8.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 583

Bijna 20.000 krabbels voor petitie: ‘Ontsla racistische agenten Rotterdam’

0

Een petitie om de agenten te ontslaan die zich racistisch uitlieten in een WhatsApp-groep is meer dan 18.500 keer ondertekend. Donderdag zal de petitie aan burgemeester Ahmed Aboutaleb worden aangeboden, schrijft Dagblad 010.

Eind februari werden vijf Rotterdamse agenten van een team uit Delfshaven schriftelijk berispt vanwege een politie-appgroep waarin racistische dingen worden gezegd. Agenten noemden biculturele Nederlanders ‘kankervolk’, ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’, op wie ze wilden ‘schieten’.

Een maand later bleek dat er ook racistische appjes waren gestuurd na de moord op het zestienjarige Turks-Nederlandse meisje Hümeyra in 2018. ‘Weer een Turk minder’, werd onder meer gezegd.

In de petitie wordt Aboutaleb opgeroepen de agenten te ontslaan. ‘Genoeg is genoeg. Deze agenten hebben ruimschoots bewezen dat ze niet geschikt zijn voor het beroep dat ze uitoefenen. En dat ze niet in staat zijn om Zwarte mensen en mensen van kleur veilig te houden.’

Eerder had de burgemeester gezegd dat er voor agenten die zich racistisch uiten geen plaats is in het Rotterdamse politiekorps. Toch mochten de agenten blijven omdat zij ‘diep door het stof waren gegaan’ De agenten werden na de onthullingen over de berichten over Hümeyra niet ontslagen, maar naar een andere plek gestuurd.

De petitie is opgezet door BIJ1 Rotterdam, dat nog geen zetel heeft in de gemeenteraad.

Hypocriete witte tranen zullen de Armeense wond niet helen

0

Joe Biden heeft als eerste president van de Verenigde Staten de Armeense Genocide erkend. Hij deed dit op zaterdag 24 april, de internationale herdenkingsdag. Precies 106 jaar geleden begon op deze dag de arrestatie van ongeveer 235 Armeense intellectuelen en gemeenschapsleiders, die uiteindelijk vermoord zouden worden.

De Armeense Genocide leidde niet alleen tot de vernietiging van de Ottomaanse Armeniërs, maar ook de Assyriërs en Grieken werden weggevaagd, en later ook de Koerden, Jezidi’s en Joden. Dit allemaal om een nieuw Turkije te smeden uit de as van het Ottomaanse rijk, waar vanuit de Jong-Turkse nationalistische ideologie alleen maar plek was voor Turken.

Na Bidens beslissing barstte het diplomatieke spel van voorspelbare, maar niet ongevaarlijke zetten los. Ankara riep de Amerikaanse ambassadeur op het matje. Staatsgetrouwe media veroordeelden Bidens besluit. De islamistische krant Yeni Safak kopte: ‘De president van het land waar elke dag zwarte mensen worden vermoord, het land dat de dood bracht naar Afghanistan en Irak, heeft de gebeurtenissen van 1915 genocide genoemd.’

Opvallend was ook een tweet van Ekrem Imamoglu, de seculiere CHP-burgemeester van Istanbul: ‘Dit is een grote fout. Beslissingen zoals deze en andere die de Republiek Turkije in een negatief daglicht plaatsen, worden door ons nietig verklaard.’ De als ‘progressief’ binnengehaalde burgemeester van Istanbul toonde nogmaals zijn seculier-nationalistische kleuren – net als het Turks-islamistische nationalisme van Erdogan een driving force voor de genocide, de 106-jarige ontkenning en de hedendaagse vernietiging van de multiculturele werkelijkheid van Turkije.

De enige politieke partij in Turkije die de genocide waardig herdacht was de pro-Koerdische HDP: ‘Turkije heeft 106 jaar geen rekenschap gegeven over de Armeense Genocide, die hier op deze gronden plaatsvond. Gerechtigheid moet daarom ook hier plaatsvinden.’ Het zijn woorden die mij deden denken aan de Turks-Armeense journalist Hrant Dink, die in 2007 door een Turkse nationalist werd vermoord.

Altijd maar weer Hrant. In een wereldberoemd interview zei hij: ‘Armeniërs beleven een trauma tegenover de Turken, en Turken hebben een enorme paranoia ten aanzien van de Armeniërs. Wie gaat ons hiervoor behandelen? Wat gaat ons helpen? Een beslissing in het Franse parlement? Een besluit van de Amerikaanse senaat? Nee, de Armeniërs zijn de dokter van de Turken, en Turken van de Armeniërs. Buiten dit is er geen dokter, medicijn of specialist. Helemaal niks. Ik doe een oproep aan de Armeense diaspora. Blijf niet vastzitten in 1915. Keten mensen niet vast aan het feit dat ze de genocide erkennen of niet. En tegen de wereld zeg ik: dat jij de genocide erkent of niet, maakt voor mij helemaal niks uit.’

Inderdaad: dat de Amerikaanse president pas na 106 jaar de genocide heeft erkend, beklemtoont eigenlijk alleen maar de Amerikaanse hypocrisie. De historicus Donald Bloxham zei in het boek The great game of genocide uit 2005 al dat een erkenning vanuit de VS in de toekomst niet als een plotsklapse morele herbronning moest worden begrepen, maar eerder als resultaat van de geopolitieke verwijdering tussen Turkije en het Westen moet worden gezien. En die verwijdering tussen Turkije en het Westen is onmiskenbaar het geval, met name het afgelopen decennium.

Dat de Amerikaanse president pas na 106 jaar de genocide heeft erkend, beklemtoont de Amerikaanse hypocrisie

Dat witte mannen als Ruud Koopmans, Kees van der Staaij of Gert Jan Segers deze beslissing ostentatief bejubelen heeft weinig waarde. Het zou indruk maken als zij zich inspannen voor excuses voor het Nederlandse slavernijverleden en pleiten voor herstelbetalingen voor het koloniale leed in Indonesië en elders, leed dat hun voorouders hebben veroorzaakt.

Voor Armeniërs, Koerden en inderdaad ook Turken lijkt het mij belangrijker als er wordt gewerkt aan intrinsieke Turkse erkenning. Als er enige positiviteit uit de verklaring van Biden gehaald kan worden, dan is dat het volgende: ‘We do this not to cast blame, but to ensure that what happened is never repeated.’

Mooi, maar dan heb je meer nodig dan een verklaring. Het zou goed zijn om initiatieven van Nor Zartonk of FAON te ondersteunen. Deze Armeense organisaties hebben ieder jaar weer prachtige programma’s op 19 en 24 april, die eigenlijk het hele jaar door moeten plaatsvinden en uitgebreid moeten worden in lespakketten.

Met name op de digitale herdenking van 24 april van FAON werd ik geraakt, door de inmiddels overleden grootvader van Haygan Mardikian. Terwijl ik het vasten verbrak, zag ik hem in een oude video-opname zijn verdriet wegzingen. Ogen die de grootste verschrikkingen hebben gezien kleurden rood van opkomende tranen. En dan aan het eind dat handgebaar. Alsof mijn eigen opa tot mij sprak.

Rust in vrede, grootvader. Je zal nooit vergeten worden.

Turkije: pro-Koerdische HDP onder vuur om erkennen Armeense Genocide

0

De pro-Koerdische oppositiepartij HDP heeft zich de woede van veel Turken op de hals gehaald door een verklaring waarin de Armeense Genocide wordt erkend.

‘Turkije heeft 106 jaar geen rekenschap gegeven over de Armeense Genocide, die hier op deze gronden plaatsvond. Gerechtigheid moet daarom ook hier plaatsvinden’, stelde de HDP zaterdag.

Zaterdag was het volgens veel historici precies 106 jaar geleden dat het startschot van de Armeense genocide plaatsvond. Het Ottomaanse Rijk vermoordde in de Eerste Wereldoorlog ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs en zo’n 300.000 andere christenen.

Turkije voert nog steeds een actieve ontkenningspolitiek, die in de Turkse samenleving breed onderschreven wordt. Zo schoot de HDP-verklaring oud-AKP’er en oppositiepoliticus Metin Kasiloglu in het verkeerde keelgat. ‘Ik hoop dat jullie ook uitsterven’, twitterde hij. Later verwijderde hij zijn gewraakte tweet.

Ook president Erdogans woordvoerder twitterde terug aan de HDP: ‘Onze lange en glorieuze geschiedenis is onze trots. Uw korte en donkere geschiedenis is vol schaamte. Uw geschiedenis is de geschiedenis van een separatistische terroristische organisatie’. Daarmee refereerde hij aan de PKK, een separatistische organisatie die strijd voor een onafhankelijk Koerdistan.

De HDP wordt momenteel door een rechtbank onderzocht op vermeende banden met de PKK, waardoor een verbod dreigt. Onder het mom van ‘banden met de PKK’ draaiden de afgelopen jaren al vele Koerdische kopstukken de bak in, waaronder oud-HDP-leider Selahattin Demirtas. Volgens critici gebruikt Turkije de aantijging van ‘banden met de PKK’ om dissidente stemmen de kop in te drukken.

Afgelopen zondag erkende de Amerikaanse president Joe Biden ook de Armeense Genocide. Turkije reageerde hier geprikkeld op. Het land riep de Amerikaanse ambassadeur op het matje en beraadt zich op een ‘politiek antwoord’.

Ook Denk wil af van begrippen ‘westers’ en ‘niet-westers’

0

Net als de Haagse Islam Democraten wil de Rotterdamse fractie van Denk ook af van het onderscheid tussen ‘westers’ en ‘niet-westers’. Denk zegt te streven naar een samenleving met meer inclusie en minder onderscheid, aldus Dagblad 010.

Een van de argumenten van Denk is een beleidsadvies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Daarin wordt gesteld dat het onderscheid tussen ‘westers’ en ‘niet-westers’ negatieve associaties oproept en een ‘koloniale connotatie’ heeft. Daarom wil Denk weten hoe het Rotterdamse stadsbestuur hier tegenaan kijkt.

Vorige week besloot het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het onderscheid tussen ‘westers’ en ‘niet-westers’ niet meer te gebruiken. Vlak daarna riep de Haagse partij Islam Democraten het Haagse gemeentebestuur op dit voorbeeld te volgen. Het onderscheid zou stigmatiserend zijn.

Marokko hekelt hulp Spanje aan zieke separatistenleider Westelijke Sahara

0

De Spaanse ambassadeur is door Marokko op het matje geroepen. De reden: Polisario-leider Brahim Ghali (73) wordt in Spanje behandeld tegen het coronavirus. Dit schrijft Morocco World News.

Polisario strijdt voor de onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara. De Westelijke Sahara is een voormalige Spaanse kolonie die sinds 1975 gedeeltelijk door Marokko wordt bezet.

Marokko beschouwt de Westelijke Sahara als Marokkaans grondgebied. Het koninkrijk wil dat de internationale gemeenschap het voorbeeld navolgt van Amerika, dat vorig jaar de Marokkaanse soevereiniteit over dit gebied erkende.

Het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken betreurt Spanjes houding. Volgens Marokko is Ghali schuldig aan serieuze oorlogsmisdaden en mensenrechtenschendingen. Het verblijf van Polisario-leider Ghali (foto) in Spanje zou de goede banden tussen beide landen in gevaar brengen.

Franse oud-generaals eisen militair ingrijpen om islamisme ‘uit te roeien’

0

Frankrijk moet de ‘gevaren’ die het land bedreigen ‘uitroeien’. Dat stellen twintig Franse oud-generaals in een open brief aan president Emmanuel Macron, ‘anders zal de burgeroorlog morgen een einde maken aan deze groeiende chaos, en de doden, waarvoor u de verantwoordelijkheid draagt, zullen in de duizenden lopen’. Het leidt tot geschokte reacties.

De brief, die vorige week werd gepubliceerd in het radicaal-rechtse tijdschrift Valeurs Actuelles, komt op een slecht moment. Twee dagen later vond er in Frankrijk weer een islamistische aanslag plaats, waarbij een 49-jarige politiemedewerkster het leven liet.

De oud-generaals willen dat het islamisme en de ‘bendes uit de voorsteden’ worden uitgeroeid. Ook moet de overheid antiracisten aanpakken, omdat zij ‘op ons grondgebied onrust veroorzaken, zelfs haat tussen bevolkingsgroepen losmaken’.

De ondertekenaars – deels verbonden aan Rassemblement National, de radicaal-rechtse partij van Marine Le Pen – zeggen gesteund te worden door zeker ‘honderd hoge officieren en meer dan duizend andere soldaten’. Ze dreigen met zelfstandig ingrijpen ‘om onze beschavingswaarden te beschermen’.

Linkse Franse politici reageren geschokt. De socialist Benoît Hamon wijst erop dat de brief op 21 april is gepubliceerd, precies zestig jaar na de mislukte putsch van 1961 in Algiers door rechtse Franse generaals. Zij waren boos op het voornemen van president Charles de Gaulle om Algerije onafhankelijk te laten worden.

Vlak daarna startten tegenstanders van de onafhankelijkheid de extreemrechtse terreurbeweging OAS, Organisation de l’Armée Secrète (Organisatie van het Geheime Leger). OAS pleegde bloedige aanslagen die duizenden slachtoffers eisten en zat achter de mislukte aanslag op De Gaulle in 1962. De extreemrechtse politicus Jean-Marie Le Pen, vader van Marine Le Pen, was ook betrokken bij OAS, maar niet als terrorist.

Marine Le Pen zegt het met de kritiek van de briefschrijvers eens te zijn, maar via de democratische weg veranderingen te willen bewerkstelligen.

Meertaligheid betekent meer zien

0

Ik zie mezelf als klein meisje in onze keuken in Almelo staan. Mijn moeder roert in verschillende pannen op het fornuis. Tussendoor wijst ze naar haar ogen, oren en mond.

Ik doe haar na en benoem de zintuigen eerst in het Nederlands. Daarna in het Sarnami, de unieke taal die is verbonden met de Hindoestaans-Surinaamse migratiegeschiedenis, met elementen uit het Hindi, Indiase dialecten en later aangevuld met het Sranantongo, Nederlands en Engels.

‘Ogen, oren en mond, Aanke, kaan, moe.’

Deze taalles in onze keuken wordt gedoogd door mijn vader. Hij is er niet van overtuigd dat dit bijdraagt aan mijn kansen. Een uitmuntende beheersing van het Nederlands is het allerbelangrijkst. Dat kreeg hij altijd mee. Mijn moeder voelt het anders. Het doorgeven van het Sarnami heeft waarde. Dus vinden de taallessen plaats als mijn vader nog op werk is.

Deze jeugdherinnering deel ik met ‘Sarnami Bol’, een nieuw social media-platform gestart door Nederlandse jongeren met een Hindoestaanse achtergrond om aandacht te vragen voor deze taal als cultureel erfgoed. Ze vragen me wat mijn reactie is wanneer er Sarnami tegen mij wordt gesproken en welke rol dit in mijn dagelijks leven speelt.

Sarnami roept ‘thuis’ op. Het is de emotietaal van mijn ouders. Elke dag ben ik omringd door het Nederlands, mijn moedertaal. Maar door mijn ouders en familie stroomt het Sarnami ook vaak mijn leven binnen. In uitdrukkingen, in mondelinge verhalen, in humor, in muziek. Soms hoor ik het ook buiten, ingevlochten in de straattaal van Rotterdam.

Door mijn ouders en familie stroomt het Sarnami ook vaak mijn leven binnen. In uitdrukkingen, in mondelinge verhalen, in humor, in muziek

Toen ik mijn debuutroman De Vervoering schreef ontdekte ik hoe de meest waardevolle verhalen zich tussen de regels door verstoppen. Alles werd mij verteld in het Nederlands, maar altijd vermengd met Sarnami. De echte betekenis en de emoties dreven zo naar de oppervlakte. Sommige woorden passen niet door de zeef van vertaling.

Nadia Murady schreef onlangs in De Kanttekening dat scholen onderwijzen in de Nederlandse taal, om zo de integratie te bevorderen en taalachterstanden weg te werken. Dit is in lijn met de argumenten van mijn vader. Maar in hetzelfde stuk vind ik munitie voor het standpunt van mijn moeder. Meertaligheid biedt, zo lees ik, cognitieve en maatschappelijke voordelen die niet altijd worden erkend, zoals een grotere taalvaardigheid en bijdrage aan sociale cohesie.

In haar prachtige boek Mijn liefdesverklaring aan de Nederlandse taal schrijft de in Roemenië geboren Mira Feticu over haar taalmigratie naar het Nederlands. Ze laat zien hoe woorden in verschillende talen andere nuances, emoties en soms een hele andere geschiedenis met zich meetorsen. Haar boek wordt lovend besproken door Marja Pruis in haar column in de Groene Amsterdammer:

‘Neem zoiets als ‘kaas’, die in het Nederlands jong belegen kan zijn, of belegen, maar in het Roemeens ongeveer de geschiedenis van het land weerspiegelt. Onder Ceausescu was kaas, cascaval, niet makkelijk te krijgen, en dus kreeg het woord ook de betekenis van een extraatje, het beste van iets. Naar de cascaval reiken betekent: overdreven pretenties hebben. Ook kon je in de cascaval komen te zitten: een ruim betaald overheidsbaantje krijgen waarmee je rijk kunt worden zonder te hoeven werken.’

Deze observaties prikkelen tot nadenken. Staat de beheersing van één taal voor slechts één filter waarmee je de werkelijkheid kunt beschouwen? Ben je in staat de wereld om ons heen nog veel beter te benoemen, begrijpen en voelen, als je meerdere talen beheerst?

Taal is je gereedschap in deze wereld. Taal is mogelijk de grootste uitvinding van de mens, hét middel om op onszelf te reflecteren, gevoelens onder woorden te brengen, aan zelfexpressie te doen. De brandstof voor ons verbeeldingsvermogen en het vertellen van verhalen.

Kun je nagaan wat het betekent als je meerdere talen beheerst, deze met elkaar kan vergelijken en erop kan reflecteren. Meertaligheid betekent meer zien. Dan worden talen schatkamers met niet alleen veel meer woorden voor in de gereedschapskist, maar tegelijkertijd ook geschiedenissen, verhalen, nuances, schakeringen, die je wereld rijker maken. Handvatten tot verbinding en begrip, doordat je beseft dat dezelfde woordenschat niet per se betekent dat je automatisch ook dezelfde taal spreekt.

Mijn moeder gaf me in de keuken in Almelo zoveel meer mee dan alleen een tweede taal. En nu, na al die jaren, zie ik mijn vader glimlachen als hij doorheeft dat ik die Sarnami-verhalen en humor toch wel begrijp.

Deze jonge mensen willen verzoening tussen Armeniërs, Koerden en Turken

0

Elk jaar op 24 april wordt de Armeense Genocide herdacht. Wij spraken vier jongeren die zich inzetten om de herinnering en de dialoog levend te houden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond een van de grootste tragedies uit de menselijke geschiedenis plaats: de genocide op de Ottomaanse Armeniërs door het Jong-Turkse regime, waarbij ook Assyriërs zijn afgeslacht. In totaal kwamen meer dan 1,5 miljoen mensen om. Ieder jaar wordt deze gebeurtenis herdacht op 24 april, de dag dat in 1915 in Istanbul ruim tweehonderd Armeense notabelen werden opgepakt en vermoord.

Vanwege de coronacrisis zijn er dit jaar geen grootschalige herdenkingen van de Armeense Genocide, zoals vorig jaar in Assen en Almelo, maar vele Nederlanders staan er vandaag bij stil. De Kanttekening portretteerde vier jonge geesten. Allen verhouden zich op hun eigen manier tot deze pijnlijke geschiedenis en streven naar verzoening tussen Turken, Koerden en Armeniërs.

‘Ik spreek heel goed Turks met een Armeens accent, en heel goed Armeens met een Turks accent’

Socioloog Sayat Tekir (1984) woont sinds kort in Nederland. Hij heeft Turkije, het land waar hij is geboren en waar zijn Armeense roots liggen, noodgedwongen moeten verlaten. De herdenkingsmaand april is voor Armeniërs een deprimerende periode van rouw. Maar voor de activistische Tekir is deze periode juist het moment om de strijd voor erkenning op te voeren.

‘Dat heb ik mijn hele leven ook gedaan met Nor Zartonk (Nieuw Ontwaken, een Armeens-Turkse beweging) en als schrijver, spreker en onderzoeker. Het is een onrechtvaardige situatie die nu al meer dan 105 jaar voortduurt. En vandaag zijn er nog steeds slachtingen gaande.’

‘1915’ was volgens Tekir niet de eerste Armeense massamoord, ook niet de laatste. In één adem door noemt hij de moord op de Armeense journalist Hrant Dink in 2007, de moord op de dienstplichtige soldaat Sevag Balikci in 2011 en de ‘gebeurtenissen van 6/7 september’ uit 1955. Toen vond er in Istanbul een bloedige pogrom plaats tegen christenen. Hun huizen werd verbrand, mensen vermoord en vrouwen verkracht.

Tekir: ‘Mijn oma had het niet vaak over de gebeurtenissen van 1955. Ze zei alleen dat het heel erg was. Ik kon het moeilijk bevatten als kind. Ergens klonk het ook een beetje overdreven. Maar mijn ogen werden in 2005 pas voor het eerst geopend. Toen hebben Grijze Wolven in Istanbul een tentoonstelling over die pogrom belaagd en schilderijen van de muren afgerukt, terwijl ze haatdragende nationalistische slogans uitriepen.’

Hij vindt het onbegrijpelijk dat de haat tegen Armeniërs in Turkije nog zo vers kan zijn. De ontwikkelingen van de laatste jaren hebben Tekir pessimistischer gemaakt. De ‘rampzalige oorlogspolitiek’ van president Erdogan na 2015 is een keerpunt, zegt hij. Maar kan men uit de impasse komen?

‘We praten over een moeilijk probleem, omdat het ook een identiteitsprobleem is. De ontkenning is onderdeel van de Turkse identiteit. We komen in de Turkse publieke ruimte nog steeds straatnamen tegen van de hoofddaders van de genocide, zoals de Ottomaanse leiders Talaat, Enver en Cemal Pasja. Zij worden nog steeds als ‘helden van de oorlog’ geëerd. Dat kan niet. Dat moet weg.’

‘De ontkenning is onderdeel van de Turkse identiteit’

Hij somt een wensenlijst op: ‘De grens tussen Turkije en Armenië moet open, discriminerende teksten moeten uit de schoolboeken en het recht op terugkeer van de Armeense diaspora moet mogelijk worden gemaakt voor diegenen die dat willen.’

Maar is dit haalbaar? ‘Verandering is een proces. En dit kan alleen tot stand komen als we echte verandering van onderop organiseren.’ Een top-down-benadering houdt niet lang stand, vindt hij. ‘Omdat daarmee de superioriteitsgevoelens onaangetast blijven, terwijl juist de mensen die zich superieur wanen het meest moeten veranderen.’ Tekir ziet in Turkije op dit moment geen vrijheid voor zo’n veranderingsproces. ‘Die is er ook nooit echt geweest. De huidige regering in Armenië is wél dialooggezind.’

De schreeuw om erkenning vanuit de Armeense diaspora kan hij goed begrijpen. Er is immers een directe link van 1915 naar hun verblijf in het buitenland. Ze zijn de nakomelingen van de ontheemde Armeniërs die de genocide hebben overleefd. ‘Maar landen met een Armeense gemeenschap moeten de gevoelens van Armeniërs niet instrumentaliseren voor binnenlandse politieke doeleinden.’

Aan de andere kant zijn er ook landen die oorverdovend stil zijn over de genocide. ‘Voor deze zogenaamde democratische landen zijn de handelsbelangen met Turkije belangrijker dan principes, zoals gerechtigheid en het opstaan tegen misdaden tegen de menselijkheid.’

Ondanks het feit dat Tekir sceptisch is, wil hij meer bijdragen aan de dialoog. ‘Ik spreek heel goed Turks met een Armeens accent, en heel goed Armeens met een Turks accent.’ Hij wil maar zeggen: beide volkeren ken ik goed. En zonder elkaar beter te leren kennen is er sowieso geen oplossing mogelijk.

In de bres voor ‘gedepolitiseerde menselijke verhalen van slachtoffers, redders en omstanders

Aysenur Korkmaz (29) promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op de herinneringen van ex-Ottomaanse Armeniërs aan hun voormalige thuisland. Dit zijn met name verhalen van verlies van de overlevenden van de Armeense Genocide.

‘April 24 is een essentiële dag, met veel symboliek binnen de Armeense gemeenschap. Het markeert het begin van de Armeense Genocide in 1915, waarbij meer dan 200 intellectuelen uit Istanbul werden opgepakt en gedood. Ik ben een historica, mijn hele professionele leven is omringd door gebeurtenissen en structuren die deze genocide mogelijk hebben gemaakt. Op dit moment bestudeer ik de effecten en resultaten van die gruweldaden. Daarom vind ik 24 april als dag van herdenking een beetje afleidend geworden, eerlijk gezegd.’

Korkmaz is als onderzoeker gefocust op de feiten. Wat vertellen de archieven? Wie heeft de vernietiging gepland? Wie waren de daders op lokaal, nationaal en mesoniveau?

Dat wil niet zeggen dat het voor haar een puur professionele interesse behelst. Sociale onrechtvaardigheden, verankerd in haar jeugdjaren in Turkije, hebben haar altijd bewogen. Zo vertelt Korkmaz over de geschiedenis van haar vader als Turkmeens vluchteling uit Irak, onderdrukking van moslima’s met hijab door seculiere kemalisten en haar opvoeding in een benauwende Turkse cultuur van ontkenning. Hoe verhoudt dat laatste punt met haar huidige onderzoek?

‘Het heeft me veel vriendschappen gekost, en het is een taboe binnen mijn eigen familie. Het veldwerk in Turkije maakt mij erg onrustig. Ik censureer mijzelf constant, omdat het gevaarlijk is. Er is altijd die angst voor mensen van de overheid.’

Is dit het dan allemaal wel waard? ‘Zeer zeker’, antwoordt Korkmaz ijverig. Want ze heeft er ook veel aan gehad. Bijvoorbeeld meer inzicht in het begrijpen van etnische conflicten. ‘Wanneer massaal geweld plaatsvindt, zoals we zien in Syrië of Myanmar, dan zien we de dezelfde destructieve krachten loskomen.’

‘Ik censureer mijzelf constant, omdat het gevaarlijk is’

Korkmaz heeft ‘werkelijk geen enkele verwachting dat er in Turkije binnenkort een erkenning zal komen’. Maar ze heeft wel een aantal wensen:

‘De Turks-Armeense grens moet open en de Armeense staat moet meer faciliteiten ter beschikking stellen voor veldwerk. Want dan kunnen academici doorgaan met het leveren van feitelijke, gedepolitiseerde en menselijke verhalen van slachtoffers, daders, Turkse en Koerdische redders en omstanders. En Turkije zou moeten terugkeren naar het klimaat van tien jaar geleden, toen er nog niet zoveel censuur was voor academici, die onderzoek willen doen en boeken willen schrijven over deze onderwerpen.’

 ‘Mensen bij elkaar brengen, ook al zit er daar nog steeds heel groots tussen’

Davo Poghossian (25) is medisch wetenschapper aan de Universiteit Utrecht. Zijn betrokkenheid bij de herdenkingsbijeenkomsten, via diverse Armeense organisaties in Nederland en het 24 april Comité, is de laatste jaren enorm ‘geëscaleerd’. Dit terwijl Davo, die deels Armeens is, er tot zijn twintigste vrij weinig mee had. Hoe kan dat?

‘Ik ben niet opgegroeid met de familieverhalen van leed, omdat mijn voorouders uit Iran komen en niet direct getroffen werden door de gebeurtenissen van 1915. Via mijn nicht Inge Drost, die al decennialang hiermee bezig is, ben ik steeds meer betrokken geraakt. Er ontwaakte bij mij toen een soort cultureel bewustzijn.’

Hij typeert zijn betrokkenheid als ‘niet-professioneel afstandelijk’. Hij doet organisatorisch mee, altijd voorzichtig en minder emotioneel. Het is een doelgericht plichtsbesef dat al in januari begint, met de organisatie van evenementen tot en met 24 april. In die paar maanden is er elke week wel iets. De dag van de herdenking noemt Davo ‘zwaar’, waar hij soms ook emotioneel van kan worden.

Davo merkt de laatste jaren wel steeds meer diepgang en complexiteit, waardoor het steeds moeilijker wordt om diepe scheidslijnen te trekken. ‘Maar we zijn er nog lang niet, hoor’, zegt hij er gelijk achteraan. ‘Hoewel er in parlementen allemaal dingen gebeuren, is het nog grotendeels een vergeten probleem. Erkenning blijft uit. En daarmee blijft een belangrijke reden voor de kloof tussen Armeniërs en Turken in stand.’

‘De Armeense Genocide moet een universele herdenking zijn’

Hij vindt het moeilijk om vanuit zijn ‘positie van afstand’ uitspraken te doen over wat er nog meer gedaan kan worden. In een mijnenveld aan sterke standpunten hierover is dat begrijpelijk voor een conflictvermijder. Maar na enig aandringen noemt hij ‘schaven’. Blijven schaven aan een waardige herdenking. En mensen met de juiste kennis aan het woord laten.

‘De Nederlanders moeten op de hoogte gehouden worden.’ En daarmee doelt hij op alle Nederlanders, ook de Turkse Nederlanders. ‘De Armeense Genocide moet een universele herdenking zijn.’

Mooie woorden, maar wie moet er veranderen voor die waardige en universele herdenking? Turken of Armeniërs? ‘Zonder iets af te doen aan het feit dat de Armeense Genocide echt gebeurd is, moeten we uiteindelijk allemaal veranderen. Turken én Armeniërs dus. De een meer dan de ander. Want zoals het er nu aan toegaat – en dat is gesegregeerd – vind ik niet dat we tot een conclusie komen.’

‘Herdenken is een historische taak van iedereen met een geweten’

Als politiek activist voelt Serda Nehirci (1986) zich betrokken bij alle vormen van onrechten, maar de Armeense Genocide heeft een bijzondere plek. Dat komt vanwege haar Koerdische achtergrond: ze komt oorspronkelijk uit Erzincan en Dersim. Binnen de familie is wel eens afgevraagd: ‘Hebben wij dan ook een Armeense achtergrond?’ Maar haar familieleden hebben hun roots nooit echt goed kunnen onderzoeken.

Nehirci benadrukt wel dat ‘de datum 24 april’ niet losstaat van haar activisme. Ze ziet de herdenking in het verlengde van de strijd tegen de fascistische ideologie die deze vernietiging heeft veroorzaakt. En die volgens haar nog steeds slachtoffers maakt.

Dat was in haar vormingsjaren binnen de linkse bewegingen met Koerdische, Armeense en Turkse activisten wel anders. De aandacht voor de Armeniërs was destijds minder. ‘Ik kan me bijvoorbeeld herinneren dat er werd gesproken over de in 1982 in Nederland vermoorde communist Nubar Yalimyan. Vermoedelijk door MIT, de Turkse geheime dienst. Zijn Armeense achtergrond werd aangestipt. En daar bleef het bij.’

Een artikel over de beruchte gevangenis in Diyarbakir in de jaren tachtig was een eyeopener: ‘Daarin stond dat de Armeense gevangenen veel meer werden gemarteld, maar ook gedwongen geïslamiseerd en besneden’. Pas na de moord op Hrant Dink was sprake van een bredere bewustwording, aldus Nehirci.

‘We zijn er nog lang niet. Dat steeds meer landen de Armeense Genocide erkennen heeft effect op Turkije, maar tegelijk zien we dat het Turkse fascisme zich ook voedt met nationalistische propaganda, waardoor de huidige Turkse staat de genocide nooit zal erkennen. Tegelijk vind ik het hypocriet dat westerse staten de Armeense Genocide erkennen, terwijl ze zelf ook boter op hun hoofd hebben.’

Nehirci vindt dat de volkeren en minderheden die in Turkije leven, met name de Turken en Koerden, moeten werken aan onderlinge solidariteit. Ze wijst erop dat de erkenning van de Armeense Genocide in de Koerdische gemeenschappen breder is.

‘Veel Koerden erkennen dat er toen een grote fout is gemaakt en nemen het mee als een gruwelijk gevolg van verdeel-en-heers-politiek door de heersende machten. Zo zijn de Koerden eerst gebruikt tegen de Armeniërs, en nu worden Koerden zelf uitgescholden voor Armeniër.’

De pro-Koerdische HDP strijd tegen het beleid van Erdogan en heeft linkse Turken en Armeniërs in haar gelederen, de Armeense Garo Paylan bijvoorbeeld. ‘Koerden en Armeniërs zijn steeds vaker solidair met elkaar. Bij veel Turken ontbreekt die solidariteit met Armeniërs. Dat komt ook door de staat: die heeft de identiteit van de Armeniërs geëlimineerd door ze uit het maatschappelijke geheugen te wissen.’

‘Hopelijk kunnen we na alle coronaperikelen meer samenwerken’

De Koerdisch-Nederlandse activiste wil radicale verandering. ‘In de kern moet het systeem veranderen’, zegt Nehirci, ‘Er is geen empathie mogelijk in een systeem dat zelfkritiek niet bevorderd.’ Maar wat als Turken zeggen dat de Koerden eerst kritisch naar zichzelf moeten kijken, voordat ze met hun beschuldigende vinger naar Turkije wijzen? ‘De Koerden hebben, maatschappelijk, institutioneel en historisch, een heel andere positie. Je kunt dit niet vergelijken.’

Nehirci is niet voor een dialoog met iedereen. ‘Ik ben onderdeel van de antifascistische, antipatriarchale en antiracistische organisatie HTIF. Ik geloof er heilig in dat we ons moeten organiseren om het tij te keren. Herdenken is ook een georganiseerde politieke actie, die mensen bij elkaar brengt die openstaan voor verandering. Hier zijn wij altijd voorstander van.’

Maar volgens Nehirci kan en moet er veel meer gebeuren. ‘Meer Armeens zingen’, bijvoorbeeld. En: ‘Meer herdenken in de kunsten’. ‘Hopelijk kunnen we na alle coronaperikelen ook meer samenwerken. Dit is een historische taak van iedereen met een geweten.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 24 april 2020.

Haagse Islam Democraten: weg met termen ‘westers’ en ‘niet-westers’

0

De Haagse partij Islam Democraten wil dat de gemeente stopt met het gebruik van de termen ‘westers’ en ‘niet-westers’, bericht Omroep West. Het onderscheid zou kolonialistisch zijn.

Eerder deze week kondigde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aan de termen ‘westers’ en ‘niet-westers’ niet meer te gebruiken. Het onderscheid zou niet goed onderbouwd zijn en wordt bovendien door sommigen als stigmatiserend ervaren.

De Islam Democraten vindt dat de gemeente Den Haag in navolging van het CBS de termen ook in de ban moet doen, zoals eerder ook de termen ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ in de ban zijn gedaan.

‘We moeten stoppen met de tweedeling van onze samenleving, zodat we allemaal Nederlanders kunnen en mogen zijn’, aldus Nur Icar van de Islam Democraten. ‘Vele Hagenaars zijn hier geboren en getogen, maar worden continu bestempeld als niet-westers of als allochtoon. Terwijl hun geboorteplaats en toekomst in Nederland ligt en zij volwaardige Hagenaars zijn.’

De term ‘niet-westers’ betekent volgens Icar dat je hier eigenlijk niet thuishoort. ‘Dit werkt discriminatie en segregatie alleen maar in de hand. We moeten stoppen met containerbegrippen die voor tweedeling zorgen.’ Alleen voor sommige medische onderzoeken zouden de begrippen ‘westers’ en ‘niet-westers’ wat Icar betreft nog mogen worden gebruikt.

Amsterdam: meldingen van discriminatie ruim verdubbeld

0

In de regio Amsterdam is het aantal meldingen van discriminatie meer dan verdubbeld. In 2019 waren er 595 meldingen, dit steeg naar 1.309 meldingen in 2020.

Dit meldt de Amsterdamse omroep AT5 op basis van cijfers van het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA). Volgens het MDRA ging ruim de helft van meldingen in 2020 over discriminatie van herkomst of huidskleur. Er waren maar liefst 944 meldingen, tegenover 318 in het jaar ervoor.

De meeste meldingen gingen over anti-Aziatisch racisme. De reden hiervoor was het controversiële corona-lied Voorkomen Is Beter Dan Chinezen, dat werd uitgezonden door Radio 10.

Volgens het MDRA nam het aantal meldingen van geweld en bedreigingen ook flink toe, van 53 meldingen voor bedreigingen in 2019 naar 107 meldingen vorig jaar. In meer dan 70 procent van de gevallen ging het om bedreiging op basis van afkomst en huidskleur.

Er waren ook meldingen over discriminatie op de arbeidsmarkt. Die discriminatie was op basis van huidskleur en etniciteit, maar ook op basis van religie, chronische ziekte en leeftijd.

Gisteren kwam ook de jaarlijkse Monitor Discriminatiezaken van het College voor de Rechten van de Mens uit. Een record aantal mensen stapte in 2020 naar dit college, om te klagen over discriminatie of racisme. Er werd onder meer geklaagd over discriminatie door de Belastingdienst, de zogenoemde Toeslagenaffaire.

Ook de Black Lives Matter-beweging heeft volgens de NOS effect gehad op het aantal meldingen dat bij het College voor de Rechten van de Mens is binnengekomen. De meeste vragen en meldingen gingen over de rechten van mensen met een beperking, onder andere van mensen die om medische redenen geen mondkapje wilden dragen. Zij klaagden over vervelende en discriminerende opmerkingen die ze naar hun hoofd geslingerd kregen