Volgens een onderzoek door OpiniePeilingen Suriname (OPS) ziet de bevolking Desi Bouterse het minst graag als toekomstig president van Suriname. Dit meldt de Surinaamse nieuwssite Waterkant.
Onder de achterban van zijn eigen NDP-partij is Bouterse met 87 procent nog steeds de favoriet. 70 procent van de andere kiezers ziet hem daarentegen niet graag als toekomstig president.
De opiniepeiling werd de afgelopen weken gehouden, nadat eind november bekend werd dat Bouterse is veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn aandeel in de Decembermoorden van 1982.
In 2015 was 53 procent van het Surinaamse electoraat voor Bouterses NDP. Vlak voor het vonnis was dit percentage gedaald naar 34 procent, nu steunt nog maar 25 procent de partij van Bouterse. Het vonnis lijkt dus een negatief effect te hebben gehad op zijn populariteit.
Buiten het NDP-electoraat worden oppositiepolitici Chandrikapersad Santokhi (54 procent) en Gregory Rusland (28 procent) en voormalig Staatsolie-topman Eddie Jharap (38 procent) het meest genoemd als graag geziene presidenten.
De volgende Surinaamse verkiezingen vinden plaats in mei 2020.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan is verbolgen over het recente besluit van de Amerikaanse Senaat om de Armeense Genocide te erkennen. Hij dreigt de VS nu met gelijke munt terug te betalen.
Tegen het staatsgezinde tv-kanaal A Haber werpt Erdogan het idee op om het verdwijnen van de Indianen op het Amerikaanse vasteland als genocide te erkennen. ‘Het is een schandelijk moment in de Amerikaanse geschiedenis’, stelt de Turkse president.
Erdogan windt er geen doekjes om dat dit wat hem betreft een koekje van eigen deeg is. ‘We zouden [de VS] moeten tegengaan door zulke beslissingen in het parlement te beantwoorden. En dat zullen we doen ook.’
Onderzoekers aan University College London schatten dat 55 miljoen inheemsen zijn omgekomen als gevolg van de kolonisatie van Amerika, die begon aan het eind van de vijftiende eeuw. Zij denken dat de meerderheid omkwam door ziektes die de Europeanen meebrachten, maar ook dat oorlog, slavernij en deportaties bijdroeg aan de decimering van de inheemse bevolking.
De woorden van Erdogan kunnen waarschijnlijk ook op Amerikaanse bodem op bijval rekenen. Toen het Huis van Afgevaardigden de Senaat afgelopen oktober voorging in het erkennen van de Armeense Genocide, weigerde het Democratische parlementslid Ilhan Omar hiervoor te stemmen. De reden: eerst zou Amerika het doden van ‘native Americans’ tot genocide moeten verklaren.
Vorige week tekenden de belangrijkste partijen in het Turkse parlement een verklaring waarin het Amerika veroordeelde. Het gaat om de AKP van president Erdogan, zijn ultranationalistische coalitiepartner MHP en de seculier-nationalistische CHP, de grootste oppositiepartij van Turkije. Ook de seculiere, ultranationalistische IYI-partij, die zich in 2017 uit onvrede met Erdogan van de MHP heeft afgesplitst, voegde zich bij het stel.
Volgens de vier partijen negeert Amerika ‘historische feiten’. Turkije heeft niet voor niets de eigen archieven voor opengesteld, schrijven zij in hun gezamenlijke verklaring. Ze worden daarin tegengesproken door de Turks-Amerikaanse historicus en genocide-kenner Taner Akcam, die afgelopen dit najaar in een interview met de Kanttekening het tegendeel beweerde.
Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog werden ongeveer anderhalf miljoen Armeniërs vermoord door de Ottomaanse autoriteiten. Het overgrote deel van de historici spreekt over een genocide. Turkije beweert dat het dodental veel lager lag en dat er geen vooropgezet plan was om de Armeniërs uit te moorden.
Syrische vluchtelingen voelen zich thuis in Rotterdam vanwege de culturele diversiteit. Wel missen ze contact met Nederlanders. Een derde voelt zich zelfs eenzaam. Dit blijkt uit een onderzoek van sociologen aan de Erasmus Universiteit, schrijftRTV Rijnmond.
Voor het onderzoek werden 1239 Syrische statushouders ondervraagt. Zij hadden in 2018, toen het onderzoek plaatsvond, vaak nog een bijstandsuitkering.
Binnen twee jaar voelde 44 procent van de Syriërs zich een echte Rotterdammer. Bijna iedereen voelt zich veilig in ons land. Driekwart van de ondervraagden zegt nooit gediscrimineerd te zijn.
Het onderzoek is gedaan in opdracht van de filantropische stichting De Verre Bergen, die in 2016 tweehonderd woningen in Rotterdam opkocht en verhuurde aan Syrische vluchtelingen. De Verre Bergen helpt vluchtelingen ook met taalcursussen en het vinden van een baan.
De Kanttekening sprak met schrijver Elma Drayer over haar nieuwe boek Witte schuld, over racisme in Nederland, haar ideologische tegenstanders en de vrijheid van meningsuiting. ‘Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen.’
Ze beschouwt zichzelf als centrumlinks en stemt al haar hele leven PvdA, ‘ook als het slecht gaat met die partij’. Maar ‘links-van-links’ beschouwt Volkskrant-columnist Elma Drayer als radicaal-rechts vanwege de kritische stukken die ze schrijft over onder meer antiracisme-activisten en de nieuwste feminismegolf. Ook met haar nieuwe boek Witte schuld, een kritisch essay over hedendaagse cultureel-linkse fenomenen als identiteitspolitiek en intersectionaliteit, jaagt ze menig BIJ1-lid en OneWorld-lezer op stang.
Waarom wilde u Witte schuld schrijven?
‘Het idee hiervoor ontstond in de slipstream van het debat over Zwarte Piet. Het ging steeds vaker over identiteit. Ik ontwaarde een patroon. Daar ben ik toen als columnist meer op gaan letten. Ik wilde weten waar dit denken vandaan kwam. Het antwoord daarop is niet zo moeilijk. Het komt van de overkant van de oceaan.
Een vriend van mij, die van ‘dubbel bloed’ is, kreeg in de Verenigde Staten een tijdelijke baan. Daarvoor moest hij kiezen of hij zichzelf als ‘zwart’ of ‘wit’ zou definiëren. Dat vond ik heel raar. Ik dacht toen bij mijzelf: ‘Jeetje, als dit soort denken hier in Nederland voet aan de grond krijgt, dan krijgen we heel iets griezeligs binnen.’’
Voor wie is dit boek bestemd?
‘In ieder geval niet voor de tegenpartij. Tegenstanders lezen mijn boek toch niet. Zij vinden het vanuit hun ideologie niet nodig om tegengeluiden te lezen. Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben. Ik ben heel geprivilegieerd. Weliswaar ben ik een vrouw, maar ik ben wel wit en hoogopgeleid. Ik heb dus geen agency, geen recht van spreken.’
Duidelijk. Voor wie is het boek wél bestemd?
‘Je schrijft een boek omdat je het zelf graag wilt. Ik ben journalist. Ik wil de ontwikkelingen van deze tijd signaleren, in kaart brengen en goed doordenken. Het verwijt is altijd dat je geld zou willen verdienen met een boek. Als het mij daar om te doen was, had ik beter een ander vak kunnen kiezen. Maar je hebt in een boek meer ruimte dan in een column om een onderwerp goed te behandelen. Daarom is dit genre voor bepaalde onderwerpen geschikter.’
Wat waren uw verwachtingen? Dacht u dat het zou aanslaan?
‘Mijn verwachtingen waren extreem laag. Ik ben verrast dat het zo breed is opgepikt. Maar daarvoor heb ik het – nogmaals – niet gedaan. Ik stel de mening van enkele mensen in mijn nabije omgeving zeer op prijs. Als zij mijn boek niks vinden, dan trek ik mij dat aan. Voor het overige probeer ik mijn eigen koers te varen.’
‘Ze veroordelen mij bij voorbaat om wie ik ben’
In Witte schuld trekt u fel van leer tegen identity politics. Waarom ageert u hiertegen?
‘Identiteitspolitiek pint ons vast op onze gegeven kenmerken, biedt bitter weinig ruimte voor het individu. Mensen worden ingedeeld in groepjes en je identiteit wordt bepaald door je huidskleur, je geslacht en je seksuele oriëntatie. Ik ben volgens identiteitsdenkers fout omdat ik wit ben: witte schuld. Jij bent nog fouter, omdat je een witte man bent. Deze vorm van denken helpt geen zier. Dit zorgt ervoor dat ‘geprivilegieerde’ groepen de hakken in het zand zetten, omdat zij zich niet herkennen in de identiteit die ze opeens opgelegd krijgen.
Maar vergis je niet, ook ‘mensen van kleur’ worden door dit giftige denken in een mal geduwd. Want wie zich niet aan dit groepsdenken conformeert wordt als verrader, als bounty weggezet: iemand die zwart is van buiten, maar wit van binnen. Feminisme heeft dit trekje trouwens ook. Vrouwen moeten zich aan de feministische dogma’s conformeren. Als je dat niet doet, dan ben je fout. Vrouwen moeten bijvoorbeeld altijd solidair met elkaar zijn. Wat een onzin. Als ik het oneens ben met een andere vrouw, dan vind ik dat ik tegen haar in mag gaan.’
Het gaat u dus om individuele vrijheid?
‘Ja, precies. Je zou niet gedetermineerd moeten worden door gegeven kenmerken, maar door wat je met je leven doet. Niet door wat je bent, maar door wat je kunt of wilt zijn. Mijn moeder, die nooit heeft kunnen studeren, wist precies hoe haar leven zou verlopen. Ze zou trouwen en kinderen baren. Ik werd 31 jaar later geboren. Voor mij was het zo’n bevrijding dat mijn lotsbestemming niet vast lag. Ik werd als meisje geboren, maar dit bepaalde mijn leven niet – zoals dat het leven van mijn moeder wel bepaalde.’
Heeft u weleens te maken gekregen met seksisme?
‘Natuurlijk. Na de verschijning van dit boek is het al drie keer gebeurd dat een man mij omstandig begon uit te leggen wat identiteitspolitiek is. Een typisch geval van mansplaining dus. Ik moest daar erg om lachen. ‘No one can make you feel inferior without your consent’, zou Eleanor Roosevelt ooit hebben gezegd. Ik laat mij door anderen niet in een hoek zetten. Zij bepalen niet wie ik ben. Dat doe ik zelf. Je moet gewoon terugmeppen.’
Foto: Atlas Contact
Het gaat nu vooral over linkse identiteitspolitiek. Maar je hebt toch ook rechtse identiteitspolitiek? Wat vindt u eigenlijk van de rechtse obsessie met ‘ras’ en ‘mannelijkheid’? Zij doen toch precies hetzelfde?
‘Mensen die mijn boek niet hebben gelezen verwijten mij dat ik het niet over rechtse identiteitspolitiek heb. Ik schrijf er wel over, maar spaarzaam. Thierry Baudet en Geert Wilders deugen niet. Maar daarover zijn we het snel eens bij links. En daarom wijd ik er ook niet zoveel woorden aan. Veel interessanter vind ik linkse identiteitspolitiek. Hoe zorgen we ervoor dat we ons daardoor niet laten kapen?’
‘Je moet gewoon terugmeppen’
Nog even over rechtse identiteitspolitiek. In hoeverre is dit een gevolg van linkse identiteitspolitiek? Het bestaat toch al veel langer?
‘Inderdaad. We noemen het tegenwoordig identiteitspolitiek, maar groepsdenken bestaat zolang de mensheid bestaat. En ook de nazi’s deden aan identiteitspolitiek. Het is dus niet waar dat rechtse identiteitspolitiek een recent fenomeen is. Wel versterken beide radicale groepen – linkse en rechtse identiteitsdenkers – elkaar. Bij rechts zie je nu een griezelige ontwikkeling. ‘O, je vindt ons racisten? Dan zullen wij ons ook als racisten gedragen.’ In Den Haag (waar een vergadering van Kick Out Zwarte Piet door pro-Zwarte Piet-aanhangers werd bestormd, red.) hebben we gezien waartoe dit leidt.’
En nog iets: is extreemrechts niet veel gevaarlijker nu? Anders Breivik en Brenton Tarrant plegen aanslagen, ik heb in de kranten nog niet gelezen over bomgordels in tuinbroek.
‘Dat klopt. Ik vind die vrouwenhaters heel eng. Maar mijn boek gaat over wat er in de hoofden van mensen omgaat, hoe we met elkaar omgaan. Ook radicaal-linkse identiteitspolitiek is niet zonder gevolgen. Kijk naar wat er met Labour onder Jeremy Corbyn is gebeurd. Die heeft zich volledig laten inpakken door de radicale BIJ1-types in de partij.’
Hebben deze ‘radicale BIJ1-types’ desondanks niet gewoon gelijk over het racismeprobleem in Nederland? Denk aan racisme in het voetbal, bij sollicitaties, lagere schooladviezen, enzovoort.
‘Natuurlijk bestaat racisme. Het zou heel merkwaardig zijn als ik dat zou ontkennen, of hier niet bewust van zou zijn. Dat zou hetzelfde zijn als dat jij zou zeggen dat seksisme niet bestaat. Daarin hebben de antiracisme-activisten zeker gelijk. En ik begrijp ook dat er eerst geschreeuw nodig is om aandacht te krijgen, pas daarna krijg je dialoog. Maar die stap moet uiteindelijk wel gemaakt worden. Wil je werkelijk effectief zijn, dan moet je meer mainstream worden.’
Maar dat ‘geschreeuw’ is toch heel effectief? Zwarte Piet verdwijnt toch? En het Amsterdam Museum heeft de term ‘Gouden Eeuw’ afgeschaft.
‘De strijd tegen Zwarte Piet is inderdaad heel effectief. Er is nu nog tegenstand, maar Zwarte Piet is over tien jaar verdwenen. Een voorbeeld: vrienden van mij organiseren elk jaar Sinterklaas voor hun kleinkinderen. Vroeger hadden ze oude prentenboeken, waarin ook Zwarte Piet stond, in de woonkamer liggen. Maar deze boeken hebben ze opgeborgen. Dat willen ze niet meer. Ook ons kleinzoontje wordt Zwarte Piet-vrij opgevoed.
Maar het is antiracismeactivisten om veel meer te doen dan alleen Zwarte Piet. Zij proberen het Amerikaanse identiteitspolitieke eisenpakket hier te introduceren. En dat lukt ook heel goed. Ze krijgen waanzinnig veel voor elkaar: uitgevers die na ophef boektitels en vertalingen veranderen, woorden die in de ban worden gedaan, universiteiten die besluiten om rechtse sprekers te deplatformen, enzovoort. De eisen van deze kleine minderheid worden telkens klakkeloos ingewilligd.’
En toch: BIJ1, de voortrekker in dit antiracismedebat, heeft slechts één zetel in de gemeenteraad van Amsterdam en het is nog maar zeer de vraag of deze partij straks in de Tweede Kamer komt. In de opiniepeilingen zien we hier in ieder geval niets van terug.
‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen. GroenLinks, de grootste partij in de Amsterdamse gemeenteraad, is heel gevoelig voor wat BIJ1 allemaal zegt. Bovendien zit GroenLinks ook in het college. Allerlei moties die BIJ1 indient halen het daarom toch. Culturele organisaties die van diversiteit en inclusie geen beleidspunt hebben gemaakt krijgen dankzij BIJ1 en GroenLinks geen subsidie meer.’
Stelt u de antiracismebeweging niet te karikaturaal voor? Er zijn ook opiniemakers, journalisten en schrijvers ‘van kleur’ die juist voor de dialoog kiezen, denk hierbij aan Kanttekening-columnisten Kiza Magendane en Tayfun Balcik. Is de antiracismebeweging qua opvattingen niet veel diverser dan de opinies van OneWorld?
‘Kiza Magendane, voormalig GroenLinks-politicus Zihni Özdil, schrijver Abdelkader Benali en anderen geef ik in mijn boek alle credits die ze verdienen. Er is inderdaad ook een tegenbeweging zichtbaar. Er zijn mensen die aan identiteitspolitiek zouden kunnen doen, omdat ze van kleur zijn, maar het niet doen omdat ze niet in die mal gedrukt willen worden. Ik hoop dat het er meer worden. Maar ik weet niet wie er wint, de individualisten of de zeloten.’
‘BIJ1 heeft het luisterend oor van de gevestigde partijen’
U heeft een streng-christelijke achtergrond, maar u heeft zich daarvan losgemaakt. Vormen de intersectionele feministen en hedendaagse antiracisten volgens u eigenlijk niet ook een soort kerk? De ‘woke-kerk’, waar cabaretier Arjen Lubach dat grappige liedje over heeft gemaakt?
‘Het is absoluut een soort kerk, met verstikkende regeltjes en dogma’s. Daarnaast kent deze kerk ook heiligen. Gloria Wekker wordt echt bewierrookt.
In mijn boek noem ik het niet, maar een heel goed voorbeeld van een verstikkend regeltje is hoe er tegenwoordig in deze kringen met haardracht wordt omgegaan. Als je als zwarte vrouw je haar niet natural laat, dan ben je dubieus. Natuurlijk begrijp ik waar dit vandaan komt. Vroeger mocht je in de Verenigde Staten geen afro hebben. Maar nu wordt de afro verheerlijkt. Een zwarte vrouw die steil haar wil in plaats van een afro wordt verketterd. Terwijl witte vrouwen wél alle vrijheid hebben om met hun haar te doen wat ze willen. De weerzin tegen hoe het vroeger ging heeft voor nieuwe dogma’s gezorgd. Dat vind ik griezelig.’
U noemt Wekker, schrijver van het boek Witte Onschuld en een belangrijke pleitbezorger van het intersectionele denken. Waarom vindt u het intersectionele denken zo gevaarlijk? Zelf bent u feminist, en onderdrukking van vrouwen is volgens het intersectionele denken één van de vormen van onderdrukking die kan kruisen met andere vormen van onderdrukking, zoals ras, klasse en seksuele oriëntatie. Daar zit toch wel iets in?
‘Natuurlijk is intersectionaliteit op zichzelf geen gekke gedachte. Als ik gehandicapt was of lesbisch, had ik nu minder privilege. Maar wat zegt dat verder over mij als mens, als individu? Dat hoeft mij toch niet te determineren?’
Met andere woorden: u bent tegen positieve discriminatie?
‘Ja, ik ben ook tegen opgelegde vrouwenquota. Daar schreef ik onlangs ook een column over. Diversiteit op een redactie, dat moet je gewoon doen. Er is geen enkele reden om een vrouw of iemand van kleur niet aan te nemen, maar je moet mensen niet aannemen omdát ze vrouw zijn, omdát ze van kleur zijn, enzovoort. Daarnaast moet je journalisten van kleur ook niet opzadelen met multiculturele onderwerpen, zogenaamd omdat zij daar beter in zouden zijn. Dan krijg je een hele benauwde vorm van journalistiek.’
‘Je hoeft iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken’
In uw boek heeft u felle kritiek op deplatforming. Maar is het niet legitiem om dubieuze figuren als Holocaust-revisionist David Irving of als Dyab Abou Jahjah – om even iemand op ‘links’ te noemen – geen podium te bieden?
‘Ik vind antisemieten, Holocaust-ontkenners en -revisionisten echt van een andere categorie. De Holocaust is geen mening maar een feit. En iemand als Abou Jahjah moet vooral kunnen zeggen wat hij wil, maar als fatsoenlijke krant of uitgeverij zou het je een eer moeten zijn om hem geen podium te geven.
Het deplatformen, wat intersectionalisten propageren, is volgens mij iets anders. Zij richten zich op meningen die kwetsend zouden kunnen zijn voor zogeheten gemarginaliseerde groepen. Dus hoef je iemand maar seksist, fascist of racist te noemen en hij mag niet meer spreken. Dat is wel een heel makkelijke manier om andersdenkenden de mond te snoeren. Dan belanden we in de wereld van socioloog Willem Schinkel, die jij eerder geïnterviewd hebt. Hij vindt iedereen rechts van BIJ1 een fascist. Dat vind ik heel eng.’
Hoe vrij voelt u zich om uw mening te uiten? U krijgt van ‘links-van-links’ op Twitter veel kritiek. Ze noemen u onder meer een ‘racistisch lasterend dom wijf’, ‘haatoma’, ‘haatheks’ en ‘opgegraven lijk’. Bent u ook weleens bedreigd? En hebben mensen weleens opgeroepen dat u ontslagen moet worden?
‘Wat mensen op Twitter tegen mij zeggen, daar trek ik mij niet zoveel van aan. Ik zit op Twitter, maar doe er niet zo veel mee. Dat lijkt mij wel zo verstandig. En nee, ik voel mij niet in mijn vrije meningsuiting bedreigd. Wel denk ik goed na over wat ik zeg en ook waar ik dat zeg. Heel veel mensen heb ik zien radicaliseren, naar links of naar rechts. Ik wil hiermee niet geassocieerd worden. Ik heb er laatst serieus over nagedacht of ik wel bij Thierry Baudet aan tafel wilde schuiven bij WNL, omdat ik niet graag in die hoek wil worden weggezet. Maar ik kreeg de garantie dat ik de ruimte had om stevige kritiek op Baudet te leveren. Dat is ook gebeurd.
Ook zal ik niet zo snel aanschuiven op een bijeenkomst met allemaal antiracisme-activisten. Zij roepen meteen dat je een racist bent. Ik zit daar niet op te wachten. Gelukkig zitten zij ook niet op mij te wachten.’
Elma Drayer naast Thierry Baudet bij het tv-programma WNL op Zondag (Foto: Youtube)
In uw boek beschrijft u dat de antiracismebeweging een antisemitismeprobleem heeft. Wat moet de beweging doen om dat antisemitisme tegen te gaan? Of is de beweging inherent antisemitisch?
‘Dat laatste gaat mij veel te ver. Maar ik zie wel griezelige tendensen waar we alert op moeten zijn. Kritiek op Israël schuurt vaak heel dicht tegen antisemitisme aan. Daarnaast erger ik mij wezenloos aan hoe de antiracismebeweging met de Holocaust omgaat. Antiracisten zijn heel erg tegen ‘culturele toe-eigening’, dat je als wit mens elementen uit een minderheidscultuur gebruikt. Maar antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe. Zo zou de slavernij erger zijn dan de Holocaust, omdat de slavernij eeuwenlang heeft geduurd. Ik vind dit een heel kromme vergelijking. Het doel van de trans-Atlantische slavernij was om zwarte mensen uit te buiten voor economisch gewin, niet om ze uit te roeien, terwijl de nazi’s geprobeerd hebben om alle Joden te vermoorden.
‘Antiracisten eigenen zich structureel de Holocaust toe’
Ook de Kristallnacht-herdenking wordt door de antiracisten toegeëigend. Het gaat niet meer om de Joden die vervolgd werden, maar om racisme in het algemeen, of om de Joodse staat die de Palestijnen onderdrukt. Net zo misselijk is het clubje ‘Geen 4 mei voor mij’, dat vindt dat het afgelopen moet zijn met dat ‘gezeur’ over de Joden. En je hebt die hippe linkse dominee Rikko Voorberg, die op 4 mei verdronken vluchtelingen wilde herdenken. Zou je op 1 juli tijdens Keti Koti aandacht vragen voor de Europese slaven destijds in Noord-Afrika of voor moderne vormen van uitbuiting, dan zouden de organisatoren dat niet zo leuk vinden, denk ik. Maar ‘Geen 4 mei voor mij’ is volgens antiracismeactivisten natuurlijk wel prima.’
Volgens een Chinees bijgeloof wekken de vissen in de aquaria van de Chinees-Indische restaurants stromingen en energieën op. Dat zou tot succes leiden. Maar ‘de Chinees’ verdwijnt steeds meer uit het Nederlandse straatbeeld.
De welbekende ‘Chinees’, met zijn rode en gele kleurelementen aan de gevel, de lachende, dikke boeddha’s en draken in vitrines en het doorgeefluikje binnen: voor velen is de herinnering aan de Chinees nostalgisch en knus. Opa en oma vierden er hun jubileum. Ook kwam men daar voor verjaardagen en bedrijfsuitjes. De Chinees is met recht een oer-Hollands fenomeen te noemen.
De Chinese eethuisjes ontstonden aanvankelijk in de havens van Amsterdam en Rotterdam, bedoeld voor Chinese zeelieden. In 1920 openende in Rotterdam het eerste Chinees-Indische restaurant van Nederland de deuren. Restaurant Kong-Hing, dat in 1928 begon, was het eerste restaurant waar Nederlanders kwamen. Het werd een echte hotspot. De legendarische Josephine Baker, de Amerikaans-Franse danseres en een symbool van de jazzy jaren twintig, at er regelmatig.
Met de komst van Indische Nederlanders uit voormalig Nederlands-Indië ontstond de Chinees-Indische keuken. In de jaren vijftig viel Nederland massaal voor de op Nederlanders toegepaste smaak van de Aziatische keuken. In de jaren tachtig ging 60 procent van de Nederlanders wel eens uit eten bij de Chinees.
Maar op het ogenblik zijn de restaurants nagenoeg leeg. De traditionele restaurantformule van rijsttafels en het afhaalconcept worden steeds minder populair. Steeds meer restaurants sluiten hun deuren, zoals het vermaarde restaurant Kong-Hing dat in de jaren tachtig al deed.
‘De ondernemers, maar ook de klanten worden ouder. Daarom worden er restaurants gesloten’
Onlangs kwam horeca-adviesbureau Van Spronsen en Partners met een alarmerend rapport: het aantal Chinees-Indische restaurants is in tien jaar tijd met 22 procent gedaald. De rest van de restaurantsector groeide daarentegen met 15 procent. Volgens de Vereniging Chinese-Aziatische Horeca Ondernemers (VCOH) zijn er 1.666 Chinees-Indische restaurants in Nederland. Van Spronsen en Partners verwacht dat dit aantal over vijf jaar zal zakken naar 1.400.
Wat is de reden dat dit soort restaurants verdwijnen? We vroegen het aan Liping Lin, directrice van VCOH. ‘De ondernemers, maar ook de klanten worden ouder. Daarom worden er restaurants gesloten’, antwoordt ze. ‘Ook wil de jongste generatie Chinese Nederlanders dit werk niet meer doen.’
Van Spronsen en Partners vult aan: ‘Er komen bovendien nauwelijks nieuwe Chinees-Indische restaurants bij. Het assortiment bestaat uit vrij zwaar en vet eten. Dat sluit niet aan bij de health-trend van onze tijd.’ Ook gaan de restaurants qua uitstraling niet met de tijd mee.
Ondernemers vertellen dat er een tekort is aan personeel en dat restaurants aan strenge regels moeten voldoen als ze een kok uit China willen aannemen. Er is sinds oktober echter een structurele nieuwe verbeterde regeling voor koks uit Azië: ondernemers met Aziatische specialiteitenrestaurants mogen zonder quotum gespecialiseerde koks uit Azië hierheen halen.
‘Concurrenten verdwijnen, dus zijn er meer kansen voor mijn onderneming’
In de tegenaanval?
De 36-jarige restauranteigenaar Billy Tse vecht terug. Hij wil dat ‘de Chinees’ blijft bestaan. Zijn restaurant, de Mayflower in Haarlem, bestaat 35 jaar. Het is een traditioneel Chinees specialiteitenrestaurant dat ook Indonesische gerechten aanbiedt. Tse heeft de zaak van zijn ouders overgenomen.
Mayflower is onlangs verbouwd en oogt weer nieuw. Het restaurant heeft 75 zitplaatsen, Tse heeft elf mensen parttime en drie mensen fulltime voor hem werken. ‘Het gaat niet super’, vertelt hij. ‘Er zijn allerlei problemen. Zo hebben we hoge vleeskosten.’ De vleesprijzen zijn het afgelopen jaar enorm gestegen door een uitbraak van dierenpest in China.
Wat zijn de plannen van Tse? ‘We proberen autochtoon-Nederlandse koks op te leiden. En op scholen geven we workshops. Zo willen we toch onze kookkunsten proberen over te brengen en bij de koks een bewustzijn creëren dat het ook zeer interessant voor hen kan zijn om in een Chinees restaurant aan het werk te gaan.’
Mayflower schaft ook moderne keukenapparaten aan, onder andere de zogenoemde combisteamer die als oven dient en stoomt om het werk efficiënter te maken. ‘Verder hebben we meer gevarieerde schotels, zetten we nieuwere gerechten op de kaart en halen we niet-goedlopende gerechten van het menu.‘
Het woord ‘crisis’ kan vertaald naar het Chinees ook ‘kans’ betekenen. Tse ziet dan ook een lichtpuntje bij de crisis: ‘Concurrenten verdwijnen, dus dat betekent dat er meer kansen voor mijn onderneming zijn.’
Liping Lin van VCOH adviseert Chinees-Indische restaurants om te ‘vernieuwen’. Van Spronsen en Partners beaamt dit en heeft kritiek op de nogal oubollige aankleding van Chinese restaurants. Moet het imago veranderen? Lin vindt van niet. ‘Heel veel mensen hebben warme herinneringen aan de restaurants. Ze hebben er bijvoorbeeld hun eerste date gehad.’
Fine Eastern Restaurants (FER), een vereniging waarbij toonaangevende Chinese restaurants zijn aangesloten, doet van alles om ‘eters te blijven verrassen’. Zo investeert FER veel in vakgerichte cursussen, culinaire excursies en een continue instroom van vernieuwend Oosters kooktalent. De meeste restauranthouders kiezen voor een andere strategie, zoals een andere bedrijfsvoering.
Lin: ‘Je hebt nu bijvoorbeeld de fastfood-achtige Chinees, de sushi-Chinees en de all-you-can-eat-Chinees. En er zijn veel sushi- en wokrestaurants bijgekomen.’
‘Dit zijn dienstbare mensen. Ze willen hun gast niet teleurstellen’
Op internet staan veel tips voor restauranteigenaren om hun zaak bij de tijd te brengen. Zo schrijft Van Spronsen en Partners: ‘Bied authentieke Chinese gerechten aan en breng dat in een shared dining-concept: gerechten uit Shanghai, Beijing, Chengdu. Of laat de gerechten opdienen, gecombineerd met de Chinese rituelen, cultuur en kunst, waardoor het voor de gast een beleving wordt.’
Restauranthouder Tse wil met de tijd meegaan, maar vindt niet alle oplossingen ideaal. Lin van VCOH vertelt dat Tse bij een meerderheid van restauranteigenaren hoort die niet wil en kan vernieuwen. ‘Dit zijn dienstbare mensen. Ze willen hun gast niet teleurstellen. Als een vaste gast graag kipkerrie heeft terwijl bijna niemand anders dit gerecht bestelt, dan halen ze het niet van de menukaart.’
Afgelopen weekend doodde de Indiase politie zes moslims in de noordoostelijke deelstaat Assam. Zij demonstreerden tegen de nieuwe Citizenship Amendment Bill. Vluchtelingen die hindoe, sikh, christen of jaïnist zijn kunnen daarmee makkelijker Indiaas burger worden, moslims niet. Moslims in andere delen van India vrezen dat zij ook slachtoffer zullen worden van de nieuwe Indiase wet.
Een stad waar veel moslims wonen is Hyderabad, de hoofdstad van de zuidelijke deelstaat Telangana. In Hyderabad leven nu zo’n zesduizend Rohingya-moslims, die voor het anti-moslimgeweld in Myanmar op de vlucht zijn geslagen. Maar omdat zij moslim zijn komen zij niet in aanmerking om burger te worden van India, in tegenstelling tot niet-islamitische vluchtelingen.
Een woordvoerder van de nationalistische regeringspartij BJP in Telangana zegt dat India in Hyderabad, Mumbai en in sommige delen van de noordelijke deelstaat Uttar Pradesh snel aan de slag moet gaan met een volkstelling. Het doel: moslimvluchtelingen, zoals de Rohingya, als ongewenste migranten aanmerken.
In Assam werd eind augustus een nieuwe volkstelling gepubliceerd, een lijst van mensen die erkend zijn als Indiaas staatsburger. Ruim twee miljoen moslims stonden niet in dit register: zij konden niet aantonen dat hun Indiase roots teruggingen tot vóór 1971. Binnen de BJP gaan er stemmen op om met zo’n volkstelling ook de moslims in andere Indiase deelstaten aan te pakken.
Mohammed Shameen uit Rampur, een stad in Uttar Pradesh, uit zijn zorgen tegenover het Indiase medium the India Times. ‘Onze voorouders hebben hun levens gegeven voor dit land. Als de grondwet gelijke rechten belooft en geen discriminatie op basis van religie, waarom hebben we dan deze wet (de Citizenship Amendment Bill, red.) nodig? Waarom moeten we het gevoel krijgen dat wij anders zijn dan de anderen? En waarom nu?’
Na de grote Conservatieve overwinning van de afgelopen verkiezingen zijn moslims zich meer zorgen gaan maken over moslimhaat. Dit stelt de Britse moslimraad.
Bij de verkiezingen van vorige week donderdag scoorde de Conservatieve Partij onder leiding van premier Boris Johnson 203 van de 365 zetels. Een absolute meerderheid, dus.
Reden voor de Britse moslimraad (Muslim Council of Britain, MCB) om de noodklok te slaan. In een verklaring stelt de raad dat er sprake is van een ‘zichtbare angst onder de moslimgemeenschap’ nu de Conservatieven de macht hebben.
De MCB heeft het al langer aan de stok met de Conservatieve Partij over moslimhaat, elke keer weer wanneer zich een ‘islamofobie-incident’ voordoet binnen die partij. Zo openbaarde the Guardian vorige maand ‘anti-islamitische en racistische social mediaberichten’ door vijfentwintig Conservatieve kopstukken en onthulden Britse media dat een Lagerhuis-kandidaat bang is voor ‘Eurabië’.
Johnson is zelf een van de voornaamste mikpunten van kritiek over de vermeend moslimhaat binnen de partij. Zo vergeleek Johnson vorig jaar boerka’s met brievenbussen en bankrovers en vroeg hij zich in een essay uit 2007 af ‘wanneer de 18e-eeuwse Verlichting doordringt tot de achterlijke islam’.
Vorige week uitte premier Boris Johnson al zijn excuses over ‘islamofobie’ bij de Conservatieven. Hij zegde daarbij een ‘onafhankelijk onderzoek naar elke vorm van vooroordelen en discriminatie’ binnen de Conservatieve Partij toe.
Maar de moslimraad is er verre van gerust op. ‘We maken ons zorgen dat islamofobie nu ‘ovenklaar’ is voor de regering. Boris Johnson heeft nu veel macht, en we bidden dat hij deze macht op een verantwoordelijke wijze zal uitoefenen voor alle Britten’, aldus de moslimraad.
Er zitten nu meer islamitische parlementariërs dan ooit in het Britse Lagerhuis: negentien, vier meer dan bij de verkiezingen van 2017. Hiervan zijn er vijftien aangesloten bij de Labour-fractie, vier zitten bij de Tories. 3 procent van de Lagerhuisleden is moslim, terwijl moslims 5 procent van de Britse bevolking vormen.
Voormalig Tory-partijvoorzitter Sayeeda Warsi zei vorige week dat het hoog tijd is dat de Conservatieve Partij haar relatie met de moslimgemeenschap verbetert. Ze vindt het ‘hoogst verontrustend’ dat partijgenoten van haar tweets deelden van anti-islamactivisten Tommy Robinson en Katie Hopkins.
Al jaren strooit een groep hindoes de as van hun gecremeerde dierbaren uit over de Rotterdamse Maas. De gemeente gedoogt het ritueel tot nu toe, maar de hindoegemeenschap wil dat de rivier een officiële uitstrooiplek wordt.
Voor Narsingh Balwantsingh, PvdA-raadslid in de Maasstad, is het een doorn in het oog dat deze praktijk officieel nog illegaal is. ‘Veel hindoes voelen zich als een dief in de nacht als ze as van hun dierbaren uitstrooien. Nergens kan het legaal’, zegt hij tegen RTV Rijnmond.
Het verstrooien van de as in stromend water dat uitkomt in de zee is een belangrijke traditie onder Hindoes. Op deze manier wordt de overledene weer één met de elementen, is de gedachte.
Rotterdamse Hhndoes gebruiken sinds vijf jaar een verlaten steiger aan het Oude IJsselmondsehoofd bij de Nieuwe Maas voor het verstrooien van de as van hun dierbaren. Balwantsingh: ‘We verstrooien de as van mensen die in de stad gewoond en gewerkt hebben. En vaak ook overleden zijn. Ze willen dicht bij huis uitgestrooid worden. In Rotterdam.’
Morgen om 17.15 wijdt RTV Rijnmond een uitzending aan dit ritueel in de Rotterdamse Maas.
Ongehoord Nederland wil de nieuwe omroep zijn voor ‘ongehoorde Nederlanders’. De rechtse aspirant-omroep van Arnold Karskens en de zijnen claimt de drempel van 50.000 leden na een kleine maand al bijna te hebben gehaald. Maar de weg richting de status van omroep gaat niet zonder tegenslag. Bestuurslid Haye van der Heyden is inmiddels al opgestapt vanwege zijn principiële uitspraken over het recht op vrije meningsuiting voor pedofielen en Holocaust-ontkenners. En wordt de achterban van Ongehoord Nederland niet al genoeg gehoord? We vroegen het ons panel.
Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional
‘Als je op straat aan willekeurig iemand vraagt of die persoon zich ongehoord voelt in de media, is het antwoord waarschijnlijk ‘ja’. Je kunt niet alle mensen aan het woord laten. Maar het verhaal van Ongehoord Nederland dat onderwerpen als kritiek op de islam en angst voor vluchtelingen niet gehoord worden in onze media, dat is echt totale onzin.
En toch: wanneer een mening niet tegen de wet is, dan mag die mening in principe geuit worden. Wel is er volgens mij een rode lijn. Die is er voor Holocaust-ontkenners, islamofoben en racisten als Joost Niemöller (één van de initiatiefnemers van Ongehoord Nederland, red.).
‘Racisme is geen mening’
Dat mensen heel erg rechts zijn, dat mag. En je mag ook fundamentele kritiek op de islam of het jodendom hebben en daarover een open en eerlijk debat voeren. Maar dat doet extreemrechts niet. Extreemrechts jaagt mensen op en demoniseert. En dat alles van onze belastingcenten. Ik zit er niet op te wachten dat er straks een omroep is die allemaal racistische, islamofobe, antisemitische en homofobie troep uitzendt. Het internet staat hier al vol mee.
Eigenlijk vind ik dus dat er op de publieke omroep geen plaats is voor Ongehoord Nederland. Racisme is geen mening. Het leidt tot ontwrichting van een samenleving. Dat mogen we niet laten gebeuren. We kunnen ons dan niet verschuilen achter de vrijheid van meningsuiting.’
Lourdes Boasman (69), gepensioneerd en taalvrijwilliger
Welke mensen zijn het nou, die zeggen dat ze ‘ongehoord’ worden? Op basis van wat ik uit de media heb vernomen gaat het om mensen die in mijn optiek nogal onfrisse ideeën willen uiten. Racisme en antisemitisme horen niet thuis op de buis. Er zullen altijd mensen zijn die ontevreden zijn en dat ook blijven. Maar we moeten geen zendtijd geven aan een omroep die laster en smaad propageert.
Er zijn echte problemen en misstanden in onze maatschappij. Die kunnen we binnen ons huidige omroepbestel uitstekend aan de kaak stellen. Het is vervolgens aan de politiek om hiermee wat te doen. En onze volksvertegenwoordigers kiezen we zelf.
‘Racisme en antisemitisme horen niet thuis op de buis’
Maar dan moet het wel om legitieme zaken gaan. Gekakel over een lager IQ bij zwarte mensen is alleen maar een uiting van de eigen domheid. Wat dat betreft hoeven we alleen maar te kijken naar de intelligentie van twee Amerikaanse politici: oud-president Barack Obama en de huidige president Donald Trump.
Wel moet ik toegeven dat politieke correctheid soms doorslaat. Denk aan D66, waar men opeens vond dat ‘bemanning’ moest worden veranderd in ‘bemensing’. Discussie over semantiek vertroebelt de discussie over de echte problemen. We moeten dus niet op elk slakje zout leggen.
Desalniettemin rechtvaardigt dit niet de oprichting en het faciliteren van een omroep waar mensen met uiterst dubieuze ideeën zonder tegenspraak hun haat kunnen spuien. Overigens lijkt de houdbaarheid van deze club uiterst kort. De eerste splijtingen binnen het bestuur zijn alweer een feit. Conclusie: niet doen.’
Stephano Stoffel (57), ZZP’er, bestuurder en columnist
‘Ieder mens heeft het recht om een omroep op te starten. Maar of het geluid van deze club mensen echt ongehoord is in Nederland? We hebben WNL en Powned toch al?
Tijdens de Provinciale Statenverkiezingen zat ik in het publiek bij een WNL-uitzending van Rick Nieman, samen met een paar Marokkaanse-Nederlandse PvdA’ers. Nieman is een aardige man en het publiek was ook leuk. Op de gang kwam ik Annabel Nanninga tegen. Zij groette mij normaal, maar ze is wel lid van de extreemrechtse partij Forum voor Democratie.
‘We hebben WNL en Powned toch al?’
Haar partijgenoot, wiens naam ik liever niet noem, liep daarna langs, in de richting van de studio, en mompelde iets in de trant van: ‘Jaja, daar heb je ze weer’, toen hij ons zag staan. Als iemand van FvD al zo reageert op een stel PvdA’ers in de studio bij een talkshow en deze partij steunt Ongehoord Nederland, dan ben ik wel benieuwd wat er straks via de zender wordt uitgezonden.
Wanneer ik hoor en lees wat die mensen achter Ongehoord Nederland allemaal roepen, dan ben ik het sowieso wel eens met de naam. Ik vind het namelijk echt ongehoord dat één van de oprichters (Joost Niemoller, red.) tegen rassenvermenging is en David Irving, een beruchte Holocaust-ontkenner, een prima historicus vindt. Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd of de Raad voor de Journalistiek vindt of een dergelijke omroep past binnen een liberaal land als Nederland. Ik zou zelf in ieder geval geen programma van Ongehoord Nederland gaan kijken.’
Salma Karim (25), CEO en graphic designer
‘Ik vind dat Ongehoord Nederland-aanhangers juist degenen zijn die het meest gehoord worden in de media. Het gaat altijd over mensen als Thierry Baudet en Geert Wilders, met hun extreme ideeën en discriminerende uitspraken. Hun aanhangers zijn ook het meest actief op social media en staan klaar om iedereen aan te vallen en de meeste racistische, discriminerende uitspraken te posten.
Natuurlijk zijn er grenzen aan wat kan op de publieke omroep. Het non-discriminatiebeginsel vind ik heel belangrijk, maar je weet dat Ongehoord Nederland zich aan dit belangrijke principe nooit zal houden. Nu doet de aspirant-omroep dat al niet. Als Ongehoord Nederland inderdaad zendtijd gaat krijgen, dan wordt deze omroep de spreekbuis van PVV en Forum voor Democratie.
‘Er grenzen aan wat kan op de publieke omroep’
En dan Joost Niemöller, één van de initiatiefnemers. Ik geloof dat hij helemaal doorgeslagen is, geradicaliseerd. Niemand, zelfs GeenStijl niet, neemt Niemöller nog serieus. Maar nu heeft hij een nieuw podium gevonden zodat hij weer in de spotlights kan staan.
Joost Niemöller en politici van PVV en FvD zijn berucht als sociale mediagebruikers, omdat ze via Twitter en Facebook informatie verspreiden die niet klopt. Ik ben bang dat Ongehoord Nederland de leugens van deze mensen een nog groter podium gaan geven. Daarmee wordt de haat en de polarisatie in onze samenleving alleen maar versterkt.’
Pritam Soekhradj, (18), scholier havo 5
‘De vrijheid van meningsuiting is een belangrijk recht waar iedereen recht op heeft. Maar toch hebben veel mensen het gevoel dat ze niet gehoord worden. Mede-oprichter Haye van der Heyden verdedigde de vrijheid van meningsuiting van Holocaust-ontkenners en pedofielen, wat voor nogal wat ophef zorgde.
‘Je kunt mensen moeilijk verbieden om hun mening naar voren te brengen’
Ik ben trouwens wel benieuwd waarom mensen geloven dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden. Of wat het verhaal van pedofielen is. Zulke verhalen krijgen zelden de ruimte op een manier dat je de gedachtegang van de mensen die deze ideeën hebben helemaal kunt volgen.
Eigenlijk vind ik dat je je mening op een nette manier moeten uiten. Anderen kunnen en mogen het niet eens zijn met die mening, maar je kunt mensen moeilijk verbieden om hun mening naar voren te brengen.’
Suriname is helemaal terug in the picture. De bijzondere Surinametentoonstelling in Amsterdam draagt hieraan zeker bij, maar het vonnis dat de Surinaamse Krijgsraad kort geleden uitsprak tegen Desi Bouterse heeft het land pas echt weer in de schijnwerpers geplaatst.
Het is ook niet niets: welk land heeft een zittende president die in eigen land wegens medeplichtigheid aan vijftienvoudige moord tot twintig jaar is veroordeeld, terwijl hij ook nog een celstraf van elf jaar wegens drugshandel moet uitzitten zodra hij voet zet op Nederlandse bodem?
Onlangs was ik enkele weken in Suriname voor het geven van een reeks gastcolleges aan de Anton de Kom Universiteit. In gesprekken met collega’s en studenten viel mij op dat er veel wordt geklaagd over de moeilijke economische situatie van het land.
Begrijpelijk: een junior beleidsmedewerker op een ministerie, bijvoorbeeld, verdient maandelijks rond 400 euro, net genoeg om de vaste woonlasten te betalen. Velen hebben dan ook nog een tweede baan erbij, het welbekende ‘hosselen’.
Intussen wordt Suriname in de uitverkoop gedaan, waarbij vooral China als de nieuwe kolonisator optreedt: het – vaak illegaal – gekapte bos en gedolven goud verdwijnen uit het land. De opbrengsten daarvan en de door China verstrekte leningen worden amper gebruikt om de hopeloos verouderde infrastructuur te verbeteren, maar wel om gunsten uit te delen aan potentiële stemmers op de Bouterse-partij.
Volgend jaar mei zijn er weer presidentsverkiezingen. Vrijwel iedereen die ik daarover sprak gaat ervan uit dat de zittende president voor een derde termijn wordt herkozen.
Luid en duidelijk zijn ook de klachten over de ontwrichtende gevolgen van vriendjespolitiek en corruptie en over hoe lastig die zijn uit te bannen. Klokkenluiders zijn zó hun baan kwijt. Daarom is men op zijn hoede: voor je het weet heb je geduvel, zeker in zo’n kleine samenleving waar bijna iedereen elkaar via-via wel kent.
Bouterse zelf noemt Nederland, de vroegere kolonisator, als oorzaak van alles wat mis is. Minister Blok noemde Suriname vorig jaar op zijn beurt een ‘failed state’. Geen wonder dat de contacten op regeringsniveau tussen de beide landen al jarenlang stroef verlopen.
De rechtsstaat en democratie in Suriname zijn sterker dan menigeen denkt
Opmerkelijk is dat waar een meerderheid van de bevolking haar president nog lijkt te steunen, diens mening over Nederland maar door weinigen wordt gedeeld. Integendeel, er zijn levendige niet-gouvernementele contacten tussen de twee landen: talloze instellingen, stichtingen, bedrijven en ook gemeenten hebben succesvolle samenwerkingsprojecten opgezet.
Elke dag vliegen twee grote vliegtuigen op en neer tussen Schiphol en Zanderij. Naast deze samenwerkingspartners vervoeren zij Surinaamse Nederlanders op familiebezoek, Nederlandse toeristen, alsook de zeer zichtbaar in Paramaribo aanwezige stagiaires: honderden blonde Hollandse meiden (nauwelijks jongens) die er enkele maanden stage komen lopen, vooral in de medische en hospitality-sectoren.
De sociale en culturele banden tussen onze beide landen zijn innig. Dat zal nog jaren zo blijven. In Nederland wonen bijna 400.000 mensen met wortels in Suriname, terwijl Suriname zelf een bevolking van 600.000 heeft. Geen wonder dat vrijwel elke Surinaamse familie over de twee landen is verdeeld. Daarnaast delen we een lange geschiedenis, al kent die vele dieptepunten, en spreken we dezelfde taal. Op straat hoorde ik zelfs veel meer mensen Nederlands spreken dan toen ik begin jaren negentig voor het eerst in Paramaribo was.
Ook onze rechtsstelsels hebben belangrijke gemeenschappelijke wortels. Dat werd mij wederom duidelijk op een symposium dat ik in Paramaribo bijwoonde ter gelegenheid van dertig jaar juridische samenwerking tussen Suriname en Nederland. Een belangrijke conclusie van dat symposium was dat rechtsstaat en democratie in Suriname sterker zijn dan menigeen denkt, ook al liggen zij regelmatig onder vuur.
Die conclusie werd nog geen twee weken later bevestigd toen de Krijgsraad, bestaande uit drie moedige en integere vrouwen, zijn ondubbelzinnige vonnis uitsprak over een democratisch verkozen president. De scheiding der machten ten top! Aan het volk straks de beslissing of Bouterse voor nog eens vijf jaar in zijn paleis mag blijven. Ik houd mijn hart vast.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.