4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 748

Kleinzoon Mandela haalt uit naar ‘Israëlische apartheid’

0

Zwelivelile Mandela, de kleinzoon van anti-apartheidstrijder Nelson Mandela, stelt dat in Israël ‘de ergste vorm van apartheid ooit’ heerst.

Mandela zei dit tijdens de Palestine Expo, een Londens evenement dat jaarlijks ruim 15.000 bezoekers trekt  en heeft als doel de geschiedenis en het culturele erfgoed van Palestina te promoten.

‘De apartheid in Israël bestendigt wettelijke discriminatie door de manier waarop zij de Joodse staat in haar wet definieert, waardoor het niet-Joden wegzet als tweederangsburgers of buitenlanders in eigen geboorteland.’

Hiermee velt hij, als ANC-afgevaardigde van Zuid-Afrikaanse parlement, een vernietigend oordeel. Ten overstaande van een groot publiek meende hij dat de aangenomen natiestaat-wet van vorig jaar, die verklaart dat Israël het historische thuisland is van het Joodse volk, ‘bevestigde wat we altijd al hebben gekend als het ware karakter en de werkelijkheid van Israël: Israël is een apartheidsstaat’.

Mandela benadrukte wat de apartheid heeft gedaan met zwarte Zuid-Afrikanen: van de opzet van speciale zones voor de zwarte bevolking tot de onteigening van hun land en de daaruit volgende ‘weerslag op hun waardigheid’ – kenmerken die volgens hem vanaf het begin aanwezig waren in Israël en nu erkend zouden zijn door de natiestaat-wet.

Onderzoek: extreemrechtse theorie over ‘omvolking’ wint terrein

0

De extreemrechtse ideologie van Christchurch-moordenaar Brenton Tarrant doordringt het politieke discours, blijkt uit onderzoek door het Britse Institute for Strategic Dialogue (ISD).

Het ISD-rapport waarschuwt voor blank-nationalistische ideeën die haat en geweld tegen minderheden propageren. Deze extreme ideologie dringt massaal social media binnen en is wereldwijd van invloed op de politiek, aldus het ISD.

Het instituut stelt dat vooral mainstream-platforms als Facebook, Twitter en Youtube worden ingezet om haatdragende inhoud in de vorm van memes, vervormde statistieken en pseudowetenschap te delen. Zo is het aantal tweets dat het woord ‘remigratie’ bevat gestegen van 66.000 in 2014 naar 150.000 in 2018. Daarnaast vindt er ook radicalisering plaats op censuurvrije platforms als 8chan, het sociale medium Gab.ai en gecodeerde chatkanalen.

Georganiseerde extreemrechtse netwerken zijn uit op een samenzwering bekend onder de naam ‘Great Replacement’, ontstaan in Frankrijk in 2014. Deze netwerken zijn bang voor een ‘witte genocide’ door migratie en geweld.  Het aantal Twitterverwijzingen naar deze theorie zijn in vier jaar tijd verdubbeld naar 1,5 miljoen.

Het ISD stelt dat ook op het politieke wereldtoneel deze blank-nationalistische ideologie zichtbaar word, door figuren als de Amerikaanse president Donald Trump, de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Matteo Salvini en Bjorn Höcke van Alternative für Deutschland (AfD).

De onderzoekers noemen de resultaten zorgwekkend: ‘Het is schokkend te zien in hoeverre extreemrechtse concepten als de ‘Great Replacement’-theorie en de oproepen tot remigratie het politieke discours zijn binnengedrongen en worden geraadpleegd door politici die staten leiden en in het parlement zitten.’

Sinds Brenton Tarrant – de schutter van de aanslagen in het Nieuws-Zeelandse Christchurch, waarbij 51 mensen omkwamen – de ‘Great Replacement’ noemde in zijn verklaring, is er veel aandacht voor dit gedachtegoed en de mogelijke gevolgen.

China ontkent moslimkinderen te scheiden van ouders

0
Op basis van eigen onderzoek meldt de Britse zender BBC dat China opzettelijk moslimkinderen scheidt van hun familie, geloof en taal. Familieleden van meer dan honderd verdwenen kinderen in de door islamitische Oeigoeren bewoonde provincie Xinjiang verklaren dit in interviews. China ontkent.

Onderzoek door de BBC laat zien dat in één Oeigoerendorp alleen al ruim 400 kinderen van beide ouders zijn gescheiden, waarbij de ouders worden geïnterneerd in kampen of de gevangenis en de kinderen terechtkomen in de streng beveiligde kostscholen. De Duitse wetenschapper Adrian Zenz, die het onderzoek in opdracht van de BBC uitvoerde, zegt dat we inmiddels kunnen spreken van ‘culturele genocide’.

Het aantal kinderen op deze kostscholen is volgens Zenz met meer dan een half miljoen gestegen in 2017 en nog veel verder gestegen in 2018. De kostscholen zijn bovendien uitgebreid met beveiligingsmaatregelen zoals elektrische hekken en telefonisch contact met de ouders is er verboden. Ook is het er niet toegestaan een andere taal te spreken dan Chinees.

Een functionaris van de propaganda-afdeling van Xinjiang, Xu Guixiang, ontkent de kwestie in alle toonaarden en zegt ‘zo’n geval nooit gezien’ te hebben. ‘Er is helemaal geen sprake van het scheiden van kinderen en ouders’, voegt ambassadeur Liu Xiaoming daar aan toe tegenover de BBC.

Er is al langere tijd sprake van spanningen tussen Han-Chinezen en de islamitische Oeigoeren in Xinjiang. Naar schatting van de VN zou China één tot twee miljoen Oeigoeren in heropvoedingskampen vervreemden van hun culturele identiteit. Maar volgens de Chinese autoriteiten nemen de Oeigoeren vrijwillig deel aan trainingen, waar hen ‘werkvaardigheden’ en ‘juridische kennis’ wordt bijgebracht en vormen deze plekken een hulpmiddel ‘in de wereldwijde strijd tegen het terrorisme’. Mensenrechtenorganisaties spreken liever van onderdrukking van de religie en cultuur door de Han-Chinezen.

‘Bestrijd radicalisering met behulp van imams’

0
Said Bouharrou, woordvoerder van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland, zet zijn vraagtekens bij de manier waarop gemeenten radicalisering bij jongeren willen aanpakken. Er wordt te veel over moslims gepraat en te weinig mét hen, stelt hij. ‘Gemeenten staren zich blind op de mening van deskundigen.’

Poldermodel

Volgens Bouharrou wordt er in de ene gemeente meer samengewerkt met de moslimgemeenschap dan in de andere. ‘Den Haag, Amsterdam en Arnhem proberen het voortouw te nemen. Bij het tegengaan van radicalisering is het vaak zo dat het beleid eerst wordt vastgesteld. Pas daarna wordt aan moslimorganisaties gevraagd of ze willen participeren. Invloed op de beleidsvoering hebben ze dus niet. Er wordt ook niet gevraagd of ze het ermee eens zijn, terwijl ze vanaf het begin betrokken zouden moeten worden bij de plannen. Dat blijft achterwege.’

Zo heeft Bouharrou moeite met de Amsterdamse aanpak, waar toneelstukjes een belangrijke rol spelen bij de strijd tegen radicalisering. ‘Natuurlijk kan het wel een aanzet tot discussie zijn, net als de film Layla M (een Nederlandse film uit 2016 over een Marokkaans meisje dat radicaliseert, red.). Die film is heel goed voor de bewustwording van dit probleem. Radicalisering tegenhouden blijft echter lastig, omdat de inspiratie afkomstig is van geestelijken. Dan sta je 2-0 achter, ook omdat radicalisering isolatie tot gevolg heeft. Mensen die radicaliseren kun je het beste bereiken met behulp van de gemeenschap. Een imam van Marokkaanse afkomst, die zegt dat deze ideeën verkeerd zijn, wordt eerder geloofd dan een Nederlandse ambtenaar of een sleutelpersoon die geen adequaat weerwoord kan bieden aan religieus gemotiveerde overtuigingen.’

‘Dit probleem is religieus getint. Roep dus de hulp van andere religieuzen in om het te bestrijden’

Klasjes

Bouharrou weet door zijn functie dat veel imams graag betrokken willen worden bij het tegengaan van radicalisering. Maar critici beweren dat radicalisering in de moskee plaatsvindt, onder leiding van diezelfde imams. ‘Dit is een foute aanname. Juist in de moskee is er aandacht voor normen en waarden. En radicalisering gebeurt vaak via het internet. Sociale media spelen hierbij een grote rol. Zo leggen jongeren contacten, waardoor ze in klasjes van haatpredikers terecht komen.’

De haatpredikers die achter zulke klasjes zitten, zijn soms imams die bij hun moskee zijn weggestuurd en andere wegen zoeken om hun leer te verkondigen. Ze geven lessen aan de klasjes zelf of leiden hiervoor docenten op. Bouharrou: ‘Die lessen worden niet in een moskee gegeven, maar bijvoorbeeld bij de predikers thuis. Er zijn al een aantal van die klasjes opgerold door ongeruste medemoslims.’

Niet door de politie, want er worden geen strafbare feiten gepleegd. ‘Lesgeven vanuit huis is niet verboden’ vertelt Bouharrou. Vaak hebben leerlingen van de genoemde klasjes pas in de gaten dat het foute boel is als ze te ver zijn afgegleden. ‘Als er op een bepaalde manier gepraat wordt over bijvoorbeeld homo’s, joden en vrouwenrechten. Dan ontdekken ze dat ze in een situatie zijn beland waar ze niet in willen zitten. Althans, veruit de meeste leerlingen van die klasjes niet.’

Bouharra vindt het belangrijk dat mensen uit de gemeenschap zelf iets doen tegen radicalisering.  ‘De leerlingen uit dergelijke klasjes worden, vaak door een imam die eenzelfde sociale achtergrond heeft, uitgelegd wat de contextuele betekenis is van jihadistische termen. De leerlingen krijgen ook te horen dat ze hun dierbaren in gevaar brengen als ze naar dit soort lessen gaan. Het staat hun toekomst in de weg en ze kunnen problemen krijgen met de overheid, van wie zij een hardnekkig stempel kunnen krijgen. De meerderheid van de leerlingen haakt hierdoor af. Maar tegen een Nederlandse ambtenaar zou mogelijk iets gezegd worden in de trant van ‘Jullie zijn gewoon tegen de islam!’’

‘De doelgroep wordt niet bereikt. Wel de mensen die al van goede wil zijn’

Jongeren bereiken

Bouharrou vindt dat sociale media ook op een positieve manier kunnen worden ingezet tegen radicalisering. Jongeren zijn tegenwoordig vaak te vinden op sociale media, maar imams ook. Bouharrou: ‘Neem bijvoorbeeld de imams Yassin Elforkani en Azzedine Karrat, die volgelingen hebben en volgers via sociale media. Zij zijn populair bij jongeren en zouden beslist iets kunnen betekenen. Zo zijn er nog meer imams te noemen. Ik respecteer de scheiding tussen kerk en staat in dit land, maar dit probleem is religieus getint. Roep dus de hulp van andere religieuzen in om het te bestrijden.’

Aan de andere kant begrijpt Bouharrou dat sommige gemeenten misschien bang zijn om te investeren in een imam of een organisatie. ‘Een paar jaar geleden is er iets misgegaan met een de-radicaliseringsambtenaar (Saadia Ait-Taleb, red.). Dit ging gepaard met fraudegevallen. Zulke uitzonderingen leiden tot imagoschade. Toch vind ik dat gemeenten zich te veel blindstaren op de mening van deskundigen, in plaats van mensen uit de praktijk.’

Het meten van het effect van radicaliseringbestrijding is lastig. Volgens onderzoeken van het AD en Radar is er, zacht gezegd, tot nu toe geen sprake van een doorslaand succes. Bouharrou: ‘Zo kunnen ze in de gemeente Nijmegen behoorlijk uitleggen wat de risico’s zijn. Maar de doelgroep wordt niet bereikt. Wel de mensen die al van goede wil zijn. Dat is niet echt de bedoeling van het voorkomen van radicaliseren.’

Persoonlijke aanpak

Imam Azzedine Karrat is het deels met Said Bouharrou eens. Hij vindt het fenomeen radicalisering een complexe materie waar geen eenduidige oplossing voor te vinden is. ‘Het is een proces. Elke fase heeft een andere aanpak nodig. Ook moet je naar het individu kijken. Wat voor de één werkt, werkt niet voor de ander. De imam zou mogelijk een rol kunnen spelen in de fase waarin religie geïdeologiseerd wordt, dus wanneer men het geloof als een voertuig gebruikt om zijn ideeën te islamiseren. Ook zou de imam een rol kunnen spelen in het tegengaan van radicalisering, door met jongeren over bepaalde thema’s in gesprek te gaan.’

Niet elke imam kan zo’n gesprek voeren, stelt Karrat. ‘Bij dit soort gesprekken is theologische kennis alleen niet voldoende. De imam zou wel op de hoogte moeten zijn van wat er in de samenleving speelt, ook van bepaalde ideologische drijfveren die jongeren aansporen verder te radicaliseren.’

Reacties gemeenten

‘Wij herkennen ons niet in de stelling dat moslimorganisaties niet betrokken worden bij de totstandkoming van het beleid,’ zegt een woordvoerder bij de Gemeente Rotterdam, Team Veiligheid. ‘Net als bij andere complexe maatschappelijke veiligheidsproblemen is er niet één partij die alleen de oplossing in handen heeft. Daarom is het belangrijk dat er een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid heerst. Wij werken intensief samen met Rotterdammers, sleutelpersonen, maatschappelijke organisaties, veiligheidspartners, ministeries, andere gemeenten en gemeentelijke afdelingen. Dit betekent dat wij binnen onze aanpak ook contact hebben met moslimorganisaties en Rotterdammers met een islamitische achtergrond. Dit contact kan gaan van het vragen van advies, het peilen van sentimenten die bij bepaalde groepen leven tot het samenwerken aan een project binnen onze aanpak. Wij investeren in een breed netwerk van sleutelpersonen, dat goed weet wat er speelt in de Rotterdamse samenleving. Een aanzienlijk deel van de sleutelpersonen heeft een islamitische achtergrond. Wij betrekken dus moslimorganisaties bij ons beleid en, voor zover relevant, ook bij onderdelen van onze aanpak. Imams zijn veelal in dienst bij deze organisaties.’

Ook in Nijmegen herkennen ze zich niet in deze stelling, laat een woordvoerder weten. ‘Onze radicaliseringsaanpak bestaat uit verschillende sporen. De focus ligt op een brede doelgroep waar het gaat om de inzet van preventieve maatregelen zoals voorlichting, opvoedondersteuning en training. Daarnaast zetten we in op gerichte signalering van kwetsbare personen in de persoonsgerichte aanpak en het bereiken van kwetsbare doelgroepen in de preventieve sfeer. Zo hebben we een aantal projecten die specifiek gericht zijn op het weerbaar maken van risicojongens- en meiden.’

De Gemeente Amsterdam herkent zich wel in de kritiek van Said Bouharrou. De woordvoerder van de gemeente vertelt: ‘Contact met verschillende gemeenschappen en het continue verbeteren van de aansluiting van de aanpak met de leefwereld van kwetsbare jongeren is een essentieel om radicalisering tegen te gaan, en daarom ook een integraal onderdeel van de aanpak. Het tegengaan van radicaal of extremistisch gedachtengoed is niet een probleem van de overheid alleen, maar juist een gezamenlijk probleem dat gezamenlijk moet worden opgepakt en waarin gemeenschappen zelf ook een grote rol hebben. Moskeeën en imams kunnen daar een positieve rol in spelen. Daarom zijn er ook verschillende religieuze en interreligieuze netwerken in de stad die de gemeente faciliteert.’

Reactie Landelijk Steunpunt Extremisme

Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE), dat zich ook als taak stelt om extremisme en radicalisering tegen te gaan en ook familieleden van mensen die radicaliseren helpt, onderschrijft net als de gemeente Amsterdam de analyse van Bouharrou. ‘Radicalisering zorgt ervoor dat mensen zich juist isoleren van hun gemeenschap, hun vaste vrienden en familie. En juist hun gemeenschap heeft een stabiliserende invloed op individuen, dus het is problematisch als mensen zich hiervan isoleren. De gevoeligheid van radicalisering wordt bepaald door vele factoren. Het is een grillig proces dat vooral te maken heeft met identiteit en met wie iemand omgaat.’

De woordvoerder van LSE benadrukt dat levensbeschouwelijke vorming een onderdeel is van iemands identiteit en dat het daarom belangrijk is voor moskeeën om er echt voor de jongeren te zijn. ‘De imam kan in gesprek gaan met de persoon zelf over ideologische vraagstukken, maar hij kan ook de familie bijstaan en maatschappelijke partners adviseren. Op die manier dragen imam en moskee bij aan een integrale benadering om radicalisering tegen te gaan, maar ook om geradicaliseerde personen te helpen om terug te keren in de maatschappij.’

Duitse inlichtingendienst: Moslimbroederschap gevaar voor democratie

0

Volgens een rapport van het Bundesamt für Verfassungsschutz (BfV), de Duitse inlichtingdienst, vormt de Moslimbroederschap een gevaar voor de democratie. Dit meldt de Duitse omroep Deutsche Welle.

De Duitse inlichtingendienst deed onderzoek naar de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, waar de uit Egypte afkomstige Moslimbroederschap activiteiten ontplooit. Hoewel de Moslimbroederschap geen geweld propageert, is de organisatie volgens de inlichtingendienst wel een extremistische groep met politieke idealen die haaks staan op de democratie.

De Moslimbroederschap heeft zich, inspelend op de angst voor Islamitische Staat, de afgelopen jaren naar buiten toe gepresenteerd als een redelijk alternatief voor extremisme. Maar volgens de Duitse inlichtingendienst verhult de organisatie hiermee een extremistische agenda. Doel van de Moslimbroederschap is volgens de Duitse geheime dienst om sleutelposities in de Duitse samenleving in handen te krijgen.

De Moslimbroederschap werkt in Duitsland samen met de koepelorganisatie Diyanet, waar in Duitsland meer dan 900 Turkse moskeeën onder vallen.

Moslims boycotten Mekka vanwege gedrag Saoedische kroonprins

0
Door de bloedige oorlog in Jemen en de moord op journalist Jamal Khashoggi is de Saoedische kroonprins Mohammad Bin Salman niet bepaald populair in de wereld, ook niet onder moslims.

Volgens Foreign Policy wordt de roep om de pelgrimstocht naar Mekka te boycotten steeds luider. De hashtag #boycotthajj is trending op Twitter en is nu meer dan 16.000 keer gedeeld.

Ook steeds meer islamitische geestelijken roepen op tot een boycot. De Tunesische Unie van Imams stelt dat Saoedi-Arabië met het geld van de pelgrims wapens koopt, waardoor mensen in Jemen worden gedood. Je kunt dit geld beter aan de armen geven, aldus de Unie.

In april dit jaar riep de Libische grootmoefti Sadiq al-Ghariani op om de Hadj te boycotten. Moslims die wel op pelgrimstocht gaan zijn volgens de grootmoefti zondig bezig, omdat ze hierdoor de Saoedische economie zouden steunen en daarmee indirect de Saoedische oorlog in Jemen.

In augustus vorig jaar liet de invloedrijke Egyptische geestelijke Yusuf al-Qaradawi, het hoofd van de Internationale Moslimbroederschap, een fatwa van soortgelijke strekking uitgaan.

In het verleden heeft Saoedi-Arabië mensen uit Iran en Qatar, die de bedevaartstocht wilden maken, de toegang tot Mekka om politieke redenen ontzegd. Met beide landen ondervindt Saoedi-Arabië spanningen.

Komen gediscrimineerde groepen wel genoeg voor elkaar op?

0
Gediscrimineerd worden kan op allerlei manieren. Vanwege je ras, leeftijd, geloof, opleidingsniveau, geaardheid, of omdat je een handicap hebt. De vraag aan het dK-panel: komen gediscrimineerde groepen wel genoeg voor andere gediscrimineerde groepen op?

Salma Karim (25), CEO, Graphic designer

‘Ik ben zelf tegen alle vormen van discriminatie. Ik heb veel gay vrienden en ook vrienden die gehandicapt zijn. Ik ben vrouw. Ik heb een lichamelijke beperking en ik ben allochtoon. Vanwege mijn geloof word ik ook wel eens gediscrimineerd. In Amsterdam, waar ik woon, heb ik er geen last van. Maar op mijn oude school, het Mediacollege, een vrij witte school, was het wel heel heftig.

In het laatste jaar werden we als donkere en buitenlandse leerlingen zelfs allemaal in dezelfde klas gestopt, ongeacht onze studierichting: Surinamers, Aziaten, Fransen. Raar, toch?

Salma Karim

‘We moeten van elkaar leren, in plaats van elkaar veroordelen’

Op het Islamitisch College Amsterdam werd ik ook gediscrimineerd trouwens, omdat ik creatief  ben en van metal en rock and roll houdt. Dat werd heel raar gevonden. En toen ik in de eerste klas jeugdreuma gingen leerlingen, maar ook docenten stomme opmerkingen maken. Door mijn docent wiskunde, werd ik zelfs voor de klas geroepen omdat ze meende dat ik een aanstelster was… Absurd.

Ik heb ook een vriendin die in transitie is, van man naar vrouw. Ik ken haar al jaren en ik merk dat ze vaak wordt lastiggevallen. Niet eens in de Baarsjes door Marokkaanse hangjongeren, maar in de stad door dronken Engelse toeristen die haar eerst willen versieren – want ze is een mooie vrouw – en er dan achter komen dat ze in transitie is. Dan kom ik voor haar op. Maar dan krijg ik zelf ook op mijn kop – en  uiteraard komt er weer gedoe over mijn eigen hoofddoek.

Ik zie trouwens ook vaak dat mensen die worden gediscrimineerd elkaar onderling discrimineren. Zwarte mensen, Aziaten, homo’s. Ook mensen van mijn eigen afkomst doen er ook aan mee. Dan denk ik: joh, jullie moeten meer samenwerken in plaats van meedoen aan het buitensluiten van minderheden. We moeten van elkaar leren, in plaats van elkaar veroordelen.’

Lourdes Boasman (69), gepensioneerd, taalvrijwilliger

‘Als ik denk aan voorbeelden van dubbel gediscrimineerd worden, denk ik meteen aan Alice Walker, de schrijfster van The Color Purple. Zij was een zwarte vrouw, lesbisch en getrouwd met een Jood. Discriminatie komt iedere dag voor. Een paar jaar geleden ben ik heel erg geschrokken van het verhaal dat een lesbisch Arubaans-Nederlands echtpaar op Aruba is weggepest. Niet alleen werd hun huwelijk niet erkend, ze werden zo getreiterd dat ze uiteindelijk zelfs terug moesten vluchten naar Nederland. Ik had echt gedacht dat er meer tolerantie zou zijn.

Zelf ben ik op Aruba geboren, maar mijn vader kwam van Sint Maarten en mijn moeder van de Dominicaanse Republiek. In San Nicolas, de regio waar we woonden, was dat geen enkel probleem. Veel inwoners daar kwamen uit de omringde eilanden om te werken bij de Lago olieraffinaderij. Maar discriminatie op kleur was er wel op Aruba, ook binnen de negroïde bevolkingsgroep. Een schoolvriendinnetje van mij had zelf een vrij lichte tint. Zij mocht niet met zwarte meisjes spelen. Haar moeder kwam zelfs in de schoolpauze kijken of ze het stiekem toch deed. Dit was 60 jaar geleden. Verder kan ik me ook goed herinneren dat je op Aruba twee homoseksuele mannen had –  Stroopie en Stella. Tijdens carnaval hadden zij altijd de mooiste uitdossingen aan. Iedereen keer daar naar uit. Ze waren ieder jaar de grootste attractie. Heel San Nicolas wist dat ze homoseksuelen waren, maar daar werd door niemand moeilijk over gedaan. Zij maakten zich ook op. Men vond dat geinig.

Lourdes Boasman

‘Ik had echt gedacht dat er meer tolerantie zou zijn’

Nu zijn we 50 jaar verder en wordt een lesbisch stel weggepest, dat in Nederland is getrouwd en daarna is verhuisd naar Aruba. Gelukkig geldt nu ook op Aruba en de Antillen, na jarenlang procederen, het geregistreerd partnerschap voor homoseksuelen.

Als jong meisje kwam ik naar Nederland voor een verpleegstersopleiding. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een administratieve loopbaan, waar mijn talenkennis goed van pas kwam. Ik heb altijd allerlei vrienden gehad: mannen, vrouwen in alle kleuren. We leven in een multiculturele wereld. Nu ben ik gepensioneerd en taalvrijwilliger voor vluchtelingen en anderstaligen.

Vluchtelingen worden zelf gediscrimineerd, maar je hoort ook verhalen over discriminatie onderling, van homoseksuele vluchtelingen bijvoorbeeld. In veel culturen mag homoseksualiteit niet bestaan. Een Syrisch taalmaatje verwondert zich vaak over de tolerantie in Nederland. Natuurlijk heb je hier genoeg mensen die niet-tolerant zijn, maar in zijn eigen land kun je echt niet jezelf zijn. Zijn Koerdische zoon kon hij niet aangeven met een Koerdische naam. Hier in Nederland kan dat wel. Daar mogen we best wel trots op zijn. Deze verworvenheid moeten we verdedigen. Laat iedereen elkaar respecteren.’

Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional

‘Zelf zie ik de overeenkomsten wel tussen verschillende soorten discriminatie. Antisemitisme is voor mij in principe hetzelfde als islamofobie, maar in de praktijk zie je dat mensen vaak alleen maar strijden tegen een van beide vormen van uitsluiting. Ik denk dat je als minderheden onderling solidair zou moeten zijn. Een gemeenschappelijke vijand – mensen die discrimineren – zou een goede basis zou kunnen zijn voor vriendschap. Maar mensen zijn vaak te druk met hun eigen strijd en hebben te weinig tijd om te kijken naar de struggle van de ander. Sowieso is het heel lastig om mensen op de been te krijgen voor de goede zaak. Heel jammer.

Ibrahim Özgül

‘Antisemitisme is voor mij in principe hetzelfde als islamofobie’

Ik zie weinig mensen op de barricades staan voor de rechten van andere groepen. Op Facebook gebeurt dit ook niet. Homorechten liggen bijvoorbeeld heel gevoelig binnen de moslimgemeenschap. Toch zijn er wel moslims die opkomen voor homorechten. Of moslims die homoseksualiteit afwijzen omdat dit niet mag van de islam, maar homo’s als mens wel accepteren. Zelf ben ik nooit in de situatie gekomen waarin ik zag dat iemand werd gediscrimineerd. Toen ik zelf een bedrijf had liepen er allerlei soorten mensen rond: Turkse en Marokkaanse Nederlanders en ook Surinaamse stagiairs. Maar daar hebben we niet bewust op gekozen. Die waren gewoon goed.’

Nenita La Rose (61), adviseur, coach, voorzitter Nederlandse Vrouwenraad

‘In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw voelde ik mij, als jonge studente, erg betrokken bij het zwarte feminisme van Angela Davis en Philomena Essed. Ik was mij ook toen ook al bewust van het feit dat antidiscriminatiewetgeving altijd ging over seksisme of racisme, maar nooit over allebei tegelijkertijd. Als vrouw heb je sowieso te maken met marginalisatie, maar als je bovendien een kleurtje hebt, dan moet je daar ook aandacht aan geven. Dat wordt vaak vergeten, die intersecties, die kruispunten van discriminatie. De jongere generatie zwarte vrouwen houdt zich daar gelukkig wél meer mee bezig. We zijn van ver gekomen – maar we zijn er nog lang niet.

Vorige maand was ik dagvoorzitter van een expertmeeting van het kennisinstituut Atria over gender-stereotypering van vrouwelijke politici. Daar vertelde Marjolein Moorman, PvdA-wethouder in Amsterdam, hoe ze tijdens een politiek debat in De Balie als eerste vraag kreeg hoeveel rode jurken ze in de kast had hangen…

Nenita La Rose

‘We zijn van ver gekomen – maar we zijn er nog lang niet’

Dat je ook rekening houdt met vormen van achterstelling die geen betrekking hebben op jezelf vind ik belangrijk. Ik ben vrouw en zwart en toevallig ben ik hoogopgeleid. Maar dat laatste had ik ook niet kunnen zijn – ik had bovendien een handicap kunnen hebben. Toen ik voorzitter werd van de Nederlandse Vrouwenraad besefte ik dat ik de eerste zwarte voorzitter was in 120 jaar. Ik dacht toen: het is 2018, dit heeft eigenlijk best wel lang geduurd. We mogen onszelf best wat meer bewust worden van de verschillen die er zijn tussen witte vrouwen en migrantenvrouwen, wat betreft hun positie. We zijn inderdaad allemaal vrouwen, maar migrantenvrouwen hebben extra problemen qua economische zelfstandigheid en de extra druk vanuit hun cultuur om aan mantelzorg te doen. Dat geldt trouwens ook voor laagopgeleide vrouwen.

Ik ben enkele jaren geleden persoonlijk adviseur geweest van de burgemeester van Amsterdam, wijlen Eberhard van der Laan. Op bijeenkomsten werd ik steevast aangezien voor zijn secretaresse. De laatste jaren ben ik mij ook meer bewust geworden van de manier waarop ik zelf onbewust naar andere mensen keek. Dat gaat soms vanzelf. Als iemand een handicap heeft, is dat bijvoorbeeld vaak het eerste wat aan iemand opvalt. Gewoon omdat het minder vaak voorkomt bij de mensen. Het is soms lastig om direct door zo’n deel-identiteit heen te kijken. Daarom is het zo belangrijk om daar over te praten en om intersectionaliteit op de agenda te zetten.’

Grote Suriname-tentoonstelling komt naar Amsterdam

0

Op 5 oktober gaat De Grote Suriname-tentoonstelling van start in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De tentoonstelling heeft de cultuur en de geschiedenis van Suriname als onderwerp, vanaf de eerste nederzettingen tot vandaag de dag.

Tijdens de expositie zullen meer dan 300 objecten worden tentoongesteld, zoals archeologische ontdekkingen, historische foto’s en documenten, kledingstukken, contemporaine kunst, film- en muziekfragmenten, sieraden en toegepaste kunst.

De objecten komen uit tientallen musea uit Suriname en Nederland, waaronder het Surinaams Museum en het Tropenmuseum.

In het verhaal van Suriname is er aandacht voor de oorspronkelijke bewoners van Suriname, de slavernij op de plantages, de contractarbeiders uit India en Indonesië, de hoofdstad Paramaribo en natuurlijk ook de prachtige natuur van het land. Verder kunnen bezoekers ook de verhalen beluisteren van Surinamers die op film hun persoonlijke verhaal vertellen.

De Nieuwe Kerk organiseert daarnaast een De Grote Suriname-fotowedstrijd. Deelnemers aan deze wedstrijd kunnen hun eigen beeld, herinnering of beleving aan Suriname delen. Vanaf 1 augustus kunnen deze foto’s worden ge-upload op de website van De Nieuwe Kerk.

Aanleiding van de tentoonstelling is de 45-jarige verjaardag van de voormalige Nederlandse kolonie Suriname, die in 1975 onafhankelijk werd. De Grote Suriname-tentoonstelling zal te zien zijn tot 2 februari 2020.

Turkije: voormalig AKP-minister beschuldigd van ‘terrorisme’

0

Een voormalige ambtenaar heeft in Ankara aangifte van terrorisme gedaan tegen Ali Babacan. Babacan was tot 2015 vice-premier en minister van Economische en Financiële Zaken onder Recep Tayyip Erdogan, de huidige president en leider van de AKP-partij.

De ambtenaar, Ali Cevik, beschuldigt Babacan ervan de Hizmet-beweging te steunen. Hizmet is geënt op de ideeën van de Turkse geestelijke Fethullah Gülen, die tegenwoordig als balling in Amerika leeft. Gülen wordt door de Turkse regering verantwoordelijk gehouden voor de mislukte coup van 2016. Gülen en de Hizmet-beweging ontkennen dit in alle toonaarden.

Babacan is in gesprek met voormalig president Abdullah Gül over de oprichting van een nieuwe politieke partij. Deze nieuwe partij kan de positie van Erdogans AKP bedreigen, omdat een deel van het conservatief-religieuze electoraat van de AKP naar de nieuwe partij zou kunnen overstappen.

Ook beschuldigd Cevik Babacan van economisch wanbeleid. Babacan zou volgens de ambtenaar verantwoordelijk zijn voor de economische malaise waarin Turkije zich nu bevindt.

‘Marokko kraakt computers en telefoons van journalisten’

1
Volgens het Committee to Protect Journalists (CPJ) breekt Marokko in de computers en telefoons van journalisten.

Journalisten uit Marokko melden het CPJ dat het Marokkaanse regime stiekem toegang tot hun software heeft, zodat ze kunnen worden gevolgd. Met technische trucjes probeert Marokko journalisten tegen te werken, zoals via het hacken van laptops of het tappen van telefoons.

Het Marokkaanse regime staat er al langer om bekend dat het onafhankelijke journalisten tegenwerkt. Volgens het CPJ doet Marokko zich voor als een tolerant land dat naar buiten toe een gematigde vorm van de islam predikt, terwijl in werkelijkheid de elite – de koning, de topambtenaren, de geheime dienst en de rijke zakenlieden die het regime ondersteunen – de vrije pers de nek hebben omgedraaid.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken van Marokko, Defensie en de veiligheidsdiensten weigeren het CPJ commentaar te geven.