6.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 545

‘Turkije en Taliban naderen deal over Kabul Airport’

0

Turkije staat op het punt om eerdaags een deal met de Taliban te sluiten over de internationale luchthaven op Kabul, aldus nieuwswebsite Middle East Eye.

Het idee zou zijn dat Turkije de luchthaven zal beveiligen via een privébedrijf, met behulp van voormalige soldaten en politie. Samen met de golfstaat Qatar zal Turkije dan de luchthaven exploiteren. De deal zou ook inhouden dat Turkije de Taliban als legitieme regering erkent.

Dit weekend maakte de Turkse president Erdogan ook bekend dat de Turkse ambassade is teruggekeerd naar haar gebouw in de hoofdstad Kabul. Andere NAVO-landen hebben hun diplomatieke missies in Afghanistan teruggetrokken, nadat de Taliban twee weken geleden de macht in het land overnamen.

‘Ons plan is nu om onze diplomatieke aanwezigheid op deze manier te behouden’, zei Erdogan. De Turkse president zei ook dat Turkije de sussende verklaringen van de Taliban tot verwelkomt met ‘voorzichtig optimisme’, maar dat die woorden dan wel gepaard moeten gaan met daden.

Taliban: vrouwen mogen studeren, maar niet in één ruimte met mannen

0

Afghaanse vrouwen mogen studeren aan de universiteit, maar de Taliban willen een einde maken aan gemengde klassen. Dat zegt Abdul Baqi Haqqan, de interim-minister voor Hoger Onderwijs van de Taliban.

De minister zegt dat de Taliban ‘een redelijk en islamitisch leerplan willen scheppen dat in overeenstemming is met onze islamitische, nationale en historische waarden en anderzijds in staat is om te concurreren met andere landen’.

Meisjes en jongens zullen ook gescheiden worden op lagere en middelbare scholen, maar dat was ook onder de pro-westerse regering regel in het conservatief-islamitische Afghanistan.

De Taliban hebben beloofd de vooruitgang op het gebied van vrouwenrechten te respecteren, maar alleen in overeenstemming met hun strikte interpretatie van de islamitische wet.

‘De (…) mensen van Afghanistan zullen hun hoger onderwijs in het licht van de sharia in veiligheid voortzetten zonder in een gemengde mannelijke en vrouwelijke omgeving te verkeren’, aldus de minister.

In de jaren negentig van de vorige eeuw kozen de Taliban voor een striktere koers. Meisjes mochten toen helemaal niet naar school. Velen vrezen een terugkeer naar dit regime.

Utrechts festival wil inclusief feestje, maar blundert met Turks en Arabisch

0

Spring Utrecht organiseert van 16 tot 19 september een rondreizend feest door de Domstad, met ontmoetingen, dans en theater, dat ook inclusief moet zijn. Probleem: een promotieposter met Arabische en Turkse teksten staat vol taalfouten.

Spring is een organisatie die festivals voor podiumkunsten organiseert, waaronder het festival Ark Utrecht dat elk jaar in Utrecht plaatsvindt. ‘We vieren de stad met bewoners van alle wijken, leeftijden, achtergronden, opleidingen en overtuigingen’, aldus Spring. Maar in haar poging om inclusief te zijn maakt de organisatie een aantal fouten.

Op de poster staat ‘Join the party!’, met daaronder vertalingen in het Arabisch en Turks. Maar de tekst in het Arabisch is van links naar rechts geschreven en met losse letters, twittert journalist Franka Hummels die de poster tegenkwam. De Arabische taal wordt in werkelijkheid van rechts naar links geschreven en met de letters aan elkaar vast.

Daarnaast klopt ook het Turks – ‘Şenliğe sen de katil!’ – niet, zien twitteraars die de Turkse taal machtig zijn. ‘Katıl’ zonder punt betekent ‘doe mee’, maar ‘katil’ mét een punt, zoals op de poster te zien is, betekent ‘moordenaar’.

Er staat nu dus: ‘Aan het feest jij ook moordenaar.’ ‘Krijgt zo’n affiche gelijk een hele andere lading van’, merkt de Turks-Nederlandse Trouw-columniste Emine Ugur op.

Spring Utrecht heeft nog niet op de ophef gereageerd.

Hoe reli-nationalisme de democratie aantast in Hongarije, Turkije en India

0

Op het eerste gezicht hebben Hongarije, Turkije en India weinig met elkaar gemeen: de landen verschillen enorm qua grootte, inwoneraantal en ook qua religie. Maar schijn bedriegt. Alle drie de landen zijn een autoritair pad ingeslagen en raken steeds verder verwijderd van de liberale democratie en daarbij behorende rechtsstaat. In hun strijd maken premier Viktor Orbán van Hongarije, president Recep Tayyip Erdogan van Turkije en premier Narendra Modi van India gebruik van nationalisme én religie. Waarom zijn ze hierin zo succesvol?

Hongarije: discours zonder ideologie

Sinds 2010 zijn Orbán en zijn conservatieve partij Fidesz aan de macht in Hongarije. Fidesz begon na de val van het communisme als een progressieve anticommunistische partij, maar transformeerde al snel in een conservatieve, populistische partij die het christelijke karakter van de natie benadrukte. Als premier schermde Orbán constant met traditioneel-christelijke waarden. Hij verscheen pontificaal op de foto met zijn eigen grote gezin, hij deelde premies uit aan gezinnen met meer kinderen en bond de strijd aan met ‘LGBT-propaganda’.  Ook werd Hongarije onder zijn premierschap steeds conservatiever en autoritairder. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht staat sterk onder druk, het gaat slecht met de persvrijheid – Hongarije staat op plek 92 van de persvrijheidsindex van Reporters Without Borders (RSF) – en hoewel Hongarije officieel godsdienstvrijheid kent, bevoordeelt de staat dankzij Fidesz de Rooms-Katholieke Kerk en de Gereformeerde Kerk financieel.

Oppositiepartijen zijn niet verboden: dat kan Hongarije niet maken als EU-lid. Maar ze worden wel gepest, vertelt de Brits-Hongaarse religiejournalist Alexander Faludy. ‘Zo worden er rechtszaken tegen deze partijen aangespannen, worden in aanloop naar de verkiezingen boetes uitgedeeld met als doel om de verkiezingscampagne te verstoren en vinden er soms invallen in partijkantoren plaats, waarbij computers in beslag worden genomen. Mensen die actief zijn bij oppositiepartijen ondervinden hiervan schade in hun zakelijke en professionele leven. Maar Orbán stuurt politieke tegenstanders niet naar de gevangenis, zoals Erdogan dat bijvoorbeeld wel doet’, zegt Faludy.

Volgens Faludy lijdt premier Orbán aan een messiascomplex, wat vaker het geval is bij autoritaire leiders. ‘Orbán gelooft dat hij de enige is die Hongarije kan redden. Hij is een man met een missie, die zich bekeerd heeft tot het calvinisme. In 1998 was Orbán met Fidesz voor het eerst premier geworden, maar in 2002 verloor hij onverwachts de verkiezingen, legt de journalist uit. ‘Orbán viel toen in een diep gat en verdween een paar maanden van de radar. Waar hij heeft uitgehangen? Geen idee. Hierover bestaan wilde geruchten. Maar Orbán kwam uit de crisis. Dankzij de geestelijke steun van de calvinistische dominee Zoltán Balog herpakte hij zich en vond hij zichzelf opnieuw uit.’

Balog speelt een hele belangrijke rol in het hedendaagse Hongarije, legt Faludy uit. Hij is sinds begin dit jaar het hoofd van de gereformeerde kerk in Hongarije, maar was van 2012 tot 2018 minister van Human Resources, een ‘superministerie’ dat onderwijs, gezondheidszorg, cultuur en minderhedenbeleid omvatte. ‘Dat de staat nu de gereformeerde kerk en de katholieke kerk sterk bevoordeelt, is vooral te danken aan Balog. Hij is ook verantwoordelijk voor het segregeren van de Roma binnen het onderwijssysteem, een omstreden discriminerende beleidsmaatregel.’

‘Debrecen, de tweede stad van Hongarije en de geestelijke hoofdstad van gereformeerd Hongarije, is ook het centrum van Fidesz’

Ongeveer de helft van de Hongaren ziet zichzelf als christelijk. De calvinisten, die slechts elf procent van de Hongaren uitmaken, vormen de harde kern van Orbáns achterban. ‘Debrecen, de tweede stad van Hongarije en de geestelijke hoofdstad van gereformeerd Hongarije, is ook het centrum van Fidesz’, vertelt Faludy. ‘Toen Fidesz in 1993 van een progressieve partij een ruk naar rechts maakte, organiseerde Orbán niet toevallig een conferentie in deze stad.’

De calvinisten zijn dan wel een kleine minderheid in Hongarije, maar hebben onevenredig veel invloed, legt de journalist uit. ‘Premier István Tisza, die ervoor zorgde dat Hongarije de Eerste Wereldoorlog inrolde, was een calvinist, maar ook admiraal Miklós Horthy, die van 1920 tot 1944 het land leidde. Dit komt omdat een aanzienlijk deel van de oude Hongaarse adel calvinistisch was en politieke ambten bekleedde.’

Veel Hongaarse calvinisten wonen in Transsylvanië, dat sinds 1920 bij Roemenië hoort. Dankzij Fidesz hebben de Hongaren in de gebieden die tot 1920 bij Hongarije hoorden stemrecht gekregen, en zij zijn Orbáns trouwste supporters. Mede dankzij deze kiezers behoudt Orbán de twee derde meerderheid die nodig is om de grondwet aan te kunnen passen, aldus de journalist. ‘Hongaren in West-Europa, die vaak progressiever zijn, worden geconfronteerd met veel administratieve rompslomp als ze willen stemmen. Maar voor de conservatieve, vaak calvinistische Hongaren in Roemenië heeft Orbán het proces expres heel makkelijk gemaakt.’

Maar hoe zit het met de katholieken? De overgrote meerderheid van de Hongaarse christenen is immers katholiek. ‘Fidesz zit in een coalitieregering met de conservatief-katholieke partij KDNP, waarmee Fidesz ook een lijstineenschuiving is aangegaan. Dat de KDNP ondanks deze zeer verregaande samenwerking nog steeds niet officieel is gefuseerd met Fidesz komt door de katholieke geestelijkheid in Hongarije, die de protestantse Orbán nog steeds niet helemaal vertrouwt’, legt Faludy uit. Toch steunen de meeste katholieke geestelijken – net als hun calvinistische collega’s – het beleid van Orbán. ‘Geestelijken die zich verzetten tegen de uitholling van de democratische rechtsstaat bestaan, maar ze zijn een uitzondering. Veel vaker werken geestelijken hier actief aan mee.’

‘Orbán kan het, ondanks zijn retoriek over islamitische vluchtelingen, buitengewoon goed vinden met Erdogan’

Als voorbeeld noemt Faludy de hetze tegen George Soros, die door de katholieke bisschop aartsbisschop Gyula Marfi is gestart, drie jaar voordat Orbán er zelf over begon. De Hongaars-Amerikaanse miljardair en filantroop, die van Joodse afkomst is, promoot met zijn Open Society Foundation liberale waarden en wordt daarom door Orbán en andere conservatieve en populistische politici als een gevaarlijke vijand gezien. De hetze tegen Soros leidde in 2019 tot de gedwongen verhuizing van de Central European University van Hongarije naar Oostenrijk, omdat het door Fidesz gedomineerde parlement wetswijzigingen had doorgevoerd die de status van deze door Soros gefinancierde particuliere universiteit in gevaar brachten. ‘De haatcampagne tegen Soros is heel opportunistisch’, benadrukt Faludy, ‘want dankzij een beurs van Soros kon Orbán naar de universiteit.’

Opportunisme is dan ook het belangrijkste wezenskenmerk van de partij van Orbán, concludeert de journalist. ‘Fidesz heeft geen ideologie, maar alleen een discours. Fidesz heeft meerdere gezichten. Aan de ene kant verdedigt de partij een christelijk-nationaal narratief en worden vluchtelingen, vooral die van islamitische afkomst, zwart gemaakt. Maar aan de andere kant zit het Hongarije van Fidesz als Makaristan samen met Turkije, Azerbeidzjan, Turkmenistan en andere Turkse landen in de Turkse Raad, die overwegend islamitisch is. Hongarije zwijgt over de discriminatie van christenen in deze landen en is een van de weinige landen in de Europese Unie die de Armeense Genocide niet heeft erkend. En Orbán kan het, ondanks zijn retoriek over islamitische vluchtelingen, buitengewoon goed vinden met Erdogan.’

Turkije: eerder pragmatisch dan islamistisch

In Turkije is sinds 2003 Erdogan aan de macht, eerst als premier en vanaf 2014 als president. Het afgelopen decennium werd het land stap voor stap steeds autoritairder. Op dit moment zitten duizenden politieke tegenstanders in de gevangenis, waaronder sympathisanten van de Gülenbeweging en aanhangers van de pro-Koerdische HDP, de tweede oppositiepartij in het land. Turkije staat op plaats 153 van de persvrijheidsindex van RSF: niet alleen hebben AKP-aanhangers de belangrijkste mediakanalen opgekocht en bestaan er nauwelijks onafhankelijke nieuwsmedia in het land, maar ook zitten er nog altijd tientallen journalisten in de gevangenis.

Erdogans AKP dankt haar succes deels aan een bottom-up-benadering, vertelt schrijver, antropoloog en Turkije-deskundige Jenny White, hoogleraar Turkish Studies aan de Universiteit van Stockholm. ‘AKP’ers gingen de arme wijken in, deden veel voor gewone mensen. De seculiere CHP liet zich nooit in deze wijken zien, alleen in verkiezingstijd voor een mooie fotoshoot. Dat de AKP onder veel gewone Turken nog steeds populair is, komt door dit sociale werk. En omdat het heel goed ging met de Turkse economie in de beginjaren van Erdogans bewind. Hij heeft hierdoor veel krediet opgebouwd bij de mensen, vooral de oudere generaties.’

‘De AKP is een politiek bedrijf. Het is een pragmatische partij, zonder islamistisch politiek programma’

Jongeren zijn kritischer over Erdogan. Zij associëren hem met de kwakkelende economie van nu, met vriendjespolitiek – afgestudeerden krijgen moeilijk een baan, je komt makkelijker aan een baan als je de juiste connecties hebt – en met religieus conservatisme. Turkse jongeren staan nu afstandelijker tegenover de islam, iets waar het Turkse presidium voor Godsdienstzaken Diyanet zich grote zorgen over maakt. Diyanet fungeert als een soort van staatskerk in Turkije en heeft goede banden met de AKP. Dankzij de AKP kreeg Diyanet meer geld en invloed. Zo krijgen pasgetrouwde stellen nu ook advies van Diyanet. White: ‘Vroeger, toen de seculiere CHP nog aan de macht was, bestond Diyanet ook, maar was de organisatie veel minder aanwezig in de samenleving. En Diyanet bemoeide zich al helemaal niet met het privéleven van mensen. Dat is nu anders geworden.’

Het is verleidelijk om de AKP te omschrijven als een islamistische partij en Erdogan als een islamistische politicus, zegt White, maar dit is volgens haar een populaire misvatting. ‘De AKP is een politiek bedrijf. Het is een pragmatische partij, zonder islamistisch politiek programma. Erdogan is een vrome moslim die de islam gebruikt voor politieke doeleinden, maar ook hem kun je niet islamistisch noemen.’ White interviewde hem jaren geleden, toen hij nog burgemeester was van Istanbul. ‘Hij is een hele charismatische man, maar heeft ook dominante, autoritaire trekken. Dat Turkije onder Erdogans leiding weer in autoritaire richting is opgeschoven verbaast mij daarom niet. Maar het is pertinent onjuist om dit aan islamisme toe te schrijven’, zegt ze.

Erdogan is ook geen Turkse nationalist, vertelt White. Het Turkse nationalisme is sterk verbonden met de Republiek Turkije die in 1923 werd gesticht. Het Turks-zijn werd toen gekoppeld aan de soennitische islam – waardoor alevieten, christenen en Joden werden buitengesloten – en aan de Turkse etniciteit en taal – wat vooral lastig was voor Koerden die niet wilden assimileren tot Turk.‘Dit nationale discours zorgde voor een overzichtelijke wereld. Iedereen die hier niet in meeging was de vijand, of in ieder geval een potentiële verrader.’ Maar Erdogan heeft dit vertrouwde wereldbeeld overhoop gehaald door zijn strijd tegen Gülenisten – ook soennitische moslims – en door weer terug te grijpen op het Ottomaanse Rijk (1299-1923).

‘Door het jaar 1453 als startpunt te nemen voor de Turkse identiteit – de verovering van Constantinopel door sultan Mehmet II – in plaats van 1923 – de stichting van de moderne Republiek Turkije – heeft Erdogan de ramen naar de islamitische wereld wagenwijd opengezet. Het Ottomaanse Rijk was een islamitisch wereldrijk. Voor Erdogan zijn grenzen minder belangrijk geworden. Turkije voert nu een actieve buitenlandse politiek – op de Balkan, in het Midden-Oosten, Centraal-Azië, Noord-Afrika en de Kaukasus – en benadrukt de islamitische broederschap. Met wisselend succes. Veel Arabieren herinneren zich het Ottomaanse Rijk als onderdrukkende imperialistische macht en zijn blij hiervan te zijn bevrijd.’

Het Ottomanisme van Erdogan heeft volgens White weinig met de historische realiteit van doen, maar is vooral ‘romantische kitsch’: ‘In 2015 ontmoette Erdogan zijn Palestijnse collega Mahmoud Abbas. Ze schudden elkaar de hand voor het presidentiële paleis in Ankara in het bijzijn van zestien acteurs die zich hadden verkleed als soldaten. Deze soldaten vertegenwoordigden de zestien Turkse staten uit het verleden, van de Xiongnu-confederatie in het huidige Mongolië tot aan het Ottomaanse Rijk. Maar historisch gezien klopte er niets aan die uniformen. De soldaten zagen er volgens critici uit als figuranten van een historische low-budget dramafilm.’ Erdogan wilde volgens White de indruk wekken dat Turkije een grote mogendheid is met een roemrijk verleden. Hij kon daarom ook niet lachen om een tweet van een linkse Turkse professor, die grapte: ‘Degene die de badjas draagt, welke staat vertegenwoordigt hij?’ De professor werd ontslagen.

Maar nog belangrijker dan Ottomaanse romantiek en de islam, zijn machtspolitiek en geld. ‘Met Hongarije heeft Turkije een goede band omdat het een Turks broedervolk is, ook al is Hongarije christelijk, maar ook omdat er met de Hongaren handel gedreven kan worden. Turkije heeft drones aan Hongarije en Polen verkocht, want dit levert veel geld op, maar verloochent de islamitische Oeigoeren die door China worden onderdrukt, omdat China veel economische macht heeft.’

‘Wie tegen Erdogan is heeft hem persoonlijk verraden, en heeft bovendien landverraad gepleegd’

Uiteindelijk is Erdogan volgens White een pragmatische machtspoliticus, die gebruik maakt van de islam en een romantische voorstelling van het Ottomaanse verleden om mensen aan zich te binden, met als doel om zo lang mogelijk aan de macht te kunnen blijven. ‘De Turkse politiek kun je vergelijken met een suikerspin. Erdogan is de stok, zijn getrouwen en zijn aanhangers vormen de gesmolten suiker die om de stok heen zijn gedraaid. Het draait uiteindelijk om persoonlijke loyaliteit aan de grote leider, om trouw aan Erdogan die het land gaat redden. Wie tegen Erdogan is, heeft hem persoonlijk verraden, en heeft bovendien landverraad gepleegd. De term ‘verrader’ wordt in Turkije zeer vaak gebezigd. En als je een ‘verrader’ bent, dan krijg je doodsbedreigingen binnen.’

India: reli-populisme als afleiding

In India zijn premier Modi en zijn hindoe-nationalistische Bharatiya Janata-partij (BJP) sinds 2014 aan de macht, maar na Modi’s herverkiezing in 2019 is het beleid geradicaliseerd. In augustus dat jaar besloot Delhi de autonomie van het overwegend islamitische Kashmir in te trekken en de noodtoestand in deze staat af te roepen. In september werden via een administratieve handeling twee miljoen moslims plotsklaps stateloos gemaakt. In december nam het Indiase parlement de controversiële Citizenship Amendment Act (CAA) aan, die het voor migranten makkelijker maakt om Indiaas staatsburger te worden – maar niet voor moslims.

Met de persvrijheid in India is het ook droevig gesteld. Het land staat op plek 142 van de RSF-ranglijst. Volgens de persvrijheidswaakhond proberen hindoe-nationalisten alle ‘antinationale ideeën’ te weren uit het publieke discours en worden er op sociale netwerken gecoördineerde hetzes, inclusief doodsbedreigingen, gevoerd tegen kritische journalisten. In Kashmir is de situatie nog erger, waar journalisten door de politie en door paramilitairen worden geïntimideerd en veel onafhankelijke media-outlets zijn gesloten.

De rechterlijke macht in India is daarentegen nog redelijk onafhankelijk, hoewel rechters nauwelijks hebben geprotesteerd tegen de erosie van de rechtsstaat onder de BJP, vertelt professor Ashok Swain, hoogleraar in Vredes- en Conflictonderzoek aan de universiteit van Uppsala in Zweden. Modi ontpopt zich steeds meer tot een autoritaire leider, waaromheen nu een persoonlijkheidscultus ontstaat, vervolgt hij. ‘Zijn portret staat nu ook op een vaccinatiecertificaat voor het coronavirus. Alsof Modi de mensen heeft gered.’

‘In India wordt de politiek steeds religieuzer en wordt religie steeds politieker’

De BJP, de partij van Modi, bestaat sinds 1980, en komt voort uit de hindoe-nationalistische beweging Rashtriya Swayamsevak Sangh die al veel langer bestaat. De RSS werd in 1925 opgericht, in dezelfde tijd dat in Egypte de Moslimbroederschap ontstond, zegt Swain. Volgens hem valt de RSS goed met de Moslimbroederschap te vergelijken.

‘Ook de RSS politiseert religie, in dit geval het hindoeïsme. Het politiseren van religie is schadelijk voor het hindoeïsme, dat misschien wel de meest diverse religie van de wereld is, met meer dan dertig miljoen goden. Hindoe-nationalisten willen het geloof standaardiseren. Ze willen meer eenheid. Uniforme regels over hoe je bidt, hoe je eet, hoe je naar andere religies kijkt.’

Maar het hindoe-nationalisme is in de eerste plaats schadelijk voor de islam, benadrukt Swain. ‘Vijftien procent van de Indiërs is moslim en de islam hoort al eeuwenlang bij India, maar volgens hindoe-nationalisten is de islam in India een Fremdkörper. Ook het christendom en het Sikh-geloof zijn de vijand en worden bestreden. De heftigheid van de haat hangt heel erg af van de staat waar je vandaan komt. In sommige staten wonen nauwelijks moslims, maar is er wel een aanzienlijke christelijke minderheid. In die staten zijn vooral de christenen het slachtoffer van hindoe-nationalistische haat.’

‘Kerk en staat zijn in India officieel gescheiden, maar religie en politiek raken steeds meer met elkaar vermengd’, vertelt de Indiaas-Zweedse hoogleraar. ‘De seculiere Congrespartij, die na Indiase onafhankelijkheid voor lange tijd de bovenliggende partij was, behandelde alle religies op gelijk niveau. Maar de BJP doet dat niet, die bevoordeelt het hindoeïsme. Een zorgelijke ontwikkeling. In India wordt de politiek steeds religieuzer en wordt religie steeds politieker. De gouverneur van de Indiase staat Uttar Pradesh, Yogi Adityanath, is een hindoeïstische monnik en draagt ook religieuze kleding.’

Net als Fidesz en de AKP zet de BJP religie pragmatisch in, met als doel dat de regering aan de macht kan blijven, aldus Swain. ‘Het reli-populisme van de BJP is vooral als afleiding bedoeld voor de alledaagse problemen van mensen. De regering voert een ongelooflijk slecht beleid tegen de coronapandemie, met honderdduizenden doden tot gevolg. Maar door de hele tijd naar de moslims en andere niet-hindoes te wijzen als zondebok, komt Modi ermee weg. Net als Orbán en Erdogan gebruikt Modi religie om mensen te mobiliseren. 80 procent van India is hindoe. Wat doe je dan als demagoog? De meerderheid proberen wijs te maken dat zij wordt bedreigd door allerlei ‘gevaarlijke’ minderheden. Orbán doet dat ook. Hij wijst naar de vluchtelingen.’

Massa’s worden bovendien door religie opgezweept en religieuze tegenstellingen kun je uitbuiten als demagoog. ‘Vorig jaar zomer wijdde Erdogan de Hagia Sophia weer in als een moskee: een symbolische overwinning van de islam op het christendom. In diezelfde zomer legde Modi de eerste steen voor de bouw van de tempel in Ayodhya, op de plek waar honderden jaren een moskee stond die in 1992 door hindoe-nationalisten werd gesloopt: een symbolische overwinning van het hindoeïsme op de islam.’

‘Het reli-populisme van de BJP is vooral als afleiding bedoeld voor de alledaagse problemen van mensen’

Hoewel Modi qua stijl lijkt op Orbán en Erdogan, heeft India met Hongarije nauwelijks een band en met Turkije een slechte band. ‘Met collega Donald Trump, toen hij nog president van de Verenigde Staten was, kon premier Modi goed opschieten, net als met de populistische president Jaïr Bolsonaro van Brazilië’, vertelt Swain. ‘Maar Hongarije is maar een klein land in het verre Europa, dat economisch gezien nauwelijks van belang is voor India. Met Turkije zijn de betrekkingen slecht omdat Turkije bondgenoot is van Pakistan, en dat land steunt in het conflict met India over Kashmir.’

Oeigoeren in Afghanistan vrezen dat Taliban ze uitleveren aan China

0

Net als miljoenen andere Afghanen hebben Oeigoeren in Afghanistan nu te maken met een andere realiteit, een waar de Taliban de leiding hebben. Maar Afghaanse Oeigoeren hebben nog een probleem erbij: de Taliban kunnen het goed vinden met China, dat in eigen land de Oeigoerse, islamitische minderheid onderdrukt.

Er wonen zo’n tweeduizend Oeigoeren in Afghanistan. Hoewel velen van de tweede generatie zijn – hun ouders zijn lang geleden naar Afghanistan gevlucht – staat nog steeds op hun Afghaanse identiteitskaarten dat zij Oeigoerse of Chinese vluchteling zijn.

Naar schatting miljoenen Oeigoeren zitten in Chinese heropvoedingskampen, die tot doel hebben de Oeigoerse identiteit te wissen. Steeds meer experts en parlementen spreken van genocide, ook omdat China bezig is met gedwongen anticonceptie onder Oeigoeren. Afghaanse Oeigoeren vrezen dat China hen kan aanpakken, nu de Taliban de macht hebben.

‘Dat is nu de grootste angst voor Oeigoeren in Afghanistan’, zegt een Oeigoerse man van in de vijftig in Kabul tegen de BBC. ‘We vrezen dat de Taliban China zullen helpen onze bewegingen onder controle te krijgen, of dat ze ons zullen arresteren en uitleveren aan China.’

Alle Oeigoeren in Afghanistan die met de BBC hebben gesproken vertelden de Britse omroep dat ze zich thuis hebben verstopt sinds de Taliban het land innamen. Slechts af en toe communiceren ze met elkaar via de telefoon.

‘We zijn nu als een levend dood volk’, zegt een andere Oeigoerse man in Kabul. ‘Te bang om zelfs maar naar buiten te gaan.’

Een man in Mazar-i-Sharif vertelt de BBC dat hij zich met zijn vrouw, kinderen en andere familieleden in het huis verstopte.

‘We zitten nu tien dagen thuis, ons leven staat on hold‘, zei hij. ‘Op onze identiteitskaarten staat duidelijk geschreven dat we Oeigoeren zijn.’

China verzoekt buitenlandse mogendheden om Oeigoerse dissidenten te arresteren en naar China terug te sturen. China en de Taliban staan ideologisch gezien ver uit elkaar, maar hebben gemeenschappelijke belangen.

‘China staat welwillend tegenover de Taliban zolang die de Oeigoerse extremisten maar in toom houden’, schreef de Volkskrant anderhalve week geleden. De Taliban op hun beurt hopen op economische concessies en broodnodige investeringen van China. De Oeigoeren in Afghanistan vrezen een onderhandelingsmiddel voor de Taliban te kunnen zijn.

In juli nodigde China een hoge Taliban-delegatie uit naar Tianjin, waar minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi zei te verwachten dat de groep ‘een belangrijke rol zou spelen in het vredes-, verzoenings- en wederopbouwproces van het land’. De Taliban beloofden dat ze ‘niemand zouden toestaan ​​Afghaanse grond tegen China te gebruiken’.

‘We zijn helemaal gestopt met winkelen en verlaten ons huis niet’, aldus een Oeigoerse vrouw in Mazar-i-Sharif, die opgroeide in Xinjiang. ‘We leven in angst. We hebben hulp nodig. Help alsjeblieft.’

Nieuw: expositie over slavernijverleden oerfeministe Belle van Zuylen

0

Feministe avant la lettre Belle van Zuylen (1740-1804), in 2004 uitgeroepen tot ‘grootste Utrechter aller tijden’, heeft een smet op haar blazoen: ze dankte een groot deel van haar vermogen aan koloniale handel en slavenarbeid. Dit aspect van haar leven krijgt ook de nodige aandacht in een nieuwe tentoonstelling over de achttiende-eeuwse schrijfster.

Morgen opent in Slot Zuylen, een kasteel nabij Utrecht, de tentoonstelling Slot Zuylen en Slavernij. Dat Belle van Zuylen en haar familie hun kapitaal voor een groot deel te danken hebben aan koloniale handel en slavenarbeid staat centraal in deze tentoonstelling.

Zo zijn ook kostbare, koloniale voorwerpen te zien in de expositie, zoals mahoniehouten tafels en kasten. Mahonie kwam van de plantages in de West. ‘Het is een deel van haar geschiedenis, dat ontbreekt in de beeldvorming’, vertelt de directeur van Slot Zuylen, Willem te Slaa, aan AD Utrecht.

Belle van Zuylen was door progressief Utrecht heilig verklaard, als gevierd schrijfster en geëmancipeerde vrouw. Zo is er een Belle van Zuylen wisselleerstoel aan de Universiteit Utrecht en is er ook een Belle van Zuylenring, die onderdeel is van het Internationaal Literatuurfestival van de stad. Maar dankzij een onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht, dat deze zomer uitkwam, is ze van haar voetstuk gevallen.

Belle van Zuylen veroordeelde de slavernij niet – in tegenstelling tot haar tijdgenoot Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784), de democratische politicus en leider van de patriottenbeweging. Wel refereerde ze in haar brieven uitgebreid aan koloniaal bezit en slavernij, maar zonder moreel oordeel.

‘De bewoners van het slot verdienden ook aan investeringen in de West-Indische Compagnie (WIC) en Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)’, vertelt Te Slaa. ‘Door huwelijkspolitiek werd dat bezit nog veel groter. Belle erfde in 1778 van haar vader, omgerekend naar huidige maatstaven, ruim 1,5 miljoen euro.’ Dit kapitaal bestond onder meer uit verschillende obligaties en koloniale aandelen. Haar vader had geïnvesteerd in een fonds dat investeerde in meer dan twintig Surinaamse plantages.

In 1750 werd Slot Zuylen door Belles vader ingrijpend verbouwd, dankzij kapitaal dat verdiend was in de koloniën. Zo kreeg het kasteel een linkervleugel en een voorplein en werd de slotgracht gedempt.

Te Slaa wil openheid geven over het slavernijverleden van Belle van Zuylen, maar vindt niet dat de Belle van Zuylenlezing nu geschrapt moet worden, zegt hij. ‘Je moet het goede aan Belle niet meteen weggooien. Wel willen we het beeld van haar completer maken.’

Amsterdam: raadsvragen over dokters die ongedocumenteerden weigeren

0

De fracties van GroenLinks, ChristenUnie en Denk in de Amsterdamse gemeenteraad hebben raadsvragen gesteld aan het gemeentebestuur over huisartsen die zorg weigeren aan ongedocumenteerden.

Aanleiding is het nieuws dat een kleine twintig procent van de huisartsen in Amsterdam weigert om ongedocumenteerde patiënten te helpen. Dit komt door de algemene drukte, maar ook door financiële onduidelijkheid en de taalbarrière.

GroenLinks, ChristenUnie en Denk vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders welke acties er ondernomen zullen worden, zodat ongedocumenteerden niet meer worden geweigerd door een Amsterdamse huisarts.

Ook zijn de drie fracties van mening dat de gemeente Amsterdam huisartsen beter moet ondersteunen als het gaat om de zorg voor ongedocumenteerden.

Moskeekoepel waarschuwt moslims: corona-risico na vakantie in Marokko

0

Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPRIOR) waarschuwt haar achterban. Marokkaanse Nederlanders die teruggekeerd zijn uit Marokko zijn mogelijk besmet met het coronavirus, aldus de moskeekoepel, en zouden daarom de eerste dagen niet naar de moskee moeten gaan.

‘Marokko is een donkerrood gebied, in vergelijking met andere landen, en kampt hierdoor met een zeer hoog aantal coronabesmettingen’, schrijft directeur-bestuur Nourdin el Ouali op de Facebook-pagina van SPIOR. ‘De situatie aldaar gaat ons bijzonder aan het hart en baart ons grote zorgen.’

SPIOR heeft ook signalen gekregen dat een groot aantal PCR-testen zijn vervalst. ‘Dit betekent dat mogelijk besmette passagiers plaats nemen of hebben genomen in volgeboekte vluchten met alle risico’s van dien!’, aldus El Ouali.

Marokkaanse Nederlanders die teruggekeerd zijn van hun vakantie naar Marokko en die lichamelijke klachten ervaren, wordt geadviseerd zich zo snel mogelijk te laten testen en zich te houden aan het RIVM-advies.

‘Wij zijn, in het bijzonder als moslims, verantwoordelijk voor elkaars welzijn en gezondheid. Wij rekenen op uw medewerking want wij hebben elkaar in deze keihard nodig. Barak Allahu feekom.’

Nourdin el Ouali eindigt zijn oproep met een gebed. ‘Moge Allah (swt) onze samenleving beschermen tegen deze virusziekte en andere gevaren. Opdat wij onze verantwoordelijkheid nemen en in lijn met alle adviezen handelen. Alleen zo zullen wij kwaad tot erger weten te voorkomen in sja’Allah.’

Griekenland stuurt politieke vluchtelingen terug naar Turkije, en martelt ze ook

0

Griekenland duwt Turkse staatsburgers terug in de handen van de Turkse staat, waar zij als ‘staatsvijanden’ worden gezien vanwege hun Gülenistische of Koerdische achtergrond. Eenmaal terug in Turkije belanden zij dikwijls in de cel. De Kanttekening sprak met familieleden van slachtoffers en de Koerdische schrijfster Meral Simsek, die zelf slachtoffer is geworden van een gewelddadige pushback in Griekenland.

‘Het zou niet zo gemakkelijk moeten zijn om met mensenlevens te spelen’, zegt Ihsan Erdogan (29) in een Zoom-gesprek over het lot van zijn tweelingzus Ayse (foto, links). Zij is door de Griekse politie in 2019 teruggestuurd naar Turkije, zonder de mogelijkheid om een asielprocedure aan te vragen. Sindsdien zit ze vast in een cel in Turkije. Een schending van Europese en internationale regelgeving, want eenieder die naar de EU vlucht moet asiel kunnen aanvragen. Ihsan zegt beteuterd dat het als een loterij voelt: ‘Ik kon de grens een jaar eerder wel probleemloos passeren, maar mijn zus, die precies om dezelfde redenen is gevlucht, niet.’

De reden waarop Ihsan doelt is de vervolging van de Hizmet-beweging in Turkije, oftewel sympathisanten van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen. De Turkse staat brandmerkt Gülen als hét brein achter de mislukte couppoging in 2016, terwijl hijzelf altijd heeft ontkend hier iets mee te maken hebben gehad. Duizenden Gülen-sympathisanten zijn achter de tralies beland, hebben hun bedrijven, scholen of banen verloren en worden nog steeds overal in Turkije én daarbuiten gezocht.

Ihsan en Ayse zijn op een opsporingslijst terechtgekomen omdat iemand hun namen had doorgegeven aan de autoriteiten. Ze zouden verblijven in een ‘huis van Hizmet’. Dat is genoeg reden om tot ‘terrorist’ te worden verklaard door de Turkse staat, als zijnde lid van ‘FETÖ’, de ‘Fethullahistische Terroristische Organisatie’, zoals de officiële Turkse benaming luidt.

‘Hun kleren, geld, telefoon, schoenen, alles is afgepakt. De mannen in de groep werden zelfs geslagen’

Ihsan leert nu de taal van het Europese land waar hij verblijft, maar hij wil liever niet vertellen welk land dat is. In Turkije doceerde hij wiskunde op een middelbare school. In 2019, toen hij nog in Griekenland verbleef, kreeg hij nadat Ayse de Turks-Griekse grens had gepasseerd een locatie en foto van haar toegestuurd via WhatsApp. Ze had zich aangemeld bij de Griekse politie met een paar anderen. Toen Ihsan daar aankwam, zei de Griekse politie van niets te weten. Een leugen, aldus Ihsan: ‘Ze hebben haar met een groepje naar een ander politiebureau gebracht. Hun kleren, geld, telefoon, schoenen, alles is afgepakt. De mannen in de groep werden zelfs geslagen.’

In de pushback naar Turkije, die door gemaskerde mannen werd uitgevoerd, brak Ayse ook nog eens haar voet. The Guardian meldde eind juni dat Griekenland dit jaar al 6.200 vluchtelingen heeft ‘teruggeduwd’ naar Turkije. Voornamelijk Syriërs, Afghanen en Somaliërs, maar ook staatsburgers uit Turkije zijn de klos. ‘Niemand mag teruggestuurd worden’, zegt Ihsan, ‘maar het verschil is dat Turkse vluchtelingen in tegenstelling tot andere vluchtelingen meteen in de gevangenis belanden, want de Turkse staat vervolgt ons. Dit moet stoppen’. Namens zijn tweelingzus heeft Ihsan een rechtszaak aangespannen, eerst in Griekenland, en daarna bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Bij elkaar duurt dit nu meer dan twee jaar.

Afgevoerd door gemaskerde mannen

Ayse is zeker niet het enige Turkse slachtoffer van een Griekse pushback. De vrouw van een ondernemer die anoniem* wil blijven, is ook in de gevangenis beland na een mislukte poging. De 56-jarige vrouw werd eveneens gezocht omdat ze zou sympathiseren met Gülen. Ze was na de couppoging al eerder in de gevangenis geplaatst, net als haar man en de rest van de familie. Ze hadden na de staatsgreep achttien maanden als vluchtelingen in eigen land geleefd. Nadat ze vermoedelijk zijn verklikt, is de politie hun schuiladres binnengevallen en moest het hele gezin eraan geloven.

Via WhatsApp sprak de Kanttekening de ondernemer, die zelf inmiddels vrij is in Turkije: ‘Mijn vrouw heeft zes maanden vastgezeten. Ze is vrijgelaten terwijl ik nog in de gevangenis zat. Alles liep in de soep met ons bedrijf. We hadden veel leningen openstaan en moesten veel geld nog krijgen van anderen. De onderneming bleef verweesd achter. Ze is geplunderd door mensen in de omgeving en door de staat deels geconfisqueerd. Al onze bezittingen en rekeningen werden geblokkeerd. Ik heb mij dertig jaar met mijn bouwbedrijf ingezet voor onder meer publieke instellingen. Ik heb hard gewerkt en nooit iets fout gedaan. We hadden zeventig tot tachtig medewerkers, iedereen betaalde netjes zijn of haar belasting en premies. Tot die tijd had ik geen enkel misdrijf begaan en heb ik ook nooit boetes opgelegd gekregen. We werden juist gewaardeerd om ons werk. Ik heb vele dankplaquettes en dergelijke ontvangen. Na de couppoging zijn we als het ware in één dag tot terrorist verklaard.’

Toen de ondernemer na tweeënhalf jaar op vrije voeten kwam stond hij voor een belangrijke keuze. Het leven in Turkije werd hem en zijn gezin onmogelijk gemaakt, dus wilde de familie naar het buitenland. De ondernemer besloot eerst zijn vrouw te sturen. Ze vertrok met een groepje mensen, maar hun verblijf in Griekenland was zeer kort.

‘Ze werden door gemaskerde, grofgebouwde mannen afgevoerd naar een magazijnachtige plek. Daar werden ze vier à vijf uur vastgehouden. Dit terwijl ze doodmoe waren, want ze hadden al achttien uur gelopen in een woest gebied. Plus: mijn partner was ziek, ze is astmatisch. Hun kleren waren helemaal gescheurd.’

‘Mijn vrouw heeft gejammerd tegen de Griekse politie, ze zei dat ze haar in de gevangenis zouden stoppen. Maar het mocht niet baten’

Uiteindelijk werd de groep van 25 à 30 personen, nadat bijna alles van deze mensen was afgepakt, in een vrachtwagen gepropt en bij de Turkse grens gedropt. ‘Mijn vrouw heeft gejammerd tegen de Griekse politie, ze zei dat ze haar in de gevangenis zouden stoppen. Maar het mocht niet baten. Van achter werd nog geschoten door die gemaskerde mannen. Ze verdronk bijna in de rivier Evros. Een Afghaanse jongeman heeft haar gered.’ Van een Turkse jongen van 24, een kennis van de ondernemer, is niets meer vernomen sinds vorig jaar. ‘Waarschijnlijk is hij verdronken. Hij kon niet zwemmen en ze waren de rivier in gegooid’, vertelt hij.

In Turkije werd zijn vrouw samen met twee anderen en een kind door een Turkse taxichauffeur aangegeven en aangehouden. Ze werden naar de militaire politie gebracht en moesten drie dagen in detentie blijven, waarna ze formeel werd gearresteerd en naar de gevangenis gestuurd. Ze was helemaal kapot, vertelt de ondernemer bedroefd: ‘Ze heeft meerdere malen aan zelfmoord gedacht, maar ons geloof weerhield haar daarvan.’

Hij vervolgt: ‘Dit is het verhaal van een 56-jarige huisvrouw, een vrouw die alleen maar een basisschoolopleiding heeft genoten. Een vrouw die op basis van het deelnemen aan sohbets (gesprekken, red.) en kermessen (festiviteiten voor kinderen, red.) nu in de gevangenis zit. De onderdrukking gaat door. Er is hier geen gerechtigheid. We houden van ons land en willen nooit vertrekken. Maar ons leven hier wordt onmogelijk gemaakt. We worden buitengesloten. We hebben geen zekerheid. We willen onze stem laten horen aan iedereen in Europa en in de Verenigde Naties die zich over de mensenrechten buigt.’

Afranseling en verkrachting

Meral Simsek (foto, rechts) kan erover meepraten. De veertigjarige Koerdische schrijfster, lid van de internationale persvrijheidsvereniging PEN en winnaar van meerdere internationale prijzen, heeft ook geprobeerd om Turkije te ontvluchten. Dat is jammerlijk mislukt en ze is op gewelddadige wijze teruggestuurd. Op 21 september moet ze voor de Turkse rechter verschijnen. Ze wordt beschuldigd van ‘lidmaatschap aan een terreurorganisatie’ en het maken van ‘terreurpropaganda’. Ze zou actief zijn voor de Koerdische Arbeiderspartij, ofwel de PKK, en de daaraan gelieerde Groep van Koerdische Gemeenschappen, de KCK, organisaties waarmee Turkije in oorlog verkeert.

‘Daar is allemaal niets van waar’, vertelt ze via Zoom over de aanklachten tegen haar, vanuit een woning van een vriend in de Oost-Turkse plaats Diyarbakir. ‘Het heeft te maken met mijn werk en met mijn optredens. In mijn boek Arzela zou ik een denkbeeldige staat hebben gesticht – Koerdistan dus.’

Simsek lacht erbij en steekt een sigaret op, terwijl ze soms hyper en soms laconiek vertelt over wat ze allemaal heeft meegemaakt in de vijftien uur die dit jaar op 29 juni in de avond begon en op 30 juni eindigde aan de Turkse kant van de grensrivier Evros.

‘We zijn dus met een bootje naar de overkant gedropt, maar het was vrij ruw terrein, er waren wilde zwijnen. Het bleek verboden militair gebied te zijn. We zagen gewapende Griekse soldaten’, aldus Simsek.

De schrijfster legt uit dat ze van tevoren al was gewaarschuwd over verkrachtingen en moorden die zouden plaatsvinden. Tussen neus en lippen door vertelt ze dat ze in de jaren negentig van de vorige eeuw ook al werd gemarteld door de Turkse staat, in Mardin en Diyarbakir. In december 2020 werd ze opnieuw gearresteerd door de Turkse politie. Terwijl ze in vrijheid haar rechtszaak mocht afwachten, besloot ze om naar het buitenland te vluchten. Ze vluchtte met Dicle, een Syrisch-Koerdische vrouw van begin twintig, die ziek was. Op aanwijzingen van hun advocaten liepen ze in de nacht van 30 juni in de richting van de lichtjes van dorpen die ze in de ochtend niet meer zouden kunnen zien.

‘Echt een verschrikkelijke plek om te lopen. Overal takken. Ik maakte me ook zorgen om mijnen. En toen viel opeens een groep wilde zwijnen ons aan. We zijn weggerend. Maar toen kwam een tweede en derde groep zwijnen. We waren echt bang dat we door die hongerige zwijnen zouden worden opgegeten.’

Ze verloren daarbij al hun water. Uiteindelijk liepen ze veertien kilometer Griekenland binnen. Bij de vijftiende kilometer, net voordat ze het Griekse dorp zouden binnenlopen, verscheen er een politievoertuig. ‘Ik dacht toen: Eindelijk, we zijn vrij. Ik slaakte een diepe zucht van verlichting. In mijn gebroken Engels vertelde ik aan de grote blonde man met zonnebril en de andere politieagent direct mijn naam en dat ik een vervolgde Koerdische schrijver ben. Maar toen ik om water vroeg en ze dat niet gaven realiseerde ik mij: ‘Dit is foute boel.’’

De grenspolitie pakte alles van de vrouwen af. ‘En opeens raakte die blonde man mijn borsten en vagina aan. Ze hebben toen een melding via de walkietalkie of telefoon gedaan, waarin mijn naam werd genoemd. Ze probeerden ook Dicle van mij te scheiden. Ik schreeuwde: ‘Zij is ook Koerdisch en niet veilig in Turkije.’ En ik vroeg weer om water. Maar weer kreeg ik nul op het rekest.’

Na een tijd wachten kwam er een andere auto aangereden. Een transporter, zonder kenteken. Er stapten nu een man en een vrouw uit. ‘Zonder iets te zeggen, tussen iedereen, moesten we ons uitkleden en visitatie ondergaan. Met dezelfde plastic handschoenen werd dat herhaald bij Dicle. Dat was extra spijtig, omdat ze menstrueerde.’

Daarna werden ze in het busje gegooid, dat keihard reed naar de richting van waaruit Simsek en Dicle waren gevlucht. ‘Het busje was zo smerig binnen. Echt, overal bloed, pisgeur, bloedgeur, poepgeur, ik zag het gewoon, uitgedroogde mensenpoep.’

‘Toen zagen we opeens gemaskerde mensen. Ik dacht: ‘Hier gaan we niet meer levend uit komen’

Simsek stopt even met haar verhaal, doet haar handen voor haar hoofd, steekt een sigaret op, en praat weer door. ‘Er was ook geen stoel, geen plek waar je je aan kan vasthouden, wel was er een vrachtwagenband waar ik op ging zitten. Ik zei: ‘Dicle, houd me vast, zodat we niet van de ene naar de andere kant botsen.’

Ze kwamen aan bij een oud, verlaten gebouw. Voor de grenspolitie kwamen nieuwe, anonieme mensen in de plaats. ‘Een vreemde plek. En toen zagen we opeens gemaskerde mensen. Dat was het moment dat ik dacht: ‘Hier gaan we niet meer levend uit komen.’ Ik zei tegen Dicle: ‘Wat er ook gebeurt, we moeten elkaar vasthouden. Ik ga jou niet loslaten.’’

De schrijfster grijpt weer even haar gezicht en zegt: ‘Het is een georganiseerd systeem, daar aan de grens. Ze doen 100 procent aan identiteitscontrole. En toen hoorde ik opeens in verstaanbaar, goed Turks: ‘Meral Simsek, we gooien haar zo!’’

Hoe vaak ze ook zei dat ze politieke vluchtelingen waren, en dat dit in strijd is met internationale regels, het maakte niets uit, legt Simsek uit. ‘Toen zei iemand in het Turks: ‘Hou je bek, je gaat dood!’, en ze begonnen mij te slaan. Ik voelde mijn linkerschouder niet meer. Maar ik dacht: ‘Als ik doodga, dan maar strijdend ten onder’ – en ik bood verzet.’

Simsek benadrukt dat deze pushbacks goed gecoördineerd zijn. En dat oude gebouwen zelfs tot martelcentra zijn omgebouwd. ‘Er worden daar mensen aangerand en zelfs verkracht.’ Dat heeft ze later gehoord van Gülen-sympathisanten in hechtenis. ‘De gemaskerde mannen nemen het over van de officiële politie en tuigen die mensen af. De daders zijn van allerlei afkomst: Koerden, Turken, Afghanen, mensen uit Afrika. Allemaal maffia die hieraan meedoen.’

Onbekende mensen die met een Turks accent spraken, hebben Simsek vechtend en scheldend gedwongen op de boot gezet. ‘Ik heb water geslikt, ik verzette mij hevig. Aan de overkant heb ik mijzelf eerste hulp verleend door op mijn middenrif te slaan, het water uit mijn lichaam gekotst – het kwam ook uit mijn neus.’

Uiteindelijk heeft Simsek zichzelf moeten aangeven bij een Turkse legerpost. Ze heeft wel een rapport laten maken van marteling. ‘Eren Keskin (een beroemde Turkse mensenrechtenadvocaat, red.) is mijn advocaat. En ik weet zeker dat Griekenland en Turkije hierbij samenwerken. De Griekse autoriteiten waren op de hoogte van mijn aanwezigheid in het land. Ik was op Europees grondgebied. Het is allemaal te herleiden via de berichten die ik heb ontvangen en gestuurd.’

Simsek is strijdvaardig. ‘Ik heb marteling door Turkije openbaar gemaakt. Nu ga ik dat als vervolgde Koerdische vrouw ook doen voor marteling in Griekenland.’


In een reactie op de verhalen van Turkse staatsburgers die teruggestuurd worden, zegt Tineke Strik, Europarlementariër namens GroenLinks en hoogleraar Migratierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, dat dit mensenrechtenschendingen zijn. De Europese Commissie kijkt jarenlang weg, en claimt dat er hiervoor ‘geen bewijzen’ zijn, zegt ze.

Die bewijzen zijn er wel degelijk. Uit vele verschillende rapporten – onder meer van de Raad van Europa, Amnesty International en Human Rights Watch – blijkt dat deze pushbacks onomstotelijk gebeuren in Griekenland, een EU-lidstaat.

‘Het is heel erg dat Turkse staatsburgers worden teruggeduwd. Turkije is absoluut geen veilig land voor hen. Het is een land dat de mensenrechten schendt. En hierdoor wordt het non-refoulementbeginsel (wat inhoudt dat een asielzoeker niet naar zijn land van herkomst mag worden teruggestuurd als hij daar risico loopt te worden vervolgd vanwege afkomst, godsdienst, politieke overtuiging of sociale groep) van het internationaal vluchtelingenrecht geschonden door Griekenland.’

‘Dit is al reden genoeg dat Frontex, de Europese grenswacht, niet meer in Griekenland mag opereren’, zegt Strik. Of Frontex zelf ook betrokken is bij de pushbacks kan Strik niet met zekerheid zeggen, maar hier zijn wel sterke aanwijzingen voor. ‘De Europese Commissie en andere EU-lidstaten moeten in ieder geval hun stem verheffen tegen Griekenland, want dit is absoluut onacceptabel. Stop met wegkijken.’  

Volgens Strik hebben de Grieken op één punt wel gelijk. ‘Griekenland zegt altijd tegen andere Europese landen dat zij zelf dan maar vluchtelingen moeten opnemen. Een eerlijke verdeelsleutel in Europees verband is zeker iets dat weer op de agenda moet komen.’

* Naam bij de redactie bekend.

‘Nieuw dieptepunt’: Willem Engel vergelijkt vaccinatie met Holocaust

0

Willem Engel van de actiegroep Viruswaarheid heeft een open brief tegen vaccinaties gedeeld op zijn website, die naar eigen zeggen geschreven zou zijn door Holocaustoverlevenden en hun nabestaanden. ‘Idioot en respectloos’, reageert het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).

De brief, getiteld ‘Stop Holocaust’, claimt geschreven te zijn door ‘concentratiekampoverlevenden, hun zonen en dochters, en kleinkinderen, inclusief personen van goede wil en met geweten’.

In de brief, die gericht is aan het Europees Geneesmiddelenbureau EMA, vergelijken ze het vaccinatieprogramma met de Holocaust, die aan zo’n zes miljoen Joden het leven kostte.

‘We herinneren ons de naam Josef Mengele’, aldus de briefschrijvers, verwijzend naar de nazi-arts die in vernietingskamp Auschwitz gruwelijke experimenten op mensen uitvoerde. ‘Sommigen van ons hebben persoonlijke herinneringen. We ervaren een déjà vu die zo gruwelijk is dat we opstaan ​​om onze arme medemensen te beschermen.’

Er staan geen namen onder de brief, naar eigen zeggen om de ondertekenaars te beschermen. De Kanttekening vroeg We For Humanity, een collectief dat achter de brief zou zitten, om een lijst met namen, maar kreeg die niet.

Willem Engel deelt de brief ook op zijn Twitteraccount. ‘Vandaag een betoog om deze gekte te stoppen. Deze brief namens holocaust survivors afgeleverd bij de EMA. Surrealistisch dat na 10.000den doden het niet direct wordt gestopt’, schrijft hij.

Het CIDI reageert als door een wesp gestoken om deze zoveelste Holocaust-vergelijking van Engel, die eerder bijvoorbeeld stelde dat we met de coronamaatregelen ‘niet ver van de Jodenster zitten’.

‘Dit is zelfs voor de antivax-beweging een nieuw dieptepunt. Houd op met vergelijkingen met de Holocaust’, aldus het CIDI. ‘Houd op met het schaamteloos bagatelliseren van de Holocaust. En doe al helemaal niet alsof je namens ‘de’ overlevenden of nabestaanden spreekt. Dit is idioot en respectloos.’