De website van de enige Joodse krant in Turkije, Salom, is gehackt door een collectief van pro-Palestijnse activisten. Zij omschrijven zichzelf als discipelen van de antisemitische dichter Necip Fazil Kisakurek (1904-1983), een held van president Erdogan.
‘Onze acties zullen doorgaan totdat Palestina vrij en onafhankelijk is’, schrijven de hackers. Ze plaatsten ook een vers uit een gedicht van Kisakurek, waarin Palestijnen worden opgeroepen met geweld te reageren op Israëlische aanvallen.
De cyberaanval op Salom vindt plaats op een moment dat de Turkse staatsmedia zware kritiek op Israël leveren. Daarbij wordt de schuld van het jongste Israëlisch-Palestijnse conflict exclusief bij Israël gelegd.
‘Elke keer dat het geweld in Gaza oplaait, bevinden we ons in de vuurlinie’, zegt Karel Valansi (foto), columniste van Salom, tegen de Arabische nieuwssite Al-Monitor. ‘In feite word ik sinds mijn kinderjaren verantwoordelijk gehouden voor het Israëlische beleid.’
Valansi was zelf doelwit van de regeringsgezinde krant Takvim, die van het weekend schreef dat ze de ‘zionistische terreurstaat Israël’ verdedigde.
Er wonen op dit moment nog zo’n 14.000 Joden in Turkije. Velen denken er over na om te emigreren naar Israël of de Verenigde Staten. Veel Turkse Joden kiezen ervoor om de politiek van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te veroordelen, om op die manier de Turkse druk op hen te verlichten.
Onder Erdogan is Turkije steeds meer anti-Israël geworden. Dit heeft de Turkse regering er in 2008 niet van weerhouden om 65 miljoen dollar te spenderen aan de pro-Israëlische lobby in de Verenigde Staten, meldt oppositiepoliticus Aykut Erdogdu. Op Twitter deelt hij documenten die zouden aantonen dat de Turkse ambassade in Washington DC lobbyisten heeft ingehuurd om de publieke opinie in de VS te bewerken.
Homobelangenorganisatie COC kreeg vorig jaar een racistische bommelding. Dit vertelt directeur Marie Ricardo (foto) aan het online magazine OneWorld.
Het COC kreeg op 28 december een foto van een bom per mail toegestuurd. Die bom zou zijn achtergelaten bij het hoofdkantoor van de organisatie in Amsterdam.
‘Ik sta voor de deur om iedereen die naar buiten vlucht af te schieten’, stond in de mail.
De inhoud van de mail was extreemrechts. Het ideaal van de afzender was een ‘vrij, wit Europa’ en de ‘bevrijding van de links-liberale onderdrukking’.
De mail werd afgesloten met de nazigroet ‘Sieg Heil’ en 14/88. Dat getal is een verwijzing naar de ‘Fourteen Words’ van wit-nationalisten – ‘Because the beauty of the White Aryan woman must not perish from the earth’ – en Heil Hitler. De letter ‘h’ is de achtste letter in het alfabet.
Ricardo vermoedt dat het onlangs haar zwartheid geen persoonlijke aanval is. Een homobelangenorganisatie in Oekraïne kreeg precies dezelfde mail. Ricardo: ‘Maar het laat wel zien dat homofobie en racisme hand in hand gaan.’
Hoewel het COC aangifte heeft gedaan bij de politie, is het niet gelukt om de anonieme bedreiger in de kraag te vatten.
Ruim 110 actie- en belangengroepen roepen informateur Mariëtte Hamer op om de aanpak van discriminatie en racisme in het nieuwe regeerakkoord centraal te stellen.
Onder meer het Comité 21 maart, het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie, Meld Islamofobie, het islamitische vrouwencollectief S.P.E.A.K. en Zwart Manifest ondertekenden een brief met deze strekking.
De lat wordt hoog gelegd in de brief. ‘Het aankomende regeerakkoord is dé kans om gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en representatie als fundamenten van een inclusieve Nederlandse samenleving te onderstrepen en institutioneel racisme en discriminatie definitief uit te bannen.’
De briefschrijvers claimen dat het Nederlandse overheidsbeleid discriminatoir is. Als voorbeelden noemen ze etnische profilering door de politie en de toeslagenaffaire, waarbij Nederlanders met een dubbele nationaliteit strenger werden gecontroleerd en eerder als fraudeurs werden bestempeld.
De briefschrijvers willen dat wetten voortaan aan de grondwet moeten kunnen worden getoetst, om op die manier wetten te kunnen terugdraaien die discriminerend zouden zijn. Daarnaast moet er een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme komen. Andere plannen zijn onder meer dat er meer diversiteit komt in (semi)publieke en private organisaties en dat Nederland zijn koloniale misdaden erkent.
Recentelijk ontstond de #StopAsianHate-beweging om meer aandacht te vragen voor anti-Aziatisch racisme. Ook in Nederland sloeg de beweging aan en hebben er inmiddels twee #StopAsianHate-demonstraties plaatsgevonden. Dit, terwijl anti-Aziatisch racisme langer teruggaat dan vandaag. ‘Het verschil is nu de kracht van social media.’
Het schietincident in Atlanta, waarbij acht mensen omkwamen, waaronder drie Oost-Aziatische vrouwen, was in maart aanleiding voor demonstraties in de Verenigde Staten. Sinds het begin van de coronapandemie was daar al een toename van racistische aanvallen op Aziatische mensen, blijkt uit onderzoek door onderzoeksbureau Pew. De hashtag #StopAsianHate ontstond om anti-Aziatisch racisme en haatmisdrijven tegenover Aziatische mensen aan de kaak te stellen.
Deze hashtag waaide vervolgens over naar Nederland, evenals de bijbehorende demonstraties. Eind maart en begin april kwamen honderden mensen naar Amsterdam om te demonstreren tegen anti-Aziatisch racime. Afgelopen jaar werden er ook hier steeds meer meldingen gemaakt van racisme en discriminatie tegen mensen met een Oost-Aziatische achtergrond, zoals verbaal geweld, ongelijke behandeling en pesten.
Dat blijkt uit de nieuwste monitor Discriminatiezaken van het College voor de Rechten van de Mens en een recent rapport van Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS). KIS stelt ook dat het coronavirus heeft geleid tot meer discriminatie tegenover Oost-Aziatische Nederlanders. Deze groep heeft sindsdien meer angst voor fysiek en verbaal geweld. ‘Daarnaast heeft het bij de respondenten het bewustzijn gecreëerd dat zij tot een minderheidsgroep behoren en hun het gevoel gegeven dat zij (verbaal) mogen optreden tegen discriminatie’, aldus KIS.
Nederlandse organisaties zoals Pan Asian Collective, Asian Raisins en Stichting Meer Dan Babi Pangang proberen dit onderwerp al langere tijd aan het licht te brengen. Het racisme is niet vorig jaar pas begonnen, menen zij, maar begint al op jonge leeftijd bij het verjaardagsnummer Hanky Panky Shanghai, vertelt Julie Ng, medeoprichter van Stichting Meer Dan Babi Pangang. ‘Racisme jegens Aziaten is er altijd al geweest.’ Dit bespreekbaar maken is lastig, voegt ze toe. Slachtoffers van zulk racisme krijgen dan vaak te maken met micro-agressies: ‘Als je er iets over aangeeft, wordt het teruggedraaid naar jou.’ Als in: het was maar ‘een grapje’ en het slachtoffer zou zich aanstellen.
De reden dat het racisme tegen Aziatische Nederlanders onderbelicht blijft, heeft volgens Ng onder andere te maken met de geschiedenis van de Chinese gemeenschap in Nederland. ‘De Chinese gemeenschap is nooit erkend geweest als minderheid. Vaak waren ze op zichzelf toegewezen.’ Volgens haar waren eerdere generaties Chinese migranten als nieuwkomers vooral bezig met overleven en werken aan een betere toekomst. ‘Zij hebben niet de middelen gehad om racisme te bevechten. Het is bijvoorbeeld ook lastig om een klant aan te spreken die racistische opmerkingen maakt.’
‘Het idee dat Aziaten deugdzaam en volgzaam zijn is heel moeilijk om los te laten’
Hui-Hui Pan beaamt dit: ‘De eerste generatie heeft keihard gewerkt, zoals vaker voorkomt bij minderheden met een migratieachtergrond.’ Pan is oprichter van Pan Asian Collective (PAC), dat wil zorgen voor meer zichtbaarheid en representatie van Aziatische Nederlanders in de Nederlandse samenleving en media. Ook volgens Pan wordt anti-Aziatisch racisme vaak gebagatelliseerd doordat racistische opmerkingen worden bestempeld als grap. Daarom blijft het onderbelicht, denkt ze. ‘Terwijl de reikwijdte even dramatisch is als bij elke andere minderheid’, legt ze uit. Deze groep blijft echter onzichtbaar.
Ook het concept van ‘modelminderheid’, dat duidt op de stereotyperende rol van Aziatische mensen in de samenleving en een groter sociaaleconomisch succes dan andere groepen, speelt een grote rol, zegt Pan. ‘Je wordt geacht om op een bepaalde manier te acteren: het idee dat Aziaten deugdzaam en volgzaam zijn is heel moeilijk om los te laten.’
De manier waarop Aziatische mensen gepresenteerd worden in de media heeft daar ook mee te maken. Het gaat volgens Pan ook met name om de beeldvorming van Aziatische mensen: welke rollen krijgen ze en hoe worden ze gezien? Pan ziet vooral een oriëntaals beeld van voornamelijk Aziatische vrouwen: ‘Onderdanig, luistert goed, volgzaam, seksueel getint.’ Ook de fetisjering van Aziatische vrouwen speelt daarin een grote rol. ‘Aziatische vrouwen zie je vaak alleen terug in dienstverlenende rollen, maar hebben geen leading role. Het gaat ook om de beeldvorming in bladen.’
Er komt nu echter meer beweging op gang, zoals te zien is bij de #StopAsianHate-demonstraties, waar enkele honderden mensen op afkwamen in Amsterdam. De nieuwe generatie spreekt zich langzamerhand meer uit, zegt Pan. ‘Het verschil is nu de kracht van social media. Hiermee heb je een groter bereik en het is makkelijker om je online uit te spreken.’ Voorheen was het voor de kleinschalige en verdeelde gemeenschap lastig om van zich te laten horen, maar social media en nieuwe initiatieven dragen bij aan meer zichtbaarheid.
Asian Raisins en PAC begonnen in 2020 bijvoorbeeld de online campagne ‘Het is maar een grapje’ en dit jaar de fotocampagne ‘Ik lach niet’. Hiermee laten ze verschillende illustraties en portretfoto’s zien van Aziatische Nederlanders met racistische opmerkingen waar ze mee te maken hebben gehad. De campagne probeert daarmee anti-Aziatisch racisme in de Nederlandse samenleving aan te kaarten.
Zelf wel inclusief genoeg?
Hoewel de #StopAsianHate-beweging is ontstaan in de Verenigde Staten, is het belangrijk om deze beweging ook in Nederland kenbaar te maken, vinden zowel Pan als Ng. ‘Er is in Nederland ook wel degelijk sprake van Asian hate,’ vertelt Ng. ‘Het maakt niet uit uit welk Zuidoost-Aziatisch land je roots liggen. Die worden allemaal over één kam geschoren en daardoor word je een doelwit en vereenzelvigd met het coronavirus.’
‘Nu gaan we er echt werk van maken om ons ook meer hoorbaar te maken over anti-Aziatisch racisme. #StopAsianHate is belangrijk omdat het een kanteling betekent in de beeldvorming.’ vertelt Pan. Volgens haar wordt anti-Aziatisch racisme vaak niet gezien als een hate crime naar Aziaten. Dat heeft te maken met het stereotype beeld dat iedereen die er Aziatisch uitziet ‘Chinees’ is’, wat volgens Pan ook bijdraagt aan de omvang van het racisme.
De beweging krijgt ook kritiek omdat zij zich exclusief zou richten op Oost-Aziaten en mensen met een ‘Chinees’ uiterlijk. Daarbij ontstaat de vraag of de beweging wel inclusief is voor alle mensen met een Aziatische achtergrond.
Rochelle van Maanen van het Dekolonisatie Netwerk Voormalig Nederlands-Indië meent dat de beweging niet inclusief is naar bijvoorbeeld bruine Aziaten. Daarmee doelt ze niet alleen op Oost- en Zuidoost-Azië, maar ook bijvoorbeeld Pakistanen. Zij zouden zich niet kunnen identificeren met de beweging. Van Maanen: ‘Mijn kritiek ligt op de term ‘Asian’. In mijn optiek gaat het heel erg over Oost-Azië, gepercipieerd worden als Chinees en anti-Chinees racisme.’
‘Het maakt niet uit uit welk Zuidoost-Aziatisch land je roots liggen. Die worden allemaal over één kam geschoren’
Dat is niet voldoende, volgens Van Maanen. De omvang van het continent Azië is namelijk groot en divers van aard. Er zijn ook bepaalde machtsverhoudingen, voortkomend uit het koloniale verleden, die erkend moeten worden door de beweging, vindt Van Maanen. ‘Chinezen hebben bijvoorbeeld in de koloniale tijd in Indonesië bepaalde privileges ten aanzien van inheemse inwoners.’
Die ongelijkheid uit zich onder andere in colorism, ofwel discriminatie op basis van kleur. ‘In Oost-Azië zijn de schoonheidsidealen gebaseerd op Zuid-Korea’s ideaal van een lichte kleur en een schone huid.’ Van Maanen stelt dat we ‘naar ons eigen privilege moeten kijken binnen koloniale structuren’. Het is dus belangrijk om te kijken naar kleur binnen de beweging. Daar ziet Van Maanen nu langzamerhand verandering in komen. Zo merkt ze op dat platforms als Asian Raisins inclusiever werken met de term Asians en werd ze zelf uitgenodigd als spreker bij de tweede #StopAsianHate-demonstratie.
Pan geeft als medeorganisator ook aan dat er bewust diverse sprekers waren uitgenodigd bij de demonstraties. ‘Het idee achter het programma is om de reikwijdte te verbreden. Niet alleen over Oost-Azië maar over de hele regio.’ Ze onderschrijft het idee dat verschillende groepen meer samen moeten werken om nog meer bewustwording te creëren.
‘Inclusiviteit is niet alleen colorism ontmantelen maar ook, onder andere, queer Aziaten erbij betrekken’, voegt Van Maanen toe. Het doel: één grote inclusieve beweging die de diversiteit van de verschillende gemeenschappen bij elkaar brengt.
Vanuit China is een video opgedoken met dansende Oeigoeren. Ze ‘vieren’ Eid ul Fitr, het einde van de ramadan – een belangrijke maand voor de islamitische Oeigoeren. Maar Oeigoerse activisten stellen dat ze gedwongen werden en noemen het een slecht verhulde propagandastunt.
China staat al een tijdlang onder druk vanwege berichten over onderdrukking, hersenspoeling in heropvoedingskampen en mogelijke zelfs genocide op de islamitische Oeigoeren. Maar om de buitenwereld te laten zien dat de Oeigoeren juist heel gelukkig zouden zijn met hun leven in China, maakt het communistische regime video’s die een heel ander narratief vertellen.
De nieuwste vondst: een TikTok-video van dansende Oeigoeren die Eid-ul-Fitr (in de volksmond: ‘Suikerfeest’) vieren. De video werd gedeeld door een Chinese buitenlandwoordvoerder en de meeste commentaren op deze video komen, aldus de Britse krant Daily Mail, van bot-accounts die het Chinese narratief rondpompen.
Volgens de Oeigoers-Australische activist Nurmuhammad Majid is de video een slecht uitgevoerd toneelstukje: ‘Dit is duidelijk een propagandafilm, gemaakt door de Chinese regering.’ Volgens hem probeert het regime met dit soort nepnieuws te verhullen dat de Oeigoeren worden onderdrukt.
Majid merkt op dat 99 procent van de deelnemers aan deze zogenaamde Eid-viering man is en dat er ook veel etnische Han-Chinezen – dus geen Oeigoeren – te zien zijn. De mensen dansen voor een moskee, maar in de moskee zelf gebeurt helemaal niets. De video is ‘duidelijk gemaakt om de internationale gemeenschap voor de gek te houden.’
Iran wil dat de Verenigde Naties optreden tegen de ‘genocidale handelingen’ en ‘raciale zuiveringen’ door Israël.
Dit staat in een brief die de Hoge Raad voor Mensenrechten in Iran – een overheidsorgaan dat bestaat uit juristen en ministers – aan VN-secretaris Antonio Guterres heeft geschreven. Dit meldt de Arabische nieuwszender al Jazeera.
Iran blijft het decennia-oude Israëlisch-Palestijnse conflict maar dooretteren omdat veel landen ervoor kiezen om te zwijgen, dubbelzinnige statements afgeven of stellen dat Israël, volgens Iran een ‘apartheidsstaat’, het recht heeft om zichzelf te verdedigen.
De mensenrechtenraad van Iran – waar in 2020 ten minste 257 mensen werden geëxecuteerd, waaronder vier minderjarigen en negen vrouwen – wil dat de VN erkent dat Israël ‘misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden’ pleegt.
Daarnaast vindt de raad dat alle Palestijnen die niet meer in Palestina wonen het recht op terugkeer hebben. Ook zouden Palestijnen over hun eigen toekomst mogen beslissen door middel van een referendum.
Iran is lid van de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC), een collectief van 57 islamitische landen, dat door verschillende islamitische commentatoren fel wordt bekritiseerd. Het collectief zou ‘zwak en slap’ hebben gereageerd op het Israëlische optreden tegen de Palestijnen, aldus de Turkse omroep TRT.
OIC-lidstaat Turkije probeert op eigen houtje kritiek te leveren op Israël. Zo bepleitte president Erdogan vorige week een internationale aanpak om Israël kalt te stellen. Volgens Erdogan ben je, als je het optreden van Israël niet expliciet veroordeelt, medeplichtig aan ‘de tirannie die op Palestijnse grond gaande is’.
Maar er klinkt weinig weerwoord tegen Israël – op het ontbieden van een handjevol ambassadeurs na – uit de Arabische wereld, die de afgelopen jaren betere betrekkingen heeft aangespannen met Israël. Zo kwam er weliswaar een veroordelend statement vanuit Marokko, maar zonder Israël expliciet te noemen.
De Raad voor Amerikaans-Islamitische Relaties (CAIR), een prominente Amerikaanse moslimorganisatie, kondigde zaterdag aan de jaarlijkse viering van Eid ul Fitr (in de volksmond: ‘Suikerfeest’) van het Witte Huis te zullen boycotten.
CAIR is teleurgesteld dat Biden het Israëlische geweld tegen de Palestijnen in de Gazastrook niet heeft veroordeeld, maar juist pal achter Israël staat.
‘We kunnen niet in goed geweten Eid vieren met de regering-Biden, terwijl die letterlijk het willekeurig bombarderen van onschuldige mannen, vrouwen en kinderen in Gaza door het Israëlische apartheidsregime helpt, aanmoedigt en verdedigt’, aldus CAIR-voorman Nihad Awad.
‘Biden loopt het gevaar om de relaties met Amerikaanse moslims en iedereen die mensenrechten verdedigt te beschadigen, als hij dit pad blijft bewandelen terwijl er Palestijnse kinderen doodgaan.’
De pro-Israëlopstelling van Biden ligt gevoelig bij het progressieve deel van de Democratische partij, dat solidair is met de Palestijnen. Naast de radicaal-linkse ‘Squad’ van afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez, Ilhan Omar, Ayanna Pressley en Rashida Tlaib is ook senator Bernie Sanders kritisch over Israël.
‘We kunnen niet langer de apologeten zijn van de rechtse regering van Netanyahu en haar ondemocratische en racistische gedrag’, schreef Sanders in the New York Times.
De Tweede Kamer moet de ‘eenzijdige’ tweet van premier Mark Rutte over het Israëlisch-Palestijnse conflict corrigeren. Dat schrijft de door oud-premier Dries van Agt (CDA) opgerichte pro-Palestijnse lobbyorganisatie The Rights Forum.
Rutte tweette eind vorige week dat de raketbeschietingen van Hamas onacceptabel zijn. Hij sprak daarbij Nederlandse steun uit voor Israëls ‘recht op zelfverdediging’.
The Rights Forum stelt dat de reactie van de premier ‘past in de Nederlandse traditie van pro-Israëlische partijdigheid waarmee de Nederlandse regering het Palestijns-Israëlische conflict altijd heeft bejegend’.
De pro-Palestijnse lobbyorganisatie vindt dat die opstelling geen recht doet aan de positie en het leed van de Palestijnen, maar ook niet aan de opvattingen van de Nederlandse bevolking.
‘Het Israëlische geweld en de wijze waarop landen als Nederland dat straffeloos laten voortbestaan, leidt bij steeds meer Nederlanders tot frustratie en woede’, aldus The Rights Forum.
The Rights Forum zal woensdag een brief aan de Tweede Kamer sturen met de oproep Ruttes tweet een dag later in het geplande Algemeen Overleg te bespreken. De lobbyclub roept mensen op via haar site deze brief te ondertekenen.
Tijdens de Palestina-demonstratie gisteren in Amsterdam, georganiseerd door pro-Palestijnse organisaties en de radicaal-linkse Internationale Socialisten,zijn antisemitische leuzen geroepen.
De demonstranten liepen gisteren van de Dam naar het Amstelstation. Volgens de gemeente verliep de demonstratie rustig. Wel werden er ‘Khaybar’ geroepen, een herinnering aan de slag bij Khaybar (629), toen het leger van de profeet Mohammed besloot om alle mannelijke leden van een Joodse stam in Medina uit te moorden.
Palestina-activist Frank van der Linde, die in de ordedienst van de demonstratie zat, bevestigt op Twitter dat er inderdaad mensen waren die dit riepen. ‘De Politie Amsterdam oordeelde dat uitingen niet strafbaar waren. ‘We hebben de mensen gevraagd te vertrekken. Dat deden ze uiteindelijk. Kostte veel moeite. We zaten er bovenop.’
Op de demonstratie kwamen ook islamistische activisten af. Ze droegen borden met teksten als ‘The Muslim Ummah is like one body’ (De islamitische wereldgemeenschap is als één lichaam’) en pleitten in plaats van een tweestatenoplossing (een Israëlische en een Palestijnse staat) voor ‘One State – The Caliphate’ (‘Eén staat: het kalifaat’). Tevens werden er Taliban-vlaggen gespot.
‘Diep triest dat nu ‘Khaybar’ door ons Amsterdam klinkt met oproepen voor één kalifaat-staat; wat neerkomt op opheffen staat Israël. Ranzig antisemitisme’, reageert CDA-raadslid Diederik Boomsma. Hij gaat raadsvragen stellen. ‘Waarom is niet ingegrepen?’
De landelijke VVD gaat Kamervragen stellen aan minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie & Veiligheid). Kamerlid Dilan Yesilgöz: ‘Zo ziet Jodenhaat eruit. Niets te maken met opkomen voor Palestijnse burgers. Maar alles te maken met puur antisemitisme. We gaan dit nooit accepteren.’
Met het vertrek van de NAVO-troepen uit Afghanistan nam het geweld er de afgelopen tijd toe. Afghaanse Nederlanders vertellen aan de Kanttekening hoe zij kijken naar het einde van twintig jaar militaire interventie.
De Taliban kondigde vorige week een staakt-het-vuren aan. De wapenstilstand zou woensdag of donderdag beginnen en drie dagen duren, zodat Afghanen in alle rust Eid ul Fitr, het Suikerfeest, konden vieren. Slechts enkele uren later ging er een bom af in de zuidelijke provincie Zabul.
Beeld: Niloufar Rahim
Het geweld in Afghanistan is toegenomen sinds NAVO-landen en de Verenigde Staten hebben aangekondigd het land te gaan verlaten voor 11 september. Ook Afghaanse Nederlanders maken zich zorgen over de toekomst van Afghanistan, waaronder de 34-jarige Niloufar Rahim. Ze vluchtte als kind met haar ouders naar Nederland, studeerde geneeskunde in Leiden en geeft nu medische trainingen aan studenten in Afghanistan.
Toen Niloufar het nieuws hoorde dat de troepen zouden vertrekken, was ze verbaasd: ‘Ik had niet verwacht dat ze echt weg zouden gaan.’ Maar opgelucht is ze wel. ‘Het is genoeg geweest. De militaire interventie heeft niet gewerkt. Het is nog steeds onveilig in Afghanistan, de Taliban heeft alleen maar meer macht gekregen en de economie is nog net zo verschrikkelijk.’
‘Het is genoeg geweest. De militaire interventie heeft niet gewerkt’
Volgens Niloufar waren de NAVO-landen te veel met hun eigen politieke doelen bezig. ‘Als ze het land en de mensen echt willen helpen, dan moet de internationale gemeenschap haar eigen belangen opzij zetten en investeren in de infrastructuur, de gezondheidszorg en het onderwijs.’
Zelf probeert ze haar steentje bij te dragen door trainingen te geven aan geneeskundestudenten. Voor de corona-uitbraak was Niloufar daarom nog regelmatig in Afghanistan te vinden.
‘We hadden een aantal jaren terug een project, waarbij we vanuit de universiteit Afghaanse medische studenten naar Nederland haalden. Toen kwam ik erachter dat deze studenten heel erg achterliepen wat betreft hun praktische kennis. Ze leren alleen uit boeken, maar oefenen de vaardigheden niet in het echt.’
Daarom besloot Niloufar met stichting KEIHAN een project op te zetten, waarbij Nederlandse docenten naar Afghanistan konden om de studenten te helpen met het opdoen van ervaring.
Sinds de toename van het geweld maakt Niloufar zich extra zorgen om haar studenten. ‘Er is op dit moment heel veel onzekerheid. We weten niet wat er gaat gebeuren als de troepen eenmaal weg zijn.’
In april stonden vredesbesprekingen in Istanbul gepland, maar die zijn voor onbepaalde tijd uitgesteld. ‘Ik hoop dat de vredesbesprekingen doorgaan’, zegt Niloufar. Het is juist nu belangrijk dat de Afghaanse regering en de Taliban met elkaar om de tafel gaan zitten.’
In de steek gelaten
Afghaanse Nederlander Weis Mateen voelt zich in de steek gelaten door de troepen. De inmiddels 24-jarige student kwam toen hij vier jaar oud was met zijn ouders en broer naar Nederland. ‘Zodra de troepen vertrekken gaat het daar een hel worden’, zegt Weis. ‘De Taliban zal mensen onder druk zetten om op hen te stemmen. Dan komen ze aan de macht en komt er een nog strengere wetgeving.’
Beeld: Weis Mateen
Met de hulp van de buitenlandse troepen was Weis niet altijd tevreden: ‘De Afghaanse regering is corrupt, maar omdat de Amerikanen de regering steunden kon de overheid zich beter organiseren tegen de troepen van de Taliban.’
In 2009 keerde Weis en zijn familie terug naar Afghanistan om zijn overleden moeder te begraven. Tijdens dit bezoek ontmoette Weis een jonge vrouw, met wie hij nu getrouwd is. Zijn vrouw woont nog in Afghanistan, waardoor Weis nu ook regelmatig op en neer reist en uit eerste hand ervaart hoe moeilijk het leven in Afghanistan is.
‘Veel kinderen leven daar op straat met hun families. Mensen zijn dakloos en hebben nauwelijks geld voor eten. Hier komen de aanslagen van de Taliban dan nog eens bij. In mei vorig jaar was er zelfs een aanslag op een kraamafdeling in een ziekenhuis. Een aanslag op baby’s, dat doe je toch niet?’
De armoede die Weis op straat aantrof motiveerde hem om een actie op te zetten. Met behulp van donaties regelt zijn vrouw tegenwoordig maaltijden en kleding voor arme Afghanen. Zelf heeft Weis nog een plan voor als hij na de coronapandemie weer naar Afghanistan kan: ‘Ik wil pakketten samenstellen met ballonnen en speelgoed voor kinderen, zodat zij ook een blije dag kunnen hebben.’
‘Met de Taliban ga je als het ware terug in de tijd, terug naar de onderdrukking’
Over de toekomst durft Weis weinig te zeggen. ‘Sommige mensen zeggen: laat de Taliban maar komen en laat deze corrupte overheid weggaan. En ja, ze hebben gelijk dat deze overheid corrupt is, maar er zijn ook Afghanen die liever deze regering dan de Taliban aan de macht zien. Met de Taliban ga je als het ware terug in de tijd, terug naar de onderdrukking.’
Regering even erg als Taliban
Publicist Sangar Paykhar (38) is net als Niloufar blij dat de buitenlandse troepen na twintig jaar uit Afghanistan weggaan. ‘Er is in de laatste twintig jaar veel misgegaan. Het idee was altijd dat de buitenlandse troepen Afghanistan zouden helpen door het opzetten van een democratisch regime, maar daar is weinig van terecht gekomen.’
Beeld: Sangar Paykhar
Het grootste probleem is volgens Sangar de steun aan de Afghaanse regering. ‘Door de Afghaanse overheid is de ongelijkheid toegenomen, de armoede, de criminaliteit, de corruptie. En dat is allemaal in stand gehouden door de aanwezigheid van buitenlandse troepen.’
‘De Taliban wordt altijd aangewezen als de grootste schurk, maar de regering is net zo erg. Iedereen die iets negatiefs zegt over de overheid belandt in de gevangenis of wordt vermoord.’
Sangar hoopt dat als de buitenlandse troepen weg zijn de Afghaanse regering en de Taliban met elkaar zullen onderhandelen voor een vredesregeling. ‘Maar wat ik hoop is natuurlijk niet hetzelfde als wat ik verwacht’, zegt Sangar. ‘Beide partijen zijn niet bereid om een compromis te sluiten, dus vrede blijft voorlopig uit.’
De internationale gemeenschap moet de Afghaanse regering onder druk zetten, vindt Sangar. Volgens hem heeft de regering ieder akkoord altijd tegengewerkt. Ook toen er in 2020 een overeenkomst werd getekend door de Verenigde Staten en de Taliban.
‘De regering deed er vervolgens alles aan om die deal te saboteren. Ze hebben gevangenen niet vrijgelaten en critici van de overheid kwamen bij zeer verdachte omstandigheden om het leven. Als de internationale gemeenschap de mensen in Afghanistan wil helpen, dan moeten ze de regering verantwoordelijk houden voor haar misdaden.’
Sangar: ‘Zolang dezelfde mensen aan de macht blijven, zal er geen vrede komen. Beide partijen hebben belang bij het doorgaan met vechten. De geldstroom richting de regering moet worden afgeknepen.’
Zelf is Sangar in de jaren negentig naar Nederland gevlucht. Tegenwoordig durft hij niet meer terug naar Afghanistan, vanwege zijn openlijke kritiek op de overheid. ‘Het is te gevaarlijk voor mij om terug te gaan. Dat vind ik heel moeilijk, ik ben emotioneel nog erg verbonden met Afghanistan.’
‘De Taliban wordt altijd aangewezen als de grootste schurk, maar de regering is net zo erg’
Sangar denkt dat de vrede nog ver weg is, maar gelooft ook dat het vechten niet voor altijd door kan blijven gaan. ‘Dit is ook een kans voor de Taliban’, legt hij uit. ‘Als ze zich nu niet constructief opstellen, zullen ze de erkenning die zij internationaal hebben geworven sinds hun overeenkomst met de Amerikanen verliezen.’
Volgens Sangar wordt er achter de schermen veel besproken over de vredesconferentie in Istanbul. ‘De vredesbespreking is belangrijk om dit hoofdstuk af te sluiten. Ik spreek nog dagelijks met mijn familie en vrienden in Afghanistan. Ik maak mij zorgen om hen. Het zou waarschijnlijk gezonder zijn als ik niet zo geobsedeerd was, maar ik vind het te belangrijk wat daar gebeurt.’
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.