3.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 749

Hoogleraar Elvan Aktas over de krimpende Turkse economie

0
In 2011 was Turkije nog ’s werelds snelst groeiende economie, maar nu ligt het land economisch op zijn gat. De Turks-Amerikaanse hoogleraar Financiën Elvan Aktas heeft ideeën over hoe Turkije het tij kan keren. ‘De sleutel tot succes is regionale stabiliteit.’

Vanaf 2014 gaat het steeds slechter met de Turkse economie. De schulden van het land worden gehouden in buitenlandse valuta en de kasstromen in het land gaan via de Turkse lira, die vanaf 2015 flink is gedevalueerd: van 2,99 Lira voor 1 euro naar 6,52 lira. De Turkse Lira devalueerde zelfs met 17 procent toen Trump in 2018 importtarieven op Turks staal en aluminium aankondigde. De prijzen zijn fors gestegen – er is 19,5 procent inflatie en de werkloosheid is met 14,7 procent weer op het niveau van tien jaar geleden. Sinds vorig jaar neemt het BBP van Turkije af en verkeert het land in een recessie.

De Kanttekening sprak over de Turkse economische recessie met de Turks-Amerikaanse hoogleraar Elvan Aktas, die vorige maand in Nederland was. Aktas doceert Financiën bij de Valdosta State University van Georgia en naast zijn analyse over Turkije – ‘Er is verkeerd geïnvesteerd’ – heeft hij een advies aan Turkse Nederlanders om economisch succesvol te worden: ‘Integreer. Wees een goede ambassadeur van je eigen cultuur, maar isoleer jezelf niet.’

Wat is de reden van uw bezoek aan Nederland?

‘Ik geef een aantal lezingen voor Turkse ondernemers. Die gaan vooral over aanpassing aan de zakenwereld in ontwikkelde landen, de regels, financiering, micro-economische vraagstukken. Daarnaast zijn er bijeenkomsten georganiseerd om jonge mensen te ontmoeten en ze begeleiding te geven qua onderwijs. Ook de zakenmensen die ik ontmoet moedig ik aan. Ze moeten hun certificaten halen, het boekhoudsysteem en het rechtssysteem kennen. Dat je een succesvol zakenman bent in Turkije betekent niet automatisch dat je een succesvol zakenman kunt zijn in Nederland of Amerika. Een ander problematisch aspect is culturele integratie. Daar heb ik mijzelf echt persoonlijk aan verbonden. Ik ben hier zelf door heen gegaan. Ik kom uit een zeer conservatieve familie in Turkije. Ik heb in Amerika de moeilijkheden van het aanpassen aan een nieuw thuisland zelf doorleefd. Het is een compleet andere cultuur.’

Heeft u het dan over een werkelijke verandering in uzelf of slechts over een verandering van gedrag om in het westerse leven te kunnen functioneren?

‘Dat eerste. Ik zeg tegen mijn Turkse vrienden dat ik nu een Amerikaan ben, die met ze praat in het Turks. Ik was 22 toen ik in de Verenigde Staten aankwam. Ik ben nu 46. Ik ga ook niet terugveranderen, mijn geest werkt nu anders: analytisch en kritisch denken, je denkbeelden en emoties scheiden van de zaken die van buiten komen. Ik kwam uit een Turkse gemeenschapscultuur, waar de groep voor je denkt, waar de groep je vertelt wat goed is. In Amerika kom je terecht in een jungle, alleen. Dat heeft verstrekkende implicaties voor jezelf, voor het zakendoen, voor families en gezinnen, voor huwelijken en voor de tweede generatie, je kinderen. Migranten die kinderen opvoeden in de westerse wereld hebben naast de gebruikelijke generatieverschillen een heleboel culturele botsingen met elkaar.’

Toch vormen Turken, ook in Nederland, vaak hechte gemeenschappen, waar je nauwelijks tussen komt.

‘Weet je waarom? Ze integreren niet. Zelfs de tweede en derde generatie voelen zich niet Nederlands. Ze voelen zich buitenstaanders. Daar liggen ook zaken van buiten aan ten grondslag. Maar door de verschillende landen culturen en opvattingen in Europa is het ook lastiger om hier te integreren dan in Amerika. In de Verenigde Staten is er meer een natuurlijke melting pot, omdat iedereen ergens vandaan komt. Amerika is onverschilliger dan Europa. In Amerika heb je als immigrant, vooral als je succesvol bent, twee keuzes. Of je geniet van dat succes en de voordelen die dat meebrengt, of draagt bij aan de samenleving. Die tweede keuze vereist integratie. Je moet je nek uitsteken en risico’s nemen. In Europa ligt dat moeilijker. Ik was vorig jar in Londen en ontmoette daar zeer rijke Pakistaanse zakenmensen. Zij vertelden me dat het moeilijk is om als donker én rijk persoon geaccepteerd te worden. De samenleving en het systeem zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor dit gevoel, maar zonder inspanningen van de immigrantengemeenschap en zonder rolmodellen blijft het altijd zoals het is. Immigranten moeten in de structuur van de samenleving terechtkomen. Anders zijn de tweede, derde en vierde generatie immigranten nog steeds buitenstaanders, kleine eilandjes in kleine glazen flessen. Ze zijn fysiek hier, maar hebben glazen plafonds aangebracht, die voelen alsof er geen manier is om vooruit te komen. Zelfs als er mogelijkheden zijn, kunnen ze het niet.’

‘Het zou weleens in het Nederlandse belang kunnen zijn om de Turkse economie niet te zien omvallen’

Het gaat economisch slecht met Turkije. Wat gaat daar mis?

‘Begin 2011 was Turkije nog de snelst groeiende economie van de wereld. De sleutel tot succes is regionale stabiliteit. Turkije verdient geld wanneer er vrede is in de regio. Vijf jaar geleden ging het nog goed, maar nu is het land naar binnen gericht. De grote buitenlandse investeerders uit het Westen hebben zich teruggetrokken. De directe investeringen en de productiecapaciteit in Turkije zijn de laatste twintig jaar enorm toegenomen, maar de laatste vijf jaar namen ze dramatisch af. Nederland neemt qua investeringen een uitzonderingspositie in. Waarom weet ik niet. Misschien heeft Nederland te veel geld uitgeleend aan de Turkse economie, bijvoorbeeld in obligaties. Het zou weleens in het Nederlandse belang kunnen zijn om de Turkse economie niet te zien omvallen.’

Hoe denkt u over de verhouding tussen de private sector en de overheid in Turkije?

‘Er zijn goede zakelijke kansen in Turkije. De mensen zijn hoog opgeleid, maar momenteel willen mensen juist weg uit Turkije omdat het systeem ze niet beloont. Wikipedia is nog steeds verbannen in Turkije. Hoe ga je een IT-sector opzetten wanneer het internet wordt gecensureerd? In Amerika is geen van de beste studenten geneigd om in de publieke sector te werken. Ze willen in de private sector werken en rijk worden. Maar in Turkije is het de droom van iedere succesvolle student om een overheidsbaan te krijgen, het recept voor levenslange stabiliteit. Daar zit een religieuze en culturele motivatie achter. In de Turkse en islamitische cultuur is de overheid heilig. Je gehoorzaamt de overheid en werkt voor de overheid. Die mentaliteit gaat eeuwen diep. Traditioneel is links verantwoordelijk voor een grote overheid, maar in Turkije maken nationalisten en conservatieven de overheid nóg groter. Turkije begint steeds meer te lijken op de andere landen in het Midden-Oosten, waar ook autocratische heersers aan de macht zijn. Wellicht heeft de islamitische wereld een eigen verlichtingsperiode nodig: niet op cultureel of op religieus vlak, maar op politiek vlak.’

Met het aankomend burgemeesterschap van CHP’er Ekrem Imamoglu in Instanbul lijkt de democratie toch krachtig genoeg in Turkije?

‘Istanbul is maar één stad. Heb je gezien met welke rechtvaardiging ze de uitslag van de verkiezingen in eerste instantie annuleerden? Hoeveel onafhankelijke journalistieke media zijn er in Turkije? Hoeveel burgerinitiatieven zijn er actief in het land? Mensen hebben er helaas niet het recht om te demonstreren of de overheid te bekritiseren. Imamoglu klaagt dat hij zijn boodschap niet voor het voetlicht kan brengen. En ik kan dit soort dingen zeggen, omdat ik sinds 2014 niet meer in Turkije woon.’

‘Nederland kan Turkije niet verliezen als strategisch bondgenoot’

Toen Erdogan in 2003 aantrad waren velen in en buiten Turkije toch blij met zijn hervormingsplannen?

‘Ook ik heb in Erdogan geloofd. Maar wanneer de persoon waarmee je trouwt verandert, dan kan het zijn dat je gaat scheiden. Het ging een tijd goed. Maar Turkije investeerde verkeerd. Het geld ging niet naar infrastructuur, productiecapaciteit voor export en onderwijs, maar naar de bouwsector. Destijds zei ik al: houd je geld vast in dollars, dan zal je vier dezelfde huizen kunnen kopen. Mensen die toen hebben geluisterd, hun huis hebben verkocht en dollars hebben ingeslagen, kunnen nu 2.7 huizen kopen met dezelfde dollar. En het gaat naar vier toe. Ik raad mensen daarom aan om geen onroerend goed in Turkije te kopen. De instituten functioneren niet. De wereldwijde rentedaling zal de situatie in Turkije ademruimte geven, maar de financiële wereld is niet dom. Als je wil zien wat er gaande is, volg dan vooral de obligatiemarkt. Rentetarieven op obligaties liegen nooit. Turkije lijkt af te stevenen op een economische crisis. Tenzij het land richting kiest, slim beleid gaat voeren en de overheid laat functioneren als in een liberale democratie.’

Hoe definieert u de liberale democratie?

‘Twee opeenvolgende vredig verlopen transities van macht. Turkije heeft er nog geen één gehad. Niet één. Het is tot nu toe altijd een overheid die te autocratisch en te streng werd, waarna er een militaire overname volgde. Ik gun Turkije een liberale democratie.’

Zou Turkije in dezelfde richting moeten opschuiven als Amerika? Een richting waar bilaterale gesprekken plaatsvinden met individuele landen en niet meer met machtsblokken? 

‘Nee. Atatürk, de stichter van het moderne Turkije, had een heldere kijk op integratie in de moderne wereld. Turkije kan geen krachtige regionale speler zijn als het de aanbiedingen van de Amerikanen en de Russen naast elkaar legt, zodat Turkije de voordelen daarvan kan optimaliseren. Turkije heeft een transparante, principiële en door het recht gestuurde overheid nodig. Maar het rechtssysteem is niet goed gegrond, want het is niet onafhankelijk en niet aangestuurd door de principes van een grondwet. Wie heeft de grondwet in Turkije geschreven? De generaals die in 1980 de laatste militaire staatsgreep leidden. De grondwet daarvoor werd geschreven door de generaals van de voorlaatste staatsgreep. En wie schreef de eerste grondwet? Atatürk, een generaal die ook door middel van een coup aan de macht kwam. Met andere woorden: democratie, secularisme, een transparante overheid, een dienende overheid: het kwam allemaal niet vanuit de samenleving zelf, maar werd van bovenaf opgelegd. Daarom is de Turkse samenleving – en ik kom uit precies zo’n familie – ingericht op politici die verkiezingen winnen en die het land naar hun ideologie vormen. Dat is structureel wat democratie betekent.  Je kunt een schip dat leunt naar een bepaalde kant niet recht houden door het stuur recht te houden. Je moet richting kiezen. Iedereen, van links tot rechts, die gelooft in de liberale democratie, iedereen die gelooft in een goede toekomst van Turkije, zal je vertellen dat het perspectief op een EU-lidmaatschap de hervormingsgedachte vleugels gaf. Maar die gedachte is nu verdwenen.’

‘Nieuwkomers moeten goed integreren en een productief onderdeel van de samenleving worden’

En hoe kijkt u aan tegen de relatie tussen Nederland en Turkije?

‘Die is veranderlijk. Zo zijn er door hele bevolkingsgroepen op straat sinaasappels met messen doorstoken als protest tegen Nederland. De Turkse psyche is onvoorspelbaar. Turkije en Nederland voeren handel met elkaar, maar zijn geen politieke partners. Pragmatisme is troef. Nederland kan Turkije niet verliezen als strategisch bondgenoot. Soms zijn progressieve Turken boos op Nederland en andere Europese landen, omdat de handel doorgaat ondanks de mensenrechtenschendingen in Turkije. Ik pleit niet voor een boycot. Laat menen handelen. Ik heb zes jaar in Miami gewoond. De Cubaanse bevolking daar dacht altijd dat een buitenlandse boycot het land zou doen veranderen, maar het was juist de handel. Open het land. Verandering moet van binnenuit komen.’

Wat zou u willen zeggen tegen Turken in de diaspora?

Integreer. Wees een goede ambassadeur van je eigen cultuur, maar isoleer jezelf niet. Het is OK voor mij om in Amerika te zijn. Dit maakt mij niet minder moslim, het maakt mij niet minder Turks en ik kan bijdragen aan de samenleving waar ik leef. Als ik alleen maar omga met Turkse mensen, wat doet dat dan voor mijn cultuur? Waarom ben ik dan in Amerika? Integreer. Turkse mensen zijn historisch gezien niet goed geïntegreerd. Kijk naar de Turken in Nederland, Duitsland en Frankrijk. De vierde generatie vecht nog steeds voor dezelfde dingen. Er zijn natuurlijk verbeteringen, zeker als je bijvoorbeeld kijkt naar hoe Turkse vrouwen zich opwerken. Dat moedig ik ook aan: ontwikkel jezelf, haal diploma’s, promoveer aan de universiteit, wordt professor. Het gaat mij niet om assimilatie en het opgaan en verdwijnen in de samenleving, maar om integratie ten bate van jezelf.’

En wat zou u willen zeggen tegen Nederlanders?

‘De Nederlandse samenleving is, ondanks de al dan niet terechte kritiek, een zeer inclusieve samenleving die diversiteit omarmt en een goed voorbeeld van een liberale democratie. Maar Europa is een zeer moeilijke plek om zo’n open samenleving open te houden, zeker met het oog op de recente vluchtelingengolf vanuit het Midden-Oosten. Omdat Europa vergrijst zijn nieuwkomers nodig. Maar ze moeten goed integreren en een productief onderdeel van de samenleving worden.’

D66 en identiteit: slaapt daar de duivel tussen?

0
Vandaag organiseert Opfrissing, een club van betrokken D66’ers die de partij met praktische voorstellen scherp wil houden, een debat over migratie en identiteit. De Kanttekening vroeg drie Democraten naar hun mening over de huidige koers van de partij op deze thema’s.

Gert Jan Geling, voorzitter van de D66’s thema-afdeling Samenleven, Migratie en Asiel en betrokken bij Opfrissing

‘Opfrissing is een initiatief van D66-leden die ontevreden zijn over de manier waarop D66 haar eigen politieke kroonjuweel, het referendum, heeft afgeserveerd. Eind vorig jaar kwam het idee op om integratie en immigratie te bespreken. Wanneer D66 zich met deze onderwerpen bezighoudt gaat het vaak over hele praktische en beleidsmatige zaken, zoals oplossingen voor vluchtelingen die de taal moeten leren en een eerlijke kans moeten krijgen op de arbeidsmarkt. Migratie was vooral een belangrijk thema voor D66 tijdens de vluchtelingencrisis, toen er heel concreet problemen moesten worden opgelost. Maar een hele duidelijke visie op de toekomst van immigratie en integratie is er eigenlijk niet binnen de partij. Dat kun je zien aan het feit dat er in de afgelopen beleidsperiodes vijf verschillende woordvoerders integratie zijn geweest in de Kamer. Geen continuïteit.

Het onderwerp is belangrijk genoeg is om een echte lijn uit te zetten waarmee D66 zich onderscheidt. Je hebt het rechtse verhaal over migratie, waarin je niet mee wil gaan omdat het uitgaat van angst en wantrouwen – maar wat dan? Want de uitdagingen en soms ook problemen die immigratie met zich meebrengt worden niet vanzelf opgelost. Migranten en hun kinderen zijn hier nog het meest de dupe van. Een lid van Opfrissing vond dit ook. Hij heeft zelf een migratieachtergrond en werkt met vluchtelingen. Hij wordt regelmatig geconfronteerd met de praktijk: wat doe je met een man die in Nederland woont en die zijn vrouw dwingt om binnen te blijven? Wij gaan als liberalen graag uit van ‘eigen keuzes’ en ‘de vrijheid van het individu’, maar door je blind te staren op dat wereldbeeld ga je voorbij aan de dagelijkse realiteit binnen bepaalde migrantengroepen. Een kritisch perspectief daarin is soms lastig voor D66’ers, omdat stereotypering al snel op de loer ligt en we willen niet in de buurt daarvan komen.

Foto: Gert Jan Geling

‘Veel D66’ers komen niet uit de meest diverse omgeving’

Soms denk ik weleens: zijn wij D66’ers niet te reactief tegenover de populistische houding over immigratie en integratie? Wij moeten juist heel duidelijk een eigen D66-verhaal vertellen. Eén van de onderwerpen waar we over moeten nadenken: hoe verhouden we ons tot nationalisme? Er is behoefte aan een nationale identiteit. Wat doen we daarmee als progressief-liberale partij? Is er ook iets als ‘inclusief nationalisme’, zoals dat zo mooi wordt omschreven in Nederland mijn Vaderland?, het boek van voormalig GroenLinks-Kamerlid Zihni Özdil? Het idee van ‘inclusief nationalisme’ is nog niet vertaald door een politieke partij. Ik wil graag praten over de vraag: past Özdils verhaal bij een partij als D66? En zo ja, hoe vullen we dat dan politiek in?

Nationale identiteit is een te actueel thema om links te laten liggen. Er zijn best veel mensen die niks hebben met het rechtse, antiliberale nationalisme, maar wel blij zijn met Nederland. Binnen D66 zijn inclusie en diversiteit belangrijke thema’s. Maar als je eerlijk bent komen veel D66’ers niet uit de meest diverse omgeving. Dat komt door de segregatie die door de hele samenleving heen loopt. Echt divers zijn, ook als partij, vraagt soms net iets meer dan zeggen: we staan open. Zelf woon ik de Schilderswijk in Den Haag en ben ik actief in de buurt. Ik geef ook les op de kleurrijke Haagse Hogeschool en heb daardoor op verschillende niveaus wel enige feeling met de diverse samenleving. Ook mijn vriendenkring is heel divers, maar de uitdaging voor de samenleving is: groepen goed integreren. Wat bindt mensen?

Politiek richt zich vaak op het beleid voor de korte termijn. Maar als je naar de toekomst kijkt zie dat je thema’s als ontwikkelingen in Afrika en klimaatverandering van belang zijn – hoe gaan wij D66’ers daarmee om vanuit onze sociaalliberale waarden? Ik vind echt dat er een langetermijnvisie nodig is en ben fan van ontwikkelingseconoom Paul Collier, hoogleraar aan de Universiteit van Oxford, die veel heeft geschreven over refugee cities. Misschien is dat een idee, om een veel bredere menswaardige opvang te garanderen voor grote groepen vluchtelingen. Want de manier waarop we het nu doen werkt eigenlijk niet. De volgende vraag is dan: waar zet je die refugee cities neer? In Europa of in de regio? Wat is het beste voor iedereen? Je moet daar ook pragmatisch in zijn. Daarvoor is het wel nodig om een visie te hebben op de toekomst – en niet alleen hier en daar een miljoen extra te investeren waar het nodig is.’

Zouhair Saddiki, filosoof en lid van de D66-werkgroep Religie & Levensbeschouwing

‘Qua integratie zit het D66-verhaal redelijk snor, zeker als je kijkt naar het beleid: taal, arbeidsdeelname, scholing. Dat zijn stuk voor stuk goede middelen om integratie te bevorderen. Maar als het gaat om waarden, al dan niet gedeeld, dan zie ik dat dit onderwerp een beetje vermeden wordt. Ik weet niet of dat de bekende D66-nuanceringsreflex is op het volstrekt gepolariseerde debat in Nederland. Pas wanneer een D66-lid intern, op een congres bijvoorbeeld, weigert om een hand te geven op basis van religieuze overtuiging, dan hebben we opeens wél een mening over andermans waarden. Het rijmt gewoon niet met hoe wij kijken naar de gelijkheid tussen man en vrouw. Wat dat betreft vertonen D66’ers af en toe een politieke cognitieve dissonantie.

Zelf heb ik een Joods-Marokkaanse-Algerijnse achtergrond. Ook ben ik islamitisch opgevoed, maar ik ben niet praktiserend. Wel sta ik pal voor onze democratische rechtsstaat, dus ook voor religieuze vrijheid en het recht op zelfbeschikking. Maar ook ik zie dat de waarden van onze democratische rechtsstaat soms botsen met de waarden van bepaalde migranten. Als de sharia je moreel-politieke ijkpunt is, dan denk je echt anders over de afspraken die we hier hebben over hoe we met elkaar omgaan. Daar moet D66 iets mee. De geschiedenis van Algerije toont hoe ondemocratische krachten gebruik kunnen maken van de democratie om hem vervolgens af te willen schaffen. Ook in Europa zag je dit bij fascistoïde stromingen die ‘nu’ steeds meer vaste voet aan de grond krijgen.

Die werkelijkheid schuurt – en binnen D66 moet je enorme ballen hebben om de discussie over de ‘strijdbare democratie’ te openen. We moeten bij D66 allemaal heel erg lief doen tegen iedereen. Dan denk ik weleens: donder op, ik wil sociaalliberale waarden uitdragen.

Foto: Zouhair Saddiki

‘We moeten bij D66 allemaal heel erg lief doen tegen iedereen’

Mijn vader is een etnisch Joodse Marokkaan, moslim en van de harde autoritaire lijn. Maar hij is geen dictator. We hebben felle discussies, maar we kunnen toch door één deur. De generatie van mijn vader heeft gezond verstand. Die mannen zijn in armoede opgegroeid en naar Nederland gekomen. Vanuit hun spirituele levenswijsheid en het harde leven dat ze hebben geleid zijn het hele pragmatische figuren. Ze eten halal, maar als het een keer niet lukt? Geen man overboord. Mijn vader heeft ons geleerd om gewoon je hoofd te gebruiken en niet alles letterlijk te nemen. Maar, net zoals overal, heb je onder moslims mensen van de Openbaring – dogmatisme – en mensen van de ratio. De huidige generatie orthodoxe moslims? Mijn vader begrijpt er niks van. Hij vindt ook dat die Marokkaanse extremisten, die die Deense meisje hebben onthoofd, de doodstraf verdienen. Het salafisme, een extreem-dogmatische stroming, zie je ook steeds meer in Europa. Het begint steeds meer ontreddering teweeg te brengen bij de generatie van mijn vader. Het staat haaks op alle Marokkaanse waarden waar zij mee zijn opgegroeid. Ze vragen zich af: ‘Wat hebben we laten gebeuren?’ Ik loop al wat langer rond bij D66 en ja, we zijn echt naïef. Ik kijk soms met verbazing naar het gebrek aan besef van wat er speelt binnen de islamitische gemeenschap.

Ja, verschillen opzoeken is soms lastig. Maar als politici moeten we toch nadenken over burgerschap en verbinding? Wat is de basis van onze verbinding? Nee, we kunnen niet alle waarden met elkaar delen en dat hoeft ook niet, maar welke waarden delen we wel? En welke waarden zijn ononderhandelbaar?

Shirin Musa, die met Femmes for Freedom strijdt tegen huwelijksdwang en vrouwenbesnijdenis, betekent veel voor de emancipatie van de moslimvrouwen. Waarom staan we als D66’ers niet vierkant achter zo iemand? Mijn partij laat het achterwege om haar volledig te steunen, alleen omdat er binnen de partij krachten zijn die haar emancipatiestrijd framen als islamofoob. Terwijl dat haar strijd helemaal niet is. Huwelijksdwang en vrouwenbesnijdenis zijn namelijk niet eens islamitisch, maar een cultureel verschijnsel. D66 zou daar echt tegen moeten optreden.

Vroeger ging het verhaal dat D66’ers atheïstische christenbashers zijn, maar dat is nooit zo geweest, denk ik. Je kunt best christen, moslim of jood zijn bij D66. Wel zijn we voor de scheiding tussen kerk en staat en tegen dogmatiek in de politiek – al dan niet religieus. Want je kunt op allerlei manieren dogmatisch zijn. Maar religieus dogmatisme verschilt toch net van andere vormen van dogmatisme, want je plaatst je dogma buiten deze wereld, waardoor er praktisch niet eens over te discussiëren valt.’

Een D66-lid en student Antropologie (naam bij redactie bekend), wil graag anoniem blijven vanwege zijn Turkse achtergrond

‘Ik hoor D66 tot nu toe te weinig over de veranderende Nederlandse samenleving. Als liberaal met een Turkse achtergrond en geboren en getogen in Nederland vind ik het vreemd om te zien hoe het publieke debat in Nederland de laatste twintig jaar steeds meer wordt vormgegeven in de meest karikaturale, eentonige en starre sociale categorieën. Dit wordt gedaan zowel door extreme nationalisten als door extreme religieuzen – en ook middenpartijen komen hier nauwelijks structureel tegen in verweer met een krachtig tegenverhaal. Ik vind het jammer dat liberale progressieven al die starre sociale categorieën niet op een structurele en nadrukkelijke manier problematiseren. Hoezo ‘de’ traditionele autochtone Nederlandse cultuur? Hoezo ‘de’ islam? Hoezo ‘de’ moslims? Hoezo ‘de’ allochtonen? Hoezo ‘de’ ‘linkse’ wegkijkers? Hoezo ‘de’ patriottistische realisten? Als men een beetje goed kijkt en deze sociale categorieën echt analyseert, dan is de enige conclusie dat deze categorieën helemaal niet bestaan. Er is eenvoudigweg te veel diversiteit, ook binnen groepen en gemeenschappen zelf.

 ‘D66 zou de verdeeldheid binnen culturele groepen beter moeten benoemen’

Binnen de ‘Turkse’ gemeenschap in Nederland zijn er verschillende groepen. Religieuze groepen als soennieten, Alevieten en christenen, en daarnaast etnische groepen als Turken, Koerden, Armeniërs, Lazen, Arabieren, de Roma, de Assyriërs, enzovoorts. Etnische minderheden in Turkije, zoals de Koerden en Armeniërs, maar ook religieuze minderheden als de Alevieten, worden nog steeds gediscrimineerd, buitengesloten en vaak regelrecht onderdrukt door de Turks soennitische meerderheid. Dat weet ik omdat ik zelf uit een linkse, Alevitische familie kom. En dan heb ik het niet eens over de opkomst van de politieke islam in Turkije, met alle ellende die die starre fanatiekelingen en extremistische conservatieven hebben veroorzaakt.

Ook binnen andere etnische groepen in Nederland, zoals bij ‘Marokkanen’, ‘Surinamers’ en tegenwoordig ook ‘Syriërs’ bestaat er een soortgelijke sociale problematiek tussen de verschillende subgroepen. En laten we vooral niet de ongelijkheid over het hoofd zien binnen de ‘autochtone’ bevolking, zowel qua sociale positie als qua normen en waarden.

Een progressief-liberale partij als D66 zou de onderlinge verdeeldheid binnen verschillende culturele groepen beter en nadrukkelijker moeten benoemen. Net zoals de partij in het verleden de ‘vastgeroeste’, ‘autochtone’ identiteiten heeft geproblematiseerd. Nederland was tot na de Tweede Wereldoorlog een verzuild, christelijk land, door en door conservatief. Nu doen we met zijn allen alsof ‘de’ Nederlandse cultuur doordesemd is van progressieve liberale waarden, maar dat is een mythe. De grote politieke partijen aan de rechterkant, CDA en VVD, proberen het populistische en nationalistische geluid in te kapselen, om zo controle te houden over hun electoraat. D66 zou met een intelligenter verhaal moeten komen over al die zogenaamd homogene categorieën in Nederland – en vooral ook over het progressieve clichébeeld van de Nederlandse cultuur.’

Massamoorden in Mali, leger beschermt burgers niet

0
Bij aanvallen op de Malinese dorpen Bidi, Sankoro en Saran zijn 23 Fulani, een etnische groep binnen Mali, omgekomen. Ook zijn er veel gewonden gevallen. Het leger was – niet voor de eerste keer – te laat om een bloedbad te voorkomen.

Een gemeenteraadslid vertelt aan het Franstalige blad Jeune Afrique dat het leger van te voren gewaarschuwd was, toen er Dogons – leden van een andere etnische groep in Mali – in de buurt waren gesignaleerd. Het leger verzuimde om de dorpen te beschermen.

Het is een patroon dat de overlevenden van bloedbaden in Mali vaak vertellen, aldus Jeune Afrique. Het leger komt steeds pas opdagen als de aanvallers alweer met de noorderzon vertrokken zijn.

In Mali is het sinds 2012 onrustig. De terreurorganisatie Al Qaida veroverde toen het noorden van het land. Met behulp van het Franse leger werd Al Qaida verdreven, maar de onrust bleef. Nieuwe rebellengroepen doken op in andere delen van Mali.

Daarnaast zijn er etnische spanningen tussen de Dogons en de Fulani. Volgens de Dogons zijn de Fulani betrokken bij islamistische groeperingen, een claim die door de BBC in twijfel wordt getrokken. Op hun beurt beschuldigen Fulani de Dogons ervan dat ze milities vormen die onschuldige burgers aanvallen. De Dogons zeggen dat ze slechts uit zelfverdediging handelen.

Begin juni werd een Dogon-dorp aangevallen door Fulani. Hierbij vielen 95 doden en raakten negentien mensen vermist.

Rapport: Turkije censureert kwart miljoen websites

0
Turkije heeft inmiddels de toegang tot 246.000 websites en URL’s verboden. Slechts 12.000 daarvan werden gecensureerd door rechterlijke beslissingen, terwijl de andere websites en URL’s werden beperkt op bevel van de regering. Dit staat te lezen in het laatste rapport van EngelliWeb, een niet-gouvernementele waakhond die internetcensuur in Turkije monitort.

Alleen al in 2018 werd de openbare toegang tot 55.000 URL’s verboden, stelt EngelliWeb. In 1.200 van deze gevallen werd dit besloten door Turkse rechtbanken. 3.300 van de gecensureerde URL’s zijn nieuwsberichten.

Hoewel de Turkse autoriteiten de toegang tot inhoud hebben verboden, zijn de media niet verplicht om de artikelen te verwijderen. Toch hebben nieuwswebsites zoals OdaTV, T24 en ABC Gazetesi bijna alle verboden URL’s verwijderd.

In 2014 nam Turkije een verordening aan om websites te censureren of zelfs volledig op zwart te zetten, vlak nadat er een corruptieschandaal van de regering werd onthuld.

Het EngelliWeb-rapport stelt ook dat de Turkse regering geprobeerd heeft om 23.000 Twitter-accounts te censureren. Ruim 500 daarvan zijn nu niet meer te bekijken in Turkije. Facebook heeft, op verzoek van Turkije, 2.400 berichten van Turkse gebruikers verwijderd in 2018.

Twitter schorst Egyptische acteur om antisemitische tweets

0

Het Twitteraccount van de Egyptische acteur Hesham Mansour, die meer dan 800.000 volgers heeft, is geschorst. Volgens Mansour wordt al het terrorisme in de wereld door Joden veroorzaakt.

Mansour schreef op twitter: ‘Laten we nu een aantal Joden doden.’ In juni had Mansour ook al een antisemitische tweet de lucht ingeslingerd. ‘Alle ellende in de wereld wordt veroorzaakt door de Joden. Al het terrorisme in de wereld wordt door Joden veroorzaakt. Alle droefgeestigheid, alle duisternis, dat komt ook door de Joden.’

Twitter vond de tweet discriminerend en in strijd met de huisregels van het sociale medium.

Per boot langs het Amsterdamse slavernijverleden

0
De theatervoorstelling Emerging Memory neemt je mee op een boottocht langs het koloniale verleden van Amsterdam. ‘De slavernij heeft deze stad rijkdom gebracht. De huid van de slaven was niet zwart, maar van goud.’

‘Jesus Christ’, mompelt een jonge Afro-Amerikaanse vrouw als ze een Engelstalig informatiebordje over de Aziatische slavernij van de VOC leest. De overige bezoekers luisteren stil naar de zachte muziek van twee artiesten in Afrikaans kostuum – mét Delfts blauwe print.

De VOC-zaal van het Amsterdamse Bushuis is de verzamelplaats voor de theatervoorstelling en boottocht Emerging Memory – ‘opkomend geheugen’ – over het slavernijverleden van de hoofdstad. Tot 1789 zat op deze plek het hoofdkantoor van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Tegenwoordig is de locatie eigendom van de Universiteit van Amsterdam.

‘Op deze manier willen we het verleden zichtbaar maken’

Emerging Memory is een initiatief van Jennifer Tosch, die met haar organisatie Black Heritage Tours vaker rondleidingen organiseert, en theatermaker Katy Streek. Het Bushuis speelde een belangrijke rol in de geschiedenis van de slavernij. De VOC zorgde voor voorspoed in de zeventiende en achttiende eeuw maar was, net als de West-Indische Compagnie (WIC), betrokken bij de grootscheepse slavenhandel.

De boottocht is één lange theatervoorstelling, vol verhalen over het slavernijverleden van Amsterdam, dans en poëzie. ‘Weinig mensen zijn bekend met de koloniale geschiedenis. Op deze manier willen we het verleden zichtbaar maken,’ zegt Streek. De voorstelling is onderdeel van het Amsterdam Roots Festival (tot en met 10 juli) en de activiteiten rondom Keti Koti, de nationale herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863.

Vanuit de boot is de theatervoorstelling te bekijken. Deze speelt zich af langs de Amsterdamse grachten (Foto: Emerging Memory.)

‘Hoe was het om als donkere vrouw in Amsterdam te wonen?’

Eén van de plekken die de boot aandoet is het huis van Wilhelmina Balk (1787-1807), aan de Oude Turfmarkt. ‘Hier woonde Wilhelmina, de dochter van Kaatje, een ‘vrije’ voormalige slavin, en plantage-eigenaar Johan Andreas Balk,’ vertelt Tosch aan het publiek in de rondvaartboot. Wilhelmina’s ouders woonden op de plantage De Vriendschap in Guyana, de vroegere Nederlandse kolonie Berbice. ‘Wilhelmina was welgesteld en heeft een goede opleiding gehad. Verder weten we weinig over haar. Ze was van gemengde afkomst. Hoe was het om als donkere vrouw in Amsterdam te wonen? Heeft ze discriminatie ervaren?’

Even verderop in Amsterdam, aan de Binnengasthuisstraat, zat vroeger een veilinghuis. ‘Hier werden plantages, inclusief de tot slaaf gemaakte bewoners, aan de hoogste bieder verkocht,’ zegt Tosch. Een voorbeeld is de ‘capitaale suyker-plantagie De Vrede’ die in 1759 werd aangeboden: ‘1113 akkers, met desselfs Huyzingen, Lootsen, Neger-Wooningen, Suyker Moolen, Kookhuys, Gereedschappen, Slaven (zo Mans als Vrouwen, oude en jonge)’.

‘Tijdens de Gouden Eeuw kende Amsterdam een zwarte gemeenschap van ongeveer 200 personen’

Op een gevel aan de Oudezijds Voorburgwal is een reliëf te zien van admiraal Cornelis Tromp (1629-1691), met aan zijn zijde een zwart kind. Wie de jongen was, is onbekend. ‘Ik heb hem een naam gegeven: Morris, vertelt Tosch. ‘Móórris, Móóóórris’ klinkt het dan zangerig over de grachten. ‘Wie waren je ouders, waar droomde jij over, Morris?’

Regelmatig werden tot slaaf gemaakt en als bedienden meegenomen naar Amsterdam. ‘Tijdens de Gouden Eeuw kende Amsterdam een zwarte gemeenschap van ongeveer 200 personen, veelal zeelieden afkomstig uit Afrika, Brazilië en de Caraïben,’ vertelt Tosch. Zij woonden aan de rand van de stad,  in de buurt van de huidige Jodenbreestraat. De schilder Rembrandt woonde er ook en schilderde het portret van twee broers, bekend als ‘Twee Moren.’

Rembrandt van Rijn – ‘Twee moren’, 1661 (Foto: Collectie Mauritshuis)

Emerging Memory legt ook verbanden met het heden. Er is een hilarische scène, waarin een actrice – eveneens in een Delfts blauwe, Afrikaanse outfit – van een rijke zeventiende-eeuwse dame in een schreeuwende PVV-aanhangster verandert: ‘Blijf van onze tradities af, Zwarte Piet moet zwart blijven,’ roept ze steeds woedender vanaf de kade naar de rondvaartboot.

‘Hoe gaan we nu verder?’

De voorstelling wordt afgesloten met een lied en een korte toespraak over eindelijk thuiskomen en het belang van herinneren. ‘De slavernij heeft deze stad rijkdom gebracht. De huid van de slaven was niet zwart, maar van goud.’ Een toevallige voorbijganger begint luid te applaudisseren. Hij heet Kwasi en komt uit Afrika, vertelt hij in het Engels. Waarom reageert hij zo enthousiast? ‘We mogen de slavernij niet vergeten, want het kan zo opnieuw gebeuren’. Er wordt geknikt.

‘We mogen de slavernij niet vergeten, want het kan zo opnieuw gebeuren’

Elva, een bezoekster op leeftijd, rust uit op een bankje in de schaduw. Ze gaat vaak naar lezingen over de koloniale tijd en heeft geen nieuwe dingen gehoord, vertelt ze. Is zij als zwarte vrouw geraakt door de voorstelling? ‘Nee, mijn betovergrootmoeder was een slavin, mijn moeder en grootmoeder hebben vaak over die tijd verteld.’ Elva wijst naar de grote groep Afro-Amerikanen die de voorstelling heeft bijgewoond. ‘Ik denk dat het voor hen anders is, in Amerika leeft dit onderwerp veel meer.’ Tosch – die uit New York komt, maar Surinaamse ouders heeft – denkt van niet. ‘Ook in Nederland is er racisme en hebben zwarte mensen minder kansen.’

Vorige week werd de uitkomst gepresenteerd van een grootschalig onderzoek naar de opbrengst van de slavenhandel voor Nederland. Die bleek veel groter dan gedacht: in 1770 was 5,2 procent van het bruto binnenlands product afkomstig terug te voeren op slavenarbeid. Ook maakte de gemeente van Amsterdam bekend in 2020 excuses te willen aanbieden voor de slavernij. Wat vindt Tosch hiervan? ‘Ik ben sceptisch en optimistisch tegelijkertijd. Het is een overheidsorganisatie die excuses aanbiedt. Dat is iets anders dan dat Nederlanders eindelijk begrijpen welke impact slavernij nog steeds op mensen heeft. Het is een eerste stap. Hoe gaan we nu verder? Hoe creëren we een inclusieve samenleving, met gelijke kansen voor iedereen? Daar moeten we over nadenken.’

Emerging Memory is nog te zien tot en met donderdag 4 juli.

‘Juf, kan ik niks aan doen, hè – ADHD’tje’

0

Je zou Osko kunnen omschrijven als een kind met pit in zijn donder. Een kind dat niets liever doet dan tekenen, een creatief kind. Een slim kind ook. Maar kijk uit, want hij grijpt elke zwakheid aan om zijn punt te maken, om ergens onderuit te komen of te protesteren. Inventief is hij dus zeker. En assertief ook nog. Het zijn eigenschappen die je ver kunnen brengen, maar met zo’n pakket heb je op school grote kans om terecht te komen in de categorie ‘moeilijk kind’. Osko beweegt niet soepel mee, zijn schoolcarrière verloopt hotsend en botsend. Toch is hij wel voor rede vatbaar, als hij die ‘rede’ tenminste redelijk vindt.

Ik houd van kinderen als Osko. Je wordt er misschien soms gek van, maar het is nooit saai.

Toen Osko in het project STOP dreigde te belanden (een soort time out-project, waarbij de leerling even apart werkt om buiten klassenverband bij te komen) zei hij: ‘Juf, als dat besloten wordt, dan ga ik van school af. ‘Moet je zeker doen,’ zei ik. ‘Want dan ben ik je lekker kwijt.’ We begrijpen elkaar goed. Natuurlijk wil ik hem helemaal niet kwijt. ‘Ik sta altijd achter je,’ zei ik, ‘maar niet klakkeloos. Ik houd wel de realiteit in de gaten.’ En de realiteit is dat er regels zijn waar je je, of je nou wilt of niet, aan moet houden omdat het anders een chaos wordt op school.

Om het project STOP te vermijden, kreeg Osko extra begeleiding. De uitkomst van het eerste gesprek was dat men vermoedde dat hij ADHD heeft. Nou, daar kon Osko wel wat mee. Voortaan werd elke opmerking over laakbaar gedrag en elke poging van mij om hem tot de orde te roepen door hem gepareerd met: ‘Juf, kan ik niks aan doen, hè – ADHD’tje.’ Was ik misschien nog vergeten te zeggen, maar hij kan origineel uit de hoek komen, om niet te zeggen grappig.

En nu is Osko geslaagd. Ik meldde hem het goede nieuws door de telefoon, en vroeg tussen neus en lippen door of hij al aan zijn speech begonnen was. Want daar sprak hij het hele jaar al over: op de diploma-uitreiking zou hij een speech houden. ‘Vanavond hebt u hem,’ zei hij. ‘Oké,’ zei ik. De volgende dag: ‘Juf, eind van de dag.’ ‘Prima.’

Osko past in geen enkel stramien, waardoor hij zomaar het etiket ‘moeilijk’ kreeg

Twee dagen later weer een appje: ‘Hoe lang moet zo’n speech eigenlijk zijn juf?’ ‘Dat mag je helemaal zelf bepalen.’ Weer een poosje stil. Na twee dagen appte ik: ‘Heb je misschien hulp nodig?’ ‘Ja, juf, wat moet ik precies zeggen?’ Afijn, na wat adviezen mijnerzijds en nog wat dagen stilte stuurde hij zijn verhaal dan uiteindelijk op:

‘Goedemiddag, Mijn naam is Osko. De meesten van jullie kennen mij wel. Sommige leraren konden mijn bloed wel drinken, ik noem geen namen (meester Broekman, juf Kardemom, meester Klaver en meester Kievit). De eerste en tweede klas van de middelbare school deed ik in Almere, ik bleef zitten in de tweede en besloot toen hier in Amsterdam naar school te gaan. Het MCO dus. Ik ga eerlijk zijn, ik heb veel geklaagd over deze school maar er was één ding dat vast bleef bij mij, een ding dat ik de eerste keer had toen ik hier op school kwam: voor het eerst zag ik mezelf slagen. En dat beeld is in die drie jaar nooit veranderd. Het beeld dat je van jezelf hebt is belangrijk. Laat niemand je vertellen wat jij moet doen, wat jij moet zijn. Ik wil ook graag juf Coenen bedanken die altijd voor mij heeft gestreden met echt alles, en juf Schat ook. Ze hebben me heel ver geholpen en ook meester Bart die gelukkig niet gek is geworden door mij omdat ik letterlijk elke dag in zijn kantoortje zat. Alle geslaagden GEFELICITEERD.’

Osko, geboren in Irak, na een paar maanden verhuisd naar Turkije, waar hij na zes jaar met zijn ouders doorreisde naar Nederland, gaat na het behalen van zijn diploma een opleiding Mediadesign doen. Een leerling met vele talenten, helaas niet voor strakke discipline, behalve dan met betrekking tot dingen die hij graag doet – zoals tekenen. Een leerling die zich uitstekend kan uitdrukken en gemakkelijk praat. Slim, assertief en communicatief. Maar hij past in geen enkel stramien, waardoor hij zomaar het etiket ‘moeilijk’ kreeg. Het is dus heel goed om hem te horen zeggen dat hij zichzelf zag slagen, en daarbij gebleven is bij wie hij in de kern is. Want de bedoeling van regels is niet dat een leerling een ander wordt dan wie hij is, maar dat hij of zij in alle eigenheid zijn diploma haalt. En dat wij daar dan soms misschien een heel klein beetje gek van worden, dat lijkt mij voor zo’n resultaat een kleine prijs.

‘Keti Koti moet nationale feestdag worden’

0
Gisteren vierden veel Nederlanders Keti Koti, de dag waarop wordt stilgestaan bij de afschaffing van de slavernij in Suriname op 1 juli 1863. Er gaan stemmen op om van Keti Koti een nationale feestdag te maken, net als in Suriname het geval is.

Blogger Deborah Cameron vertelt aan Den Haag FM dat Keti Koti een nationale feestdag moet worden. ‘Het is een onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. En om er meer bekendheid aan te geven en om het op te nemen in het nationale archief, zou het fantastisch zijn als er landelijk aandacht zou zijn voor deze dag.’

Rosemarijn Hoefte, hoogleraar Surinaamse geschiedenis aan de Universiteit van Leiden, is op Radio 1 terughoudender. Nederland doet volgens haar weinig aan nationale feestdagen: ‘Zelfs 5 mei is niet elk jaar een officiële feestdag. Maar ik vind het wel belangrijk dat er een moment van reflectie is over ons koloniale verleden. En dat zou wat meer aandacht moeten krijgen.’

In 2017 pleitte Sylvana Simons’ partij Bij1 – toen nog Artikel 1 geheten – er al voor dat Keti Koti een nationale feestdag moet worden.

Keti Koti is sinds 1960 een nationale feestdag in Suriname. In Nederland werd Keti Koti in 1963 voor het eerst herdacht door een enkele Surinamers.

Het is klasse én identiteit, suffie!

0

Wat is belangrijker, brood of erkenning? Als je het nieuws goed hebt gevolgd, dan zie je dat die vraag centraal staat in enkele belangrijke discussies die we de afgelopen weken hebben gevoerd, hier in Nederland en daarbuiten. Een kleine bloemlezing.

De Technische Universiteit Eindhoven laat weten per 1 juli voortaan alleen vrouwelijke hoogleraren aan te nemen. Zo hoopt de universiteit het gebrek aan balans in genderdiversiteit te corrigeren.

De Amsterdamse gemeenteraad besluit, met eenendertig stemmen voor en veertien tegen, dat de gemeente Amsterdam excuses moet aanbieden voor haar aandeel in het slavernijverleden. Deze excuses kunnen bijdragen aan het erkennen van de pijn van de nabestaanden van de slaven, menen de fracties die voor deze motie hebben gestemd.

En dan die merkwaardig motie van PVV-parlementariër Roy van Aalst, over het ‘belang’ van pitspoezen op het racecircuit van Zandvoort. Hij protesteert hiermee tegen het besluit van de FIA (Fédération Internationale de l’Automobile) de pitspoes in de ban te doen. ‘Hiermee wordt toegeven aan feministische betutteling’, beweert Van Aalst in zijn motie lapidair.  Zijn motie krijgt de steun van Forum voor Democratie én Denk.

Ten slotte het protest van moslima’s in de Franse stad Grenoble. Zij eisen om in een boerkini te mogen zwemmen, terwijl in de meeste Franse zwembaden een boerkiniverbod van kracht is. De Franse laïcité is radicaler dan de Nederlandse scheiding tussen kerk en staat en leidt regelmatig tot uitsluiting van religieuze minderheden, in het bijzonder van moslims. Zij moeten namelijk een deel van hun identiteit inleveren als ze volledig willen participeren in de Franse samenleving.

Al deze voorbeelden gaan over erkenning, niet over het brood, onze materiële behoeften. Erkenning staat hier symbool voor identiteit, de zin van het leven. Maar dit lijkt vreemd. In het echte leven komt eerst het brood, daarna pas de erkenning. Volgens de beroemde Piramide van Maslow verlangen mensen eerst naar brood en een dak boven hun hoofd, voordat ze gaan nadenken over zin en identiteit.

Een groeiende groep van opiniemakers maakt zich zorgen over identity politics, de politiek die zich bezighoudt met identiteit en erkenning. De politieke strijd in de samenleving wordt steeds gevormd langs etnische en religieuze lijnen, stellen de critici van identiteitspolitiek. Dit gaat, zo waarschuwen ze, ten koste van de klassenstrijd. In het Nederlandse debat hierover neemt financieel geograaf Ewald Engelen een prominent positie in. Vorige jaar publiceerde hij zijn pamflet met de veelzeggende titel ‘Het is klasse, suffie, niet identiteit’, een speelse verwijzing naar Bill Clintons beroemde uitspraak ‘It’s the economy, stupid!

Ook in het buitenland wordt identiteitspolitiek stevig bekritiseerd. Een belangrijke rol in het internationale debat speelt de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama, die vorig jaar het boek Identity: The Demand for Dignity and the Politics of Resentment schreef. De liberaal Fukuyama is heel kritisch over de politiek van erkenning, die volgens hem voor verdeeldheid zorgt en de democratie ondermijnt.

Maar hoe zit het nu werkelijk? De ervaring leert dat de waarheid meestal in het midden ligt. Rechtvaardigheid gaat zeker ook over brood op de plank (klasse), zoals Engelen terecht betoogt. Mensen die dreigen buiten de boot te vallen moeten ook kansen krijgen, een goede opleiding, een baan, inkomen. Maar een rechtvaardige samenleving kijkt verder dan de deze materiële zaken. Geld maakt niet gelukkig. Een cliché, maar wel waar.

Wat hebben diploma’s eigenlijk nog voor zin, als je toch geen baan krijgt omdat je een vrouw bent of een nazaat van mensen die tot slaaf zijn gemaakt? Je kunt een dak boven je hoofd hebben, maar als je tijdens een hittegolf te horen krijgt dat je het publieke zwembad niet in mag omdat je een burkini draagt, dan leef je nog steeds niet in een rechtvaardige samenleving.

Wees kritisch als je mensen hoort zeggen dat Nederland aan feministische betutteling lijdt. Maar wees ook kritisch wanneer iemand meent dat je door excuses voor het slavernijverleden of diversiteitsquota meteen een rechtvaardige samenleving krijgt.

Een PVV-gedeputeerde voor ‘diversiteitsdrammen’

0

Als het prominente PVV-Kamerlid Martin Bosma ergens een gloeiende hekel aan heeft, dan zijn het wel de ‘linkse diversiteitsdrammers’. Herhaaldelijk hekelt hij deze zogenoemde social justice warriors, die volgens hem de Nederlandse cultuur en tradities willen afbreken. Bosma lijkt een complot te zien onder ‘politiek correcte mensen’ die zich inzetten voor diversiteit en inclusie. Als het aan hem ligt komen er geen genderneutrale toiletten, geen roetveegpieten, geen links-elitaire kunstprojecten waar geen hond op zit te wachten en absoluut geen excuses voor het Nederlandse slavernijverleden. En dan gebeurt er ineens iets onverwachts in Limburg. De PVV-lijsttrekker en fractievoorzitter Robert Housmans wordt gedeputeerde in het nieuwe provinciale college. Zijn portefeuille bestaat onder andere uit, jawel, diversiteit en inclusie.

‘Wij staan voor een inclusieve, open en participatieve samenleving’, is te lezen in een statement van het Limburgse collegeprogramma Vernieuwend Verbinden. ‘We beschermen de beginselen van onze rechtsstaat en de mensenrechten. Iedereen in Limburg, van elke levens- of geloofsovertuiging, politieke gezindheid, geaardheid, afkomst, sekse en genderoriëntatie, heeft het recht om te zijn wie hij of zij is en om te geloven wat hij of zij gelooft. Verschillen tussen mensen mogen geen belemmering zijn voor deelname aan de samenleving, maar kunnen een meerwaarde hebben. Waar mogelijk leveren we een bijdrage om de emancipatie en participatie van kwetsbare groepen en senioren en om de integratie van nieuwkomers te bevorderen.’

Een voor een PVV’er ongetwijfeld stevig statement. Ook de handtekening van Housmans staat hieronder, en daarmee die van Geert Wilders en Martin Bosma. De PVV gaat, als ze zich tenminste aan de gemaakte afspraken houdt, in Maastricht de agenda uitvoeren van de diversiteitsdrammers die ze in Den Haag juist zegt te willen bestrijden. Verwarrend of juist hoopgevend? Staan we hiermee aan het begin van een flinke beleidswijziging van de PVV? Volgens de Limburgse gedeputeerden niet. Zij geven aan dat zij op politieke titel zitting nemen in het college en geen verantwoordelijkheid willen dragen voor uitlatingen van hun politieke leiders in de Tweede Kamer.

Staan we aan het begin van een flinke beleidswijziging van de PVV?

Een PVV-gedeputeerde die voor diversiteit en inclusie staat is dus toch eerder verwarrend dan hoopgevend. De PVV is immers geen democratische, politieke vereniging, maar een eenmanszaak van Geert Wilders. Geen partijcongres hierover dus, waar leden met elkaar in debat kunnen gaan. Nee, de PVV is Wilders en Wilders is de PVV. Kiezers, ook in Limburg, weten dat dondersgoed. Ze hebben dan ook doelbewust gestemd op een partij die zich verzet tegen diversiteitsdrammers – niet op een partij die de diversiteitsagenda niet alleen overneemt, maar ook nog eens actief en gretig uitvoert. In de Maastrichtse politieke wandelgangen is het daarom niet de vraag of, maar wanneer opperbaas Wilders of zijn rechterhand Bosma gedeputeerde Housmans een flinke veeg uit de pan zal geven. Geen roetveeg welteverstaan, maar een traditionele, Nederlandse zwarte veeg uiteraard.

Volgens menig PVV-stemmer is er sprake van cynisme en wantrouwen van Nederlandse kiezers richting de politiek. ‘Het maakt niet uit op welke gevestigde partij je stemt, ze doen toch allemaal hetzelfde’, is een veelgehoord populistisch statement. Het ironische is dat de PVV exact is geworden wat ze anderen verwijt: een partij voor wie een plekje op het bestuurlijke pluche belangrijker is dan vasthouden aan eigen idealen.

Laat ik dan toch maar hoopvol afsluiten: de PVV toont zich een volwassen politieke partij die het chronisch oppositionele gedrag, dat hoort bij de politieke pubertijd, achter zich heeft gelaten. Landsbelang boven partijbelang. Er is hoop. Althans, zolang Wilders dat toelaat.