14.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 478

Franse moslims stemden massaal op radicaal-linkse Mélenchon

0

Franse moslims stemden in de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen massaal op de radicaal-linkse Jean-Luc Mélenchon. Dat blijkt uit een peiling in opdracht van het Franse medium la Croix.

Mélenchon, die met 22 procent van de stemmen net niet de tweede ronde haalde, trok 69 procent van de islamitische stemmen.

De tweestrijd zal gaan tussen zittend president Emmanuel Macron, die in de eerste rond 27,8 procent van de stemmen kreeg, en de radicaal-rechtse politica Marine Le Pen, (23,1 procent).

Le Pen is voor het overgrote deel van de moslims geen optie. Zij kreeg 7 procent van de islamitische stemmen. Ook Emmanuel Macron kreeg maar weinig islamitische stemmers: 14 procent.

Macron is onder moslims niet erg geliefd vanwege zijn strijd tegen ‘islamitisch seperatisme’, waarbij hij neit schroomt om ‘radicale’ moskeeen en organisaties te sluiten. Hoewel de president zegt de radicale islam te bestrijden, zien veel moslims de strijd van Macron als een strijd tegen de islam.

Ook in Utrecht mag Pegida geen barbecue organiseren voor de moskee

0

Anti-islambeweging Pegida van Edwin Wagensveld mag geen varkensbarbecue organiseren voor de Utrechtse Ulu-moskee, meldt AD Utrecht. Burgemeester Sharon Dijksma is bang voor ‘wanordelijkheden’. Eerder deze maand werden geplande barbecues in Schiedam en Eindhoven verboden.

Pegida wilde donderdag een demonstratie in Utrecht organiseren op het plein bij de Ulu-moskee en daar stukjes varkensvlees op de barbecue gooien. Denk vroeg Dijksma de demonstratie te verbieden, omdat Pegida de openbare orde zou willen verstoren en de moslimgemeenschap beledigen. ‘In Utrecht is geen plek voor haat.’

In het verleden hebben demonstraties van Pegida in Utrecht tot escalaties geleid. In 2019 pleegden tegendemonstranten een groot aantal vernielingen in de wijk Zuilen. Een jaar later werd een demonstratie van Pegida bij de moskee afgebroken omdat er stenen werden gegooid naar Pegida-aanhangers.

De Utrechtse burgemeester Dijksma kijkt of Pegida op een andere plek kan demonstreren. Maar Pegida-voorman Edwin Wagensveld heeft daar geen trek in.

‘Bij een Sinterklaasintocht mag gedemonstreerd worden tegen Zwarte Piet. Waarom zouden wij dan niet bij een moskee mogen verzamelen? Iedereen heeft een grote mond over Rusland, dat mensen daar niet mogen demonstreren. Die kant gaan wij ook op.’

Op Facebook schrijft Pegida dat de organisatie zich heeft aangemeld voor twaalf demonstraties in steden en dorpen in Nederland, in de periode van 5 tot en met 16 april.

De demonstratie vanavond in Amsterdam bij de El Tawheed-moskee gaat volgens de organisatie wel ‘gewoon’ door. De partij Denk had burgemeester Femke Halsema om een verbod gevraagd.

‘Opgroeien als Jemeniet in Saoedi-Arabië, niemand geeft dan om je’

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Moussa*(31). Hoewel hij geboren en getogen is in Saoedi-Arabië, kreeg hij vanwege zijn Jemenitische ouders niet de Saoedische nationaliteit. Nadat in Jemen de oorlog uitbrak, dreigden hij en zijn familie daarheen gedeporteerd te worden.

Als tiener droomde de Jemenitische Moussa van een carrière als professioneel bokser. Volgens zijn trainer had hij er het talent voor. ‘Hij zei dat hij mij graag onder zijn hoede wilde nemen om mij klaar te stomen voor grote competities. Maar toen ontdekte hij dat ik niet de Saoedische, maar de Jemenitische nationaliteit had. Om die reden trok hij zijn aanbod in’, vertelt hij. ‘Op dat moment wist ik dat ik ‘anders’ was. Ik werd toen voor het eerst geconfronteerd met de beperkingen die de Saoedische regering oplegt aan mensen met mijn achtergrond.’

Wat veel mensen niet weten, is dat Saoedi-Arabië je niet automatisch de Saoedische nationaliteit verleent als je in het land geboren bent. ‘Dat is het verschil tussen jou en mij, zeg ik dan wanneer ik Nederlanders mijn levensverhaal vertel. Als ik bijvoorbeeld in Nederland vader zou worden, dan kan ik een proces starten om mijn kind de Nederlandse nationaliteit te geven. Maar dat geldt niet in landen als Saoedi-Arabië, en zeker niet wanneer je ouders in Jemen zijn geboren. Je krijgt dan geheid te maken met discriminatie, niemand geeft om je.’

Vanwege zijn Jemenitisch paspoort kreeg Moussa in Saoedi-Arabië ook geen toegang tot de universiteit. Hij besloot daarom naar de Filipijnen te reizen om een universitaire opleiding te volgen tot netwerkbeveiligingsingenieur. ‘Ik wilde altijd al naar de Filipijnen, dus lag het voor de hand voor mij om erheen te gaan en te studeren. Het was vergeleken met andere landen vrij gemakkelijk voor mij om een studentenvisum aan te vragen voor de Filipijnen – en zo geschiedde’, zegt Moussa. ‘In 2017 behaalde ik mijn diploma, en reisde ik terug naar Saoedi-Arabië omdat mijn studentenvisum was verlopen.’

De oorlog in Jemen was al drie jaar aan de gang op het moment dat Moussa terugkeerde. Voor Jemenieten werd het bijna onmogelijk gemaakt om in Saoedi-Arabië te blijven leven, vertelt hij.

‘De Saoedische regering legde ons zelfs nog meer beperkingen op. Studenten met een Jemenitisch paspoort mochten al niet aan een universiteit studeren, maar toen de oorlog in Jemen begon, mochten we ook niet meer werken. Zelfs met een universitair diploma op zak kon ik in Saoedi-Arabië niet aan werk komen.’

Uiteindelijk besloot Moussa om zijn vader te helpen die als automonteur in een garage werkt. ‘Dat soort werk mochten Jemenieten wel blijven doen, omdat het ‘vies’ werk is en Arabische mensen dat niet wilden doen vanwege de hitte.’

Moussa wist dat hij niet langer in Saoedi-Arabië kon blijven. Toch bleef hij voor zijn familie. ‘Mijn vader werd rond die tijd ernstig ziek. Hij had al langer last van hartfalen, en dat speelde weer op. We brachten hem naar het ziekenhuis, en daar ontdekten ze dat hij kanker had. Het was een verschrikkelijke tijd voor mij en mijn familie.’

Vanwege de beperkingen die de Saoedische regering oplegde, werden de ziekenhuiskosten maar deels vergoed. Een groot deel van de behandelingen die zijn vader moest ondergaan, moest hij uit eigen zak betalen. Daardoor besloot hij in samenspraak met zijn vader om Saoedi-Arabië te verlaten op zoek naar werk.

‘Ik deed verschillende aanvragen voor een werkvisum. Eerst de Verenigde Staten, maar dat werd geweigerd. Toen Canada, maar ook daarvoor werd ik geweigerd. Toen kwam ik in contact met een advocaat uit Chili, die mij vertelde dat het gemakkelijk zou zijn voor mij om daar een werkvisum te krijgen. Dus vertrok ik naar Santiago. Hij zou dat voor mij regelen. Maar wat bleek? Die advocaat had gelogen. Ik moest hem drieduizend dollar betalen voor een werkvisum, maar hij kwam terug met een toeristenvisum voor tien dagen. Ik kon dat visum uiteindelijk maar tot drie maanden verlengen. Daarna moest ik weer terug naar Saoedi-Arabië.’

Voor Moussa was het onmogelijk om terug te keren, omdat hij door de Saoedische regering naar Jemen zou worden gestuurd. ‘Dat is het land waar mijn ouders zijn geboren. Ik ben er nog nooit in mijn leven geweest, en toch zou ik erheen worden gestuurd vanwege mijn Jemenitisch paspoort. Ik weet waar de Saoedische regering toe in staat is en hoe zij mensen martelen – en vervolgens terugsturen naar Jemen om hen te laten sterven. In Jemen hebben ze alles verwoest, en de regeringsambtenaren van Jemen zitten lekker in een hotel in Saoedi-Arabië te leven, terwijl ze mensen als ik en mijn familie willen terugsturen naar oorlogsgebied. Mijn moeder en oudere zus verblijven nu nog ‘illegaal’ in Saoedi-Arabië, maar mijn jongere zus en haar kind hebben ze al opgepakt en naar Jemen gestuurd.’

Door het verlopen van zijn visum in Chili werd Moussa in 2019 gedwongen om alsnog een vliegticket te boeken richting Saoedi-Arabië. Zijn vlucht vertrok vanuit Santiago en maakte een tussenstop in Amsterdam voordat het verder zou gaan naar Djedda.

‘Toen ik in Schiphol landde en uit het vliegtuig stapte, stonden douaneambtenaren mij al op te wachten vanwege mijn Jemenitisch paspoort. Ze wilden weten wat ik hier kwam doen, en namen mij mee naar een aparte ruimte om mij te ondervragen. Toen vertelde ik dat ik een asielaanvraag wilde indienen in Nederland’, gaat Moussa verder. ‘Ze brachten mij naar een soort detentiecentrum nabij Schiphol. Daar moest ik acht dagen blijven voordat ze me konden verplaatsen naar een asielzoekerscentrum in Leersum (provincie Utrecht, red.).’

‘Ik mocht van de IND geen afscheid van mijn vader nemen. Dat maakte mij kapot’

In afwachting van zijn asielaanvraag in het azc ontving hij bericht over het overlijden van zijn vader. ‘De mensen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND, red.) wisten dat mijn vader in kritieke toestand verkeerde, en dat hij niet lang meer te leven had. Dat had ik ze verteld. Maar toch mocht ik niet gaan omdat mijn asielaanvraag nog in behandeling was, zo is de regel. Ze konden voor het overlijden van mijn vader geen uitzonderingen maken, niet eens voor een paar dagen. Ik kon geen afscheid van hem nemen. Dat maakte mij kapot.’

Tot twee keer toe werd zijn asielaanvraag geweigerd omdat hij uit Saoedi-Arabië kwam. ‘De IND was ervan overtuigd dat ik de Saoedische nationaliteit had, waardoor ze mijn aanvraag tot twee keer toe hadden geweigerd. Ik moest uiteindelijk aan een familielid vragen om een van mijn oude paspoorten naar Nederland te sturen, zodat ik ze kon bewijzen dat ik toch echt de Jemenitische nationaliteit heb. Pas nadat zij mijn oude paspoort hebben gezien, werd mijn aanvraag uiteindelijk goedgekeurd’, zegt Moussa. ‘Het is te bizar voor woorden. Welke IND weet nu niet dat je niet zomaar een Saoedisch paspoort kan krijgen? Dan doe je je werk toch niet goed?’

Na acht maanden in het azc te hebben gewoond werd Moussa dan eindelijk een verblijfsvergunning verleend. Hij woont nu in een studio in Amsterdam-Oost en heeft een bijbaantje als kickbokstrainer. ‘Daardoor kan ik toch nog een beetje mijn jongensdroom waarmaken, al is het niet op professioneel niveau, en doe ik wat ik het liefst doe: kickboksen.’

Sinds kort volgt hij een leertraject bij een internationaal bedrijf om zijn beroep als netwerkbeveiligingsingenieur te kunnen uitoefenen. ‘Tot zover is het traject nog niet helemaal duidelijk. Ik weet niet of ik hierna een baan heb bij dit bedrijf, dus daarom ben ik nog steeds op zoek naar werk.’ Daarnaast leert Moussa de Nederlandse taal door met vrienden af te spreken en het nieuws te volgen.

De oorlog in Oekraïne grijpt hem enorm aan. ‘Ik merk dat de Oekraïense vluchtelingen veel hulp en een warm welkom krijgen van de Nederlanders. Dat gun ik ze enorm. Ik weet hoe verschrikkelijk het is om je land te moeten verlaten, omdat je daar niets meer hebt. Ik zou alleen willen dat ze mensen zoals ik ook eenzelfde gratie zouden verlenen.’

*Achternaam bij de redactie bekend. Vanwege de gevoeligheid van Moussa’s verhaal en de reële dreiging voor zijn familie die nog in Saoedi-Arabië verblijft, wenst hij zijn volledige naam geheim te houden. 

Video: Israëlische soldaat schiet Palestijnse vrouw van dichtbij dood

0

Beelden van hoe op de bezette Westelijke Jordaanoever een Palestijnse vrouw van dichtbij wordt doodgeschoten, lokken veel reacties uit op social media.

Een video laat zien dat de vrouw, de 47-jarige Ghada Sabatin, nabij Bethlehem met één hand omhoog naar de soldaten afloopt. Ze wordt van dichtbij neergeschoten, waarbij ze uiteindelijk ineenzakt. Een omstander probeert later een karton op het lichaam te plaatsen.


Volgens het Israëlische leger naderde de vrouw, die ongewapend bleek, op ‘een verdachte manier’ de soldaten. Ze zou eerst waarschuwingen en een waarschuwingsschot hebben genegeerd.

Haaretz meldt dat de Israëlische strijdkrachten haar eerste hulp hebben aangeboden, voordat ze naar het ziekenhuis werd geëvacueerd en daar is gestorven. Vanuit Palestijnse zijde wordt dit betwist: de Israëliërs zouden haar op de grond dood hebben laten bloeden. Het Israëlische leger heeft een onderzoek naar het voorval gestart.

Sabatin was een alleenstaande moeder van zes kinderen.

Het Israëlisch-Palestijnse conflict is de laatste twee weken weer opgelaaid. Bij meerdere aanslagen door Palestijnen in korte tijd kwamen veertien mensen om.

De Israëlische premier Naftali Bennet spreekt van een golf van terreur. Tegelijkertijd wijst de Palestijnse Autoriteit op Israëlische ‘provocaties’: Israël doet invallen in Palestijnse steden onder het mom van het voorkomen van verdere aanslagen. Bijvoorbeeld in de stad Jenin, waar twee aanslagplegers vandaan kwamen. Bij invallen daar kwamen meerdere Palestijnen om.

‘Spanje wil meer migranten terugbrengen naar Marokko’

0

Spanje is van plan de komende weken ‘aanzienlijk’ meer migranten terug te sturen die via Marokko de Canarische Eilanden hebben bereikt, meldt het Spaanse medium Europa Press.

Europa Press schrijft dat de Spaanse regering van plan is nieuwe vluchten te organiseren, om zo irreguliere migranten terug te brengen naar Casablanca en Agadir.

Het medium baseert zich op een anonieme Spaanse regeringsbron, die stelt dat het aantal migranten dat zal worden teruggestuurd ‘aanzienlijk zal toenemen’ de komende weken.

Volgens Europa Press is het besluit om illegale migranten terug te sturen een gevolg van de verbeterde bilaterale betrekkingen tussen Spanje en Marokko. Spanje heeft onlangs de Marokkaanse bezetting van de Westelijke Sahara goedgekeurd, waardoor Rabat weer bereid is om met Spanje samen te werken.

De Spaanse politie stelt dat 40 procent van de illegale migranten die de afgelopen maanden Spanje bereikten, is binnengekomen via Marokko. 30 procent bereikte Spanje via Algerije, 30 procent via landen ten zuiden van de Sahara.

Nieuw: Marokkaanse kunst in Cobra Museum, met Benali als conservator

0

De Marokkaans-Nederlandse schrijver Abdelkader Benali wordt gastconservator in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen. Voor de tentoonstelling Het Andere Verhaal zijn de werken van veertig Marokkaanse kunstenaars naar Nederland gebracht.

Doel van de tentoonstelling is om een beeld te geven van de ontwikkeling van de moderne kunst in Marokko van 1956, het jaar dat het koninkrijk onafhankelijk werd, en nu.

Benali neemt de bezoeker mee op reis rondom thema’s als dekolonisatie, spiritualiteit, gender en migratie, aldus het Cobra Museum. Doel is om een ‘ander’ Marokko te laten zien.

Marokkaanse kunst bood Franse kunstenaars als Henri Matisse en Eugène Delacroix inspiratie. Marokkaanse kunstenaars werden op hun beurt geïnspireerd door westerse kunst: de Duitse Bauhausbeweging en de Amerikaanse Popart. De Marokkaanse kunstpionier Jilali Gharbaoui liet zich inspireren door de Nederlandse Cobra-kunstenaar Karel Appel. Zij ontmoetten elkaar in 1962.

Bij de tentoonstelling verschijnt een nieuw boek van Abdelkader Benali: een onderzoek naar 75 jaar Marokkaanse moderne kunst.

Tijdens de ramadan, die dit jaar de gehele maand april beslaat, wil het Cobra Museum tevens de iftar verzorgen. De iftar is de maaltijd waarmee dagelijks na zonsondergang het vasten wordt verbroken.

De tentoonstelling is vanaf aankomende vrijdag tot 18 september te zien.

Pakistan: protesten na afzetten Khan, nieuwe premier is al gekozen

0

Nadat het Pakistaanse parlement Imran Khan gisteren heeft afgezet als premier zijn tienduizenden mensen de straat opgegaan om te demonstreren. Ondertussen heeft het parlement al een nieuwe premier gekozen.

In Islamabad en in de zuidelijke havenstad Karachi waren tienduizenden demonstranten op de been, die de afgezette premier steunden. ‘Nooit in onze geschiedenis zijn zulke menigten zo spontaan en in zulke aantallen naar buiten gekomen’, twitterde Khan.

Khan (foto, links) werd gisteren ten val gebracht door een motie van wantrouwen. Hij was impopulair geworden vanwege zijn economische beleid. Om de motie van wantrouwen te voorkomen, had Khan een week eerder het parlement ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Maar het Pakistaanse Hooggerechtshof draaide deze beslissing terug.

Volgens Khan zit er achter zijn afzetting een Amerikaans complot, een beschuldiging die goed valt in Pakistan. De Verenigde Staten ontkennen deze beschuldigingen.

De opvolger van Khan wordt vandaag beëdigd in het parlement. Dat is Shehbaz Sharif (70), voormalig eerste minister van de Pakistaanse deelstaat Punjab en voorzitter van de conservatieve Moslimliga, de belangrijkste oppositiepartij van het land.

Shehbaz Sharif (foto, rechts) is de jongere broer van Nawaz Sharif, die tot 2017 president was en zijn positie moest afstaan omdat hij opdook in de Panama Papers. Nawaz Sharif is verboden om zich ooit nog kandidaat te stellen en woont nu in ballingschap in het Verenigd Koninkrijk.

Relatie Turkije-Hamas krijgt krasje: Ankara veroordeelt aanslag Tel Aviv

0

Hamas is boos op Turkije en Bahrein, nadat beide landen een aanslag in Tel Aviv hebben veroordeeld. Volgens de Palestijnse islamistische groepering was deze aanval ‘een daad van verzet’.

Donderdag werden twee Israëliërs doodgeschoten en verschillende anderen raakten gewond, nadat een Palestijnse man het vuur opende in een drukke bar in Tel Aviv. De dader is inmiddels doodgeschoten door Israëlische veiligheidsdiensten, aldus the Jerusalem Post.

Hamas, de islamistische beweging die de scepter zwaait in de Gazastrook,  noemde deze aanval een ‘natuurlijke en legitieme reactie op de escalatie van de misdaden van de bezetting tegen ons volk, ons land, Jeruzalem en de Al Aqsa-moskee’.

Maar de Turkse ambassade in Israël veroordeelde de aanslag. Het land sprak zijn bezorgdheid uit over de recente toename van aanslagen in Israël en betuigde medeleven aan de nabestaanden. Ook Bahrein veroordeelde de aanval in Tel Aviv.

Hamas reageert verbolgen. Door de aanval te veroordelen, kiezen Turkije en Bahrein volgens Hamas de kant van de Israëlische bezetter en steunen ze de onderdrukking van het Palestijnse volk. Hamas eist dat de landen hun veroordelingen intrekken en hun excuses aanbieden aan de Palestijnen.

De Turkse president Erdogan, die altijd goede banden onderhield met Hamas, heeft de laatste maanden stappen gezet om de betrekkingen met Israël te verbeteren. Onlangs was de Israëlische president op staatsbezoek in Turkije.

Lale Gül hekelt ‘geramadram’ in media: ‘Riekt naar islamofilie’

0

Schrijfster Lale Gül vindt dat de ramadan wel héél positief in de media komt. Een naar ‘islamofilie’ riekende benadering die de werkelijkheid van de islamitische vastenmaand geweld aandoet, schrijft ze in haar Parool-column. En dat leidt tot beroering op social media.

‘De ramadan kent zeker ook een schaduwkant waar de media niet over lijkt te berichten’, zegt ze, zoals ‘de tergende vermoeidheid, de uitdrogende (en ongezonde) dorst, de hoofdpijn en de discussie op scholen of het paasontbijt moet wijken voor de ramadan, omdat dit jaar de heilige dagen ongelukkig samenvallen.’

Ook laakt Gül de ‘verstikkende sociale controle’ onder moslims om te vasten: de ‘ramadanpolitie’. Velen doen slechts alsof ze zich houden aan de ramadan-regels, zoals niet eten en drinken en geen seks hebben, schrijft ze. Ze beschrijft mensen die op ‘een hoekje van de straat’ een broodje naar binnen werken om hun naasten niet voor het hoofd te stoten.

‘Dat jubelverhaal’ door de media kan Gül dus gestolen worden. Bovendien ‘hoor je nooit wat over andere heilige maanden. Wist u bijvoorbeeld dat de katholieke vastentijd begint op Aswoensdag, na de drie dagen van carnaval, en eindigt met Pasen? Nee? Dan hebben we een journalistiek probleem’.

Gül kan op social media rekenen op instemmende geluiden. Bijvoorbeeld van de Antwerpse Vlaams Belang-fractieleider Sam van Rooy, die de aandacht voor de ramadan ‘(zelf)islamisering’ noemt. Toch krijgt Güls column ook veel kritiek.

Zo denkt hoogleraar Leo Lucassen (Universiteit Leiden) dat Gül de aanval inzet tegen een ‘stropop’, ofwel ‘de reddingsboei van de nietszeggende columnist’. Ook blogger Peter Breedveld herkent zich niet in een beeld van een ‘islamofiele’ journalistiek. ‘Dan lees je alleen NieuwWij ofzo.’

Eva Klooster: ‘Wit privilege is overal, als je het wilt zien’

Discriminatie, als thema is het meer in de media dan ooit. Hoe gaan we er mee om? Wordt het beter? Wordt het slechter? Tijd om de tijdgeest te toetsen. Gijs de Swarte spreekt ervaringsdeskundigen en topwetenschappers over de stand van zaken en persoonlijke pijnpunten.

Eva Klooster (1965) is politicoloog en houdt zich sinds 1991 bezig met onderzoek naar de aanpak van schooluitval, discriminatie en opvoedingsvraagstukken. Ze heeft extensief onderzoek gedaan naar arbeidsmarktkansen van mensen met een migratieachtergrond. In haar boek Hangplek Holland (Meulenhoff, 2013), dat op twee jaar onderzoek in Amsterdam-Oost is gebaseerd, komen vooral de jongeren zelf aan het woord.

Ik stel de vraag aan iedereen, dus ook aan u: wat zijn de meest pijnlijke momenten die u zelf heeft meegemaakt? 

‘Dat zijn afgeleide ervaringen, dingen die ik heb gezien. Wat ik persoonlijk heb meegemaakt is…’

… onvergelijkbaar?

‘Ja.’

Maar toch: wat heeft u, afgezien van uw onderzoek, meegemaakt?

‘Wel, ik ben opgegroeid in Katwoude, het kleinste dorp van Nederland, destijds met honderdvijftig inwoners die vrijwel allemaal werkten in het boerenbedrijf. Mijn vader was journalist en uitgever. En mijn moeder studeerde Pedagogie. Dus iets van er-niet-vanzelf-bij-horen ken ik wel. Maar, zoals ik zei: totaal onvergelijkbaar. Waar ik aan denk nu, is dat we als kinderen meeliepen met de demonstraties tegen de kruisraketten. Er was een zwart meisje bij, het jongere zusje van een vriendin, en zij werd enorm uitgescholden door een volwassene. ‘Terug naar je eigen land’ en dat soort dingen. Ik herinner me de boosheid en het gevoel van onmacht. En verder de bekende voorbeelden, natuurlijk: vrienden die er uitgepikt worden door de politie of de douane, die clubs niet inkomen…’

Welke rol speelt wit privilege in uw leven?

‘Het is overal, als je het wilt zien. Ik fiets door rood en leer dat maar niet af. Maar mijn Marokkaanse collega’s doen dat nooit. Ze kijken wel uit. Wat verder? Nooit gecontroleerd worden op Schiphol. Je geen zorgen maken als je wordt aangehouden met de auto. Ik heb zowel op het MBO als het HBO onderzoek gedaan naar de kans op stageplaatsen. Je ziet dat studenten zonder migratieachtergrond veel hoger scoren op ‘vertrouwen in succesvol solliciteren’. Studenten uit minderheidsgroepen zijn vaak van jongs af aan gewaarschuwd dat ze twee keer meer hun best moeten doen. Iedere afwijzing na een sollicitatie bevestigt die boodschap. Er bestaat een wereld aan zorgen en obstakels die je als wit persoon niet tegenkomt en waar je je makkelijk niet van bewust kunt zijn.’

U heeft zich vanaf uw studie in discriminatie verdiept – de straat inbegrepen. Wat zijn de belangrijkste veranderingen de afgelopen decennia?

‘Toen ik afstudeerde was het allemaal een stuk overzichtelijker. Je had mensen als Hans Janmaat en de Centrumpartij met een extreemrechts gedachtengoed. Daar werd over het algemeen op neergekeken. Ze werden vooral gezien als mensen die niet konden meekomen in de maatschappij, die minder kansen hadden gehad en daarom boos waren. Beetje gek en zielig en nou ook weer niet heel gevaarlijk. Men ging er zeker niet mee in gesprek. In die tijd durfde men niet openlijk te discrimineren, was men bang om voor racist uitgemaakt te worden. Nu is het taboe eraf, de drempel is weg. Je ziet het breed, in alle lagen van de bevolking. Dat heb ik zien veranderen. Ik vind dat heel zorgelijk.’

Waardoor komt het dat de drempel om te discrimineren weg is, volgens u?

‘Het onbehagen is niet serieus genomen en daardoor is het gesprek niet gevoerd, wat tot nog meer verwijdering heeft geleid. Een ander groot – en deels hieraan verwant – probleem is het groeiende gebrek aan vertrouwen in de instituties. Wil je discriminatie – angst,  welbeschouwd – aanpakken, dan moet je vertrouwen creëren op persoonlijk niveau, maar bovenal op het niveau van de overheden, het rechtssysteem, onderwijs, et cetera. Is die basis van vertrouwen er niet, dan is elk beleid om discriminatie aan te pakken bij voorbaat gedoemd. Fouten van het formaat toeslagenaffaire helpen daar natuurlijk niet bij.’

‘We hebben veel te lang geleefd met het idee dat iedereen gelijke kansen heeft, ‘als je maar wilt’’

In Hangplek Holland beschrijft u een groep overwegend Marokkaans-Nederlandse jongeren die elkaar dagelijks ontmoeten onder een appartementencomplex in Amsterdam-Oost. U volgt ze uiteindelijk twee jaar. Een veelheid aan hulpverleners komt voorbij en het uiteindelijke resultaat daarvan is weinig of geen verbetering. In hoeverre ziet u dat als exemplarisch?

‘Laat ik het zo zeggen: die jongens hadden heel weinig vertrouwen in hun eigen toekomst, in de kans dat ze een stage of werk zouden kunnen vinden. En ze geloofden al helemaal niet dat hulpverleners, docenten en politie zich oprecht – dus niet voor het geld – voor hen wilden inzetten. Tegelijkertijd hadden ze wel ondersteuning nodig, vanwege problemen thuis, op school, gevoeligheid voor groepsdruk en het ontbreken van een netwerk. Jongerenwerkers en hulpverleners die erin slaagden hun vertrouwen te winnen, hadden beperkt tijd of werden toch weer wegbezuinigd. En ondertussen was het gentrificatieproces gaande in de buurt, voelden ze zich er steeds minder thuis, en – en dat spraken ze ook uit – voelden ze zich door het Wildersverhaal gediscrimineerd en buitengesloten. Die nieuwe Coffee Company was misschien leuk, maar niet voor hen: de koffie was er te duur – en het koffiehuis waar ze kwamen was weg. Het is een ontwikkeling die je overal in Nederland kunt tegenkomen.’

Waarom is discriminatie in al die jaren niet opgelost?

‘Het begint nu een beetje weg te ebben, maar we hebben in Nederland veel te lang geleefd met het idee dat iedereen gelijke kansen heeft, ‘als je maar wilt’ – en dat discriminatie hier eigenlijk niet bestaat. Daar tegenover staan kasten vol wetenschappelijk onderzoek waarin wordt aangetoond dat die veronderstellingen niet kloppen. Het gaat me steeds meer tegenstaan dat de bewijslast nog altijd bij het onderzoek ligt. Het is bewezen. We kunnen niet eeuwig blijven hangen in het steeds weer opnieuw aantonen.’

Dus wat moet er volgens u gebeuren?

‘Aan de slag met alle kennis. Stop met de focus op meldingen van discriminatie en de vraag: ‘Was dit specifieke geval wel echte discriminatie, is het te bewijzen?’ Grote delen van de Nederlandse bevolking krijgen vanaf de jonge jeugd mee met 1-0 achter te staan. Als je ziet wat dat doet… Ik kom die kinderen tegen en aan het einde van zo’n bijeenkomst gebeurt het dat ze zich aan me vastklampen en vragen: ‘Weet u dan misschien hoe ik aan zo’n soort baan kan komen?’ Het kruipt onder de huid van generatie op generatie, die ondanks steeds betere onderwijsprestaties een laag vertrouwen houdt in de eigen kansen op stage of werk. Dat los je niet op met één ‘Weg-met-de-discriminatie-dag’ per jaar, waarop wat wetenschappers komen praten. Het gaat om heel veel gesprekken, beslissingen en veranderingen op elk niveau. Het moet door het allerhoogste niveau gedragen worden. De wijkagent, de onderwijzer, de jeugd- en jongerenwerker werken nu in wat wel omschreven is als ‘professionele eenzaamheid’. Het moet dagelijkse werkelijkheid en noodzaak zijn, ook voor de top van de ministeries, gemeenten bestuurders van onderwijsinstellingen. Ook van de Belastingdienst. Alleen dan kan er wat veranderen.’