16.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 591

Niet coke-consumptie is het probleem, maar dat het illegaal is

0

De moordaanslag op misdaadverslaggever Peter R. de Vries roept veel reactie op. Grote woorden werden gebruikt om deze aanslag te veroordelen. Het was een aanval op de journalistiek, een aanval op de persvrijheid en een aanval op de rechtsstaat.

Hoewel de impact van deze aanslag op de (misdaad)verslaggeving zeker niet onderschat mag worden, mogen we niet uit het oog verliezen waar het hier werkelijk om gaat. Een laaggeplaatste pion valt een journalist niet aan omdat zijn baas een hekel heeft aan de journalist of aan de rechtsstaat. Peter R. de Vries was doelwit omdat hij een belangrijke rol speelt in een proces tegen een groot aantal criminele verdachten. Een zaak waarvan de leider van die organisatie heeft aangegeven dat iedereen die erbij betrokken is dood moet. En waarvan een aantal betrokkenen ook reeds dood is geschoten.

We hebben het hier over het Marengo-proces tegen zeventien criminelen, waaronder maffiabaas Ridouan Taghi. Het is een proces waarbij belangrijke maffiakopstukken terecht staan. Een proces tegen keiharde drugshandelaren, die er niet voor terugdeinzen om iedereen die hen in de weg staat uit de weg te ruimen. Cokehandelaren die profiteren van het feit dat er in Nederland een boel drugs geconsumeerd wordt, maar ook van het feit dat ons land de grootste doorvoerhaven voor cocaïne in Europa is.

Met grote woorden zijn we er niet. Want zolang de coke door onze neuzen blijft vloeien, blijft het ook voor de politie dweilen met de kraan open. De prijs van een gram coke ligt al jaren stabiel rond de vijftig euro. Hoewel er regelmatig coke wordt onderschept, komt deze drugs in voldoende mate in ons land aan. De vraag naar coke blijft bovendien onverminderd hoog. Van oud naar jong, rijk naar arm, hoog- en laagopgeleid, iedereen snuift het witte goedje maar al te graag op.

Wat als we op termijn de productie, verkoop en consumptie van cocaïne legaliseren?

Je zou kunnen zeggen dat cokegebruikers de echte schuldigen zijn aan de aanslag op Peter R. de Vries. Zij die coke gebruiken, hebben bloed aan hun neus. Maar ik geloof niet dat een verbod op coke gaat werken. Als ik om mij heen kijk zie ik veel prima functionerende young professionals geregeld losgaan in het weekend met een zakje coke. Net als alcohol, tabak of een pilletje is het gewoon een consumptie-item geworden. Met als verschil dat aan coke-consumptie criminelen verdienen.

Coke-consumptie is niet het probleem, maar het feit dat deze consumptie illegaal is. Wat als we op termijn de productie, verkoop en consumptie van cocaïne legaliseren? Wat zou dat kunnen betekenen? Dat Nederlanders legale, veilige en niet-criminele coke verkiezen boven het goedje dat dealers verkopen. Dat boeren in Latijns-Amerika legaal aan coke kunnen verdienen, net als andere ondernemers in de handel, distributie en verkoop. En vooral dat de grootste inkomstenbron van criminelen – drugs – wegvalt. Een zwaardere klap zou je criminelen niet toe kunnen brengen, zou je denken.

Het label narcostaat moet je niet alleen plakken op Zuid-Amerikaanse landen als Colombia. We moeten erkennen dat Nederland er steeds meer op begint te lijken. En we moeten ook over de grens kijken, naar andere (voormalige) narcostaten, om zo een oplossing te vinden voor de problematiek waarmee we nu worstelen als Nederland. Juist in Latijns-Amerika vindt op dit moment een ongekende revolutie plaats als het gaat om het geleidelijk decriminaliseren en legaliseren van drugs.

Waar wij met ons gedoogbeleid ten aanzien van wiet ooit voorloper waren in de wereld, zijn we inmiddels allang ingehaald door Noord- en Zuid-Amerika. Zij laten ons de toekomst zien. Willen we niet langer dat criminelen het geld en de macht hebben om hier aanslagen te plegen, en dat wij hierdoor allemaal bloed aan onze neus hebben, dan moeten we binnen afzienbare tijd drugs gaan legaliseren. Zo nemen we criminelen wind uit de zeilen. En blijft onze samenleving veilig.

Utrecht: nazaten tot slaaf gemaakten mogen gratis ‘pijnlijke’ naam wijzigen

0

Surinaamse en Antilliaanse Utrechters mogen straks kosteloos hun achternaam veranderen, als die naam uit het koloniale verleden stamt, schrijft AD Utrecht. Dit heeft een meerderheid van de Utrechtse gemeenteraad besloten. Op dit moment moeten mensen die hun achternaam willen veranderen hiervoor 835 euro betalen.

Tot slaaf gemaakten in Suriname en op de Antillen hadden vaak alleen een voornaam. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen ze ook een achternaam, die ze echter zelf niet mochten bedenken. Dat werd voor hen gedaan. Vaak werden de voormalige tot slaaf gemaakten vernoemd naar Nederlandse steden, de plantage waar ze hadden gewerkt, of naar de producten die er werden verbouwd.

De gemeenteraad van Utrecht stemde in met een motie van Denk, die van mening is dat Surinamers en Antillianen van hun ‘belastende en denigrerende’ naam af moeten komen.

De Utrechtse gemeenteraad stemde ook in met een vervolgonderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht. Uit het recent gepresenteerde historische onderzoek blijkt dat de Utrechtse gemeente, de Rooms-Katholieke Kerk, zendingsverenigingen, musea én de universiteit hebben verdiend aan de slavernij.

Een opmerkelijke conclusie is dat de achttiende-eeuwse feministe avant la lettre Belle van Zuylen, bekend van haar uitspraak ‘Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid’, veel minder verlicht was dan gedacht.

‘Zij wordt vaak beschouwd als een positief voorbeeld van intelligentie, emancipatie en onafhankelijkheid, maar haar kapitaal was voor bijna 40 procent in koloniale compagnieën geïnvesteerd. De koloniale winsten maakten het mogelijk om een schrijvend leven in luxe te leiden waarbij ze zich niet kritisch uitte over slavernij’, stellen de onderzoekers.

Van Zuylen is naamgever van de Utrechtse wijk Zuilen. Maar burgemeester Dijksma wil nog niet denken aan het veranderen van namen in de stad die doen denken aan kolonialisme en slavernij.

Veenendaal: D66’er uit fractie gezet na stem tegen regenboogvlag

0

De Marokkaans-Nederlandse politicus Hassan Saidi is door zijn fractiegenoten uit de D66-fractie van Veenendaal gezet. De reden: hij stemde tegen het hijsen van de regenboogvlag op het stadhuis.

Saidi verzette zich deze week tegen het ophangen van de regenboogvlag op het stadhuis, omdat dit ‘symboolpolitiek’ zou zijn. Eind juni stemde hij al tegen een voorstel van GroenLinks en Lokaal Veenendaal om een regenboogzebrapad aan te leggen. Saidi kwam recht tegenover zijn fractiegenoten te staan.

Volgens de Veenendaalse D66-voorzitter Coby van den Heuvel was de tweede tegenstem er één te veel. ‘In de politiek kunnen er meningsverschillen ontstaan en dat is ook niet erg. Maar het mag niet structureel worden. Na een tweede keer wordt het lastig en daarom hebben we afscheid van hem genomen als fractielid’, zegt ze tegen AD Utrecht.

Waarom stemde Saidi tegen? ‘Uit allerlei rapporten blijkt dat discriminatie op grond van herkomst en etnische achtergrond het vaakst voorkomt’, zei hij in zijn stemverklaring. ‘Ik zal tegen de motie stemmen om twee redenen: als eerste vraagt discriminatie onze volle aandacht en niet slechts een discriminatie van een bepaalde groep burgers. Wat doen we met al die andere groepen in de samenleving die zichzelf ook achtergesteld voelen? Het hijsen van de vlag is wat mij betreft symboolpolitiek.’

Volgens Van den Heuvel en de Veendendaalse D66-fractievoorzitter Youssef Boutachekourt betekent de tegenstem van Saidi niet dat hij tegen homo-emancipatie is. Hij zou de LHBT+-gemeenschap juist een heel warm hart toedragen.

Volgens AD Utrecht brandt het landelijke D66-bureau zich liever niet aan de zaak. Een woordvoerder wijst op het verkiezingsprogramma van D66, waarin staat dat iedereen in Nederland het recht heeft om zichzelf te zijn.

Essay | Lafjes legaliseren, drugsboefjes demoniseren: poldermaffia gedijt erbij

0

Maar natuurlijk heeft de Nederlandse overheid niet gewild dat misdaadverslaggever Peter R. de Vries werd neergeschoten. Of dat advocaat Derk Wiersum hetzelfde overkwam. Of dat de Telegraaf werd aangevallen. Niemand wílde dat, behalve de georganiseerde misdaad zelf. Ik vraag me af of de aanslagplegers zelf wel echt de aanslagen wilden uitvoeren of niet.

Zowel dat laatste als de titel van deze bijdrage verdienen wat uitleg. Hopelijk draagt die uitleg bij aan het voorzichtige omdenken wat reeds plaatsvindt, ook internationaal, ten aanzien van de aanpak van ondermijnende, georganiseerde en gewetenloze drugscriminaliteit. Want die aanpak, hoe spijtig ook, is vooralsnog zelfondermijnend, gewetenloos en vooral ongeorganiseerd.

In plaats van naar de rol van de staat te kijken – en nee, dan heb ik het niet over het beveiligen van journalisten, dat is te makkelijk – wordt nu pretentieus opgeroepen tot drugslegalisering als één van de opties om de drugscriminaliteit het hoofd te bieden. Zowel wetenschappers, maar ook Peter R. de Vries zelf, hebben eerder al kritiek geleverd op de falende wars on drugs in eigen land en het buitenland.

Als we nu luisteren naar politici die meegaan in die kritiek, en dus hun zin geven, betekent dat echter een lafhartige legalisering. Het zou slechts een uiting zijn van schaamteloze politiek-retorische uitbuiting van barbaarse aanslagen, waarachter, volgens hoogleraar en drugsonderzoeker Tom Decorte (Universiteit Gent), een ‘sterk ideologisch gekleurde visie op drugs en drugsbeleid’ zit.

Het lijkt wel alsof wij deze aanslag op Peter R. de Vries onbewust nodig hadden, om eindelijk echt te durven overgaan tot een serieus gesprek over nationale legalisering. Eentje waarmee we eigenlijk zeggen: ‘We kunnen het niet meer aan, de drugssyndicaten zijn te sterk, we geven ons gewonnen, dús we gaan legaliseren.’ Je biedt dan de georganiseerde misdaad niet zozeer het hoofd, maar je maakt een knieval. Dat is symbolisch één van de grootste zwakteboden die je als overheid kunt maken.

Bovendien: als je besluit om als land drugs te legaliseren, dan zijn er – met het oog op de internationale drugscriminaliteit – wel een aantal bezwaren te noemen. Als je in Nederland drugs legaliseert, dan gaat België ons echt niet zomaar volgen daarin, wat deze week ook bleek toen de Antwerpse Bart Dewever zijn tienpuntenplan tegen de georganiseerde misdaad presenteerde.

Ik heb ooit eerder gezegd dat legalisering allerlei problemen kan opleveren, en je eigenlijk de georganiseerde criminele organisaties juist in de kaart speelt. In Nederland kan cocaïne bijvoorbeeld binnen onze landsgrenzen legaal vervoerd en verhandeld worden, waar afnemers in België alsnog meer (willen) betalen voor de drugs – want de nog bestaande illegaliteit bij onze zuiderburen brengt meer risico’s met zich mee en die risico’s blijven duur.

Als je drugs wilt legaliseren, kies dan voor een serieuze en volledige Europese legalisering, of eigenlijk voor een mondiale legalisering, zoals oud-secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan die voor zich zag.

En als je wilt legaliseren, doe het dan om de pure redenen. Begin dan eerst bij het naïeve idee waarom we aan een te consumeren goed überhaupt een moraal plakken door het te verbieden. Drugs is slechts drugs. Een ding. Dat kun je überhaupt niet criminaliseren, toch?

Als je in plaats van een war on drugs een peace on drugs wilt voeren, doe dat dan slim. Dus alle drugs tegelijkertijd, in alle landen, en doe het omdat je erin gelooft dat drugs niet inherent slecht is. Spendeer vervolgens het geld dat is verdiend met de accijnzen over de legale drugsverstrekking aan de zorg, aangezien het risico op drugsverslaving kan toenemen. Daarnaast moet er meer aandacht komen voor consumentenbewustzijn over de schadelijke effecten van drugs op de gezondheid. Hoe dan ook, legaliseer drugs, omdat iedereen vindt dat drugs niet strafbaar zou moeten zijn, maar een te consumeren product met de gerelateerde gezondheidsrisico’s van dien, zoals alcohol, chocolade of koffie.

Er is niet genoeg aandacht voor dieperliggende oorzaken waarbij de georganiseerde drugscriminaliteit floreert – en dit zelf ook goed beseft

Als je drugs wel blijft demoniseren en criminaliseren, maar het toch decriminaliseert omdat je de oorlog tegen drugs niet wint, dan zit je fout. Het is ongeloofwaardig en blijft onmogelijk, want tja, het ingebeelde kwaad ervan los je dan toch niet op, omdat je het als kwaad blijft zien.

Ditzelfde geldt in zekere zin voor hoe wij zichtbare ‘drugcrimineeltjes’ demoniseren en willen aanpakken. Ze zijn daders, maar een grote groep ervan is ergens eerder slachtoffer.

De mogelijke schutter van Peter R. de Vries is de 21 jaar oude Delano G. uit Rotterdam, een rapper met kennelijk wat lokale naam en faam. Gelijk moest ik denken aan een eerder argument dat ik heb aangedragen: misschien moeten we deze vaak nog jongere jongeren – sommigen zijn maar acht jaar oud – gaan zien als kindsoldaten. Ze zijn jong, gemakkelijk gemanipuleerd, en nog eenvoudiger vervangen, mochten ze zelf omkomen of gepakt worden.

Daar waar sommigen het een interessante manier vonden om naar de georganiseerde misdaad te kijken, vond niet iedereen mijn vergelijking netjes. ‘Kijk maar of je nog zo praat als ze een familielid van je ombrengen’, werd mij medegedeeld. Tja, ik snap de emoties maar al te goed. Maar het zijn nu net die emoties die de overhand hebben gehad, en nog steeds hebben, waardoor het publiek en vooral de overheid zelf de aanpak van drugscriminaliteit in de weg zitten.

Deze kindsoldaten worden namelijk niet alleen misbruikt voor brute liquidaties. Nee, zij belichamen de ideale afleidingsmanoeuvre voor de georganiseerde criminaliteit. Nu zijn ze bij justitie en handhaving, in het bijzonder bij de recherche van de politie, dag en nacht bezig om met name bewijs te vergaren tegen de twee aangehouden verdachten van de aanslag op Peter R. de Vries – verdachten die voor de georganiseerde criminaliteit niks waard zijn. En makkelijk vervangbaar.

Deze vlieger gaat ook op, in mindere mate echter, voor corrupte havenmedewerkers en beambten. Hoewel minder onschuldig, raken zij vrij vaak onder dwang betrokken in de georganiseerde criminaliteit. Tja, je gaat één keer in op een aanbod van zevenduizend euro en leent even dat toegangspasje uit. Dom, had je niet moeten doen en daarvoor verdien je straf. Maar verdien je dat ook als er foto’s worden getoond van jouw kinderen en waar zij naar school gaan? En je dus jezelf maar inlaat met de drugscriminaliteit, want je vreest voor het leven van jouw kinderen? Dan ben je een slachtoffer.

Intussen gaan er wel recherche-fte’s naar bewijsvergaring tegen de makkelijk vervangbare individuen, maar blijven de langer lopende opsporingsonderzoeken tegen de criminele masterminds weer wat liggen. Uiteindelijk komen de verdachten voor de rechter; een rechter die onderhevig is aan publieke morele verontwaardiging over de gewetenloze daders. Een rechter die dan meer tijd spendeert aan natuurlijk een zo onafhankelijk mogelijke uitspraak, en die onder grote publieke druk en werkdruk tot een beslissing moet komen. Sta er maar. Of ja, zit er maar.

Kortom: de demonisering en gewetenloze aanpak van de kleine boefjes zitten vooral de opsporing, handhaving en rechtsspraak zelf in de weg. Die gepakte individuen en hun gepleegde criminaliteit, hoe gewelddadig ook, zijn slechts symptomen van het probleem, niet het probleem zelf. Want nog voor er een uitspraak is, staan er weer nieuwe kindsoldaten klaar om ingezet te worden om de drugshandel voort te zetten of de rechtsgang nog meer te ‘ondermijnen’.

Wij allemaal gaan in het war on drug-verhaal mee, in die kakofonie van zware georganiseerde drugscriminaliteit, en in de demonisering en aanpak ervan. Sterker nog, het wel of niet delen van de beelden van Peter R. de Vries vinden we erger – casu quo GeenStijl verwijdert ze niet – dan het falende drugsbeleid. Minister van Justitie Ferd Grapperhaus reageert met spierballentaal. Het legaliseringsdebat wordt aangezwengeld, waarbij zelfs vanuit de politie zelf al meer voorzichtige steun komt voor legalisering (namelijk door voorzitter Gerrit van de Kamp van politievakbond ACP).

Maar feit is dat we drugscriminaliteit op deze manier niet het hoofd zullen bieden. Sterker nog, we houden ons hoofd net boven water. Er is te weinig serieuze aandacht voor dieperliggende oorzaken waarbij de georganiseerde drugscriminaliteit floreert – en dit zelf ook goed beseft. Dit, terwijl de problematiek rondom drugscriminaliteit maar door ettert, en dat eigenlijk al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw doet. Nu, vijftig jaar verder, barst het uit. Beter gezegd: door de langdurige, kortzichtige kokervisie op deze hardnekkige ondermijnende, georganiseerde en gewetenloze criminaliteit zijn we ergens – en dit is best pervers, eigenlijk – zelfondermijnend, ongeorganiseerd en gewetenloos bezig.

Dit moet stoppen. Doorbreek dit patroon. Ga anders nadenken over de aanpak van drugscriminaliteit. Durf om te denken, ontwikkel een andere visie op drugs en de pionnen op het criminele schaakbord. De georganiseerde misdaad is een structureel probleem dat om een structurele oplossing vraagt. Een oplossing die nu moet worden ingezet.

Indiase website ‘verkocht’ moslimvrouwen aan hindoes

0

Zo’n negentig moslimvrouwen in India ontdekten tot hun afschuw dat ze op een website werden ‘verkocht en geveild’. Dit schrijven diverse Indiase en Pakistaanse media.

Contactgegevens van deze moslima’s die op door de website ‘Sulli Deals’ op een ‘veilinglijst’ geplaatst. ‘Sulli’ is een denigrerende term voor Indiase moslims.

Naast de website was er ook een app. Zodra de gebruiker de app opende kreeg hij het bericht: ‘Vind je sulli-deal van de dag’.

De meerderheid van de vrouwen had een Indiase achtergrond, hoewel er ook enkele Pakistaanse vrouwen bij zaten. De vrouwen waren activisten, kunstenaars, journalisten en onderzoekers.

De website en de app van Sulli Deals zijn na een storm van verontwaardiging offline gehaald door de host.

Moslimvrouwen die hun foto’s op de website zagen, voelden zich boos en seksueel geïntimideerd.

Volgens de Indiase Twitteractiviste Saniya Sayed zijn de mensen die foto’s van vrouwen misbruiken ‘potentiële verkrachters’.

‘Hoe is dit acceptabel?’, valt activiste Fatima Khan haar bij. ‘Wat zal de eventuele straf zijn die wordt opgelegd aan de mensen die deze lijst hebben gemaakt? Moslimmannen worden gelyncht, moslimvrouwen worden lastiggevallen en online verkocht. Wanneer zal dit eindigen?’ twitterde ze.

‘******* op!’: vlogger verkent Den Haag met djellaba, schrikt van reacties

0

Een vlogger van het YouTube-kanaal Bondgenoten verkleedde zich als orthodoxe moslim, compleet met djellaba, om te kijken hoe mensen in Den Haag hierop  reageren. Hij schrok ervan.

Voor dit experiment verfde vlogger Jaap Gunnink zijn baard zwart en deed hij een djellaba aan. Ook zette hij een kufi, een islamitisch hoofddeksel, op. Daarna ging hij met mede-vlogger Benjamin Beernink op stap door drie verschillende delen van Den Haag: het centrum, het Statenkwartier en Duindorp.

In het centrum werd Gunnink door twee agenten tegengehouden, omdat hij ‘opviel’. In het Statenkwartier kreeg hij vreemde blikken en twee keer een onvriendelijke opmerking naar zijn hoofd geslingerd.

In Duindorp, waar relatief veel witte laagopgeleiden en PVV-stemmers wonen, riep een jongen op een scooter hem toe: ‘Ik waarschuw jou hier één keer: ga hier niet zo lopen.’

Duindorp was het minst veilig voor moslims, aldus Gunnink. ‘Het was geen prettig sfeertje. Dat had ik niet verwacht’, zegt hij tegen NPO-jongerenradiozender FunX.

Hun video is inmiddels meer dan 90.000 keer bekeken.

De twee voerden twee jaar geleden ook een experiment uit, maar dan met een Joods keppeltje in Utrecht. Ook dit leidde tot vele negatieve reacties. Eenzelfde experiment in Den Haag leverde echter geen negatieve reacties op.

‘Aanvallen tegen moslims online net zo gevaarlijk als op straat’

0

Moslims in Europa geloven dat haat tegen moslims op internet net zo gevaarlijk is als aanvallen op straat, blijkt uit een studie door de Raad van Europa.

Onderzoeker Daniel Höltgen interviewde hiervoor moslimverenigingen uit acht verschillende Europese landen, waaronder Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Höltgen ziet dat berichten meestal anoniem worden gedeeld, maar dat het aantal gebruikers dat haatberichten onder de eigen naam online deelt de laatste tijd is toegenomen.

Slachtoffers van online misbruik melden dit niet bij de autoriteiten, volgens Höltgen, omdat ze niet weten waar ze dit moeten doen en omdat ze denken dat de daders toch niet worden aangepakt.

Moslimorganisaties klagen over het gebrek aan bescherming door overheidsinstellingen. Dit zou onder andere meer omdat anti-moslimincidenten niet goed worden geregistreerd.

In Nederland registreert de politie voorvallen van moslimhaat niet langer als een aparte categorie, een besluit waar deskundigen kritiek op hebben.

Volgens Höltgen vallen doodsbedreigingen, oproepen tot geweld tegen moslims en grof taalgebruik niet onder de categorie ‘vrijheid van meningsuiting’ en moet hier dus ook online tegen worden opgetreden.

‘Alles wat in het openbare leven verboden is, moet ook op het internet verboden worden’, aldus Höltgen.

Kritische Turkse journalist mishandeld in Berlijn: ‘Zal mij nooit overgeven’

0

De Turkse journalist en schrijver Erk Acarer (49), die in Duitsland woont en werkt, is aangevallen in Berlijn. Dit twitterde hij gisteravond.

Acarer werd mishandeld met ‘vuisten en messen’ in zijn huis in Berlijn, zei hij. Hij plaatste een foto van zichzelf, waarop blauwe plekken te zien zijn. De mishandeling bezorgde de journalist in ballingschap een grote bult aan de rechterkant van zijn hoofd.

‘Ik verkeer niet in levensgevaar, we gaan naar het ziekenhuis’, zei hij ook. ‘Ik ken de daders. Ik zal mij nooit overgeven aan het fascisme. Niemand hoeft zich zorgen te maken, deze dagen gaan voorbij.’

De Berlijnse politie bevestigt dat Acarer was aangevallen op de binnenplaats van zijn flatgebouw, maar geeft geen details over eventuele verdachten.

Tegen Birgün, de krant waarvoor hij schrijft, zegt Erk Acarer dat de aanvallers hem bedreigden. Ze zeiden dat hij moest stoppen met schrijven over Turkije en hadden vuurwapens bij zich.

Can Dündar, de bekendste Turkse journalist die in ballingschap in Duitsland woont, beschouwt de aanval als een boodschap van de Turkse president Erdogan aan Berlijn: ‘Ik heb een lange arm. We kunnen dissidente journalisten aanvallen, zelfs in Berlijn.’

Het gebeurt vaker dat dissidente Turkse journalisten in ballingschap worden mishandeld. Eind vorig jaar werd de Turks-Zweedse onderzoeksjournalist Abdullah Bozkurt vlakbij zijn huis in Stockholm aangevallen door drie mannen.

Peter R. de Vries is de personificatie van rechtvaardigheid

0

Er zijn maar weinig mensen die rechtvaardigheid niet alleen hoog in het vaandel hebben staan, maar er ook naar leven en handelen. Een van die weinige personen is Peter R. de Vries. Ik had hem daarom altijd al erg hoog zitten. De moordaanslag op zijn leven heeft mij zeer aangegrepen, net zoals deze aanval veel mensen om mij heen heeft geraakt, van jong tot oud. Als ik de berichten op social media lees, valt het mij bovendien op hoezeer hij geliefd is bij verschillende etnische groepen. En dat is niet vreemd, want hij kwam ook voor hen op.

Peter R. de Vries ageert tegen elke vorm van misdaad en onrecht. Niet alleen in de onderwereld, maar ook die in de bovenwereld en in het publieke debat. In de media is hij een stem geworden voor minderheden. Hij weerspreekt het rechts-populistisch gebral dat de meeste journalisten en presentatoren overnemen en spuien op de Nederlandse radio en televisie. Peter R. durft zijn standpunten niet alleen luid en duidelijk uit te spreken, maar kan die ook helder onderbouwen.

Zijn strijd tegen misdaad en onrecht stuit op veel weerstand. Niet alleen zware criminelen maakten er geen geheim van dat Peters leven op het spel staat, ook de doodsbedreigingen van boze pro-Zwarte Piet-aanhangers bereikten hem. Maar sinds eergisteren wordt hij alom geprezen om zijn moed, scherpte en rechtvaardigheidsgevoel.

Naast de terechte lofbetuiging is de framing van de aanslag opvallend. Door minister-president Rutte en de media wordt Peter R. de Vries neergezet als een journalist, en is de aanslag daarom tevens een aanslag op de vrije journalistiek. Dat is een opmerkelijke reductie, omdat de man bekend staat om zijn veelzijdigheid. Hoewel Peter R. de Vries een achtergrond heeft in de journalistiek, is hij ook politieman geweest. Hij is vertrouwenspersoon, speurder – in één woord: een misdaadbestrijder. Hij is een bedreiging voor verschillende criminele figuren.

Het is niet bekend vanuit welke hoek de opdracht tot het doden van Peter R. de Vries is gegeven, maar het vermoeden is dat die komt uit het criminele circuit. Criminelen worden niet bedreigd door de publiciteit van Peter R. de Vries, maar door diens speurwerk.

Anders gezegd: de aanslag is niet zozeer een aanslag op de journalistiek, maar op de rechtsstaat.

Hoewel hij regelmatig te zien is in de media, is Peter R. de Vries veel meer dan alleen een journalist. Als met je hoofd op televisie komen het enige criterium was, dan zou Rutte de meest populaire journalist van Nederland zijn.

Een aanslag op waarschijnlijk de belangrijkste waarde van zijn leven: zijn strijd tegen de misdaad

Ooit richtte Peter R. de Vries in 2005 een politieke partij op: de Partij voor Rechtvaardigheid, Daadkracht en Vooruitgang. Nederland zat er niet op te wachten en koos voor de gevestigde partijen. Jammer. Want de huidige ontwikkelingen binnen de gevestigde partijen laten zien dat juist ethisch handelen ver te zoeken is. Maar Peter R. de Vries hield gelukkig vast aan zijn geluid van rechtvaardigheid. Zo heeft hij bijvoorbeeld stevig kritiek op het inhumane vluchtelingenbeleid van Nederland en durft hij deze tegendraadse opinie op verschillende platforms en kanalen uit te dragen.

Peter R. de Vries is niet alleen een symbool voor de vrije journalistiek, maar vooral de personificatie van rechtvaardigheid. De aanslag is een aanslag op waarschijnlijk de belangrijkste waarde van zijn leven: zijn strijd tegen de misdaad.

Een dag later dringt de onjuiste framing gelukkig door in de politiek. Daar wordt nu gefocust op de georganiseerde misdaad in plaats van de journalistiek. Het neerschieten van misdaadbestrijders wordt nu als een thema geformuleerd en de rechtsstaat wordt er weer bij gehaald. ‘Dit is onacceptabel’, zei minister Grapperhaus. Daar ben ik het mee eens.

Mijn hart gaat uit naar zijn dierbaren. In zijn strijd voor het leven wens ik Peter R. De Vries veel kracht toe. Hoe dit ook afloopt, zijn strijd voor rechtvaardigheid zal worden voortgezet.

Spanje: partij Vox onder vuur na ‘bedreigen’ hoofdredacteur

0

Persvrijheidswaakhond Reporters Without Borders heeft kritiek op de radicaal-rechtse Spaanse partij Vox, vanwege het ‘bedreigen’ van de hoofdredacteur van een satirisch magazine.

Het satirische magazine el Jueves neemt Vox regelmatig onder vuur. Gisteren publiceerde het officiële Twitteraccount van Vox de naam en de foto van de hoofdredacteur van het blad. Het beschuldigde el Jueves van ‘het verspreiden van haat tegen miljoenen Spanjaarden op een dagelijkse basis’.

Ook schreef Vox: ‘Het is mogelijk dat velen van hen gaan eisen dat hij de verantwoordelijkheid hiervoor op zich neemt, als ze hem zijn kantoor zien verlaten.’ Het Vox-account publiceerde ook het adres van het kantoor.

Reporter Without Borders heeft de tweet van Vox scherp veroordeeld. Volgens de perswaakhond heeft de partij ethische en juridische grenzen overschreden door zijn werkadres te publiceren, zodat de hoofdredacteur lastig kan worden gevallen op straat.

Vox lijkt vooral woedend te zijn over een recente  serie cartoons, waarin leiders van Vox onder meer hun ontlasting de vrije loop laten en ondergoed dragen met hakenkruizen.