21.9 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 655

Hoe de moslim in 2020 de nieuwe paria van India werd

0

De machopolitiek van de Indiase premier Narendra Modi en zijn nationalistische BJP, die inspeelt op de behoeften van de culturele hindoemeerderheid, dringt andersdenkenden steeds verder in het nauw. Dit proces is voor moslims in een stroomversnelling geraakt, nu zij fungeren als zondebok voor de corona-uitbraak in het land. Dit leidt tot geweld tegen moskeeën en moslimgezinnen, weigering tot medische voorzieningen, sociaaleconomische boycots en toenemende intimidatie op straat en social media.

Al voor het inslaan van de pandemie leek het hindoe-nationalisme op ramkoers. In een halfjaar tijd was er de intrekking van de autonome status van het grotendeels islamitische Kashmir (augustus 2019), het vonnis over het bouwen van een hindoetempel op de plek van de Babri-moskee in Ayodhya (november 2019), het aannemen van een voor moslims nadelige burgerschapswet (december 2019) en anti-islamitische pogroms in Noordoost-Delhi (februari 2020). De komst van het virus diende dan ook als olie op het vuur voor verdere stigmatisering van India’s islamitische minderheid.

Al snel kwam een stortvloed van nepnieuws en complottheorieën op gang. Dit gebeurde volgens de aloude formule: neem een willekeurige crisis of misdaad, vind een invalshoek om moslims erin te betrekken en wijs hen vervolgens als schuldigen aan. Het duurde niet lang voor moslims beschuldigd werden van een complot om het virus te verspreiden onder Indiase hindoes, een heuse ‘corona-jihad’.

Deze corona-jihad werd geboren in de krochten van extreemrechtse social media en verspreidde zich snel via BJP-politici, hun volgers en duizenden nepaccounts, beheerd door hindoe-nationalisten. Uiteindelijk kregen de aantijgingen een podium in de mainstream media. Verzonnen termen als ‘corona-jihad’, ‘corona-terrorist’ en ‘menselijke bom’ bereikten miljoenen Indiërs. Een steeds grotere groep van doorgaans laagopgeleide hindoemannen bleek overtuigd van de noodzaak om in actie te komen en was bereid om online woorden om te zetten in daden.

In 2020 vond een ongekend aantal anti-islamitische geweldsincidenten plaats. Dit gebeurt met name in arme, dichtbevolkte gebieden in Noord-India. Zo werd in november in de staat Bihar een moskee vernield door deelnemers aan een parade van een lokale BJP-leider en werd een moslimman in Uttar Pradesh gelyncht vanwege urineren in het openbaar. Daarnaast dreigde het regeringshoofd van diezelfde staat moslims te doden als ze met een hindoemeisje zouden trouwen. Ook werden islamitische herders in de staat Punjab gedwongen honderden liters melk te dumpen, omdat deze besmet zou zijn met COVID-19. Tot slot werd een moslim in Delhi in elkaar geslagen, op beschuldiging van het plegen van corona-jihad. Hij moest zich, terwijl hij onder het bloed zat, bekeren tot het hindoeïsme voordat de daders hem naar het ziekenhuis lieten gaan.

Gevaarlijke stilte

Het zwakke optreden van de autoriteiten en Modi’s stilzwijgen worden gezien als goedkeuring door de haatzaaiers en hindoe-extremisten. Hij spreekt zich niet nadrukkelijk voor of tegen dit geweld uit, daar is hij te slim voor’, zegt politiek journalist Prabash Dhutta (38), werkzaam bij India Today. ‘Intussen geeft hij mensen in zijn achterban, van hooggeplaatste politici tot lokale, hindoe-nationalistische activisten en koeienwachters, carte blanche voor het systematisch beschuldigen van moslims en het neerzetten van hen als een gevaar.’

Volgens de journalist leidt het huidige klimaat ertoe dat de hindoemeerderheid de moslimminderheid steeds meer ziet als gewelddadig en onbetrouwbaar. ‘De vele nepfilmpjes en beelden lijken op zich niet veel meer dan slecht in elkaar gezette haatzaaierij. Maar als je kijkt naar de omvang hiervan, dan begint het te lijken op een gecoördineerde campagne. We zien steeds meer dat elke misdaad, verkrachtingszaak of moord wordt verdraaid en aan een moslim wordt toegeschreven door een ondoorzichtig netwerk van WhatsApp-groepen. Het lijkt wel of er ergens een redactie aan het werk is die alle kranten doorspit om elk verhaal te voorzien van een anti-islamitische invalshoek.’

Zo werd een olifant gedood in een bos in Kerala en verzonnen BJP-politici dat de daders moslimterroristen waren. Extreemrechtse media beweerden dat een verdronken jongen in Bihar geofferd was in een lokale moskee. Naast de zogenoemde corona-jihad, is er een andere populaire hindoe-nationalistische complottheorie die elk probleem binnen een interreligieus huwelijk ziet als bewijs van een wijdverspreide ‘liefdesjihad’.

‘Het lijkt wel of er ergens een redactie aan het werk is die alle kranten doorspit om elk verhaal te voorzien van een anti-islamitische invalshoek’

Na jarenlang met vlagen te zijn gevoed door nationalistische media heeft het spookbeeld van de liefdesjihad een kookpunt bereikt. De onbewezen geruchten rond gedwongen bekering hebben ervoor gezorgd dat de staat Uttar Pradesh een ‘antibekeringswet’ doorvoerde. Deze wet is vooral gericht op het stoppen van huwelijken tussen hindoevrouwen en moslimmannen, niet andersom. ‘Als een hindoeman met een moslimvrouw trouwt wordt het door hindoe-organisaties afgeschilderd als ware liefde, terwijl het omgekeerde wordt afgeschilderd als gedwongen bekering’, zegt Prasanth Pratul (46), historicus aan de Knnur University in Kerala.

De eerste minister van de BJP-staat Uttar Pradesh riep dat er niet gespeeld mag worden met de eer van hindoevrouwen. Hij uitte het lugubere dreigement dat als moslims niet van houding veranderen, er begrafenissen zullen volgen. De eerste arrestaties onder de nieuwe wet zijn er reeds gepleegd. Andere BJP-staten zijn van plan om soortgelijke wetten door te voeren. ‘De liefdesjihad is de ultieme trigger voor hindoe-nationalisten’, vervolgt Prasanth. ‘Als er twee dingen zijn waar zij dol op zijn, dan zijn dat het onderdrukken van moslims en het overheersen van vrouwen.’

Dit bleek ook na het verschijnen van een reclamefilmpje van sieradenmerk Tanishq, met daarin een moslimfamilie die een babyshower organiseert voor hun hindoe-schoondochter onder de slogan ‘The beauty of oneness’. De wollige, positieve commercial was echter geen lang leven beschoren. Binnen enkele dagen regende het bedreigingen vanuit extreemrechtse hoek, werden adressen van islamitische Tanishq-medewerkers gedeeld en riepen online activisten hun volgers op om de juweliersketen te boycotten, waarna de reclame uit veiligheidsoverwegingen offline werd gehaald.

Crackdown op intellectuelen

Volgens critici helpt de sektarische onrust om de aandacht af te leiden van het falen van Modi’s beleid. Het gaat slecht met de economie, er is veel werkloosheid, de gezondheidszorg kraakt, de spanningen aan de grens met China lopen op en de boerenprotesten in Delhi lopen uit de hand. De regering zou juist hopen op polarisatie, want dit helpt de populistische BJP in verkiezingstijd.

Vanuit zowel de bevolking als de media is weerwoord schaars. Modi houdt de maatschappij het plaatje voor dat het vijf voor twaalf is, dat India een krachtig leider nodig heeft om de veiligheid van de bevolking te garanderen. Protest tegen de overheid wordt stelselmatig gegeneerd, de kop in gedrukt en de leiders ervan worden slachtoffer van lastercampagnes. Tegenspraak wordt steeds meer gebruikt om de polarisatie in het land te vergroten of simpelweg afgekapt, te zien in het beteugelen van mensenrechtenorganisaties en het monddood maken van kritische journalisten en academici. En dat in een medialandschap dat grotendeels loyaal is aan de BJP-regering.

‘Indiase politici kennen de gevaren van polarisatie al te goed, maar blijven het spel spelen om er een politiek slaatje uit te slaan’

Volgens een rapport van het internationale netwerk Scholars at Risk maakt de regering misbruik van de coronacrisis door te midden van een landelijke lockdown academici, activisten en wetenschappers te arresteren, onder meer vanwege deelname aan vreedzame protesten tegen de omstreden burgerschapswet. Ook werden begin dit jaar tien oudere intellectuelen gevangengezet. De reden: hun veronderstelde deelname (2018) in het veroorzaken van rellen tussen hindoe-nationalistische activisten en dalits, de ‘onaanraakbaren’ die zo laag op de maatschappelijk ladder staan dat ze buiten het kastenstelsel vallen. Volgens het inmiddels uit India verjaagde Amnesty International waren de arrestaties slechts een volgende zet om tegenstanders van het regime monddood te maken.

Een ander voorbeeld van geïnstitutionaliseerde partijdigheid is te zien in het politieonderzoek dat volgde op de sektarische rellen in Delhi van februari 2020, die uiteindelijk leidden tot anti-islamitische pogroms. Ondanks bewijs van opruiende berichten door lokale hindoeleiders en beelden waarin de politie toekijkt hoe moslims worden afgetuigd, richtte het politieonderzoek zich grotendeels op islamitische studenten die betrokken waren bij protesten die gelijktijdig plaatsvonden.

Economische ongelijkheid

De breuklijn tussen India’s twee grootste religieuze gemeenschappen is dit jaar ook op economisch vlak verder verdiept. Social distancing is geen nieuw fenomeen in een land waar een brahmaan uit een hoge kaste geen eten aanraakt dat gekookt is door iemand van een lagere kaste. Maar ook moslims moesten het ontgelden. Door de rondzingende complottheorieën besloten de lokale autoriteiten islamitische handelaren te weigeren op een markt in de zuidelijke stad Mangalore. Ook kregen moslims in Gujarat geen toegang tot enkele ziekenhuizen op basis van hun geloof.

‘Het was voor moslims al moeilijker om aan werk te komen vanwege religieuze vooroordelen, maar de heisa rond de virusjihad heeft ervoor gezorgd dat mensen nog vaker dan voorheen liever mensen uit eigen kring inhuren’, zegt Jalil* (49), een islamitische sociologiedocent aan een universiteit in Bangalore.

Niet alleen door sociale isolatie, maar ook door de lockdowns zijn moslims disproportioneel hard getroffen. Indiase moslims behoren namelijk tot de armste groepen in het land. Een op de drie leeft onder de armoedegrens en een relatief groot deel van de moslims werkt als dagloner in de informele economie, de sector die het hardst getroffen is door de crisis.

Ook voor de pandemie hadden moslims reeds een relatief lage arbeidsparticipatie, lagere scholing, minder toegang tot gezondheidszorg en slechtere leefomstandigheden. Volgens Jalil komt dit grotendeels doordat moslims een lagere sociale status hebben. Daardoor keren veel mensen zich naar binnen, met als gevolg dat de sociale mobiliteit afneemt en mensen niet aan hun armoede kunnen ontsnappen.

‘Al met al heb je als Indiase moslim een grotere kans om ofwel besmet te raken met het coronavirus, of om economisch in zwaar weer te belanden. Niet zozeer als direct gevolg van je geloof, maar door de ondergeschikte positie waar je steeds dieper in wordt geduwd door de wereld om je heen.’

Jalil: ‘Als ik zie dat de leider van mijn land zijn directe collega’s toestaat om moslims ronduit te bedreigen, zijn aanhangers de wildste complottheorieën over ons laat verspreiden en geen vinger uitsteekt om ons te beschermen tegen het geweld en de haatcampagnes van extreemrechts, dan weet ik dat de hindoe-nationalistische storm nog niet voorbij is. Indiase politici kennen de gevaren van polarisatie al te goed, maar blijven het spel spelen om er een politiek slaatje uit te slaan. Ze weten allemaal: wie dit pad betreedt, kan op geweld rekenen. Het is niet dat ik mijn geloof in de eenheidsdroom van India heb verloren, maar op dit moment vrees ik simpelweg voor de toekomst van mijn kinderen.’

*Achternaam bij de redactie bekend.

Britse tv-autoriteit: keizer Ming uit cultfilm ‘Flash Gordon’ kan kwetsen

0

Britten die de nieuwe uitgave van film Flash Gordon kijken, krijgen vooraf een officiële waarschuwing te zien van de British Board of Film Classification (BBFC).

De sciencefiction-cultklassieker uit 1980, vooral bekend vanwege de muziek van rockgroep Queen, zou discriminerende stereotypes bevatten.

In de film moet hoofdpersoon Flash Gordon de wereld redden van de intergalactische superschurk keizer Ming the Merciless, gespeeld door de Zweedse acteur Max Von Sydow.

Dat een Zweed een Oost-Aziatisch personage speelt ‘zou niet gebeuren als dit een moderne filmproductie was’, stelt de BBFC. De Britse televisiewaakhond snapt het dat de film ‘controversieel, zo niet ronduit kwetsend’ is onder kijkers met een Aziatische achtergrond.

Het personage Ming komt uit de Flash Gordon-strips uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Maar onze houding ten opzichte van de aanvaardbaarheid van discriminerende rassenstereotypen is sindsdien aanzienlijk veranderd, aldus de BBFC.

Dankzij de Black Lives Matter-beweging liggen oude Hollywoodproducties al langer onder vuur. Eerder dit jaar werd aan Gone With The Wind (1939) een waarschuwing toegevoegd door de Amerikaanse streaming service HBO Max, omdat de film ‘de verschrikkingen van de slavernij ontkent’.

Ook leverde de Amerikaanse scenarioschrijver John Ridley felle kritiek op Quentin Tarantino, omdat de regisseur van onder meer Pulp Fiction, Inglourious Basterds en Django Unchained in zijn films vaak het ‘n-woord’ gebruikt. Volgens Tarantino zelf gaat het om artistieke vrijheid.

Turkse oppositie slaat alarm: wet tegen mensenrechtenorganisaties op komst

0

Oppositiepartijen in Turkije en NGO’s hebben felle kritiek op een wetsvoorstel van regeringspartij AKP. Het voorstel geeft president Erdogan de bevoegdheid om mensenrechtenorganisaties aan te pakken, meldt het Turkse medium Duvar.

Het wetsvoorstel zal de overheid staat stellen om NGO-besturen te vervangen en hun bankrekening en activiteiten stop te zetten. Volgens critici vernietigt de Turkse staat met deze maatregelen de publieke ruimte.

De oppositiepartijen vrezen dat mensenrechtenorganisaties niet langer gezien zullen worden als onderdeel van de maatschappij, maar als een ‘illegale entiteit’. Zomaar ingrijpen in de activa of bankrekeningen van deze NGO’s vinden zij ongrondwettelijk.

De oppositiepartijen vrezen vergelijkbare toestanden zoals vlak na de mislukte coup van juli 2016, toen in Turkije de staat van beleg werd afgekondigd en via nieuwe bevoegdheden tienduizenden vermeende tegenstanders werden opgepakt.

‘Dit wetsvoorstel zou effectief het recht van vergadering in Turkije elimineren’, aldus Amnesty International, dat samen met ruim honderd NGO’s een petitie tegen het wetsontwerp ondertekend.

Amstelveen: geen diversiteitsbeleid bij aanname gemeentepersoneel

0

De gemeente Amstelveen voert geen actief aannamebeleid om de diversiteit van het ambtenarenpersoneel te bevorderen en is dat ook niet van plan. Dat meldt het Amstelveens Nieuwsblad.

De raadsfracties van GroenLinks, D66, VVD, PvdA en de lokale partij Actief Voor Amstelveen hadden hier vragen over gesteld aan het stadsbestuur.

De partijen willen dat de gemeente meer aandacht geeft aan diversiteit, zowel qua geslacht als in leeftijd, etniciteit, geaardheid, fysieke conditie en opleiding. Amsterdam voert bijvoorbeeld wel zo’n diversiteitsbeleid in de werving en selectie van gemeenteambtenaren.

‘Wij willen dat niet, nog los van het feit dat dit wettelijk, zonder heel zwaarwegende redenen, niet is toegestaan,’ aldus het college. De coalitie in Amstelveen bestaat uit VVD, D66 en PvdA.

De Amstelveense college geeft verder aan dat het de bijna 900 gemeentelijke medewerkers niet monitort op het gebied van diversiteit. Desondanks heeft het college het gevoel dat de gemeente de laatste jaren al steeds diverser wordt.

Joden, moslims opgelet: er dreigt een nieuwe strijd om de slacht

0

Staatssecretaris Ad Ploeg gaf me een hand. ‘Zo, de zaak is geregeld. Jullie hoeven je geen zorgen meer te maken over het ritueel slachten, halal en koosjer, in ons land.’ De vrede tussen de islamitische en de joodse gemeenschap enerzijds en het toenmalige Ministerie van Landbouw en Visserij anderzijds was getekend. We spreken over vijfendertig jaar geleden.

Samen lopen de we trap af. Net voor de draaideur grijpt Ad Ploeg nog eenmaal mijn hand. ‘Lody, nu is het probleem weer van tafel. Maar, we zien elkaar vast weer. Over vijf jaar? Over tien jaar?’ Ik knik. En zo was het. Om de zoveel jaren zorgen de dierenwelzijnsorganisaties of de politiek ervoor dat halal en koosjer slachten weer op de agenda staan. Het meest heftig was 2011, toen de Tweede Kamer instemde met een totaalverbod. Een verbod dat overigens sneuvelde in de Eerste Kamer.

Nog net voor het einde van dit, toch voor velen al zo’n moeilijk jaar, is het weer raak. Nu niet in Nederland, maar er is reden tot zorg. Bij onze zuiderburen in Vlaanderen geldt sinds vorig jaar een verbod op onbedwelmd slachten.

Enkele weken geleden verklaarde de Advocaat Generaal van het Europese Hof van Justitie, Gerard Hogan, dat met dit verbod de grondrechten van gelovigen worden geschonden. Dus de ban moest weer van tafel. Maar dan, tot onze grote schrik, spreekt nu het Hof zelf zijn oordeel uit: het Vlaamse verbod is niet strijdig met de Europese regels voor godsdienstvrijheid. Enthousiast roept de Vlaamse minister van Dierenwelzijn dan ook ‘dat nu in héél Europa de deur openstaat voor een verbod op onverdoofd slachten’.

Wat hier in Nederland als gevolg van deze Europese uitspraak staat te gebeuren is nog onduidelijk. De Partij voor de Dieren was al bezig met een nieuw voorstel voor een verbod, maar had de behandeling in afwachting van dit vonnis van het Europese Hof stilgelegd. Fractievoorzitter Esther Ouwehand roept nu: ‘Dit is heel goed nieuws. Het oordeel van het Hof ligt helemaal in lijn met de uitgangspunten van ons wetsvoorstel. Nu staat het ons vrij om ook in Nederland een einde te maken aan het vreselijke lijden van dieren tijdens de onverdoofde slacht.’

Voor de islamitische en joodse gemeenschappen laten zulke reacties zien dat er nu ook onmiddellijk werk aan de winkel is. Onze gemeenschappen kunnen zich niet veroorloven niets te doen en af te wachten wat er gaat gebeuren. Integendeel. Met de les van negen jaar geleden nog vers in ons geheugen ligt er een essentieel belang in het gezamenlijke optreden, van iedereen met een persoonlijk religieus belang bij het handhaven van de mogelijkheid tot de rituele slacht.

Nu al moeten de belangenorganisaties van onze beide gemeenschappen rond de tafel gaan zitten om hun nieuwe plan en campagne op te gaan zetten. En dat plan omvat weer al die verschillende domeinen die in het geding kunnen zijn, zoals dierenwelzijn, godsdienstvrijheid, discriminatie, staatsrecht, sociale en maatschappelijke uitsluiting.

Eén de problemen die we in voorgaande momenten tegenkwamen was vaak de diversiteit tussen al die organisaties die de belangen van hun achterban behartigden. Soms konden de gezamenlijke tegenstanders van een slachtverbod vanwege hun andere verschillen niet samen door één deur. Toch moeten we samen proberen die situatie van toen deze keer te voorkomen. Want onze godsdienstvrijheid is in het geding.

Nu al moeten de belangenorganisaties van onze beide gemeenschappen rond de tafel gaan zitten

Er kunnen grote verschillen bestaan. Maar nu geldt één gemeenschappelijk belang, voor iedereen die halal of koosjer eet. De grondwettelijke vrijheid van godsdienst moet ons opnieuw garanderen dat moslims en joden vrij zijn om de handeling van het slachten volgen hun riten onbelemmerd uit te voeren.

We staan voor een zegenrijke uitdaging die in gemeenschappelijkheid, insh’Allah, beézrat Hasheem, met succes zal worden bekroond.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens: Turkije moet Demirtas vrijlaten

0

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft voormalig HDP-leider Selahattin Demirtas onschuldig verklaard. De HDP is een pro-Koerdische oppositiepartij in het Turkse parlement.

Het hof ziet geen bewijs voor de beschuldiging dat Demirtas (foto) terrorisme zou aanjagen, volgens Erdogan via banden met de PKK. De PKK vecht voor Koerdische onafhankelijkheid in het zuidoosten van Turkije en staat in Turkije, de EU en de VS op de terreurlijst.

Demirtas zit al vier jaar in voorarrest in afwachting van een megaproces, waarna hij ruim 140 jaar cel aan zijn broek kan krijgen.

Hij moet onmiddellijk worden vrijgelaten, aldus het hof, dat zijn gevangenschap een dekmantel noemt om de vrijheid van debat nog meer in te perken. Zijn voorarrest gaf de Turkse bevolking een ‘gevaarlijke boodschap’, aldus het hof.

Turkije is niet gebonden aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens,  dus is het de vraag of het land zich hier iets van aantrekt. President Erdogan noemde Demirtas een maand geleden nog een terrorist die ‘het bloed van duizenden Koerden’ aan zijn handen heeft.

Gisteren is de 54-jarige HDP-politica Leyla Güven van de HDP tot 22 jaar gevangenisstraf veroordeeld. In juni dit jaar besloot het Turkse parlement haar al te royeren als parlementslid.

Güven werd bekend toen ze in 2018 – ze was nog parlementslid – in hongerstaking ging uit protest tegen de opsluiting van PKK-leider Abdullah Öcalan. Güvens voorbeeld werd door vele Koerden nagevolgd, ook in Nederland. Hierdoor beschouwden de Turkse autoriteiten haar als een terrorist die propaganda maakt voor de PKK.

Gisteren spande president Erdogan ook nog een rechtszaak aan tegen een parlementariër van de CHP, de grootste oppositiepartij. Parlementslid Özgür Özel noemde de Turkse president een ‘slecht excuus voor een dictator’ en een ‘Franco-wannabe’. De fascistische generaal Francisco Franco was van 1939 tot zijn dood in 1975 dictator van Spanje.

 

Moslims in actie tegen eenzame kerst

0

Het platform Kunst van het Samenleven heeft een kerstkaarten-actie gelanceerd. Hiermee hoopt het platform een lichtpuntje te bieden aan mensen die dit goed kunnen gebruiken.

Corona zorgt ervoor dat mensen niet naar hun familie kunnen of hun familie niet kunnen zien. Vooral voor mensen die al eenzaam zijn, wordt deze kerst misschien nog eenzamer. Om anderen te inspireren ook aan deze kerstkaartenactie mee te doen, kunnen deelnemers een foto maken en deze delen via #KunstvanhetSamenleven en #eenkleingebaar.

Het platform roept deelnemers op de actie zo veilig mogelijk te doen. Zoals: aanbellen en op 1,5 meter afstand toelichten waarom je die persoon een kaartje heb gestuurd. Je kunt ook je telefoonnummer op het kaartje schrijven met de opmerking dat mensen jou via WhatsApp kunnen (beeld)bellen.

‘Bij eerdere vergelijkbare acties heeft Platform Kunst van het Samenleven landelijk met 64 lokale partners uit 35 steden ruim 21.000 mensen in contact weten te brengen’, vertelt initiatiefneemster Saniye Calkin. ‘Dit om, zoals de naam het al zegt, de kunst van het samenleven te bevorderen. Omdat fysiek contact dit jaar niet mogelijk is, hebben wij gezocht naar alternatieve manieren om mensen dichterbij elkaar te kunnen brengen.’

Denk Rotterdam wil dat stadsbestuur moskeeën gaat subsidiëren

0

De Rotterdamse fractie van Denk wil dat het stadsbestuur moskeeën financieel ondersteunt, meldt Dagblad 010. Dankzij de coronacrisis zouden moskeeën in de stad met financiële tekorten kampen.

‘Sommige moskeeën zijn nog helemaal niet opengegaan, terwijl de kosten wel doorlopen en de inkomsten uit collectes daardoor achterblijven’, aldus Denk-raadslid Enis Ygit. ‘Een deel wordt wel gecompenseerd door onder meer Tikkie, maar niet alles.’

In zijn brief verwijst het Denk-raadslid naar een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Hierin wordt geconcludeerd dat het zorgwerk van moskeeën, kerken en andere gebedshuizen in Rotterdam 200 miljoen euro waard is.

‘Zouden deze kerken en moskeeën nu wegvallen, dan kost het dus 200 miljoen euro om die hulp alsnog te leveren’, schrijft Ygit. Hij hoopt dat wethouder Bert Wijbenga (Samenleven, VVD) bereid is om de moskeeën te gaan subsidiëren.

Burgemeester Urk heeft twijfels bij coronavaccin

0

Burgemeester Cees van den Bos (SGP) van Urk twijfelt of hij de inwoners van het vissersdorp gaat oproepen om zich te laten vaccineren tegen corona. Hij gaat zich hierop bezinnen, vertelt hij in een interview met Binnenlands Bestuur.

‘Ik snap dat ik iets uitstraal als ik dat zou doen, maar zolang ik voor mijzelf geen standpunt heb ingenomen ga ik daar niet over communiceren’, aldus Van den Bos. ‘Het gaat je hele gezin aan. Zoiets beslis je niet op een achternamiddag.’

De vaccinatiegraad op het grotendeels orthodox-christelijke Urk is om religieuze redenen relatief laag. Veel Urkers willen zichzelf en hun kinderen niet vaccineren, omdat volgens hen God bepaalt of je ziek wordt of niet en niet een vaccin.

In het interview met Binnenlands Bestuur vertelt de burgemeester ook dat het landelijke vuurwerkverbod niet te handhaven is in het vissersdorp. Een week geleden schoten jongeren op Urk met vuurwerk richting medewerkers van een lokale coronatestbus.

Migrantenvrouwen maken inhaalslag op de Hollandse huisvrouw

0

Nederlandse vrouwen staan Europees gezien niet bekend om hun carrières en financiële onafhankelijkheid. Migrantenvrouwen in Nederland timmeren harder aan de weg, maar niet zonder slag of stoot.

De cijfers uit de nieuwe Emancipatiemonitor van het CBS en het SCP liegen er niet om. Het aantal ‘economisch zelfstandige vrouwen’ – zij verdienen minsten 990 euro per maand – zonder migratieachtergrond steeg verder naar 68 procent. Maar vrouwen met een migratieachtergrond lopen hen gestaag in. Marokkaans-Nederlandse vrouwen lopen vaker achter qua inkomen, maar de economische zelfstandigheid van de tweede generatie is al ruimschoots verdubbeld ten opzichte van de eerste generatie.

Als het gaat om het aantal uren dat vrouwen werken, is de autochtone vrouw minder geëmancipeerd dan andere vrouwen in dit land. Zij haalt wekelijks gemiddeld 28 uur, terwijl vrouwen met Afrikaanse, Latijns-Amerikaanse en Aziatische (met uitzondering van Japanse en Indonesische) afkomst gemiddeld ruim 29 uur werken. Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse vrouwen halen zelfs 31 uur. Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen werken nu nog gemiddeld minder, namelijk 27 en 28 uur. Wanneer we alleen kijken naar de tweede generatie, dan werken zij allebei ongeveer 29 uur per week.

Een terugkerende Nederlandse discussie is de wens van vrouwen om parttime te werken. Vrouwen zonder migratieachtergrond laten deze vaker in vervulling laten gaan. 68 procent van de vrouwen werkt liever deeltijd, om tijd te besteden aan andere dingen. Van de hoogopgeleide vrouwen met een Nederlandse achtergrond werkt 45 procent voltijds tien jaar nadat zij het onderwijs hebben verlaten, blijkt uit het Jaarrapport Integratie 2020 van het CBS. Onder hoogopgeleide vrouwen met een Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse migratieachtergrond ligt dit percentage op 55 tot 60.

De vrouwelijke werkweek is één van de graadmeters van emancipatie. Hoe kan het dat vrouwen met verschillende afkomst zo uiteen lopen? Helga de Valk, hoogleraar Migratie en de levensloop aan de Rijksuniversiteit Groningen, en directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) verklaart: ‘De cultuur van het land van herkomst is één van de pijlers die de arbeidsparticipatie beïnvloedt. Dat is goed te zien bij vrouwen uit Suriname en de Antillen, waar de vrouw aan het hoofd staat van het gezin. Ook na de geboorte van kinderen is zij vaker de kostwinner.’

Niet zonder slag of stoot

De cijfers laten niet alleen een voorsprong zien onder migranten. De eerste generatie blijft achter: slechts 37 procent van de eerste generatie Marokkaans-Nederlandse vrouwen werkt en 44 procent van de Turks-Nederlandse vrouwen. ‘Veel van hen kwamen in de jaren zeventig naar Nederland voor gezinshereniging’, zegt De Valk. ‘Wanneer zij eerder een kind kregen dan een baan, dan werd het lastig om die werkachterstand later in te halen – als ze juridisch al móchten werken van de overheid. Ook Nederlandse vrouwen, of misschien wel juist Nederlandse vrouwen, stoppen met werken wanneer er kinderen komen.’

Het gezinsleven is niet de enige factor van belang. De Valk: ‘We hebben dit jaar allemaal gemerkt hoe moeilijk het is om stappen te zetten als je niet weet wat de toekomst brengt. Dat geldt ook voor vluchtelingen. Terwijl het juist belangrijk is om gelijk aan de slag te gaan als je hier komt.’

Nenita la Rose, voorzitter van de Nederlandse Vrouwen Raad, beaamt dit: ‘Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtten veel Europeanen naar Amerika. Daar kregen ze de kans om een bestaan op te bouwen. Dat is hier niet het geval, alleen al de taal leren wordt hen lastig gemaakt. De samenleving moet wel open staan om de eerste generatie een kans te geven.’

Kijkend naar de tweede generatie, die het stukken beter doet qua arbeidsparticipatie, blijken ook hier problemen te zitten die de vrouw zonder migratieachtergrond niet kent. Zo verschilt de werkloosheid behoorlijk van het vrouwelijk gemiddelde (2 procent), variërend van 5 procent (Surinaams) tot 8 procent (Turks). En bijna een kwart van de Surinaamse vrouwen, die vaak op kop lopen qua werk, krijgt een uitkering. Van alle Nederlandse vrouwen is zestien procent van een uitkering afhankelijk.

Het Jaarrapport Integratie 2020 laat zien dat een opleiding niet voor iedereen garantie biedt op werk. Na een jaar heeft 43 procent van de vrouwen met Surinaamse achtergrond nog geen betaald werk, terwijl dit percentage onder vrouwen met een Nederlandse achtergrond en hetzelfde diploma op slechts de helft daarvan ligt. Tien jaar na de opleiding hebben hoogopgeleide migranten significant minder vaak betaald werk, met een uitzondering voor Antilliaanse Nederlanders. Onder de eerste generatie voelt vier procent van de Marokkaans- en Surinaams-Nederlandse vrouwen zich zelfs ‘ontmoedigd’ in hun zoektocht naar werk.

‘Qua kansengelijkheid en inkomen hebben migrantenvrouwen een achterstand ten opzichte van Nederlandse vrouwen’

‘Het zijn twee stukjes van de puzzel’, zegt De Valk. ‘Ze werken veel uren of ze zijn werkloos. Voor een deel van hen is voltijds werk noodzakelijk om rond te komen. Misschien hebben ze ook lager betaalde banen. Dan is er nog discriminatie op de arbeidsmarkt, dat zich lastig laat onderzoeken, maar niet valt weg te wuiven.’

La Rose vertelt hier over: ‘Qua kansengelijkheid en inkomen hebben migrantenvrouwen een achterstand ten opzichte van Nederlandse vrouwen. Ik wil institutioneel racisme er eigenlijk niet bijhalen, maar je kunt er niet omheen.’

La Rose kwam zelf uit Suriname naar Nederland om te studeren en heeft ervaren hoe het er voor een Surinaamse vrouw aan toe gaat op de werkvloer: ‘Twintig jaar geleden werkte ik bij de gemeente Amsterdam als één van de weinige vrouwen in schaal 12. Eén van de hogere schalen, maar de mannen die ik leiding gaf verdienden meer dan ik. Nog steeds komen weinig migrantenvrouwen hoger dan schaal 10. Iemand met een andere naam moet al blij zijn als ze de eerste sollicitatieronde haalt. Daar valt een wereld te winnen.’

De mannelijke rol

Hebben mannen ook nog een rol in het emancipatieverhaal van al deze vrouwen? Uit onderzoek van het CBS in 2005 blijkt dat zij in ieder geval een afremmende werking kunnen hebben, bijvoorbeeld op Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen. Terwijl deze tweede generatie jonge vrouwen modernere opvattingen hebben op de rolverdeling dan niet-migrantenvrouwen, zijn het de Turks- en Marokkaans-Nederlandse mannen die geen voorstander zijn van het tweeverdienersmodel zodra er kinderen komen. Zowel de mannen als vrouwen vinden de vrouw geschikter om voor de kinderen te zorgen, waardoor de moeder waarschijnlijk met een dubbele last wordt opgezadeld, aldus het rapport.

La Rose kijkt hier niet zo zwart-wit naar: ‘Het onderscheid tussen Turkse en andere vrouwen is handig voor de statistieken, maar ik zie iets heel anders gebeuren. Kijk hoeveel Turkse en Marokkaanse meiden hun vleugels uitslaan. In de cultuursector, in de media, in praatgroepen en op tv. Alle vrouwen willen vooruitgang en zelfstandigheid, als ze maar de kans krijgen. Ze kunnen tegelijkertijd respect koesteren voor hun hun culturele opvoeding. Dat is een verrijking, ook als ze er dan voor kiezen om thuis te blijven.’

Ook De Valk wil het emancipatievraagstuk breder trekken. ‘Relevanter is dat de participatie van álle vrouwen omhoog gaat. Hoe zorgen we dat vrouwen blijven werken in de toekomst? Betere kinderopvang en naschoolse opvang maken het mogelijk om werk en kinderen te combineren, kijk maar naar Scandinavië. En uiteraard moeten we juridische obstakels wegnemen voor nieuwkomers om te werken.’

‘Kijk hoeveel Turkse en Marokkaanse meiden hun vleugels uitslaan. In de cultuursector, in de media, in praatgroepen en op tv’

En de Turks-Nederlandse mannen die hun vrouwen liever thuis zien zitten zodra er kinderen zijn, dan? De Valk onderzocht in haar proefschrift in 2006 jongeren tussen dertien en vijftien jaar en de verdeling van taken in het huishouden en betaald werk. Haar conclusie: niet-migrantenkinderen houden er vaak conservatievere denkbeelden op na dan kinderen van migranten.

‘Tijdens de jeugd zijn mensen het meest progressief. Toch wil het merendeel van de jongens later fulltime werken met een partner die de zorg voor de kinderen op zich neemt. De meisjes willen liever parttime werken en het huishouden deels zelf doen. Die kinderen in 2006 zijn de dertigers van nu.’

De autochtone vrouw

Gezien discriminatie, gezinsomstandigheden en obstakels van de inburgering, verwacht je een grotere achterstand op de arbeidsmarkt van migrantenvrouwen in Nederland. Wat zegt hun ontwikkeling over de Nederlandse, autochtone vrouw? Is zij het sukkeltje van de klas, ook in eigen land?

La Rose breekt een lans voor haar: ‘Als Nederlandse vrouwen een partner met een goede baan hebben, kunnen zij zich het eerder veroorloven om minder te werken. Dat kan een verklaring zijn voor deze cijfers. Maar laten we niet generaliseren. Veel Nederlandse vrouwen moeten bikkelen, zijn gescheiden en knopen de eindjes aan elkaar.’

De Valk nodigt iedereen wel uit om breder te kijken dan de Nederlandse gewoonten: ‘In andere landen is het gebruikelijker om meer te werken als vrouw. Integratie zou voor hen eerder betekenen dat ze hier minder moeten werken. Laten we onze Nederlandse bril eens afzetten. Het spectrum van onze levensloop kan zoveel breder zijn als je je laat inspireren door bijvoorbeeld de Surinaamse en Antilliaanse vrouwen, die vaak het hoofd zijn van het gezin.’

Afsluitend concludeert De Valk dat vrouwen met een migratieverleden vaak extra obstakels weten te overwinnen, van discriminatie tot regelgeving. Dat zegt iets over hun vasthoudendheid, stelt zij. ‘Zij zijn de rolmodellen voor een volgende generatie. Daar kunnen wij iets van leren.’