken staat deze strijd officieel nog bekend als de ‘politionele acties’. Veel van de nabestaanden en slachtoffers die Pondaag bijstaat, hebben tijdens deze periode dierbaren verloren door toedoen van Westerlings hardhandige optreden op Zuid-Sulawesi.

‘Tijdens de rechtszaken vertelden Indonesische nabestaanden wat hun familieleden is overkomen en waar zij getuige van moesten zijn.’ De nabestaanden klagen de Nederlandse staat aan voor onder meer standrechtelijke executies, menselijke tweegevechten en onthoofdingen. ‘Nu zijn die verhalen voor het eerst in beeld gebracht. Dat laat wel een indruk achter’, zegt Pondaag na afloop van een voorvertoning van de film, waar hij door filmproducent Sander Verdonk voor werd uitgenodigd.

‘We hebben een eigen vertelling gemaakt op basis van historische feiten’, legt Verdonk uit. ‘Het laatste deel van de film is minder ernstig in beeld gebracht dan het werkelijk is geweest. In het derde dorp zijn meer dan driehonderd mensen geëxecuteerd.’

Hij wijst op de grafische scènes waarin Westerling zijn troepen beval om kampongs binnen te vallen, plat te branden en de inwoners in het gareel te houden. Met behulp van militaire inlichtingen had hij lijsten met namen samengesteld van Indonesische burgers die van terreurdaden verdacht werden. Hij riep die namen een voor een op. De opgeroepen verdachte verscheen voor Westerling, er werd naar zijn naam gevraagd, waarna hij dit bevestigde en van Westerling een kogel door het hoofd kreeg.

‘In de film zagen we dat de Nederlandse soldaten de massagraven van deze standrechtelijke executies moesten graven. Dat klopt niet’, zegt Pondaag, die bij de totstandkoming van De Oost werd benaderd door de filmcrew ter inzage van de historische feiten. Volgens Pondaag moesten de inwoners op de lijst van Westerling hun eigen graf graven voordat zij werden doodgeschoten, waarna Indonesische ooggetuigen de massagraven moesten dichten.

Multi-perspectiviteit

‘Los van de vraag of je wel of geen voorkennis hebt van de koloniale geschiedenis vind ik dit een goede film’, zegt Henry Timisela, directeur van het Moluks Historisch Museum. ‘Het laat vooral de multi-perspectiviteit van de koloniale geschiedenis zien. Dat ondersteunen wij als museum van harte.’

Westerlings DST bestond naast Nederlandse soldaten ook uit Molukse KNIL-militairen. In De Oost werd de Molukse trouw aan de Nederlandse vlag belichaamd door het personage Samuel Manuhio, een Molukse KNIL-soldaat die werd gespeeld door de Moluks Nederlandse acteur Joenoes Polnaija. Toen Samuel werd gevraagd of hij het niet vreemd vond dat hij zijn eigen mensen moest doden, antwoordde hij dat hij de Indonesische bevolking niet als zijn gelijke ziet.

‘Destijds waren er Molukse mannen die ervoor hadden gekozen om onder de Nederlandse vlag te vechten. Maar er zijn ook Molukkers die voor de Indonesische republiek hebben gevochten tegen de Nederlanders’, zegt Timisela. ‘Dat zijn verhalen die wij als instituut ook willen uitbrengen. Wat dat betreft staan wij er neutraal in.’

Hij begrijpt wel dat de film confronterend kan zijn voor met name Molukse Nederlanders, met grootouders die voor het KNIL hebben gevochten. Zo maakte de jongere broer van Timisela’s grootmoeder deel uit van Westerlings DST. ‘Dat neemt niet weg dat, naar mijn weten, de film op historische feiten is gebaseerd. Feiten en fictie lopen door elkaar heen, maar de executies hebben daadwerkelijk op die manier plaatsgevonden. Ook daarom is het belangrijk om de verschillende perspectieven in deze geschiedenis te belichten. Dit is de juiste stap richting collectieve traumagenezing’, aldus Timisela.

Confronterend

‘Wat ik in de film zag, dat is wat mijn opa heeft gedaan’, zegt historica en auteur Marjolein van Pagee, die de dezelfde voorvertoning bijwoonde als Jeffry Pondaag. Ook voor haar was de film confronterend. ‘Ik had de film alleen veel sterker gevonden als de hoofdpersonage een soldaat was die geen gewetenswroeging kreeg’, zegt Van Pagee. Zij wijst op het feit dat de jonge soldaat in de film aan de methodes van Westerling begon te twijfelen. Dat liet hij ook blijken door het op te nemen voor een Indonesische burger, wat hem door Westerling niet in dank werd afgenomen.

‘Ik heb met veel oud-veteranen gesproken. Zij hadden totaal geen gewetenswroeging voor hun daden’

‘Ik heb met veel oud-veteranen gesproken die daar waren. Zij hadden totaal geen gewetenswroeging voor hun daden’, vervolgt Van Pagee. ‘Het valt mij op dat in vertellingen van de Nederlandse geschiedenis het altijd gaat om een hoofdpersoon die spijt krijgt – en dus heel menselijk is.’

Volgens filmproducent Sander Verdonk heeft regisseur Jim Taihuttu voor een hoofdpersoon gekozen die een zo groot mogelijk publiek moet aanspreken. ‘Een blanke soldaat zou makkelijker gevolgd worden door het Nederlandse publiek met weinig voorkennis van deze geschiedenis’, reageert hij op Van Pagee. Het perspectief van de hoofdpersonage moet de kijker daarnaast langzaam maar zeker meenemen in de banaliteit en de zinloosheid van deze oorlog, aldus Verdonk.

‘Een blanke soldaat zou makkelijker gevolgd worden door het Nederlandse publiek met weinig voorkennis van deze geschiedenis’

‘Stel nu dat we voor een hoofdpersoon hadden gekozen zonder gewetenswroeging. Wat voor film zouden we dan zien?’, vraagt hij aan de historica. Van Pagee: ‘Dan zou het gaan over hoe het kan dat iemand geen gewetenswroeging krijgt over zulke verschrikkelijke daden. Dat is dus wat in de werkelijkheid is gebeurd. En waarom kan dat? Vanwege de ideologie waarmee iemand op oorlogspad wordt gestuurd.’

Kort geding

Nog voor de lancering van De Oost was er veel kritiek op de keuzes die Taihuttu heeft gemaakt voor zijn vertelling van deze geschiedenis. In de trailer, die vorig jaar in september verscheen, was te zien dat de Nederlandse soldaten in Westerlings DST zwarte uniformen droegen. In de film draagt de omstreden kapitein een snor, die volgens de Federatie Indische Nederlanders (FIN) teveel doet denken aan die van Adolf Hitler. FIN-voorzitter Hans Moll noemde De Oost na het zien van de trailer een ‘puur anti-Nederlandse propagandafilm’.

De Indische organisatie heeft een kort geding aangespannen tegen de filmmakers. Er moet een disclaimer worden geplaatst, die het fictieve karakter van de film benadrukt. Er wordt al een disclaimer vertoond, maar die krijgen we pas te zien na de aftiteling. FIN is van mening dat deze disclaimer veel eerder en veel prominenter in beeld moet komen. De uitspraak van het kort geding volgt vandaag.

De federatie stelt bovendien dat Nederlandse militairen niet naar de voormalige kolonie werden gestuurd ‘om de Indonesische vrijheidsstrijd neer te slaan’, zoals de film doet beweren, maar om een eind te maken aan de Bersiap. Tijdens deze gewelddadige periode tussen 1945 en 1946 hebben Indonesische verzetsstrijders duizenden (Indische) Nederlanders gemarteld en vermoord vanwege hun Nederlandse en Europese etniciteit. Ook Chinezen, Molukkers en Japanners werden vermoord.

‘Als wij die disclaimer zouden moeten plaatsen zou dat een aantasting zijn van de vrijheid van meningsuiting’, zegt Verdonk tegen NU.nl. Bovendien zou Nederland hebben besloten om militair in te grijpen vanwege het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid door Soekarno en Hatta, en niet vanwege Bersiap. ‘De disclaimer die zij willen is daarmee historisch incorrect’, aldus de filmproducent. 

Ongenuanceerd

‘Ik ben het volledig eens met FIN’, zegt Hein Scheffer, voorzitter van het Veteranen Platform. Naar aanleiding van een voorvertoning van de film hebben de oud-strijders een statement uitgebracht waarin staat dat De Oost een ‘eenzijdig en ongenuanceerde benadering hanteert van het militaire optreden in de voormalige kolonie.’

‘In de film worden hoofdzakelijk negatieve punten van de Nederlandse soldaten naar voren gebracht. Dan heb ik het over hoerenloperij, drank en vechtpartijen. Alleen dat belichten is ongenuanceerd’, zegt Scheffer.

Volgens hem zouden de Nederlandse soldaten ook de Indonesische bevolking hebben geholpen, en was het hardhandige optreden van Westerling er ook om Indonesische opstandelingen te bestraffen die buitensporig geweld gebruikten en misbruik maakten van hun eigen bevolking. Daarnaast werden de geweldplegingen die de opstandelingen toepasten weinig in beeld gebracht, stelt hij. Zo werden aan het begin van de film een dorpsleider en zijn echtgenote vertoond, die zouden zijn onthoofd door Indonesische rebellen. De onthoofding zelf werd niet in beeld gebracht, in tegenstelling tot het geweld van de Nederlandse troepen tegen de Indonesische bevolking.

‘De film toont hoofdzakelijk negatieve punten van de Nederlandse soldaten: hoerenloperij, drank en vechtpartijen. Alleen dat belichten is ongenuanceerd’

Het Veteranen Platform heeft met name kritiek op het lespakket ‘De wereld van De Oost’, dat de makers op basis van de film ontwikkelen voor (middelbare) scholen. ‘Filmmakers hebben de artistieke vrijheid om een eigen interpretatie op de geschiedenis los te laten, en als die disclaimer er prominenter aan het begin van de film komt, dan is de film voor ons meer acceptabel. Maar de film vormt de basis van het lesmateriaal dat ze ontwikkelen’, zegt Scheffer. ‘Er zijn een heleboel elementen die je kunt gebruiken uit ons koloniaal verleden om onze jeugd bewustwording bij te brengen.’

Als voorbeeld noemt Scheffer de plantages waar handelsgewassen werden verbouwd. Dit zorgde volgens hem voor voorspoed en welzijn voor de Nederlands-Indische bevolking. ‘Om onze schooljeugd bewustzijn bij te brengen over het koloniale verleden door de politionele acties uit te lichten en wat Westerling had gedaan, dat vind ik niet gepast.’

Misdaden

Ondanks de commotie rondom de film is producent Sander Verdonk ervan overtuigd dat het een goede eerste aanzet is om verschillende perspectieven op het koloniale verleden te belichten. ‘Een goede oorlogsfilm is altijd een anti-oorlogsfilm. Ik ben altijd verslaafd geweest aan geschiedenis. Het verbaasde mij zeer toen ik dankzij regisseur Jim Taihuttu besefte hoeveel er verzwegen is.’

Verdonk wijst ook op de vele boeken en documentaires, die het grote publiek maar niet weten te bereiken. ‘Daardoor was er behoefte om een – wat korter door de bocht – populair-culturele uiting te maken over deze koloniale geschiedenis. Wij willen laten zien dat daar heftige dingen zijn gebeurd. Tegelijkertijd willen we een manier vinden om het publiek daarin mee te krijgen met een hoofdpersonage die niets heroïsch doet. Maar hopelijk wel iets heeft gedaan wat we nu allemaal zouden doen.’

‘Dat vraag ik mij dus af’, reageert Francisca Pattipilohy op Verdonk tijdens een nabespreking van de film. De 95-jarige Pattipilohy is jaren actief geweest in de zwarte- migranten-, en vluchtelingenvrouwenbeweging, en heeft de voormalige kolonie doorleefd. Volgens Pattipilohy zou het Nederlandse leger in Indonesië vijfduizend militairen hebben verloren tussen 1945-1949. Het Indonesische leger verloor naar schatting tussen de vijftig- en honderdduizend mannen.

‘Het is Nederland dat de misdaden pleegde tegenover de Indonesische bevolking, niet de soldaten’

‘Er wordt niets gezegd over de honderdduizenden Indonesische burgers wiens levens zijn beroofd. Dit weet het Nederlandse volk ook niet. Wat kan deze film hieraan bijdragen?’, vraagt zij zich hardop af. ‘Waar ik nu zo bang voor ben, is dat na het zien van deze film de soldaten worden beschuldigd van de misdaden die zij hebben gepleegd. Het is Nederland dat de misdaden pleegde tegenover de Indonesische bevolking, niet de soldaten. Zij hebben van Nederland het foute beeld gekregen dat ze iets goeds deden voor hun land. Het is zo jammer dat dat niet meer naar voren werd gebracht in de film.’

‘Je zou toch de koning moeten uitnodigen om De Oost te zien’, zegt Jeffry Pondaag tegen Sander Verdonk. ‘Dan ziet hij waar hij zich voor heeft verontschuldigd tegenover Indonesië. En als hij de film niet wilt zien, kun je daarover berichten.’

UPDATE: Er komt geen disclaimer vóór de film. In het kort geding over de disclaimer oordeelde de rechter dinsdagmiddag dat de producent als aangeklaagde ‘niet aan veroordeling kan voldoen’. De rechten zijn al verkocht aan Amazon en dus is die verantwoordelijk, niet de producent. FIN laat de Kanttekening weten de uitspraak ‘teleurstellend’ te vinden en zich nog te beraden of er verdere stappen komen.

Gevraagd: meer bluswater tegen de veenbrand die moslimhaat heet

0

Elke twee à drie jaar komt de Monitor Moslimdiscriminatie uit, die uitgebreid moslimdiscriminatie in Nederland bespreekt en hier ook de beschikbare cijfers over geeft. Afgelopen weekend verscheen de vierde rapportage, samengesteld door onderzoekers Ewoud Butter, Roemer van Oordt en Ineke van der Valk.

Discriminatie van moslims vindt plaats in de openbare ruimte, op school, op de arbeidsmarkt en het internet, maar ook in de media en politiek. Eerder onderzoek naar ervaren discriminatie, onder meer door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), laat zien dat veel moslims in Nederland discriminatie voelen: ongeveer twee derde van de Marokkaanse Nederlanders en de helft van de Turkse Nederlanders.

De nieuwste Monitor Moslimdiscriminatie, die de periode 2017-2020 behandelt, is gebaseerd op een literatuurstudie, diepte-interviews, groepsgesprekken, een rapport van Meld Islamofobie en een onderzoek naar moslimdiscriminatie in Utrecht. Ook staat in de monitor een eigen onderzoek naar discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt, waaraan 315 respondenten deelnamen.

Beeld: Ewoud Butter

De Kanttekening sprak met Butter, hoofdredacteur van de website Republiek Allochtonië, over de huidige stand van zaken van moslimdiscriminatie in Nederland.

Er waren in de periode 2017-2020 minder incidenten van moslimdiscriminatie dan in 2015-2016, las ik in de monitor. Er waren in 2015, alles bij elkaar opgeteld, maar liefst 1.151 meldingen, tegenover ‘slechts’ 410 in 2018. Hoe komt dit?

‘Een algemene trend is dat als er terroristische aanslagen in Europa of verhitte discussies zijn er ook meer anti-islamitische acties komen. Ook de vluchtelingencrisis zorgde voor het aanwakkeren van moslimhaat. In 2015 had je de aanslagen in Parijs op Charlie Hebdo in Frankrijk, een jaar later vond de vluchtelingencrisis plaats. Toen waren er veel publieke uitingen van moslimhaat. Dat lijkt nu minder, maar het is als een veenbrand: het kan zo weer terugkomen als er nieuwe aanslagen komen, of een nieuwe vluchtelingencrisis.’

De afgelopen maanden vond er opeens een piek in anti-islamitische hate crimes plaats. Moskeeën kregen bedreigingen binnen en in Almere ging het zelfs om doodsbedreigingen. Heb je hier een verklaring voor?

‘Lastig. We hebben nu nog geen goed beeld van de incidenten van 2021. Misschien komt het door de moord op Samuel Paty in Frankrijk in oktober vorig jaar, of de recente ophef in Nederland over GroenLinks-politica Kauthar Bouchallikht en schrijfster Lale Gül, of misschien iets anders. Ik kan hier nog geen harde dingen over zeggen.’

In het rapport zoomen jullie in op discriminatie van moslims op de arbeidsmarkt. Moslims worden niet alleen gediscrimineerd tijdens de sollicitatieprocedure, maar krijgen ook minder gauw een contractverlenging of lopen een promotie mis, las ik in de monitor. Maar, ik speel even de advocaat van de duivel, is discriminatie niet ontzettend lastig te bewijzen?

‘Het is inderdaad heel lastig om goed te bewijzen. Daarom hebben we gekeken naar ervaringen. Veel respondenten die mee hebben gedaan aan ons onderzoek voelden dat ze werden afgewezen omdat ze moslim zijn of omdat mensen denken dat ze moslim zijn. Als je bij een sollicitatie wordt afgewezen omdat je ‘niet bij het team’ past, dan kan dat misschien door moslimhaat komen – dat kun je niet aantonen -, maar moslimsollicitanten kregen ook te maken met expliciete vormen van moslimhaat. Anderen werden geconfronteerd met subtiele vormen van uitsluiting, bijvoorbeeld wanneer ze vragen en opmerkingen kregen die niets met hun functie en alles met hun geloof te maken hebben.’

Waar moet ik dan aan denken?

‘Ze kregen bijvoorbeeld de vraag voor de voeten geworpen: ‘Wat vind je van homo’s?’ Of: ‘Hoe kijk je aan tegen vrouwenonderdrukking?’ Of: ‘Wat is je mening over IS of over de Turkse president Erdogan?’ Vragen die niet aan andere sollicitanten werden gesteld. Dit soort vragen worden ervaren als een vorm van microagressie. Er wordt vaak subtiel of minder subtiel benadrukt dat moslims er eigenlijk niet bij horen. Dit kan een enorme impact hebben.’

Maar openlijke discriminatie, bijvoorbeeld: ‘Je hebt hier niets te zoeken want je draagt een hoofddoek’, dat hoor je zelden, toch?

‘Het gebeurt wel, maar vaker verschuilen bedrijven zich met een smoes achter hun klanten. Dan zeggen ze: ‘Onze klanten kunnen slecht reageren op vrouwen die een hoofddoek dragen.’ Terwijl ze misschien zelf moeite met de hoofddoek hebben.’

En klopt mijn vooroordeel dat moslimdiscriminatie op de arbeidsmarkt vooral een probleem is voor laaggeschoolde kandidaten, minder een probleem is voor hbo-kandidaten en nauwelijks voor kandidaten met een universitaire achtergrond?

‘Dat weet ik niet. Onze enquête is niet helemaal representatief, want die is vooral ingevuld door hoogopgeleide moslims die discriminatie ervaren. Uit eerder onderzoek bleek ook dat juist hoogopgeleiden vaker discriminatie ervaren. De ‘integratieparadox’ werd dat vroeger genoemd, dat mensen die meer zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving meer discriminatie ervaren. Maar ik sluit niet uit dat je misschien gelijk hebt en discriminatie voor laaggeschoolde moslims een groter probleem is dan uit onderzoek blijkt.’

In het rapport schrijven jullie dat de politie moslimhaat niet meer apart registreert. Waarom doet de politie dit niet meer? En waarom zou dat wel moeten volgens jullie?

‘Toen vorig jaar de jaarlijkse discriminatiecijfers verschenen, ontdekte ik dat de politie gestopt was met het apart registreren van moslimdiscriminatie als subcategorie van discriminatie op grond van geloof. Ik heb daar toen op Republiek Allochtonië een blog over geschreven. Er zijn vervolgens Kamervragen over gesteld en ook raadsvragen in Amsterdam en Rotterdam, maar de minister en de burgemeesters lieten weten dat het ging om een ‘andere werkwijze’. Er zou geen ‘politieke agenda’ achter zitten. Dat vind ik te kort door de bocht. Natuurlijk is het niet meer apart registreren van moslimdiscriminatie een politieke keuze.

‘Wellicht heeft het ook te maken met bezuinigingen, maar duidelijk is in ieder geval dat de aanpak van moslimdiscriminatie nu geen prioriteit heeft. Het is beleid van het landelijke politiekorps, maar het Rotterdamse college antwoordde na vragen van Denk dat ze de politie zou laten weten dat gedegen registratie van discriminatie cruciaal is. Het Amsterdamse college vond het – na vragen van Denk, PvdA en GroenLinks – niet nodig verder actie te ondernemen. Dat was opmerkelijk, omdat de Amsterdamse raad in 2015 naar aanleiding van een vorige editie van de Monitor Moslimdiscriminatie nog een motie van VVD en D66 had aangenomen waarin nota bene expliciet werd opgeroepen moslimdiscriminatie apart te registreren. Ook door de politie.’

In hoeverre is er eigenlijk een relatie tussen anti-islamitische retoriek in de politiek – denk aan wat Geert Wilders allemaal roept – en moslimdiscriminatie op de arbeidsmarkt, op internet en op straat?

‘Er is geen een-op-een-relatie, maar het resoneert wel. Mede dankzij Wilders en de zijnen is er in Nederland een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin het expliciet uitsluiten van moslims of het maken van grappen en botte opmerkingen over hen voor weinig ophef zorgen. We hebben een partij in de Tweede Kamer die al jaren voorstellen doet die moslims uitsluiten van elementaire grondrechten. Dat is ernstig.’

‘Mede dankzij Wilders is er een maatschappelijk klimaat ontstaan waarin het expliciet uitsluiten van moslims voor weinig ophef zorgt’

Maar in bepaalde kringen is harde kritiek op de islam not done. De stelling dat het Nederlandse maatschappelijke klimaat anti-islamitisch is klopt niet, in de zin van dat het veel genuanceerder ligt.

‘Kritiek op de islam of mensen aanspreken op hun geloof is prima, maar mensen uitsluiten op grond van hun geloof niet. Maar het klopt dat de berichtgeving in bijvoorbeeld kwaliteitsmedia genuanceerder is. Het hangt er heel erg vanaf in welke kringen je je begeeft. Maar maatschappijbreed kun je wel stellen dat er bijvoorbeeld op antisemitisme een veel groter taboe ligt dan op moslimhaat.’

In hoeverre kun je antisemitisme en moslimhaat eigenlijk met elkaar vergelijken? Je hoort vanuit linkse of islamitische hoek wel eens dat moslims de nieuwe Joden zijn, of dat de discriminatie van moslims lijkt op de discriminatie van de Joden in de jaren dertig van de vorige eeuw.

‘Er zijn absoluut vergelijkingen te trekken tussen antisemitisme en moslimhaat. Het gaat allebei om vormen van xenofobie, vormen van racisme, stigmatisering en complottheorieën. Tegelijkertijd is de historische context heel anders. Daarom zal ik zelf de vergelijking niet zo snel trekken.

‘Een vriend van mij, een atheïst uit Irak, krijgt vanwege zijn naam en zijn baard steeds weer de vraag of hij vrouwen wel een hand geeft’

‘Moslimhaat moeten we niet bagatelliseren. Moslimhaat is geen religiekritiek, kritiek op de islamitische religie. Het gaat hier duidelijk om haat tegen moslims en vermeende moslims: ex-moslims en sikhs uit India krijgen bijvoorbeeld met moslimdiscriminatie te maken omdat ze er ‘islamitisch’ uitzien. Een vriend van mij, een atheïst die gevlucht is uit Irak, wordt voor moslim aangezien vanwege zijn naam en zijn baard. Hij krijgt steeds weer de vraag of hij vrouwen wel een hand geeft.’

Krijgt de strijd tegen moslimhaat de wind in de zeilen, nu er zoveel aandacht is voor racisme dankzij de Black Lives Matter-beweging? Of valt dat juist tegen?

‘Dankzij Black Lives Matter is er wel meer aandacht voor discriminatie. Toch krijg ik niet de indruk dat er nu meer aandacht is voor moslimdiscriminatie. Dat is evenveel gebleven. Aandacht voor anti-zwart racisme is er nu gelukkig wel meer. Dat was tot vorig jaar nihil.’

Er is dit jaar een Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding gekomen. Moet zo’n coördinator er ook komen voor moslimhaat?

‘Er komt waarschijnlijk een nationale coördinator voor discriminatiebestrijding in het algemeen, waar ook de bestrijding van moslimhaat onder valt.’

Ligt dat onder linkse mensen en moslims niet gevoelig? Omdat je nu misschien de indruk kan krijgen dat Joden worden voorgetrokken omdat zij een aparte coördinator hebben, en moslims en Afro-Nederlanders niet?

‘Dat is niet wat ik hoor. Ik hoor juist dat mensen het goed vinden dat er een nationaal coördinator antisemitismebestrijding is, maar dat ze daarnaast ook aandacht willen voor racisme en moslimhaat.’

Welke concrete stappen moet Nederland nu zetten om moslimhaat effectief tegen te gaan?

‘Veel maatregelen liggen in het verlengde van de algemene aanpak van discriminatie. Er moet meer bewustwording worden gecreëerd, meer geld naar de politie en Openbaar Ministerie om moslimdiscriminatie aan te pakken, ook moet moslimhaat weer erkend worden als aparte discriminatiegrond. Daarnaast is het belangrijk dat de islamitische gemeenschap meer in het besluitvormingsproces betrokken wordt. Verder, en dat is meer algemeen, moeten de media, de overheid en de politie meer divers en meer inclusief worden, zodat moslimdiscriminatie en stigmatisering sneller wordt herkend, eerder wordt erkend, effectiever wordt bestreden.

‘Belangrijk in dit verband is ook het besef dat de islamitische gemeenschap in Nederland heel divers is. Qua etnische achtergrond, qua religiebeleving, qua sociaaleconomische achtergrond en opleiding, enzovoort. Dit zie je echter nauwelijks terug in de Nederlandse media. In de beeldbank van het ANP bijvoorbeeld staan veel foto’s van moslima’s. Maar dit zijn vooral foto’s van vrouwen met een hoofddoek die boodschappen doen. In de beeldvorming zijn moslima’s passieve wezens, geen actieve burgers. Zulke foto’s houden vooroordelen wel in stand.’

Marokkaanse YouTuber na vrijlating uit cel: 30 kilo lichter, 1 hartaanval verder

0

Marokkaans YouTube-fenomeen Chafik Omerani, die filmpjes maakt onder de naam ‘3robi F Merican’, is vrijgelaten uit de gevangenis. Hij is 33 kilo lichter geworden, als gevolg van een hongerstaking, en heeft een hartaanval overleefd.

De YouTuber kreeg drie maanden gevangenisstraf opgelegd omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan laster tegen Marokkaanse instellingen en ambtenaren.

In zijn video’s zet Omerani zich onder meer af tegen het detineren van politieke gevangenen in Marokko. Ook beweert hij dat Marokko informeel nog steeds in handen is van Frankrijk, dat tot 1956 kolonisator was van het koninkrijk.

In protest tegen zijn opsluiting ging Omerani 89 dagen in hongerstaking, en dronk tien dagen zelfs geen water.

De Youtuber, die in de Verenigde Staten woont, werd afgelopen februari gearresteerd op het vliegveld van Rabat. Hij kreeg drie maanden gevangenisstraf en een boete van 3.700 euro opgelegd.

Eerder zei Omerani in een video bedreigd te zijn door de Marokkaanse veiligheidsdiensten: ‘Als je het land binnenkomt laten we jou doen, dit keer zal je niet ontkomen.’

Tijdens zijn proces zei hij dat hij een Amerikaan was, geen Marokkaan. ‘Je hebt ook de Marokkaanse nationaliteit’, antwoordde de rechter. Waarop de Youtuber zei: ‘Mijn enige zonde, waardoor ik hier voor u sta, is dat ik in Marokko ben geboren.’

Nu hij is vrijgelaten, zegt Omerani dat hij gewoon door zal gaan met kritische video’s maken.

Marokko pakt kritische journalisten keihard aan, officieel niet op grond van hun journalistieke werk. Zo werd in 2019 journaliste Hajar Raissouni opgepakt voor ‘buitenechtelijke seks’ en abortus. Haar oom en journalist Soulaiman Raissouni zit in voorarrest vanwege ‘aanranding’. Journalist Omar Radi hangt tien jaar celstraf boven het hoofd voor ‘spionage en verkrachting’. Ook is journalist Maati Monjib begin 2021 tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege ‘witwassing’.