17.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 772

Marokko drukt online kritiek de kop in

0

Met een nieuwe golf van arrestaties perkt Marokko de vrijheid van meningsuiting in het land verder in. Rappers, journalisten, activisten en zelfs gewone tieners worden hard aangepakt voor hun uitlatingen op sociale media.

De arrestaties begonnen met die van rapper Gnawi (foto), eind vorig jaar. Nadat Mohamed Mounir (Gnawi’s echte naam) zijn nummer Leve het volk op YouTube zette, duurde het twee dagen voordat hij werd gearresteerd. In het lied rapt Gnawi samen met twee anderen over de ongelijkheid in Marokko en bekritiseert hij de overheid. Vorige maand werd Gnawi in hoger beroep veroordeeld tot een jaar celstraf voor het ‘beledigen van ambtenaren’.

Gnawi is niet de enige rapper die het slachtoffer werd van het strenge beleid rond de vrijheid van meningsuiting. In januari werd ook rapper Stalin (echte naam: Hamza Asbaar) in hoger beroep veroordeeld tot acht maanden celstraf. Ook Stalin rapt in zijn nummers over de Marokkaanse autoriteiten, de aanhoudende werkloosheid en de Rif-beweging, een protestbeweging in het noorden van Marokko.

‘Deze generatie is zich een stuk meer bewust van de ongelijkheid dan vorige generaties’

Gnawi en Stalin zijn slechts twee voorbeelden in een reeks van arrestaties. De Marokkaanse overheid neemt het wel vaker niet zo nauw met de vrijheid van meningsuiting. Maar opvallend aan de huidige situatie is dat jarenlang de online wereld jarenlang als een plek werd gezien waar Marokkanen – soms anoniem – vrij hun mening konden uiten.

Nu blijkt ook deze vrijplaats niet meer veilig te zijn. Niet alleen rappers en activisten worden opgepakt, maar zelfs schoolgaande jongeren.

Neem de 18-jarige Ayoub Mahfoud, die tot drie jaar celstraf werd veroordeeld voor het plaatsen van teksten van Gnawi’s nummer op Facebook. Met de tekst bekritiseerde Mahfoud de koning en daarmee werd de scholier een doelwit van het strenge beleid. Mahfoud wacht op dit moment zijn hoger beroep af, dat in maart begint.

Krijgt Marokko een nieuwe protestbeweging?       

Sociale media als uitlaatklep voor kritiek zijn een nieuw fenomeen. Toch zijn Marokkanen volgens socioloog Rachid Touhtou altijd al kritisch op hun overheid geweest. ‘Marokko kende ieder decennium opstanden, van de jaren zestig tot nu. Slechts de manier waarop Marokkanen hun ontevredenheid uiten is veranderd.’ In de afgelopen tien jaar ontstonden in Marokko meerdere protestbewegingen.

In 2011 zag de ‘20 Februari Beweging’ (Marokko’s ‘Arabische lente’) het levenslicht. Duizenden Marokkanen gingen de straat op om te protesteren tegen verkiezingsfraude, politieke censuur en de hoge werkloosheid. Vanwege de protesten werd een aantal grondwetsvoorzieningen doorgevoerd. Zo werd Amazigh (Berbers) als officiële taal opgenomen en nam de premier bepaalde taken van de koning over.

In 2016 begonnen de Hirak-protesten in het Rifgebied in het noorden van Marokko. De Riffijnse Marokkanen eisten onder andere een betere infrastructuur en voorzieningen, zoals ziekenhuizen en universiteiten. Inmiddels zijn deze protesten weer de kop ingedrukt.

Protesten door de 20 februari beweging in 2011 (Foto: Wikimedia Commons / Magharebia) en de Rif-beweging in 2017 (Foto: Associated Press / Abdeljalil Bounhar)

‘Slechts de manier waarop Marokkanen hun ontevredenheid uiten is veranderd’

De schrik die deze protesten opriepen bij de overheid is volgens Touhtou inmiddels weggeëbd. Volgens de socioloog is het regime weer even machtig als voorheen en voelt het zich daarom sterk genoeg om álle kritiek in de kiem te smoren. ‘We zitten nu in een fase van vernieuwing van het autoritaire recept.’

En bij een hervonden autoritaire macht hoort een nieuwe protestbeweging. ‘Deze generatie is zich – onder andere door globalisering – een stuk meer bewust van de ongelijkheid in het land dan vorige generaties’, zegt Touhtou. Daarnaast zijn Marokkanen sinds de 20 Februari Beweging minder bang om zich openlijk uit te spreken. En nu beginnen zij langzaam een front te vormen. Uiteindelijk kan dit leiden tot een hele nieuwe beweging.’

Niet alleen online, maar ook op straat lijkt zo’n nieuwe beweging meer vorm te krijgen. Afgelopen zondag gingen duizenden activisten de straat op in de stad Casablanca. Ze spraken zich uit tegen de ongelijkheid en eisten de vrijlating van alle activisten.

Internationale kritiek       

Mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch (HRW), Amnesty International en de Marokkaanse Associatie voor de Mensenrechten (AMDH) roepen de autoriteiten op de Marokkanen vrij te laten. ‘Het aantal Marokkanen dat sociale media gebruikt om hun mening te uiten, onder andere over de koning, neemt toe. En dat is hun goed recht’, zegt Ahmed Benchemsi van HRW.

Daarnaast spoort Amnesty International de autoriteiten aan om het strafwetboek aan te passen. ‘De autoriteiten moeten alle vervolgde personen vrijlaten die vastzitten voor het uitoefenen van hun recht op vrijheid van meningsuiting. En Marokko moet ophouden met het gebruiken van ouderwetse strafwetbepalingen die de vrijheid van meningsuiting strafbaar stellen’, zegt Heba Moyaref van Amnesty International.

Anders dan de mensenrechtenorganisaties hebben Europese landen Marokko nog niet ter verantwoording geroepen voor de aanhoudende trend van arrestaties. ‘Marokko is een belangrijke bondgenoot van de EU en de Verenigde Staten’, zegt socioloog Touhtou. ‘De Marokkaanse overheid weet heel goed hoe belangrijk zij is voor Europese landen en hoe ver zij kan gaan.’

‘We zitten nu in een fase van vernieuwing van het autoritaire recept’

Journalisten opnieuw doelwit

Net als rappers werden ook journalisten het afgelopen jaar gearresteerd en veroordeeld. Taoufik Bouachrine, hoofdredacteur van de krant Akhbar al Yaoum, kreeg eind 2018 twaalf jaar celstraf opgelegd voor seksueel wangedrag. Hajar Raissouni, een journaliste van dezelfde krant, werd vorige zomer samen met haar arts en verloofde gearresteerd.

Raissouni werd veroordeeld tot een jaar celstraf voor het hebben van seks buiten het huwelijk en het ondergaan van abortus. Activisten denken dat Raissouni eigenlijk werd gearresteerd vanwege haar werk als onafhankelijk journalist. Ze kreeg uiteindelijk gratie van de koning.

Een andere recente zaak is die van journalist Omar Radi. De journalist werd eind december opgepakt voor het plaatsen van een tweet over een rechter in het Rif-proces. ‘Ik had niet verwacht dat ik daarvoor gearresteerd zou worden’, vertelt Radi nu.

Radi plaatste het bericht acht maanden voordat hij werd opgepakt. Hij denkt daarom dat zijn arrestatie meer te maken had met opmerkingen die hij maakte tijdens een conferentie in Algerije, vlak voor zijn arrestatie. ‘Daar sprak ik over vriendjeskapitalisme en landonteigening in Marokko.’

De gevangengenomen journalist Omar Radi (Foto: Associated Press / Abdeljalil Bounhar)

‘Ik heb niets verkeerds gedaan. Het is de staat die de rechten en vrijheden schaadt’

De zaak van Radi kreeg veel aandacht in Marokko. Er werd een ‘solidariteitscomité’ opgesteld, dat sit-ins organiseerde voor het parlementsgebouw en de rechtbank in Rabat. Uiteindelijk werd Radi vrijgelaten – maar wel in afwachting van zijn proces, dat 5 maart begint.

‘Ik leef normaal en druk mezelf nog steeds op dezelfde manier uit’, zegt Radi. ‘Ik heb niets verkeerds gedaan. Het is de autoritaire staat die de rechten en vrijheden van zijn bevolking schaadt. We moeten daar tegen vechten.’

Fransman (73) aangeklaagd om ‘leksteken autobanden bij moslima’s’

0

Een 73-jarige man uit het Franse Straatsburg zal in juni berecht worden vanwege een wel héél opmerkelijke zaak: hij wordt verdacht van het lekmaken van de autobanden bij moslima’s.

De zaak is aanhangig gemaakt door de Organisatie tegen Islamofobie in Frankrijk (CCIF). CCIF is in 2003 opgericht en telt meer dan 12.000 leden.

Volgens CCIF richtte een oude man zich op tientallen vrouwen met een hoofddoek, die hun auto op de parkeerplaats van een winkelcentrum in Straatsburg hadden geparkeerd. De man vernielde de autobanden en liet vervolgens een briefje achter met de tekst ‘No hijab‘, aldus CCIF.

De verdachte, die 73 bleek te zijn, kon dankzij beveiligingscamera’s en ooggetuigen in de kraag gevat worden.

Straatsburg staat tegenwoordig bekend om haar ver-rechtse sympathieën. Bij de Europese verkiezingen van 2019 werd het radicaal-rechtse Rassemblement National van Marine le Pen de grootste partij in het departement Bas-Rhin, waarvan Straatsburg de hoofdstad is.

Het ultrarechtse medium Valeurs Actuelles stelde op 2 februari dat het bandensteekincident niet heeft plaatsgevonden. Het incident zou gefabriceerd zijn door CCIF om aandacht af te leiden van het 16-jarige Franse meisje Mila. Zij moest onderduiken nadat zij op social media de islam had bekritiseert.

Of Valeurs Actuelles gelijk heeft of onzin verkoopt, dat zal na 2 juni blijken. Op die datum wordt Jean-Pierre E. berecht voor ‘schade aan eigendommen, gepleegd vanwege het behoren tot een religie’.

Hongarije wijst kritiek op ‘nazificeren’ curriculum van de hand

0

‘De Holocaust vormt een verplicht deel van het Hongaarse onderwijs’, aldus de Hongaarse regering. De regering reageert hiermee op ophef over het schrappen van een boek van een Holocaust-overlevende uit het curriculum, terwijl daar boeken van notoire antisemieten aan zijn toegevoegd.

Eerder dit jaar werd bekend dat een boek van Holocaust-overlevende en Nobelprijswinnaar Imre Kertesz door de nationalistische Fidesz-regering van Viktor Orbán van de verplichte leeslijst werd geschrapt.

Kertesz werd in 1944 als tiener naar Auschwitz gedeporteerd. Onbepaald door het lot, zijn ironische, en aangrijpende roman hierover, verscheen in 1975. In 2002 kreeg hij hiervoor de Nobelprijs voor de Literatuur. Het kwam ook op de lijst van verplichte literatuur voor het voortgezet onderwijs.

Op het nieuwe nationale curriculum ontbreekt Onbepaald door het lot, hoewel de regering benadrukt dat het boek wel staat op de aanbevolen leeslijst.

Op de nieuwe verplichte leeslijst staan wel boeken uit de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw, die eerder niet op deze lijst stonden. Het zijn boeken van Ferenc Herczeg (1863-1954), Albert Wass (1908-1998) en József Nyiro (1889-1953), drie nationalistische auteurs. Hun romans handelen over het Hongarije van de vroege twintigste eeuw, toen Hongarije nog drie keer zo groot was als nu.

Vooral Wass en Nyiro zijn omstreden. Zij waren tijdens de Tweede Wereldoorlog nazi-sympathisanten. Bovendien steunden zij de Pijlkruisers, Hongaarse collaborateurs die medeverantwoordelijk waren voor het deporteren van de Hongaarse Joden naar Auschwitz.

Wass en Nyiro vluchtten na de oorlog naar het buitenland. Ze werden door Hongarije bij verstek ter dood veroordeeld.

In Hongarije is er protest tegen het schrappen van Kertesz van de lijst en het opnemen van de drie nationalistische auteurs in het nieuwe curriculum. Niet alleen vanwege hun extremistische standpunten, maar ook omdat ze matige schrijvers zouden zijn.

Een groep van zo’n vijftig hoogleraren heeft twee weken geleden een open brief geschreven. Een online petitie van docenten is nu meer dan 15.000 keer ondertekend. De Hongaarse regering voelt zich nu genoodzaakt om te reageren.

‘Het is nogal een claim om te beweren da we op de een of andere manier het werk van Imre Kertesz zouden willen verbergen’, zegt de regering bij monde van een woordvoerder. De regering heeft namelijk een apart instituut opgestart om de erfenis van Kertesz te bewaken.

De boeken van nazi-sympathisanten Wass en Nyiro zijn volgens de regering niet voor niets toegevoegd aan de verplichte leeslijst: ‘Het gaat over het begrijpen van onze nationale erfenis’. Deze auteurs schreven over een periode ‘die in het grootste deel van de twintigste eeuw niet eens besproken mocht worden – laat staan op school.’

De regering besluit: ‘Hongarije is uitgegroeid tot één van Israëls fanatiekste supporters en de overheid heeft een zero tolerance-beleid rond antisemitisme.’ Critici merken echter op dat Orbán, vanwege de felle campagne die hij voert tegen de Joodse, Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros, het antisemitisme in eigen land bevordert.

Vorig jaar kwam Hongarije ook al negatief in het nieuws wat betreft de omgang met het eigen oorlogsverleden. Joodse organisaties en historici zijn sceptisch over het nieuwe Holocaustmuseum in de Hongaarse hoofdstad Boedapest, dat de Hongaarse rol in de Holocaust zou willen witwassen.

‘Fascistische drek’: #ikbenblank populair op Twitter

1

Afgelopen weekend was de hashtag #ikbenblank ‘trending’ op Twitter in Nederland. Twitteraars wilden met deze hashtag protesteren tegen het gebruik van het woord ‘wit’.

Aanleiding van de commotie was een brief die de anonieme PVV-twitteraar ‘Beppie’ stuurde naar RTL Nieuws. Daarin hekelde ze Amerika-correspondent Erik Mouthaan, die liever het woord ‘wit’ gebruikt in plaats van ‘blank’.

RTL Nieuws antwoordde dat het woord ‘wit’ neutraler is dan het woord ‘blank’, ook omdat ‘wit’ het tegenovergestelde is van ‘zwart’. Dit antwoord schoten ‘Beppie’ en mede-twitteraar ‘Sas’ in het verkeerde keelgat.


Sas wilde de hashtag #ikbenblank populair maken. Dit lukte. Maar bij andere twitteraars leidde de hashtag tot de nodige ophef. Zo twitterde Volkskrant-columnist Harriet Duurvoort zaterdagavond boos:

Duurvoort kreeg op haar beurt boze reacties van boze ‘blanke’ twitteraars, zoals van de controversiële journalist Joost Niemöller. Hij is mede-initiatiefnemer van de rechtse omroep in spé Ongehoord Nederland.


Naast Niemöller vielen nog honderden twitteraars Duurvoort aan. Zondagochtend trok zij haar conclusies:

Het feit dat #ikbenblank zo populair was zorgde bij wel meer twitteraars voor gefronste wenkbrauwen.

‘Cultuuroorlog’? It’s the economy, stupid!

3

Onlangs sloegen de woningcorporaties alarm: de ‘achterstandswijken’ dreigen ‘terug te keren’ met opstapelende problemen van langdurige werkloosheid, psychiatrische patiënten en drugsverslaafden in sociale huurwoningen en nog meer ellende, zoals schulden, voor de have-nots van deze maatschappij.

‘Terug te keren’ – van nooit echt weggeweest, was mijn eerste reactie toen ik de berichtgeving hierover zag voorbijkomen. Hoewel ik in mijn vorige column – over de stadspasfiets van de Gemeente Amsterdam – de armoede relativeerde met zelfspot, draait het natuurlijk om een bloedserieuze situatie die niet gisteren is begonnen.

Dat de armen armer worden en de rijken rijker heeft alles te maken met de afbraak van onze verzorgingsstaat. Die begon al in de jaren tachtig en negentig, toen de PvdA zich ontdeed van haar ideologische veren. Bijna alle kabinetten daarna hebben een strikte bezuinigingsagenda doorgevoerd, met Rutte I, II en III als climax.

De laagste inkomens, waaronder ook werkende armen, houden al jaren simpelweg steeds minder over. Dat wil zeggen: als ze alle stijgende vaste lasten al hebben kunnen betalen, zoals huur, zorgverzekering, de energierekening, belasting – noem allemaal maar op. Alles wordt duurder. Dit, terwijl het zeer moeilijk is om aan een vaste baan te komen of opdrachten binnen te halen als sappelende zzp’er.

Tja, wat doe je dan? Op een houtje bijten, bij je ouders wonen, geen gezin beginnen, de ‘buitenlanders’ de schuld geven op sociale media, enzovoorts. Vooral dat laatste is iets dat ons als land opbreekt.

Er wordt in toenemende mate niet gewezen naar het strenge bezuinigingsbeleid van de afgelopen kabinetten, bijvoorbeeld in de cultuursector, de participatiewet of het omroepenstelsel. Nee, xenofobe elites hebben het over profiterende migranten en vluchtelingen. We zijn gekke Henkie toch niet om Ahmed en Fatima’s uitkering voor de komende twintig jaar te subsidiëren?!

Ook in het gebruik van stereotyperende termen als ‘achterstandswijk’, ‘kwetsbare buurt’ of ‘zwakke buurt’ zie je dit soort nationalistische frames terugkomen. Alleen bij buurten waar veel migranten wonen worden deze termen gebruikt. Wanneer het om autochtone wijken gaat, met exact dezelfde lage inkomensproblematiek, praat men in nostalgische termen als ‘volksbuurten’, of gewoon ‘arbeiderswijken’ en ‘woonwijken’. Zo wordt armoede, bewust of onbewust, onderdeel van de ‘cultuuroorlog’ tussen ‘ons’ en ‘hunnie’.

En om het allemaal nog benauwder te maken: armoede wordt structureel doorgegeven

Maar nogmaals: armoede treft ons allemaal. En het is ontzettend vernederend om armoedig door het leven te gaan, dat je naar woorden moet happen wanneer iemand vraagt: ‘Wat doe jij dan?’ Niks. Helemaal niks. Mensen zonderen zich juist af, om anderen – en zichzelf – maar niet te confronteren met hun shitbestaan.

Ik kan me nog goed herinneren hoe mijn broer en ik lege flessen van de buren hadden gejat voor statiegeld. Toen mijn vader daarachter kwam, gaf hij mijn broer een klap en moest hij de flessen weer inleveren. ‘Geef ik jullie geen geld ofzo, dat je je oog laat vallen op andermans spullen?’, zij hij nog.

Natuurlijk gaf hij geld, maar wat kun je van een failliete kip verwachten? We gingen om de vier of vijf jaar op vakantie. Het geld van zijn uitkering was niet genoeg om bijvoorbeeld naar de McDonalds te gaan met drie jonge kinderen.

En om het allemaal nog benauwder te maken: armoede wordt structureel doorgegeven. Kinderen van wie de ouders werkloos thuiszitten hebben veel meer kans om zelf ook zo te eindigen. Ik kan uit ervaring spreken. Met veel pijn en moeite heb ik me enigszins kunnen ontworstelen, maar hoe zit het met de jongere generaties die geen studiefinanciering meer kunnen aanvragen?

Eén ding is zeker. Op Mark Rutte hoeven zij in ieder geval niet te rekenen.

Amerikaanse presidentskandidaat Bloomberg onder vuur om ‘islamofobie’

0

De Democratische presidentskandidaat Michael Bloomberg ligt zwaar onder vuur. Als burgemeester van New York (2002-2013) was hij verantwoordelijk voor het optreden van de politie, die veel moskeeën en islamitische centra in de stad na 9/11 onder surveillance had geplaatst.

De linkse activist Sarah Pearson begon vorig jaar de campagne #AskBloomberg tegen Bloomberg om hem met zijn ‘islamofobe’ beleid te confronteren. In december antwoordde Bloomberg, bij de aftrap van zijn campagne in Milwaukee (Wisconsin): ‘De politie ging alleen naar binnen wanneer de moskee, wanneer de imam, ons vroeg om naar binnen te gaan.’

Volgens Pearson is dit een klinkklare leugen. Een onderzoek van het internationale persbureau Associated Press in 2011 toonde aan dat de politie van New York moskeeën en islamitische centra in de stad nauwkeurig in kaart had gebracht, gesprekken afluisterde, surveillerde in buurten en informanten inzette die preken monitorde. Associated Press won voor dit onderzoek de prestigieuze Pulitzerprijs.

De roep dat Bloomberg zijn excuses moet aanbieden voor deze episode uit zijn tijd als burgemeester van New York klinkt steeds luider, schrijft al Jazeera.

Ook moet Bloomberg volgens critici excuses maken voor enkele controversiële uitlatingen die hij in het verleden heeft gedaan. Vorige week dook een audio-opname uit 2015 op, waarin Bloomberg zei dat je de politie moest sturen naar die plekken ‘waar de misdaad is – daarmee bedoel ik buurten waar minderheden wonen’,

Activiste Sarah Pearson, die het balletje aan het rollen heeft gebracht, is van Japans-Amerikaanse afkomst. Haar familie werd in de Tweede Wereldoorlog, na de Japanse aanval op Pearl Harbor, geïnterneerd, net als duizenden andere Japanse Amerikanen. Ze zegt dat deze familiegeschiedenis haar motiveert om op te komen voor de rechten van Amerikaanse moslims.

Chinese restaurants: minder bezoekers, maar meer racistische grappen aan tafel

1

Uit een steekproef van RTV Rijnmond blijkt dat veel Chinese restaurants de uitbraak van het Coronavirus in hun portemonnee voelen. Er komen minder klanten. Wel worden er meer racistische grappen aan tafel gemaakt.

Normaal is het wel rustig in Chinese restaurants in de maanden januari en februari. Maar zo rustig als nu heeft de eigenaresse van een restaurant in Ridderkerk het nog niet eerder meegemaakt, vertelt ze aan RTV Rijnmond. ‘We krijgen ook bezorgde klanten die bellen om te vragen of onze kok in China is geweest.’

De uitbraak van het Coronavirus in China leidt niet alleen tot minder klanten, maar ook tot meer racisme. Een medewerker van een Chinees restaurant in Schiedam is op straat uitgescholden voor ‘kut-Chinees’, in een restaurant in Rotterdam werd plotseling ‘corona’ geroepen en een kok uit Vlaardingen kan niet normaal op de tram stappen: als hij dit doet, dan gaat iedereen achterin zitten.

Een ondernemer uit Rotterdam-Zuid, met veel vaste klanten, krijgt juist veel medeleven. ‘Ze vragen of er mensen uit onze familie getroffen zijn door het coronavirus. Wij bestaan al meer dan 35 jaar en hebben veel vaste klanten die met ons begaan zijn.’

Regering Marokko boos op SP-Kamerleden om Rif-rapport: ‘Onacceptabel’

2

Marokkko heeft uitgehaald naar het Nederlandse parlement, in het bijzonder naar SP-leider Lilian Marijnissen en haar fractiegenoot Sadet Karabulut. De reden: de twee SP’ers publiceerden een kritisch rapport over Marokko’s omgang met de Rif.

In hun rapport Rif en rechtvaardigheid worden het neerslaan van de Rif-beweging door de Marokkaanse overheid, de processen tegen de Rif-leiders en martelingen veroordeeld. Ook schrijven Marijnissen en Karabulut dat ontwikkelingshulp voor Marokko naar de bevolking van het land moet gaan en niet moet belanden in de zakken van de machthebbers.

Maar volgens Marokko bemoeien de Nederlanders zich met ‘interne aangelegenheden’ van Marokko. ‘Dit is onacceptabel’, aldus de Marokkaanse regeringswoordvoerder Hassan Abyaba (foto). ‘We zijn een soevereine staat. We weigeren partijen naar Marokko te laten komen om interne rapporten te schrijven en ons op die manier onder druk te zetten.’

Het rapport volgde op een bezoek van Lilian Marijnissen en Sadet Karabulut aan de Rif, eerder dit jaar. Daarbij bezochten ze ook de ouders van Rif-leider Nasser Zefzafi (foto). Zefzafi zit in Marokko een gevangenisstraf van twintig jaar uit vanwege zijn rol in de volksopstand van de Rif. Hij geldt als hét gezicht van de anti-overheidsprotesten in de Rif.

Deze zogenoemde Hirak-protesten barstten in 2016 los en waren gericht op een verbetering van de leefomstandigheden van de Riffijnen. De Rif is een gebied dat door Marokko wordt achtergesteld, zegt de Hirak-beweging. De Rif-protesten zijn inmiddels grotendeels de kop ingedrukt. Hetzelfde geldt voor de vrije verslaggeving hierover.

Nederland was bij monde van buitenlandminister Stef Blok eerder al kritisch over de hoogte van de celstraffen voor Rif-activisten. Ook vroeg Blok Marokkaans-Nederlandse Rif-activisten om, eenmaal in de Rif, waakzaam te zijn omdat Marokko hen net zo kan behandelen.

In 2018 zei de Marokkaanse buitenlandminister Nasser Bourita dat hij de Nederlandse ambassadeur vanwege Bloks uitspraken had ontboden. Bourita zei later daarover:

‘Ik had duidelijk gemaakt dat de Hirak-beweging in de Rif een interne aangelegenheid is en niet het onderwerp kan zijn van diplomatieke gesprekken. Als we de beslissingen van de Nederlandse rechtbanken respecteren, dan moeten ze ook de onze respecteren.’

Een parlementaire eendentest

2

De ‘Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen’ is klaar met haar openbare verhoren. ‘Gedurende twee weken vinden er openbare verhoren van deskundigen en getuigen plaats. De opgeroepenen zijn verplicht te verschijnen en staan onder ede’, schrijft de commissiewebsite.

Maar wanneer ik op de lange verhoren terugblik, blijft van de bedoelde ‘deskundigen- of getuigenverhoor’ weinig over. De vorm en de inhoud van de vragen creëerden een enorm grimmige sfeer. Sommige ondervraagden werden behandeld als criminelen die door de rechter aan de tand worden gevoeld.

Neem bijvoorbeeld de vragen die werden gesteld aan Jacob van der Blom, de voorzitter van de Blauwe Moskee in Amsterdam. Het kost weinig moeite om te zien dat het wantrouwen van die vragen afspatte. Veelzeggend is dat Van der Blom keer op keer in de rede werd gevallen door onder andere VVD-kamerlid Aukje de Vries.

Als laatstgenoemde vraagt naar het contant geld dat bezoekers traditiegetrouw in de collectebus van moskeeën stoppen, reageert Van der Blom met de terechte opmerking dat de verhoren behoren te gaan over internationale financiering. Van die opmerking was mevrouw De Vries niet zo gediend. ‘Ik stel hier de vragen.’ Ik vind het bizar dat parlementsleden in een beschaafd land als Nederland op deze manier omgaan met onze burgers.

Zoals ik het zie, heeft de ondervragingscommissie zich merendeels gebaseerd op uitspraken van voormalig MIVD’er Ronald Sandee. Volgens hem heeft de Moslimbroederschap de term ‘islamofobie’ in de media gehouden. Daarnaast zou de Moslimbroederschap de Blauwe Moskee in Amsterdam in handen hebben, geld ontvangen uit Qatar en Turkije en zou het de sharia in Nederland willen invoeren. Het zijn harde beschuldigingen, maar bewijs heeft Sandee niet.

Al deze ongefundeerde beschuldigingen werden door hem verdedigd met de zogeheten ‘eendentest’: ‘Als iets eruitziet als een eend, zwemt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk een eend.’ Maar zo werkt dit natuurlijk niet.

In een rechtsstaat hanteren we geen eendentest, maar de wet. De handhaving hiervan geschiedt door de aangewezen instanties, waaronder onze veiligheidsdiensten en het OM. Die taak ligt staatsrechtelijk bekeken niet op het bordje van het parlement – en al helemaal niet op die van de heer Sandee.

De strafrechtelijke onschuldpresumptie brengt met zich dat eenieder onschuldig wordt geacht en alleen gestraft kan worden als een strafbaar feit wettig en overtuigend is bewezen. Het behoeft geen betoog dat een eendentest niet volstaat. Het ongecontroleerd rondslingeren van ongefundeerde beschuldigingen past daarom niet in Nederland. In woorden van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb: kom met bewijzen’.

Meer in Koranische termen: ‘Wanneer een losbandige met een mededeling tot jullie komt, zorg dan dat jullie duidelijke inlichtingen inwinnen, opdat jullie niet in onwetendheid mensen treffen en wroeging krijgen over wat jullie gedaan hebben.’ (Koran 49:6)

Ook binnen de moslimgemeenschap werden de verhoren als vernederend en discriminerend ervaren. ‘Vernederende week voor moslims in Nederland’, kopte een vlog van de bekende YouTuber Salaheddine.  ‘Kijk hoe deze islamitische bestuurder ondervraagd wordt door die domme PVV’er’, reageerde een Facebookgebruiker. Verder zag ik allerlei reacties voorbijkomen waarin ontevredenheid en boosheid over deze onverkwikkelijke gang van zaken de boventoon voerden.

In een rechtsstaat hanteren we geen eendentest, maar de wet

Van der Blom blikte, een dag na zijn verhoor, terug met de volgende woorden: ‘Heel mooi om te zien hoeveel mensen vandaag – tijdens het vrijdaggebed – speciaal naar de moskee zijn gekomen naar aanleiding van de belachelijke ondervraging gisteren. De reacties waren unaniem geschokt over de vorm en inhoud van de ondervraging, en allemaal strijdbaar.’

Tevens onderschrijf ik de zorgen van Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR), die vreest dat door deze parlementaire ondervragingscommissie het maatschappelijk debat en het parlementaire debat na de presentatie van het eindrapport verharden, waardoor de tegenstellingen en de polarisatie in onze samenleving worden vergroot. Zelf had ik het niet beter kunnen verwoorden.

Bovendien vrees ik dat jongeren hierdoor juist vatbaarder zullen worden voor extremistische ideeën. Radicale predikers praten jongeren aldoor aan dat ze niet welkom zijn in Nederland en dat de overheid maar één doel voor ogen heeft: het bestrijden van de islam en het loslaten van het geloof door moslims.

Wel ben ik vanzelfsprekend voorstander van meer transparantie en duidelijkheid binnen moskeeorganisaties. Daar heeft iedereen baat bij. Ongewenste invloeden uit het buitenland willen moslims simpelweg ook niet. Wij zijn geen kudde zonder geweten, maar mensen met een zuiver verstand.

Ik – en velen met mij –  zijn de mening toegedaan dat een gedwongen maatregel niet de juiste oplossing is en ook niet kan zijn. Er zal een professionaliseringsslag moeten plaatsvinden, ook binnen moskeeorganisaties.

Bevorder daarom het zelfreinigend vermogen van de moskeeën en creëer succesvolle samenwerkingen met andere religieuze instellingen en de (lokale) overheid. Dat schept meer vertrouwen en stelt de gemeenschappen in staat om weerbaarder te worden tegen radicale ideeën. Daarbij zie ik het als een taak van de moslimgemeenschap om een visie te ontwikkelen en voor onszelf te bepalen wat wel en niet wenselijk is – mits dat binnen de wettelijke kaders plaatsvindt.

In die context ontkomen we niet aan de erkenning dat er ideologieën worden verspreid die, op zijn zachtst gezegd, schadelijk zijn voor Nederland en zijn moslims. Zo werden fatwa’s uitgebracht waarbij het moslims werd afgeraden om te stemmen en het studenten werd afgeraden om rechter of advocaat te worden.

Ook uitspraken als ‘Je mag niet bevriend zijn met een ongelovige’ of ‘Dit is niet jouw land’ zijn zorgelijk en mogen wat mij betreft niet op de Nederlandse bodem belanden. Als dat wel gebeurt, dan dienen we dat als gemeenschap te bestrijden.

Ook roep ik moslims op om niet naar andere geloofsgemeenschappen te wijzen. Als ons als moslimgemeenschap iets treft wat we niet wenselijk of rechtvaardig vinden, dan zouden we dat ook niet voor anderen willen. Onderstaande vers vind ik daarom erg toepasselijk:

‘Jullie die geloven! Weest standvastig voor God als getuigen van de rechtvaardigheid. En laat de afkeer van bepaalde mensen jullie er niet toe brengen niet rechtvaardig te zijn. Weest rechtvaardig, dat is dichter bij godvrezendheid. En vreest God. God is welingelicht over wat jullie doen.’ (Koran 5:8)

Moge Allah ons allen in staat stellen om de broederschap te versterken en de saamhorigheid te realiseren. Moge Allah Nederland beschermen tegen alle kwade bedoelingen.

Bestuurslid Diyanet-gelieerde moskeekoepel: ‘Spionage had niet moeten gebeuren’

0

Vanmiddag verscheen secretaris Murat Türkmen van moskeekoepel Islamitische Stichting Nederland (ISN) voor de ‘Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen’. Het was het laatste uit een reeks verhoren met experts en moskeebestuurders, die twee weken duurde.

Bij deze Turks-Nederlandse koepelorganisatie zijn bijna 150 moskeeën aangesloten. ISN is de Nederlandse dochterorganisatie van het Turkse presidium voor Godsdienstzaken: Diyanet.

Ondervragers Gert-Jan Segers (ChristenUnie) en Niels van den Berge (GroenLinks) trapten het verhoor af met een pittige vraag. Is ISN vanwege haar band met Turkije en de constructie van door Diyanet gestuurde imams niet een politiek instrument? ‘ISN begeeft zich niet op politiek terrein’, verdedigde Türkmen zich.

De commissie wilde ook weten of de Diyanet-imams in Nederland verantwoording af moeten leggen aan Turkije. Deze verantwoording zou dan moeten gebeuren aan de Turkse attaché voor Godsdienstzaken, een Turkse diplomaat die gevestigd is in Rotterdam. ‘Ik zou de relatie tussen de attaché en de imams niet helemaal zeker weten’, antwoordde Türkmen.

GroenLinks-Kamerlid Van den Berge wees op het Diyanet-onderzoek door de Kanttekening, dat gisteren uitkwam. In ons onderzoek stelt een voormalig Diyanet-imam uit Duitsland dat het consulaat in Duitsland politieke zaken met hem besprak. Van den Berge wilde weten of dit soort praktijken ook in Nederland voorkomen.

‘In Nederland gebeurt dat niet’, was Türkmens reactie. Maar: ‘Ze kunnen wel eens opgeroepen worden door de [Turkse] attaché [voor Godsdienstzaken]’, liet hij doorschemeren. Van den Berge vroeg of het in die gesprekken over politiek gaat. Dat kon Türkmen niet uitsluiten.

Ook kreeg de ISN-secretaris de vraag waarom de moskeeën die bij zijn stichting zijn aangesloten niet imams uit Nederland aanneemt. ‘Wij hebben geen andere keuze’, verdedigde Türkmen zich. ‘Als hier een imamopleiding zou zijn, dan hadden we misschien geen beroep gedaan op imams uit Ankara.’

De commissie confronteerde Türkmen met het feit dat Diyanet nooit actief heeft meegedaan aan het opzetten van zo’n opleiding. Hij deed daarop een geste: ‘Wij zijn bereid om hier een imamopleiding te houden.’ Wetenschappers Ahmet Erdi Öztürk en Semiha Sözeri concludeerden in 2018 nog dat ISN vanwege de band met Turkije uit alle Nederlandse initiatieven voor een imam-opleiding is gebleven.

De commissie behandelde ook het heikele punt van de lijst met vermeende Turks-Nederlandse Gülen-sympathisanten, die door toenmalig ISN-voorzitter Yusuf Acar in 2016 richting Ankara werd gestuurd. Türkmen zei hierop dat ISN hier niets te verwijten valt.

Türkmen: ‘Acar was op dat moment voorzitter van ISN, maar hij heeft dit op persoonlijke titel gedaan, als Turks attaché voor Godsdienstzaken’, verwijzend naar de dubbelfunctie die Acar toen vervulde. Ook meldde Türkmen dat Acar die lijst van internet had geplukt.

Gert-Jan Segers (ChristenUnie) haalde deze lijst boven tafel. Hij liet hem richting Türkmen gaan. Die bekeek de lijst aandachtig en liet zich ontglippen dat hij de namen ‘helemaal bovenaan’ nog nooit gezien had.

Dit komt overeen met de bevindingen van het Kanttekeningonderzoek, waarin we vaststelden dat er ook namen op de lijst voorkomen die Acar onmogelijk van internet kan hebben gehaald. In Acars namenlijst, die de Kanttekening in bezit heeft, staan deze namen – zoals Türkmen al aangaf – inderdaad helemaal bovenaan.

‘Dit had niet moeten gebeuren’, zei Türkmen. ‘Elke vorm van spionage keur ik totaal af.’ Hij gaf aan dat als een Diyanet-imam in Nederland zich aan zulke praktijken zou bezondigen, hij die ‘met het eerste vliegtuig terug’ naar Turkije sturen.

De commissie was dan ook benieuwd welke maatregelen ISN heeft genomen om te voorkomen dat dit soort spionage-handelingen in de toekomst nog gaan gebeuren. Türkmen antwoordde dat het ISN-bestuur geen leden meer heeft met een diplomatieke functie, zoals bij Acar nog wel het geval was. En: ‘Onze huidige voorzitter kan niet in zijn eentje iets de deur uitgooien.’

Over die voorzitter, Muhlis Koc, had de commissie nog een harde noot te kraken. Koc is immers ook Diyanet-imam in de Haagse Mescidi Aksa-moskee – en dus formeel ambtenaar van de Turkse staat. Kan Turkije niet via Koc overgaan tot de ‘ongewenste beïnvloeding’ waar de commissie naar op zoek is? Nee, was het antwoord van Türkmen: ook Koc heeft geen diplomatieke functie, maar een religieuze.

De commissie verwees ook naar een overheidsrapport uit 2017 dat rept over aanwijzingen voor een informeel bestuur dat vanuit Ankara de koers van ISN bewaakt. Türkmen ontkende en beriep zich op gegevens van de Kamer van Koophandel. De commissie refereerde verder niet meer naar het overheidsrapport, dat stelde dat dit gevreesde ‘informele bestuur’ ook niet in de Kamer van Koophandel te vinden is.

Eerder die dag werd hoogleraar en Turkije-expert Erik-Jan Zürcher verhoord door de commissie. Hij verhaalde onder meer over vijandigheid vanuit Diyanet richting Gülen-sympathisanten en de PKK, evenals over Turks nationalisme dat door Diyanet-imams wordt gepredikt.

De commissie vroeg Türkmen of zo’n Turks-nationalistisch narratief ook in ISN-moskeeën wordt verkondigd. ‘Dat kan ik me niet voorstellen’, aldus Türkmen. ‘Dan zouden er klachten komen.’

Of imams loyaal moeten zijn aan Turkije of Nederland, daar wilde Türkmen geen op antwoord op geven.

De parlementaire onderzoekscommissie verwacht eind april een rapport af te hebben. In dat rapport zal zij al dan niet de conclusie trekken dat er, in het geval van ISN, sprake is van ongewenste invloed uit Turkije.

Ondertussen lijkt het erop dat de Franse president Emmanuel Macron zijn conclusies over Diyanet al heeft getrokken. Turkse media melden namelijk dat de Franse regering de bankrekeningen van Diyanet in Frankrijk heeft afgesloten. Eerder deze week zei Macron al een einde te willen maken aan het systeem van door Turkije uitgezonden imams.