0.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 772

Documentairemaker: ‘Erdogan voor minstens 50 procent zelf achter coup’

2

De Noor Jørgen Lorentzen maakte een documentaire over de Turkse coup van 15 juli 2016. In zijn film haalt hij Erdogans narratief onderuit. ‘De échte coup begon op 16 juli met de arrestaties, de zuiveringen en de heksenjacht tegen de aanhangers van de Gülenbeweging.’

Vandaag is het precies vier jaar geleden dat in Turkije de mislukte coup tegen president Recep Tayyip Erdogan plaatsvond. Erdogan wees de Turkse geestelijke Fethullah Gülen aan als het brein achter de coup en startte een klopjacht tegen zijn vermeende aanhangers. Tienduizenden mensen belandden in de gevangenis, honderdduizenden mensen werden ontslagen.

De Noorse journalist Jørgen Lorentzen was in Turkije tijdens de mislukte putsch. Hij had toen al het idee dat er iets niet klopte en besloot hier een documentaire aan te wijden. Hoe komt het dat de putschisten Erdogan niet te pakken kregen? Waarom werden een dag na de coup gelijk al duizenden mensen gearresteerd? Wás het wel een echte coup?

Beeld: Jørgen Lorenzen

Lorentzens documentaire A Gift from God werd in december door de VPRO uitgezonden. Het is een verwijzing naar een uitspraak van Erdogan, die de staatsgreep een ‘geschenk van God’ noemde: hij kreeg daardoor de kans om met politieke tegenstanders af te rekenen.

In zijn documentaire concludeert Lorenzen dat Erdogan deze kans zélf schiep door betrokken te zijn bij de coup. Deze bevinding staat haaks op wat de Turkse president altijd heeft beweerd, namelijk dat hij de coup helemaal niet aan zag komen.

U was op 15 juli 2016 zelf in Istanbul, toch? Hoe beleefde u die dag en nacht?

‘Op de bewuste nacht was ik niet in Istanbul zelf, maar in een zomerhuisje buiten de stad. We waren televisie aan het kijken. Toen belde iemand aan. ‘Er iets aan de hand in Ankara.’ Wij, onze buren, onze vrienden, gingen toen allemaal voor de tv zitten. We hadden geen idee wat er precies gebeurde. We wilden het begrijpen, maar alles was heel onduidelijk.’

Had u toen ook al het idee dat er mogelijk iets niet klopte?

‘Het was vaag. De premier zei dat een kleine groep in het leger een couppoging had gedaan. Maar we zagen geen coupplegers op televisie. Wel zagen we op televisie beelden van straaljagers die over Ankara en Istanbul vlogen en dat er soldaten op de brug waren. Het was heel bizar. Verdacht bijna. En toen opeens, om kwart over elf ‘s avonds, verscheen Erdogan op FaceTime. Toen begrepen we dat dit niet goed af zou lopen met de coup, want hij was in control. De oudste man in onze groep, mijn buurman, zei toen: ‘Dit is geen coup. Ik heb twee coups meegemaakt. Een echte coup is heel anders. Morgen start de echte coup.’

Had uw buurman gelijk?

‘Hij triggerde mij. Ik was in Turkije op vakantie, maar je blijft journalist. Ik vond deze zogenaamde coup echt een belangrijk en interessant onderwerp, om dieper in te duiken. En die nacht begonnen de arrestaties al, zo lazen we de volgende morgen in de krant. En onder de gearresteerden bevonden zich ook advocaten, verpleegsters, docenten, enzovoort, terwijl het een militaire coup was.

‘Mijn buurman had gelijk. De échte coup begon op 16 juli met de arrestaties, de zuiveringen en de heksenjacht tegen de aanhangers van de Gülenbeweging, die volgens Erdogan verantwoordelijk waren voor de coup.’

‘Misschien zit Erdogan er wel voor 100 procent achter’

Wat weten we zeker over de coup? Zaten Fethullah Gülen en de Gülenisten inderdaad achter de coup? Erdogan zelf? Of misschien seculiere Kemalisten?

‘We weten zeker dat Erdogan en de top van zijn AKP minimaal vijf dagen van te voren wisten dat er een couppoging zou plaatsvinden. Dat laat ik ook zien in onze documentaire. Maar wie de coup heeft proberen te plegen, dat weten we nog niet. Het kunnen Gülenisten zijn, gefrustreerde Kemalistische officieren, een combinatie van die twee – of misschien Erdogan zelf.

‘Erdogan is sowieso voor 50 procent betrokken bij de coup, omdat hij ervan af wist. Maar misschien zit hij er wel voor 100 procent achter. Dat geloven veel mensen in de oppositie. Maar ik kan dit nog niet concluderen. Het blijft bij speculatie. Veel feiten zijn nog niet boven tafel gekomen. Wat gebeurde er precies in Marmaris, in het vakantieresort waar Erdogan verbleef? Waarom werd het parlement gebombardeerd? Zo zijn er nog meer losse eindjes.’

Kun je de coup vergelijken met de Rijksdagbrand van 1933? De Nederlandse communist Marinus van der Lubbe stak toen het Duitse parlementsgebouw in brand. De nazi’s grepen dit aan om communisten en andere tegenstanders op te sluiten en de democratische Weimarrepubliek te veranderen in een dictatuur.

‘Dat is inderdaad een hele goede vergelijking. Maar Adolf Hitler en de nazi’s zaten achter de Rijksdagbrand. Zij hebben dit gepland om vervolgens hun heksenjacht tegen de oppositie te kunnen uitvoeren. We weten niet of Erdogan ook achter de coup van 15 juli zat. Maar hij heeft de mislukte staatsgreep wel met beide handen aangegrepen om de oppositie aan te pakken, politieke tegenstanders te vervolgen. Marinus van der Lubbe is door de nazi’s misbruikt. Bij de coup in Turkije waren veel kadetten betrokken. Zij wisten niet waar ze mee bezig waren, maar volgden gewoon orders.

‘Je moet bovendien kritisch kijken naar wie er zijn gearresteerd. En wanneer de arrestaties begonnen. De Gülenisten zaten volgens Erdogan achter de coup, maar na de coup werden er ook veel linkse politieke tegenstanders, Koerdische activisten, Kemalisten, enzovoort gearresteerd. Lijsten met daarop politieke tegenstanders die moesten worden gearresteerd waren al opgesteld voordat de coup begon. Dat vertelde de nationalistische Turkse politicus Dogu Perincek mij ook in onze documentaire. En bovendien werden er mensen gearresteerd om één uur ’s nachts, toen de coup nog niet voorbij was. De politie had al een arrestatiebevel op zak. Hoe kan dat zo snel?’

Wat zijn de belangrijkste gevolgen van de coup voor Turkije?

‘Ten eerste heeft Erdogan dankzij de mislukte coup zijn eigen machtspositie versterkt en regeert hij nog meer als een autocraat. Turkije heeft het presidentiële systeem ingevoerd, waardoor de uitvoerende macht – Erdogan dus – veel meer macht heeft ten opzichte van het parlement. Turkije is een dictatuur geworden.

‘Ten tweede zijn er, als gevolg van de gebeurtenissen van 15 juli, tienduizenden mensen in de gevangenis beland en zijn honderdduizenden mensen hun baan kwijt geraakt. Mensenrechtenactivist Huseyin Demirtas spreekt in dit verband over ‘sociale genocide’. Dit is volgens mij de correcte manier om te beschrijven wat er gebeurt in Turkije. Mensen worden maatschappelijk buitengesloten. Ze zijn hun baan kwijt, kunnen geen nieuwe baan meer krijgen, hebben geen inkomen, geen sociale zekerheid. In Turkije is er voor deze mensen geen toekomst meer.’

‘‘Sociale genocide’ is de correcte manier om te beschrijven wat er gebeurt in Turkije. Mensen worden maatschappelijk buitengesloten’

Turkije is meer in het Russische kamp terecht gekomen, laat u zien in de documentaire. Zou je kunnen zeggen dat de Russische president Vladimir Poetin de grote winnaar van de coup is?

‘Nou, de grote winnaar is Erdogan zelf. Maar inderdaad, Poetin heeft ook gewonnen. Turkije heeft nu sterke banden met Rusland. In december 2015 schoot het Turkse leger een Russische straaljager neer en waren de bilaterale betrekkingen heel slecht, maar dit is binnen enkele maanden volkomen omgebogen. Erdogan beweegt zich steeds verder af van het Westen en de NAVO. Rusland heeft zijn invloed in het Midden-Oosten enorm versterkt. Wat trouwens niet alleen door de coup komt maar ook door de Amerikaanse president Donald Trump, die vorig jaar besloot zich uit Syrië terug te trekken.’

Veel officieren die zijn ontslagen waren pro-NAVO, zo blijkt uit A Gift from God. Zij waren geen Gülenisten.

‘Dat klopt. Er zijn ook veel mensen ontslagen die niets met de Gülenbeweging te maken hebben. Het doel van de zuiveringen was ook om het Turkse leger meer pro-Rusland te maken. Officieren die pro-NAVO waren zijn er daarom uitgewerkt.’

Maar Turkije is nog steeds lid van de NAVO.

‘Erdogan richt zich aan de ene kant op Rusland, maar wil het Westen niet helemaal afschrijven. Hij bevindt zich nu in een rare tussenpositie. Hij kan goed opschieten met Trump én met Poetin. Hij is een van de weinige leiders die dat kan. Maar het blijft koorddansen. Aanvankelijk waren Europa en de Arabische wereld heel positief over Erdogan, toen hij nog democraat was, maar dat is nu echt voorbij. Weinig landen vertrouwen hem nog.’

Is de alliantie met Rusland niet gevaarlijk voor Erdogan? Het Russische keizerrijk was in de achttiende en negentiende eeuw de erfvijand van het Ottomaanse Rijk en wierp zich op als de beschermer van oosterse christenen. Moet Erdogan niet uitkijken?  

‘Het Russische Rijk en het Ottomaanse Rijk waren vroeger inderdaad vijanden, maar we leven nu in andere tijden. Rusland heeft bondgenoten nodig. Aan de ene kant om tegenover China een sterk evenwicht te bieden, aan de andere kant tegenover de NAVO. Turkije is een sterke bondgenoot voor Rusland, die de positie van Rusland in het Midden-Oosten enorm kan versterken. Bovendien kan de Russische vloot via de Bosporus en de Dardanellen de Middellandse Zee opvaren. Turkije is van groot strategisch belang. Je moet ook kijken naar ideologie. Poetin en Erdogan zijn allebei nationalisten, die hun land weer sterk willen maken. En ze zijn allebei autoritair. Tussen beide leiders bestaat een sterk ideologische verwantschap. Dat is belangrijker dan de historische vijandschap uit het verleden.’

Maar in Libië staan Rusland en Turkije toch tegenover elkaar? Rusland steunt maarschalk Haftar, terwijl Turkije de regering in Tripoli steunt.

‘Dat moet je niet groter maken dan dat het is. In Libië wisselen veel landen snel van partij. Als Erdogan de winnende partij blijkt tegen Haftar, dan zullen de Russen Erdogan steunen.’

‘Het doel van de zuiveringen was ook om het Turkse leger meer pro-Rusland te maken’

In uw documentaire zitten twee interessante figuren die vermoedelijk een belangrijke rol hebben gespeeld tijdens de coup: de extreemrechtse Russische politicus Alexander Dugin en seculiere Turkse politicus Dogu Perincek. Zijn zij verantwoordelijk voor de pro-Russische koers die Turkije is ingeslagen na de coup?

‘Om met Perincek te beginnen, dat is echt een hele interessante man. Hij is leider van de kleine seculier-nationalistische Patriottische Partij. In het Turkse politieke landschap stelt deze partij weinig voor, maar er zijn allemaal topofficieren bij de Patriottische Partij betrokken. Op die manier is de partij wel invloedrijk. Daarnaast heeft Perincek veel connecties met Rusland en China. Hij is cruciaal voor de Turkse onderhandelingen met Rusland en China – helemaal in december 2015, toen Turkije de Russische straaljager had neergeschoten. De Turkse premier is door Perincek gewaarschuwd over de coup.’

En wat was de rol van Dugin? Hij was ook in Turkije, toen de coup plaatsvond.

‘Dugin wist inderdaad van de coup, net als Perincek. Hij vertrok twee uur voor de coup uit Ankara. Dugin en Perincek hebben allebei een rol gespeeld in de gebeurtenissen van 15 juli, maar hun precieze rol is heel lastig om te bepalen. We hebben hierover nu veel te weinig informatie. Dit zal in de toekomst hopelijk duidelijker worden.’

Volgens de Turkse journalist Yavuz Baydar is Erdogan nu bezig met een nieuwe zuivering in het leger, en zet hij de zogeheten ‘Euraziaten’ – generaals en admiraals die pro-Rusland zijn – aan de kant. Waarom doet hij dit? Vormen deze ‘Euraziaten’ een gevaar voor Erdogan?

‘Hiervoor is een reden. Hij wordt bang van ze. Ze krijgen te veel invloed. Hij voelt zich bedreigd. Erdogan voelde zich eerder bedreigd door de Gülenisten. Ik was verrast toen hij de Gülenisten als bondgenoten liet vallen. Maar hij doet dit wel vaker. Niemand van de originele AKP-top is er nog. Oud-president Abdullah Gül, ex-vicepremier Ali Babacan, voormalig premier Ahmet Davutoglu: ze zijn allemaal vertrokken. Als zijn bondgenoten te invloedrijk worden, te sterk, dan gaat Erdogan op zoek naar nieuwe mensen. Sommige ‘Euraziaten’ dachten misschien dat ze de baas waren, omdat dankzij hen Turkije een pro-Russische koers is gaan varen. Maar Erdogan vindt dat alleen hij de baas kan zijn.’

Maar blijft Erdogan ook de baas?

‘Ja, daar ben ik van overtuigd. Kijk naar Rusland. Poetin heeft net de wet veranderd, zodat hij tot 2036 aan de macht kan blijven. Andere dictators willen dit ook. Erdogan heeft de wet veranderd en het presidentieel systeem ingevoerd. In 2023 zijn er weer presidentsverkiezingen. Als de positie van Erdogan bedreigd wordt, dan verandert hij de wet om aan de macht te blijven. Veel mensen vestigden vorig jaar hun hoop op Ekrem Imamoglu, die de burgemeestersverkiezingen in Istanbul won. Maar Erdogan heeft de macht van Istanbul enorm uitgekleed, zodat er geen dreiging van Imamoglu kan uitgaan. Erdogan is een hele goede machiavellist, die het spelletje van verdeel en heers heel handig speelt. Ik kan de toekomst natuurlijk niet voorspellen, maar ik schat in dat hij nog heel lang aan de macht zal blijven. Hij is heel goed in afleidingsmanoeuvres: de oorlog in Syrië, de oorlog in Libië, een nieuwe vluchtelingencrisis, het plan om van de Hagia Sophia weer een moskee te maken.’

Waarom komt Erdogan met zulke afleidingsmanoeuvres? Waar is hij bang voor?

‘Erdogan vreest dat het volk zich tegen hem keert als gevolg van de economische crisis, dat iedereen massaal de straat opgaat. Dat is zijn grootste angst. Zo is Hosni Mubarak in Egypte ten val gekomen. Vandaar dat Erdogan probeert met allerlei kunstgrepen de aandacht van de mensen af te leiden.’

Oproep: ‘Alleen kopen bij (zwarte) bedrijven die ons geld respecteren’

1

Afro-Nederlanders doen er goed aan om bedrijven die racisme in stand houden te boycotten. Dat schrijft hoofdredacteur en columnist Marvin Hokstam van Afro Magazine. ‘Wat als we alleen bij (zwarte) bedrijven gingen zakendoen die ons geld respecteren?’

Aanleiding van Hokstams pleidooi was het racismedebat op de NPO van afgelopen zondag, dat gepresenteerd werd door Jort Kelder. Hokstam keek ook, maar ergerde zich groen en geel:

‘651.000 mensen keken naar dat programma waarin werd gedebatteerd of ik wel als mens mag worden behandeld. De onderste bodem van de ton was geschraapt om er wat mensen te vinden die dingen gingen verkondigen als ‘institutioneel racisme bestaat er niet’, ‘het gaat niet om black lives matter maar om black cocks matter’, ‘ik word ook gediscrimineerd’, ‘het is slachtofferschap’ en de grijsgedraaide ‘het is allemaal zo lang geleden’.’

Volgens de columnist kun je wel wat doen tegen racisme, namelijk door bedrijven die te weinig tegen racisme doen te boycotten.

‘In Amerika besteedden bewuste mensen 7.6 miljoen dollars aan bedrijven van zwarte ondernemers’, schrijft Hokstam. ‘Dat was dus meer dan 7 miljoen dollars dat niet naar bedrijven ging zoals Ford Motors die vorige week weigerde te stoppen met het leveren van auto’s aan de politie. Dat was meer dan 7 miljoen dollars dat niet ging naar bedrijven die advertenties plaatsen bij het rechtse Fox News.’

Als je bedrijven die volgens Hokstam bijdragen aan racisme boycot, dan kun je op deze manier afdwingen dat ze hun beleid bijstellen. Dit ziet hij ook als de oplossing voor Nederland:

‘Wat als wij nou eens gingen snappen dat iedere cent in onze zak onze economische macht vertegenwoordigt? Wat als we die bewuster gingen uitgeven. Wat als we alleen bij (zwarte) bedrijven gingen zakendoen die ons geld respecteren? Wat als iedereen economische consequenties aan racisme ging verbinden? Wat als wij gingen straffen? Wat als bedrijven die het tij kunnen keren daardoor geraakt werden in hun portemonnee? Kan je je voorstellen hoe snel racisme opgelost zou zijn?’

Overigens noemt Hokstam geen namen van Nederlandse bedrijven die volgens hem bijdragen aan racisme en door Afro-Nederlanders geboycot moeten worden.

VS-ambassadeur Hoekstra in bres voor Oeigoeren: ‘Onacceptabele situatie’

1

De Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra vindt het schenden van de mensenrechten van de Oeigoeren in China een ‘onacceptabele situatie’. Hoekstra was gisteren op een bijeenkomst van de Dutch Uyghur Human Rights Foundation, een NGO van Oeigoerse Nederlanders.

Onlangs nam het Amerikaanse Congres een human rights bill aan, waarin het optreden van China wordt veroordeeld. Ahmedjan Kesim, één van de Oeigoerse activisten die op de bijeenkomst aanwezig was, vertelt dat de Tweede Kamer ook zo’n wet moet aannemen. De Amerikaanse ambassade wil de Oeigoerse lobby in Nederland daarbij helpen.

‘Wij moeten ons verhaal goed uitleggen’, vertelt Kesim. ‘China framet ons als terroristen, terwijl het helemaal niet om terrorisme gaat, maar om het op grote schaal schenden van onze mensenrechten.’

Ook in ons land heeft de Oeigoerse gemeenschap, die tussen de twee- en drieduizend mensen telt, het niet altijd makkelijk. ‘Nederland is natuurlijk een vrij en democratisch land, maar als je je uitspreekt voor de mensenrechten van de Oeigoeren in China word je door het Chinese regime bedreigd’, zegt Kesim.

Hij vervolgt: ‘Mijn moeder, die zich uitspreekt, werd via WeChat, de Chinese versie van WhatsApp, meerdere malen bedreigd. Dit gebeurt direct – dat iemand zegt dat je in stukken wordt gehakt en in een container wordt gegooid – of indirect, via je familie. Een oom of tante bijvoorbeeld zegt – onder druk natuurlijk – dat je je niet mag uitspreken voor de Oeigoerse zaak. Iedere Oeigoer in Nederland heeft tenminste één familielid die in China in een concentratiekamp zit.’

Heeft de bijeenkomst met de Amerikaanse ambassadeur nog iets concreets opgeleverd? Een activist, die anoniem wil blijven, zegt dat een paar bijeenkomsten bij de ambassadeur zijn ingepland. ‘Over het mensenrechtenbeleid wil hij ons altijd helpen. Hij vindt het ook onacceptabel wat er gebeurt nu in ons gebied. Daarnaast heeft Hoekstra toegezegd een artikel te zullen schrijven, waarin hij zich uitspreekt over de Oeigoerse zaak.’

Naar schatting ruim een miljoen islamitische Oeigoeren zitten vast in heropvoedingskampen in de westelijke provincie Xinjiang, waar ze worden onderworpen aan een streng regime.

Voormalige gevangenen vertellen dat ze gedwongen werden om varkensvlees te eten – een zonde volgens de islam – ‘politieke lessen’ te volgen en communistische liederen te zingen. Het doel is dat ze hun islamitische achtergrond vergeten en in ‘gehoorzame Chinese burgers’ veranderen.

Terwijl hun mannen en vaders in deze gevangenissen zitten, krijgen Oeigoerse gezinnen elke twee maanden een week lang bezoek van een ambtenaar, berichtte Radio Free Asia eind 2019De ambenaren monitoren hoe deze gezinnen leven en wat hun politieke standpunten zijn. Ook scholen de ambtenaren hen bij in de Chinese taal en de gewenste politieke zienswijzen.

In de thuisbezoeken die vallen onder dit zogeheten ‘Pair Up and Become Family’-programma zouden Oeigoerse gezinnen gedwongen varkensvlees worden te eten en alcohol – ook haram – te drinken. Oeigoerenvrouwen zouden tevens verplicht het bed met mannelijke staatsambtenaren delen.

Tevens sloopt China moskeeen en verbiedt het baarden, onthulde de BBC vorig jaar. De Britse zender rept over ‘culturele genocide.’

Ook probeert via China via gedwongen sterilisaties en abortussen de Oeigoerse bevolking te beperken, meldde het internationale persbureau Associated Press onlangs. Sommige experts spreken daarom van ‘demografische genocide’.

Erdogan belooft Poetin: mozaïeken Hagia Sophia worden niet verwijderd

1

De Turkse president Erdogan belooft de Byzantijnse mozaïeken in de Hagia Sophia niet weg te halen, nu het museum in een moskee verandert.

Dat zei hij gisteren tijdens een telefoongesprek met zijn Russische collega Vladimir Poetin.

De Hagia Sophia was oorspronkelijk een christelijke kathedraal, totdat de Turken de stad veroverden. Toen het gebouw in een moskee werd getransformeerd werden de Byzantijnse mozaïeken achter pleisterwerk verborgen. Na de transformatie van de moskee in een museum in 1935 werden de Byzantijnse mozaïeken weer zichtbaar.

De Turkse beslissing om van de Hagia Sophia een moskee te maken heeft in Rusland tot een storm van verontwaardiging geleid. Het gaat dan wel om een Turkse binnenlandse aangelegenheid, zei Poetin tegen Erdogan, maar voor Rusland – dat zich als een geestelijke erfgenaam van het Byzantijnse keizerrijk beschouwt – heeft de Hagia Sophia grote symbolische en religieuze waarde.

Constantinopel was het Tweede Rome, totdat de Turken de stad veroverden. Daarna werd Moskou, aldus de Russisch-orthodoxe Kerk, het Derde Rome.

De Turkse president belooft nu dat hij de mozaïeken zal beschermen. Een woordvoerder van Erdogans AKP-partij voegt daar nog aan toe dat de mozaïeken tijdens de gebedsdiensten enkel bedekt zullen worden met gordijnen en lasers.

De zaak rond de Hagia Sophia laat zien: islamisering bestaat wel degelijk

5

Iedereen die het nieuws over Turkije de afgelopen tijd gevolgd heeft zal het meegekregen hebben: de beslissing van de Turkse rechter om de Hagia Sophia – eerst een Byzantijnse kathedraal en daarna een moskee – van een museum weer terug in een moskee te veranderen. Hiermee wordt het besluit van Kemal Atatürk, die in 1935 de moskee veranderde in een museum, in een klap ongedaan gemaakt.

De rechtszaak die hieraan ten grondslag lag was aangespannen door een groep conservatieve moslims in Turkije. Ook de Turkse president Erdogan en zijn aanhangers drongen al langere tijd aan op deze verandering. Na het vonnis tekende Erdogan dan ook meteen een decreet om de status van het gebouw te veranderen en het als moskee in gebruik te nemen.

De beslissing van de Turkse rechter en het streven van Erdogan en zijn aanhangers laten zien dat islamisering wel degelijk bestaat. Zij bestaat niet in een vorm die in het Nederlandse debat vaak wordt aangehaald: het angstbeeld van Wilders en de zijnen dat Nederland islamitisch wordt door islamitische migranten. Maar zij bestaat wel op een veel fundamentelere wijze. In Turkije namelijk islamiseert het regime de samenleving en de staat.

Het Turkse parlement neemt wet- en regelgeving aan die in lijn is met islamitische principes. Schoolboeken krijgen een conservatief-islamitische inhoud. En een museum, dat ooit de grootste kathedraal van het christendom was, wordt een moskee. Dit is allemaal in lijn met het klassieke islamistische principe dat eerst de staat overgenomen moet worden zodat vervolgens staat en samenleving verregaand geïslamiseerd dienen te worden totdat de islam niet alleen in de privésfeer, maar ook in de publieke sfeer de dienst uitmaakt.

De verandering van de Hagia Sophia in een moskee is hiermee een overwinning voor het islamisme. De Hagia Sophia als museum was voor islamisten in Turkije wat abortus is voor conservatieven in de Verenigde Staten: een symbool van progressieven en seculieren, een schandvlek op het conservatief-religieuze blazoen die zo snel mogelijk uitgewist moet worden.

Islamisme en Turks nationalisme vormen de giftige cocktail waarop Erdogans en zijn aanhang al jaren voortdrijven

Erdogans overwinning werd niet alleen door zijn aanhangers in Turkije uitgebreid gevierd, maar ook in Nederland. Dit leidde tot islamistische uitingen, zoals mensen die op social media van de daken schreeuwden dat men zo snel mogelijk wilde bidden in de nieuwe moskee. Maar ook tot nationalistische uitingen, vanwege de kritiek die Turkije van diverse landen en de Verenigde Naties kreeg. Islamisme en Turks nationalisme vormen dan ook de giftige cocktail waarop Erdogans en zijn aanhang al jaren voortdrijven.

De vraag is nu: wat kan hieraan gedaan worden? Mijns inziens vrij weinig. De kogel is door de kerk. Het is onwaarschijnlijk dat deze beslissing onder het bewind van Erdogan nog ongedaan gemaakt wordt. Hooguit kunnen we hopen dat de Hagia Sophia nu niet ten prooi zal vallen aan een beeldenstorm die ervoor zorgt dat alle christelijke elementen van het gebouw vernietigd worden.

Het enige wat ons rest is waakzaamheid. Waakzaam voor het feit dat islamisering wel degelijk bestaat, en dat het met name de seculiere structuren in overwegend islamitische landen treft. De strijd tegen deze islamisering wordt dan ook niet in het Westen, maar vooral in de zogeheten islamitische wereld gestreden. Seculieren en liberalen, moslims én niet-moslims, strijden hier samen tegen islamisten die de islam zowel de staat als de samenleving willen laten domineren. Hun strijd verdient onze steun en sympathie, in Turkije en elders ter wereld.

Schaamte voor Srebrenica

0

Als één ding de afgelopen dagen is duidelijk geworden over de genocide in Srebrenica, dan is het wel dat we als Nederlanders er zo verdomd moeilijk over kunnen praten. Historicus Coen Verbraak heeft een indrukwekkende documentaire erover gemaakt: Srebrenica. De machteloze missie van Dutchbat.

De titel van de documentaire vangt exact het overwegende Nederlandse gevoel hierover. De machteloze Nederlanders die weinig tot niets hebben kunnen uitrichten tegen de Servische beulen van generaal Mladic, die ruim 8.000 moslims in koelen bloede hebben vermoord. Het uitspreken, herinneren, bespreken, herdenken van deze gruwelijke feiten roept veel ongemakkelijke gevoelens op.

In de eerste plaats bij de Dutchbatters zelf. De schaamte en schuldgevoelens, althans bij sommige dan, spat bijna van elke porie van hun gezichten af. Je voelt direct medelijden. Zo jong op pad gestuurd naar een onmogelijke missie, en bij terugkomst uitgemaakt worden voor ‘lafbek’ of ‘slappeling’. Het is moeilijk om naar te kijken zonder emotioneel te worden. Maar je ziet ook berekenende ogen, wegduikgedrag bij confronterende vragen. En zelfs ontkenning en antipathie tegenover de moslimslachtoffers. Op zulke momenten wil ik ze bij de keel grijpen.

Natuurlijk. Het is makkelijk praten achter je laptop. Wat zou ik doen dan? Bij de eerste de beste dakloze voor mijn deur hebben we al bijna de politie gebeld. De Dutchbatter Liesbeth Beukeboom zegt in de documentaire dan ook: ‘Waar waren jullie dan?’ Al die mensen die oordelen. Ze heeft gelijk. Waar was de wereld? De hoge bazen van de VN? De politiek verantwoordelijken? Waarom leggen zij geen verantwoording af? Het is triest. Het is beschamend. Maar ook typisch Nederland.

In een reconstructie van Sander van Walsum van de Volkskrant van afgelopen vrijdag komt het woord ‘genocide’ niet voor. Wel termen als ‘drama’ en relativeringen met de mededeling dat er geen onderscheid viel te maken tussen goed en fout. Serven, moslims: ‘Ze waren allemaal fout’. Ook wordt een wantrouwende sergeant eerste klasse opgevoerd: ‘Maar de moslims hebben de mondiale publieke opinie beter weten te bespelen. De moslimpropaganda was altijd de beste.’

Van Walsum sluit het stuk af met de excuseskwestie. Die zijn er dus niet van de Nederlandse regering. ‘Noch aan de nabestaanden van de massamoord. Laat staan aan de militairen die een missie moesten uitvoeren die gedoemd was te mislukken.’ Deze totaal van de pot gerukte prioritering kan er ook nog bij.

Als ik oproepen van ‘eerherstel voor Dutchbatters’ hoor, dan denk ik: welke eer is er precies te halen uit Srebrenica?

Typisch is ook dat we in de documentaire alleen maar Nederlandse reflecties horen. Dat maakt de documentaire onvolledig. Waar zijn de moslimstemmen? Van de slachtoffers en nabestaanden. Hoe kijken zij terug? Maar ook de Servische kijk op de zaak is belangrijk. Bijna elke publicatie, of item waarbij deze stemmen wel de aandacht krijgen, is een rauwe kennismaking met de gruwelijke catastrofe die zich toentertijd heeft afgespeeld. Zo krijg ik, elke keer rond deze tijd, een Voetnoot van Arnon Grunberg uit 2011 maar niet uit mijn hoofd:

‘In de bergen van Bosnië, waar ik te gast ben bij twee Bosniërs die tijdens de oorlog gevlucht zijn naar Nederland, komt het gesprek op de oorlog. Ik moet toegeven dat ik het gesprek daarop breng: als goede gast moet je soms over de oorlog beginnen. ‘Hoewel ik geen echte Nederlander ben’, zegt mijn gastheer, ‘ben ik Nederlands genoeg om me te schamen voor de Dutchbatters.’ ‘Omdat ze laf waren?’, vraag ik. ‘Wij hebben van Bosnische vrouwen gehoord’, zegt mijn gastheer, ‘dat de Dutchbatters hun best wat pindakaas wilden geven, maar ze moesten daarvoor eerst pijpen.’ ‘In crisistijd wordt seks goedkoper’, zeg ik – het klinkt cynischer dan ik het bedoel. ‘En van een andere vrouw hoorden we’, zegt mijn gastheer, ‘dat de Dutchbatters zeiden: ‘Heb je honger? Hier heb je eieren. Vangen.” Andermans ellende roept niet alleen mededogen op, maar ook walging en haat.’

Mij zal je niet snel over lafheid horen spreken. Maar als ik oproepen van ‘eerherstel voor Dutchbatters’ hoor, dan denk ik wel: welke eer is er precies te halen uit Srebrenica? Daar kunnen we als Nederlanders alleen maar schaamte uit halen.

Griekse partij: verander geboortehuis Atatürk in genocidemuseum

3

Een nationalistische Griekse partij wil dat het geboortehuis in Thessaloniki van Mustafa Kemal Atatürk, de stichter van het moderne Turkije, wordt veranderd in een genocidemuseum.

Het plan van de nationalistisch-conservatieve partij Elliniki Lysi is een reactie op het besluit van Turkije om de Hagia Sophia weer in een moskee te veranderen.

Het monumentale gebouw in het centrum van Istanbul is nu nog een museum, maar was tot de val van Constantinopel in 1453 een Byzantijnse kathedraal. De Grieks-orthodoxe Kerk en de Russisch-orthodoxe Kerk, die zichzelf als de erfgenamen van het Byzantijnse keizerrijk beschouwen, betreuren het dat de Turkse president Erdogan het museum opnieuw in een moskee wil transformeren.

Mustafa Kemal Atatürk veranderde in 1935 de Hagia Sophia van een moskee in een museum. In Griekenland is hij echter niet bepaald populair.

Tijdens de bloedige Grieks-Turkse Oorlog van 1919-1922, gewonnen door de Turken onder leiding van Atatürk, werden veel Griekse en Turkse burgers vermoord. Na de oorlog vond er een bevolkingsuitwisseling plaats: moslims uit Griekenland werden gedeporteerd naar Turkije, Griekse christenen uit Turkije werden naar Griekenland gedeporteerd. Een jaar later stichtte Atatürk Turkije.

Elliniki Lysi wil het geboortehuis van Atatürk veranderen in een museum waar de slachtoffers van de Pontische Genocide worden herdacht.

Tussen 1914 en 1921 werden er naar schatting 353.000 Pontische Grieken vermoord door het Ottomaanse Rijk en de Turkse nationalisten. Deze genocide vond gelijktijdig plaats met de Armeense Genocide en de Assyrische Genocide. Tijdens de bevolkingsuitwisseling tussen Turkije en Griekenland van 1923-1924 stierven bovendien nog eens 50.000 Pontische Grieken.

VS: tentoonstelling over acteur John Wayne verwijderd om racisme

2

Een Amerikaanse universiteit heeft besloten een tentoonstelling over acteur John Wayne (1907-1979) te verwijderen. Onlangs dook een oud interview op waarin Wayne racistische uitlatingen deed.

Het gaat om de School of Cinematic Arts, verbonden aan de Universiteit van Zuid-Californië. De universiteit had een ‘Wayne Exhibit’ waarin de acteur, beroemd vanwege zijn rollen in diverse Westerns, in het zonnetje werd gezet.

Afgelopen maand dook een interview uit 1971 met Playboy op. Daarin zei Wayne te geloven in ‘witte superioriteit’ totdat zwarte mensen ‘verantwoordelijk’ zouden zijn. Hij vond daarom dat zwarte mensen geen leidinggevende posities mochten bekleden. Vanwege de ophef besloot de School of Cinematic Arts de Wayne-tentoonstelling te cancellen.

De recente ontwikkelingen in het racismedebat ‘vereisen dat we nadenken over de rol die onze school kan spelen als veranderaar bij het promoten van antiracistische culturele waarden en ervaringen’, aldus de ‘diversity officer’ van de School of Cinematic Arts. De tentoonstelling zal worden verplaatst naar de bibliotheek.

Vlak na het opduiken van het gewraakte Playboy-interview bemoeide ook Donald Trump zich met de Wayne-controverse. De president noemde het ‘buitengewoon stompzinnig’ dat de Democraten in Californië de naam van John Wayne Airport willen veranderen en zijn standbeeld willen verwijderen.

Christchurch-dader verdedigt zichzelf tijdens proces, ontslaat advocaten

1

De Australische massamoordenaar Brenton Tarrant heeft zijn advocaten ontslagen. De vrees bestaat dat hij zijn verdediging zal gebruiken om nog meer haat te zaaien.

Tarrant zaaide op 15 maart 2019 dood en verderf in twee moskeeën. Er vielen 51 slachtoffers, waaronder ook vrouwen en kinderen.

Tarrant, geïnspireerd door de aanslag van Anders Breivik in 2011 op het Noorse eiland Utøya, verdedigde zijn misdaad in een manifest. De terrorist ziet zichzelf als een strijder voor de goede zaak, die de westerse wereld wil verlossen van islamitische ‘indringers’.

Ikhlaq Kashkari, hoofd van de Moslimvereniging van Nieuw-Zeeland, is niet blij met Tarrants besluit zijn advocaat te ontslaan.

‘O mijn God, wat is deze man van plan? Gaat hij dit (proces, red.) gebruiken als een platform om zijn opvattingen en gedachten te promoten?’, aldus Kashkari tegen het Franse persbureau AFP. ‘Veel mensen zijn nog steeds getraumatiseerd en dit (proces, red.) werd gezien als een van die momenten die hen helpt alles te verwerken. Ik hoop dat dit (proces, red) niet iets zal zijn dat juist meer pijn zal veroorzaken.’

Tarrant zal naar verwachting eind augustus worden veroordeeld. Hem hangt een levenslange gevangenis boven het hoofd.

De etnische Surinaamse veelzijdigheid ontbreekt in de Nederlandse media

44

Ook Suriname is getroffen door het coronavirus. Voor Surinamers in Nederland, die familieleden en vrienden in Suriname hebben, of gewoon van het land houden, is dit een hartverscheurende situatie. Daarom organiseerden Jörgen Raymann en Humberto Tan vorige week woensdag een benefietavond: ‘Nederland voor Suriname’. Een prachtig initiatief, natuurlijk. En ook een groot succes. Toch liet de uitzending een zure nasmaak achter.

De vraag die vrijwel elke migrant, of nazaat van migranten, voor zijn voeten geworpen krijgt, is: ‘Waar kom je vandaan?’ Sinds mijn kinderjaren is deze vraag regelmatig aan mij gesteld. Ik ben weliswaar in Nederland uit Surinaamse ouders geboren, maar gaf toch steevast als antwoord ‘Suriname’. Dat was nooit afdoende. Onverbiddelijk volgden reacties als ‘Maar je hebt geen kroeshaar’ of ‘Maar je ziet er niet uit als een Surinamer, waar kom je echt vandaan?’ Als kind gaf ik nog wel eens het antwoord ‘Eindhoven’ (mijn geboortestad), maar dat was natuurlijk ook niet het antwoord waar men naar zocht.

Het antwoord ‘Oorspronkelijk uit India’, bleek het juiste antwoord te zijn. Dan moest ik nog wel vaak uitleggen hoe ‘Indiërs’ in Suriname waren terecht gekomen en vervolgens in Nederland. Ik ondervond op deze manier al op zeer jonge leeftijd dat autochtone Nederlanders weinig wisten over Suriname. Al helemaal niets over het systeem van het contractarbeid, waarmee mensen uit India, Java en China naar Suriname werden gehaald. Ook leerde ik dat ik niet voldeed aan het beeld van ‘de’ Surinamer dat het gros van de Nederlandse bevolking heeft: Creools.

Lange tijd heb ik mij hieraan niet gestoord, omdat dit beeld ook bij mij aanwezig was. Pas toen ik bekend werd met het feit dat Hindostanen in Suriname geen minderheid zijn, en ook niet onder Surinamers in Nederland, realiseerde ik mij wat een vertekenend beeld dit is. Sinds de volkstelling van 1972 zijn Hindostanen de grootste etnische groep in Suriname, gevolgd door Creolen en Javanen.

Volgens schattingen van professor Chan Choenni leefden er in 2015 349.978 Surinamers in Nederland. 45 procent was Hindostaans, 40 procent Creools, 7 procent Javaans, 3 procent Marron, 3 procent Chinees en 2 procent onbekend/overig. We moeten natuurlijk wel rekening houden met een aantal onzekerheden, denk aan kinderen van gemengd ras. Maar de cijfers laten zien dat Hindostanen de grootste groep vormen.

Toch associëren autochtone Nederlanders Surinamers slechts met Creolen. Dit doet geen recht aan de andere bevolkingsgroepen. Laat dit beeld een erfenis zijn van de jaren zeventig en tachtig, toen Creoolse Surinamers zeer prominent in de Nederlandse media verschenen. Laat de Nederlandse media ook onwetend zijn geweest over de culturele pluriformiteit van Suriname.

Juist bij Creoolse Surinamers valt op hoezeer zij raciaal en etnisch zijn gebleven

Ondertussen zijn we veertig jaar verder. Maar in de media blijft het oude stereotype beeld dominant. Dat is geen onwetendheid meer. Dat riekt naar een kwalijke raciale focus. Je mag niet zeggen dat de Nederlandse media raciaal zijn en heersende beelden en etnische dominantie in stand houden. Maar na veertig jaar kunnen zij zich niet meer beroepen op het mantra ‘Wir haben es nicht gewusst’.

Deze raciale selectie wijst echter ook op iets anders. Nogal wat Creoolse Surinamers zijn doorgebroken in de media. Je zou denken: ‘Zij weten het beter, zij zijn in staat om de culturele pluriformiteit voor het voetlicht te brengen.’ Maar juist bij deze Surinamers valt op hoezeer zij raciaal en etnisch zijn gebleven.

Zo laat de benefietavond van 8 juli een bijna anderhalf uur durend schouwspel zien van Creoolse en autochtone Nederlandse studio- en tafelgasten en artiesten. Een enkele Hindostaan en Javaan mocht enkele seconden een oproep doen om te doneren. Het verschilt niet veel van Humberto’s talkshow RTL Late Night, waarin voornamelijk alleen autochtone Nederlanders aan tafel schoven, soms afgewisseld met Creolen. Slechts een enkele keer schoof een bekende Nederlander met een migratieachtergrond aan, zoals burgermeester Aboutaleb. Ook tijdens het BNR-radioprogramma Ask Me Anything van Jörgen Raymann gebeurt hetzelfde.

Deze mediamensen hebben altijd de mond vol over hoe trots ze zijn op de diversiteit in Suriname en dat Nederland daarvan veel kan leren. Maar ze laten zelf niets van deze diversiteit zien. Je kunt wel klagen – vaak ook terecht – wanneer je gediscrimineerd wordt. Maar het is schijnheilig als je tegelijkertijd niets doet om andere etnische groepen – die ondertussen deel zijn gaan uitmaken van de Nederlandse samenleving – erbij te betrekken.

Wat deze Bekende Nederlanders van kleur niet beseffen is dat hun eigen etnisch chauvinisme andere groepen op afstand zet. Een gemiste kans om een voortrekkersrol te spelen in het diverser maken van de Nederlandse media.