10.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 785

Onderzoek: Britten banger voor extreemrechts dan voor islamisme

0
Het Britse publiek ziet extreemrechtse groepen nu als een grotere bedreiging dan islamistische extremisten. Dit concludeert antiracismewaakhond Hope Not Hate na onderzoek onder ruim zesduizend respondenten.

33 procent van de ondervraagden noemt extreemrechtse organisaties als de grootste bedreiging voor sociale cohesie en de openbare orde. Dit is 5 procent meer dan in februari, toen dit nog 28 procent was. De vrees voor islamistisch extremisme daalde in diezelfde periode: van 35 naar 28 procent.

De timing van de studie is saillant te noemen: vorige week belandde activist Tommy Robinson, oprichter van de extreemrechtse English Defence League, voor negen maanden achter de tralies omdat hij illegale opnames maakte van Pakistaans-Britse verdachten in een grote zedenzaak.

Volgens Hope Not Hate-woordvoerder Rosie Carter zijn mensen banger voor extreemrechts geworden door aanslagen die door extreemrechtse terroristen zijn gepleegd. Ze noemt de aanslag op de synagoge in Pittsburgh, vorig jaar oktober, en de aanslag in Christchurch in maart dit jaar, waarbij 51 moslims om het leven kwamen.

Daarnaast zijn extreemrechtse en racistische propaganda steeds meer zichtbaar geworden, waardoor mensen het gevaar van extreemrechtse groepen beginnen in te zien, aldus Carter. ‘En het is niet zo dat alleen links zich zorgen maakt.’

Volgens Hope Not Hate maken vooral Joodse (57 procent) en islamitische (62 procent) respondenten zich zorgen over extreemrechts, terwijl slechts 18 procent van de Conservatieven-stemmers extreemrechts een probleem vindt.

‘#RacistPresident’ trending na Trumps ‘racistische tweets’ over linkse vrouwen

0
Tweets van Trump tegen linkse vrouwen uit het Huis van Afgevaardigden zorgen voor grote ophef. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld.

Afgelopen zondag slingerde de Amerikaanse president Donald Trump een serie tweets de wereld in, gericht tegen de linkse Democratische afgevaardigden Alexandria Ocasio-Cortez, Ilhan Omar, Rashida Tlaib en Ayanna Pressley. Deze dames, bekend als ‘the squad’,  vertegenwoordigen niet alleen de nieuwe, uiterste linkervleugel van de Democratische Partij, maar behoren bovendien tot een etnische minderheid.

Trump schreef dat deze vier vrouwen niet zo’n grote mond tegen hem moeten hebben, omdat ‘de landen waar ze vandaan komen’ een puinhoop zouden zijn en de Verenigde Staten ‘het machtigste en beste land van de wereld is’. In zijn tweets stelde hij voor dat de vier ’terug moeten gaan’, om de problemen in die landen eerst maar even op te lossen.

De tweets van Trump zorgen wereldwijd voor grote ophef. Op Twitter is de hashtag #RacistPresident trending. Veel linkse Amerikanen vonden al langer dat Trump een racist was, maar met deze tweets zou het masker dan definitief zijn afgevallen. Democraat Ayanna Pressley, een van Trumps doelwitten, twitterde terug: ‘Wij zijn zoals democratie eruit ziet. En wij gaan nergens heen. Behalve terug naar (Washington, red.) D.C., om te strijden voor de families die u dagelijks marginaliseert en belastert.’

Trump viel de vier squad-leden aan omdat zij al langer overhoop liggen met Nancy Pelosi, de Democratische voorzitter van het Huis van Afgevaardigden. Pelosi hoort bij de gematigde vleugel van de Democraten, die moeite heeft met de radicale politiek van de vier vrouwen. Alexandra Ocasio-Cortez beschuldigde Pelosi op Twitter vorige week nog van racisme, door te suggereren dat the squad wordt tegengewerkt omdat ze een andere huidskleur hebben.

Trump hoopte met zijn tweets olie op het vuur te gooien en de verdeeldheid in de Democratische Partij verder aan te wakkeren. Zijn tweets hebben echter het tegenovergestelde bereikt.

Na drie jaar houdt de coup Turkse Nederlanders nog altijd in zijn greep

0
Vandaag is het precies drie jaar geleden dat in Turkije de mislukte coup tegen Recep Tayyip Erdogan plaatsvond. De nasleep van de staatsgreep trekt nog altijd diepe sporen in de Turks-Nederlandse gemeenschap. ‘Wij waren landverraders, terroristen.’

‘Ik heb echt heel veel geluk gehad’

Talha* moest na de coup zijn vaderland Turkije ontvluchten en woont nu, na een tussenstop van zeven maanden in Indonesië en een kort verblijf in een azc, in Rotterdam. ‘15 juli 2016 was voor mij een hele vreemde dag’, vertelt hij. ‘Het was namelijk ook de dag dat ik de laatste examens voor mijn studie theologie moest doen.’

Omdat hij sympathiseerde met het gedachtegoed van de Hizmet-beweging van Fethullah Gülen, volgens Erdogan het brein achter de staatsgreep van 2016, werd Talha in het najaar ontslagen op de privéschool waar hij godsdienstonderwijzer was. ‘De school kwam er namelijk achter dat ik de app ByLock op mijn mobiele telefoon gebruikte, waarmee je versleutelde berichten kunt versturen. Volgens de Turkse geheime dienst waren alle ByLock-gebruikers lid van de Hizmetbeweging en dus terroristen.’

Nadat hij werd ontslagen, wist Talha dat het niet lang meer zo duren voordat hij gearresteerd zou worden. ‘Een vriend van mij was twee maanden eerder gearresteerd, een maand nadat ook hij zijn baan had verloren. Ik besloot daarom om zo snel mogelijk het land te ontvluchten. Een andere vriend van mij woont in Indonesië. Daar ging ik naartoe. Ik heb een vlucht geboekt en vier dagen na mijn ontslag zat ik in het vliegtuig, op weg naar mijn vrijheid. Het was een enorm risico om meteen het vliegtuig te pakken, ik had ook gearresteerd kunnen worden. Maar ik dacht: als ik toch gearresteerd word, liever meteen dan nog een maand wachten.’ Talha kon echter gewoon doorlopen bij de douane. ‘Ik heb ik echt heel veel geluk gehad.’

Talha verbleef zeven maanden in Indonesië, totdat hij besloot om Nederland te gaan, waar hij zich echt veilig voelde. ‘Waarom? Er was een incident met de beroemde basketballer Enes Kanter, een verklaard tegenstander van Erdogan en sympathisant van de Hizmet-beweging. Toen hij in Indonesië was hebben mensen, waarschijnlijk Turkse geheime agenten die in opdracht handelden van Erdogan, geprobeerd om hem te ontvoeren, zodat hij in Turkije terecht kon staan voor zijn zogenaamde misdaden. Gelukkig mislukte deze kidnappoging, maar ik voelde mij daarna niet meer veilig in Indonesië.’

‘Ik ben echt geweldig behandeld door het IND, compleet met een kopje thee’

En toen opeens kwam Nederland in het nieuws, vanwege de diplomatieke rel met Turkije. Talha geloofde dat hij in Nederland daarom wel veilig zou zijn. Aangekomen op Schiphol vroeg hij meteen asiel aan en legde ook uit waarom. ‘Ik ben echt geweldig behandeld door de mensen van de IND, compleet met een kopje thee.’

Het verblijf in het AZC duurde ook zeven maanden. Talha: ‘Het was voor mij een tijd om alles goed mentaal te verwerken. Ik was alles kwijt. Mijn baan. Mijn familie. Mijn mooie auto. Ik had niets meer. Gelukkig werd ik goed geholpen door Turkse Nederlanders die net als ik ook de Hizmet-filosofie waren toegedaan. Ik heb mijn leven weer opgepakt en werk nu bij een ICT-bedrijf in Rotterdam. Eigenlijk vind ik dit werk veel leuker dan voor de klas staan. Maar de manier hoe ik daar achter ben gekomen kwam – eufemistisch gezegd – via een omweg.’

Talha gelooft er heilig in dat de staatsgreep tegen Erdogan een inside job is – dus door de president zelf georkestreerd. ‘Erdogan noemde de coup een geschenk van God, omdat hij hierdoor de mogelijkheid had gekregen om het land te herscheppen. Dit is voor mij echt het bewijs dat hij er zelf achter zit. De arrestatie van duizenden politieke tegenstanders, het ontslag van honderden rechters, het feit dat Turkije hierdoor in een echte dictatuur is veranderd, dat is volgens mij allemaal gepland. De precieze feiten over wat er gebeurd is, dat zullen we voorlopig niet te weten komen. Maar voor mij is wel veel duidelijk.’

‘Een soort 9/11’

De coup en zijn nasleep hebben ook diepe sporen getrokken in de Turkse gemeenschap in Nederland. Historicus Tayfun Balcik, projectleider bij The Hague Peace Projects en sinds juni columnist bij de Kanttekening, heeft de gebeurtenissen met grote intensiteit beleefd. ‘Het was een enorme shock, een soort 9/11, een waterscheiding die er echt diep inhakt’, vertelt hij. ‘Op 15 juli was ik met Turkse, Armeense en Koerdische vrienden van mijn dialooggroep in Zwitserland. Toen we ’s avonds, na een wandeling zonder mobiel bereik, in ons hotel aankwamen, hoorden we van de coup en gingen we meteen naar onze hotelkamers, om onze familie en vrienden bellen.’

Daarna heeft de groep van middernacht tot vijf uur in de ochtend al het nieuws gevolgd via Twitter en andere media. Balcik: ‘Het voordeel van het feit dat we een gemengde groep waren was dat snel alle onzin eruit werd gefilterd. Het gerucht dat de PKK achter de coup zou zitten bijvoorbeeld. Dankzij de Koerden die mee waren hoorden we al snel van het PKK-statement dat zij hier toch echt buiten stonden en dit als een interne Turkse aangelegenheid beschouwden.’

Op 17 juni kwam Balcik in Nederland terug, om vervolgens bijna gelijk daarna met zijn familie op vakantie naar Turkije te gaan met de auto. ‘Dat was ook een hele aparte belevenis. We konden het land in, maar overal was de spanning voelbaar. Zo waren er milities, de ‘democratische wachters’, die kazernes blokkeerden en de wegen in de gaten hielden. Ook was er in Trabzon een pro-Erdogandemonstratie, waar mensen de herinvoering van de doodstraf eisten, volgens hen de enige juiste straf voor hoogverraad.’

Je zou denken dat Balcik blij was om daarna weer in Nederland te zijn, maar ook hier was de spanning om te snijden, hoewel op een andere manier. ‘In Nederland snapten veel mensen niks van de gebeurtenissen in Turkije en begonnen ze ons op een andere manier te bekijken. Ik woonde 31 jaar in Nederland, maar snapte nu eindelijk hoe het is om Marokkaan te zijn, om als groep collectief weggezet te worden. Mijn etniciteit was opeens een probleem. Turkse Nederlanders werden weer geproblematiseerd. Geert Wilders en columniste Ebru Umar vonden het jammer dat de coup niet was gelukt, een sentiment dat onder rechts Nederland breder leefde.’

Foto: Tayfun Balcik

‘Ze zeiden tegen mij: ‘Als je naar Turkije gaat, dan weten we je te vinden’

Balcik vond dit onbegrijpelijk. ‘Erdogan is heel fout, dat vind ik ook, maar tijdens de coup zijn meer dan tweehonderd mensen omgekomen. Er is grof geweld gebruikt. Dat hakte er enorm in bij ons, Turkse Nederlanders. Maar voor die kant was nauwelijks aandacht. Er was vanuit de witte Nederlanders heel weinig empathie voor ons. Er heerste vooral wantrouwen. Alsof wij allemaal Erdogan-aanhangers zouden zijn.’ Volgens Balcik valt dit wel mee. ‘Van de Turkse Nederlanders die gingen stemmen steunde 65 tot 70 procent Erdogan tijdens het referendum om het presidentiële systeem in te voeren en daarna tijdens de presidentsverkiezingen. Maar mensen vergeten dat ongeveer de helft van de stemgerechtigden niet gestemd heeft.’

‘Hierna kwamen de spanningen in de Turkse gemeenschap zelf’, vervolgt Balcik. ‘Er ontstond een diepe sfeer van wantrouwen, vooral tussen de Turkse Nederlanders die pro-Erdogan waren en de Turkse Nederlanders die Gülenist waren. Ik ben geen nationalist, maar kom uit een Grijze Wolven-familie. De ruzie tussen de Erdoganisten en Gülenisten bekijk ik daarom van een afstandje.’ Er zijn hele heftige dingen gebeurd, vertelt hij. ‘Een vechtpartij op Plein ’40-45 in Amsterdam bij Halal Fried Chicken bijvoorbeeld. En tijdens een dialoogbijeenkomst met de toenmalige minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher,  waar ik ook aanwezig was, beet een nationalistische Turk een Gülen-sympathisant kwaad toe: ‘Je was al een Koerd, nu ben je ook een Gülenistische terrorist.’’

Op sociale media is Balcik in de nasleep van de coup niet bedreigd. Wel kreeg hij veel bedreigingen binnen nadat hij op 24 april dit jaar een krans heeft gelegd bij het Armeense Genocide-monument. ‘Ze zeiden tegen mij: ‘Als je naar Turkije gaat, dan weten we je te vinden.’ Omdat ik de Armeense Genocide erken, ben ik sommige van mijn Turkse vrienden kwijtgeraakt.’

Balcik gelooft niet dat de coup een inside job is. ‘Dan moet je met bewijzen komen, en die zijn er vooralsnog niet. Wel wordt de coup geframed door Erdogan als een Gülenistische coup, terwijl er onder de officieren die de coup pleegden behalve Gülenisten ook seculiere Kemalisten zaten. Maar die laatsten krijgen de schuld niet, omdat Erdogan de steun van de seculieren nodig heeft. De coup heeft er ook toe geleid dat de alliantie tussen zijn AKP en de nationalistische MHP steviger is geworden.’

‘Erdogan is democratisch gekozen’

Zeki Baran, voorzitter van het Inspraakorgaan Turkse Nederlanders, heeft een andere lezing. ‘We hebben als Turkse gemeenschap niet goed duidelijk gemaakt aan de buitenwereld wat we meemaakten’, vertelt hij. ‘Nederlanders begrepen niet goed wat er gebeurde. De coup was een opstand tegen de rechtsstaat, tegen de democratie. Dit had enorme gevolgen, ook voor onze Nederlandse samenleving. Dit hebben we helaas niet goed kunnen vertellen aan onze buren, aan onze vrienden.’ Baran benadrukt dat er veel Turkse slachtoffers zijn gevallen tijdens de coup en dat dit een grote schok was. ‘Er is uit solidariteit gedemonstreerd op de Erasmusbrug in Rotterdam, met allemaal Turkse vlaggen. Maar de Nederlandse media hebben hier niet goed over bericht. Ze dachten dat deze Turken tegen Nederland zouden zijn. Dat is niet zo. We wonen vijftig jaar in dit land, we houden van Nederland, we zouden zelfs – als het nodig is – ons leven geven voor Nederland.’

Over de nasleep van de coup is Baran heel duidelijk. ‘Dat is echt van andere orde. Ik woon in Nederland, ik houd mij bezig met Nederlandse politiek, daar moet de discussie in Nederland over gaan, niet over Turkse binnenlandse aangelegenheden.’ Kwesties die in Turkije spelen hoeven volgens Baran niet in Nederland te worden besproken. ‘Nederland bemoeit zich echt veel te veel met Turkije, men doet bovendien alsof Turken hier een veiligheidsprobleem zijn. Minister-president Mark Rutte heeft in 2017 handig op het Nederlandse wantrouwen ingespeeld door een Turkse minister die naar Rotterdam was gereisd het land uit te zetten. En dankzij deze diplomatieke rel heeft Rutte de Tweede Kamerverkiezingen kunnen winnen.’

Op 15 juli 2016 gingen veel burgers na een oproep van president Erdogan de straat op, om zich te verzetten tegen de legereenheden die de coup pleegden (Foto: Associated Press)

‘Nederland bemoeit zich echt veel te veel met Turkije’

Heeft Baran de indruk dat drie jaar later de rust weer een beetje is weergekeerd, in Turkije maar ook in Nederland? ‘Het was niet onrustig in 2016. Die rust is er nu, maar die was er ook toen. Er zijn altijd problemen, er is altijd wel wat. Die ‘vechtpartij’ bij dat kiprestaurant waar Balcik het over heeft, dat was gewoon een zakelijk conflict. De media hebben dit opgeblazen.’ Volgens Baran is het echte probleem die vreselijke staatsgreep. ‘In 1980 was er ook een staatsgreep in Turkije. Dat heeft voor een groot trauma gezorgd. Die staatsgreep was heel slecht voor Turkije, voor de democratie. Daarom is het ook zo jammer dat het Westen, Europa en Amerika, niet pal achter de Turkse democratie is gaan staan na de mislukte coup. Erdogan is democratisch gekozen. Hij gaat straks ook democratisch weg, als het Turkse volk het wil.’

Maar al die journalisten en dissidenten in de gevangenis dan, is dat geen probleem? ‘Dat zijn binnenlandse aangelegenheden’, antwoordt Baran. ‘De Europese Unie is hypocriet, heeft twee gezichten. Als de EU echt een gesprek met Turkije over de mensenrechten had gewild, dan had men het juridische dossier moeten afhandelen tijdens de toelatingsgesprekken over het Turkse EU-lidmaatschap. Maar dat deed men niet. Er is bij de EU een enorme onwil om zich echt voor mensenrechten in te zetten.’

‘Wij waren landverraders, terroristen’

Saniye Calkin is directeur van Platform INS, dat zich sterk maakt voor dialoog en vreedzaam samenleven, en ze is een openlijke Gülen-sympathisant. ‘Ik ben er altijd open over geweest dat ik een Gülen-sympathisant ben. Na de coup, waar de Gülenisten de schuld van kregen, ben ik geïntimideerd, beledigd en bedreigd. Ook mijn ouders van bijna 70 en mijn dochters op straat zijn toen lastiggevallen. Wij waren landverraders, terroristen. Dit gebeurde in de eerste dagen, de eerste weken na de coup.’ Op sociale media wordt Calkin af en toe wel eens lastiggevallen, ‘maar de ergste intimidatie is nu gelukkig wel voorbij.’

Calkin is blij met de serieuze aanpak van de politie en OM, zoals dat zij in sommige situaties met boetes en arrestaties hebben opgetreden. ‘Hierdoor zijn de beledigingen, bedreigingen en vernielingen bij mij, maar ook bij andere Hizmet-sympathisanten, gelukkig afgenomen.’ Maar de schade is nog niet voorbij. ‘Het ergste is toch wel dat Turken en Turkse Nederlanders door middel van valse beschuldigingen tegen elkaar zijn opgezet. Buren tegen buren, vrienden tegen vrienden, collega’s tegen collega’s, maar ook broers tegen zussen, ouders tegen kinderen – zelfs huwelijken gingen stuk.’

Foto: Saniye Calkin

‘De beledigingen, bedreigingen en vernielingen zijn gelukkig afgenomen’

Ook de zogenoemde ‘klikturken’ komen ter sprake, Turkse Nederlanders die critici van het Turkse beleid aangeven. De kliklijn is volgens Calkin symptoom van een groter probleem. ‘Je kunt nu niet zomaar naar Turkije toe. Er worden dossiers van mensen aangemaakt. Tijdens de verkiezingscampagne voor de lokale verkiezingen van Istanbul herhaalde Erdogan het nogmaals: ‘Geeft het vooral aan ons door,: kennen jullie aanhangers van FETÖ (pejoratieve benaming voor de Hizmet-beweging, letterlijk Fethullahistische Terreurorganisatie, red.), vertel het’.’ Op vakantie naar Turkije gaan is lastig, maar ook is het onmogelijk om trouwerijen en begrafenissen bij te wonen. ‘Twee van mijn vriendinnen hadden hun vaders verloren. Ze konden hun vader niet begraven omdat ze dan wellicht gearresteerd zouden worden. Ook dan word je namelijk niet met rust gelaten.’

De piek van de onderlinge onenigheid was volgens Calkin het sterkst voelbaar in de periode direct na de coup. Het is nu een stuk rustiger, maar ze ziet nu nog steeds dat er diepe wonden zijn die nog niet genezen zijn. ‘Van Erdoganisten en Gülenisten kun je verwachten dat ze niet gauw dichterbij elkaar gaan komen. Maar ik vind het betreurenswaardig dat ook sommige seculiere Turkse Nederlanders, die actief zijn in het maatschappelijk debat, zich onvoldoende verzetten tegen het feit dat onschuldige mensen massaal voor terroristen worden uitgemaakt – en soms zelfs meegaan in de hate speech en nu ook over ‘FETÖ’ spreken.’ Calkin vindt dit heel bizar: ‘Het bij voorbaat collectief veroordelen van Gülenisten als terroristen staat haaks op de principes van de rechtsstaat.’

Volgens Calkin zit Fetullah Gülen in ieder geval niet achter de coup van 15 juli. Ze vertelt dat Gülen ooit zei dat een leider die met verkiezingen is aangesteld met verkiezingen weer dient te vertrekken. Gülen heeft bovendien gezegd dat als tien procent van de beschuldigingen waar bleek, hij het vliegtuig naar Turkije zou pakken om terecht te staan. ‘Maar belangrijker is dat de Hizmet-beweging een organisatie is die zich altijd heeft ingezet voor dialoog, saamhorigheid, onderwijs en verbinding’, zegt Calkin. ‘Een gewelddadige coup past hier helemaal niet bij.’ Calkin weet niet wat er precies gebeurd is op 15 juli, maar wel dat Erdogan na de mislukte coup de noodtoestand heeft uitgeroepen en nog meer macht naar zichzelf heeft toegetrokken. ‘Het is heel triest om te zien hoe een regering met man en macht dag in dag uit bezig is om een sociale beweging uit te roeien. Heel jammer, vooral ook gezien waar Hizmet voor staat: meer onderwijs, dialoog, saamhorigheid en uiteindelijk vrede.’

*Gefingeerd. Echte naam bij de redactie bekend.

Links moet het bestrijden van antisemitisme niet aan rechts overlaten

0

‘Waarom zijn Joden altijd de pineut?’, zo kopt het Algemeen Dagblad in een artikel over het opnieuw opkomende antisemitisme in Europa. Daarin wordt beschreven hoe Jodenhaat – vanuit rechtse, linkse en islamitische hoek – terug is van nooit helemaal weggeweest. Antisemitisme is terug, in al haar lelijkheid. Ook in Nederland. En de vraag is wat we daaraan kunnen doen. Concrete oplossingen zijn er vooralsnog niet voor dit probleem. Maar het meest wrange is dat zelfs op politiek links, waar men vroeger moedig voor de vervolgde Joden op de bres sprong, antisemitisme aanwezig is. Bovendien, links Europa kent eigenlijk steeds minder ruimte voor het bestrijden van antisemitisme.

De feiten: Joden voelen zich in groeiende mate onveilig in Europa. Aanslagen teisteren Joodse doelwitten de laatste jaren. De Duitse overheid raadt Joden aan om op bepaalde plekken in het land niet langer een keppeltje te dragen. Bij de Britse Labourpartij woedt al tijd lang een antisemitisme-affaire, die door het leiderschap van de partij onvoldoende wordt aangepakt, waardoor meerdere parlementariërs reeds uit de partij zijn gestapt. En ook in Nederland neemt het aantal antisemitische incidenten toe, zo blijkt uit cijfers. Je zou denken dat juist links, met haar traditie voor het opkomen van minderheidsgroepen, in de bres zou springen voor Joden in Nederland en andere Europese landen. Maar niets is minder waar. Helaas.

Ja, linkse partijen waren aanwezig bij de demonstratie tegen antisemitisme die vorige maand werd georganiseerd in Den Haag. Maar er is meer nodig dan alleen je uitspreken tegen antisemitisme. Het gaat om daadwerkelijk dit fenomeen aanpakken, bij de wortels. En daar laat links het op dit moment liggen, daar waar andere vormen van racisme en discriminatie wel steeds nadrukkelijker op het linkse netvlies zijn komen te staan. En deze ontwikkeling komt niet geheel uit de lucht vallen. Grofweg kunnen we een drietal redenen onderscheiden.

Allereerst: het bestrijden van antisemitisme past niet in het ideologische frame van de antiracismebeweging, die de laatste jaren het geluid van links in toenemende mate is gaan bepalen. Antiracisten verdelen de samenleving grofweg in twee kampen: onderdrukkers en onderdrukten. De onderdrukkers zijn ‘wit’, ‘witten’ die wit privilege genieten. Zij onderdrukken de rest, de zogeheten ‘mensen van kleur’. Zo was het al tijdens de koloniale geschiedenis en de slavernij, maar die patronen zien we tot op heden nog steeds terug in de samenleving.

In een dergelijke binaire kijk op racisme in de maatschappij is geen plek voor Joden als slachtoffers van antisemitisme. Want de Joden zijn wit. En witten, die kunnen geen slachtoffer van racisme zijn. Ze zijn alleen maar dader. Antisemitisme is dus een onwelgevallige realiteit voor veel antiracisten en wordt daarom maar stelselmatig genegeerd. Of zelfs bedreven, door sommige antiracisten, vanwege het Israëlisch-Palestijnse conflict.

En dat brengt ons op de tweede reden waarom het bestrijden van antisemitisme een steeds heikeler punt is geworden in linkse kring. Mede als gevolg van het Israëlisch-Palestijnse conflict bestaat er een virulent antisemitisme in islamitische kring. Met name onder jonge moslims zijn antisemitische ideeën en uitspraken een doodgewone zaak. ‘Jood’ is een scheldwoord. Dergelijk antisemitisme zien we vooral oplaaien wanneer er weer eens nieuws is over Israël dat de mensenrechten schendt in Gaza of op de Westelijke Jordaanoever. Moslims zijn in het geval van antisemitisme in veel gevallen dus daders. Tegelijkertijd zijn zij ook slachtoffers van racisme, namelijk van moslimhaat.

Het bestrijden van antisemitisme past niet in het frame van de antiracismebeweging

En dat brengt links in een lastige positie. Wat als de slachtoffers tegelijkertijd ook daders zijn? Dan wordt het plotseling heel ingewikkeld voor links om dit te benoemen. Men kiest er dan vaak voor om weg te kijken, of het fenomeen wordt gebagatelliseerd. Antisemitisme benoemen is niet aantrekkelijk voor links, wanneer andere minderheden zich aan antisemitisme schuldig maken.

Op dat moment is het benoemen van antisemitisme wel weer aantrekkelijk voor rechts, wat ons brengt bij het derde punt waarom links het zo laat afweten. Want deze agenda is immers grotendeels door rechts gekaapt. Het zijn rechtse partijen die zich tegenwoordig het hardst uitspreken tegen antisemitisme en die met concrete voorstellen proberen om dit fenomeen aan te pakken. Het is rechts wat zich opstelt als de voornaamste bondgenoot van de Joden. Dit terwijl rechts, net zo goed als links, ook haar eigen vormen van antisemitisme kent.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan de complottheorieën over miljardair en filantroop George Soros, die vanwege zijn steun aan NGO’s als de puppet master wordt gezien die via de vluchtelingencrisis Europa zou willen islamiseren. Deze alt-rechtse Jodenhaat wordt echter voor het gemakt vergeten, ook in Joodse kring, omdat de steun van rechts voor de antisemitisme-bestrijdingsagenda zo hard nodig is. Maar dit komt dus mede omdat links het helaas grotendeels af laat weten.

Journalist Gideon Querido van Frank schreef in Vrij Nederland het artikel ‘Hoe links ook de Joden treft in de strijd tegen wit privilege’. Dit essay bevat onder meer deze pijnlijk rake passage: ‘Hoe meer rechts over antisemitisme praat, des te harder zet links zijn hakken in het zand en wordt er juist op islamofobie gewezen. Hoe meer rechts hamert op nationale tradities en roept dat Joodse oorlogsslachtoffers herdenken er daar een van is, des te meer wijst links op de andere, ‘vergeten’ slachtoffers en andere oorlogen. De zogenaamde traditie van Joden herdenken wordt door links bijna als net zo reactionair en politiek incorrect gezien als Zwarte Piet.’

Pijnlijk, al te pijnlijk. Links moet het bestrijden van antisemitisme niet aan rechts overlaten. Als je echt wat wil doen tegen antisemitisme als linkse partij of groep, dan moet je Jodenhaat durven te benoemen en te bestrijden, net als alle andere vormen van racisme. Bovendien moet je bereid zijn de rotte, antisemitische appels in eigen kring aan te pakken, iets wat Labour-leider Jeremy Corbyn bijvoorbeeld nog steeds niet doet.

Want pas als ook links dit onderwerp weer serieus neemt, ligt een Nederland waarin antisemitisme tot het verleden behoort weer in het verschiet. Maar zover is het nog lang niet. Op dit moment is de ruimte op links om echt stappen in de goede richting te zetten beperkt, tot groot verdriet van velen binnen Joods Nederland en daarbuiten.

Turkse influencer Pucca krijgt zes jaar cel voor ‘promoten van drugs’

0
Het Turkse social media-icoon Pınar Karagöz is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. De aanklacht: het ‘promoten van drugs’. Ze prees echter alleen maar de Netflix-serie Narcos aan op Twitter, zo zegt ze zelf.

De influencer, bekend onder de naam Pucca, werd in oktober vastgehouden door de politie. ‘Honderden arme mensen namen brood mee naar huis, met dank aan verdovende middelen, luidt één van Pucca’s tweets, waarmee ze naar eigen zeggen doelt op wat zich in de serie Narcos afspeelt.

De Narcos-serie is gebaseerd op het leven van de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar, die er onder meer om bekend stond ruimhartig te zijn voor de armen in zijn thuisbasis Medellín. Volgens haar advocaat Ali Furkan Tatlı was Pucca, die bijna 2 miljoen volgers op Twitter heeft, nooit van plan drugsgebruik te promoten.

Als reactie op haar veroordeling plaatste Pucca een emotioneel Instagramfilmpje, waarin ze huilend stelt dat zelfs Escobar niet tot zo’n lange celstraf was veroordeeld. Haar advocaat zal in beroep gaan tegen de celstraf en de financiële boete van 11.500 euro.

Hassan Outaklla benoemd tot adviseur van de koning

0
De Marokkaans-Nederlandse Hassan Outaklla is benoemd tot algemeen secretaris van koning Willem-Alexander en koningin Máxima.

Over een maand wordt Outaklla persoonlijk adviseur aan het hof, zo heeft de Rijksvoorlichtingsdienst bekend gemaakt. Hij studeerde Politicologie en werkte daarna een aantal jaar bij KPMG als managementconsultant en was hij senior beleidsadviseur bij de Autoriteit Financiële Markten. Naast het Nederlands beheerst hij onder meer de Franse, Duitse en Arabische taal.

Outaklla’s takenpakket bestaat uit het op de hoogte houden van het koningspaar van wat er leeft in de maatschappij, door hen bij te praten of hier de juiste mensen voor uit te nodigen.

Primeur: politiechef met een migratieachtergrond

0

De in Suriname geboren Martin Sitalsing (57) is benoemd tot chef van de politie in Midden-Nederland. Hij is de eerste eenheidschef met migratieachtergrond. ‘Ja, maar jij hebt je kleurtje mee’, kreeg hij te horen toen hij zich omhoog werkte binnen de organisatie.

Sitalsing liet zich de afgelopen jaren kritisch uit over de Nationale Politie: hoog ziekteverzuim, ondermaatse opsporing en affaires die de organisatie teisterde. Bovendien zou het diversiteitsbeleid zijn gesneuveld door de komst van de Nationale Politie.

Ook hekelde hij de grappig bedoelde maar ‘storende opmerkingen’ van agenten (‘Kom, we gaan effe negers vangen op de Zeedijk’) over verschillende bevolkingsgroepen. Zo worden moslims vaak aangeduid als ‘jurken’ en zijn Surinaamse Nederlanders zogenaamd allemaal bolletjesslikkende drugsgebruikers met gouden tanden. Dergelijke opmerkingen dragen bij aan negatieve stereotypen, zegt Sitalsing.

Sitalsing is van hindoestaanse komaf en geboren in Paramaribo. Hij emigreerde in 1970 naar Zaandam en maakte tussen 1984 en 2012 carrière bij de politie. Sitalising werd inspecteur en teamchef in Amsterdam en kreeg daarna de functie districtschef in Groningen.

Naar eigen zeggen kreeg hij toen al te maken met scheve ogen. Toen hij zichzelf omhoog werkte binnen de organisatie kreeg hij te horen dat dit aan zijn afkomst te danken had: ‘Ja, maar jij hebt je kleurtje mee.’

Nu hij bij de Nationale Politie benoemd is tot eenheidschef, laat Sitalsing weten dat zijn visie gericht is op preventie van criminaliteit. In de 25 jaar dat hij dienstdeed zag hij hoe de politie gericht zou zijn op repressie: genezen in plaats van voorkomen. ‘Je moet het dak repareren als het droog is’, aldus Sitalsing.

Vloeken in de antiracistische kerk

0

In een sterk gepolariseerd en gesegregeerd landschap wordt het gesprek over racisme in Nederland moeilijk én gemakzuchtig gevoerd. Gelijkgestemden trekken met elkaar op en mijden de dialoog met andersdenkenden. Het is tijd om het gesprek open te breken en elkaar aan te spreken op punten waar het pijn doet.

‘Het enige wat ik weet, is dat ik niks weet’. Een pakkende uitspraak die wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Socrates. Maar wat kan je hiermee in antiracistische tijden? ‘Educate yourself’, wordt ‘witte mannen’ vaak toegebeten. En inderdaad, sommige provocateurs onder autochtone lieden (Edwin Wagensveld, Wierd Duk, Martin Sommer) vragen erom. Maar is de attitude van ‘educate yourself’ ook niet een teken van arrogantie en betweterij? Waarom zou je niet – via een gesprek met elkaar – kunnen investeren en jezelf dienstbaar opstellen voor een beter Nederland?

Het is vloeken in de antiracistische kerk. Immers, met ‘fascisten’ voer je geen gesprek, fascisme bestrijd je! Dat is een open deur. Maar cruciaal is de vraag wat je eigenlijk precies onder ‘fascisme’ verstaat en hoe je de ‘strijd’ daartegen zou moeten voeren. We hebben natuurlijk de welbekende voorbeelden uit de geschiedenis: nazi-Duitsland en Italië onder Benito Mussolini. Het is evident dat die situatie – met intimiderende knokploegen op straat die verbonden zijn aan partijen in het parlement – in het huidige Nederland niet aan de orde is. Mensen zijn relatief vrij om te doen en zeggen wat ze willen. Maar wat niet is, kan nog komen.

Kijk naar de opkomst van bewegingen als Pegida en Forum voor Democratie. De eerste is ronduit islamofoob en de tweede sterk nationalistisch georiënteerd, met anti-parlementaire neigingen. Dit is zorgelijk. De verontwaardiging over deze bewegingen, maar ook het feit dat middenpartijen zoals de VVD en het CDA die kant op trekken, is volkomen legitiem.

Zwijgen over daderschap van minderheden, tegen elkaar of tegen witte mensen, is hypocriet

We moeten achter de activisten staan die hun democratische recht gebruiken om wit nationalisme aan de kaak stellen, het nationalisme dat gericht is tegen minderheden, de multiculturele samenleving en immigratie. Niemand gaat ‘die allochtonen’ zomaar hun rechten geven. Alleen principiële standvastigheid en volhardende actie schudt mensen in posities van macht wakker. Kick Out Zwarte Pieten de beweging Denk zijn belangrijke voorbeelden.

Pas toen Jerry Afriyie en Quinsy Gario op straat werden opgepakt en mishandeld in 2011, alleen maar omdat ze een t-shirt droegen, begon het proces van bewustwording over de kwetsende effecten van Zwarte Piet bij witte mensen. Ook de manier waarop Tuhanan Kuzu en Selcuk Öztürk uit de PvdA werden gezet en sindsdien worden gedemoniseerd in de mainstream media spreekt boekdelen. Minderheden organiseren zich en beginnen ongehoorzaam hun eigen partij. ‘Wat krijgen we nou?’, dachten velen.

Maar het is onmiskenbaar dat al deze ontwikkelingen ook tot een witte backlash hebben geleid. De verkiezingswinst van Forum voor Democratie tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van 20 maart is daarvoor het jongste bewijs. Is met deze wetenschap activisme alleen wel genoeg om het groter wordende probleem van wit nationalisme aan te pakken? Ik neig naar een negatief antwoord.

Alleen maar activistische strijd werkt voor gefrustreerde jonge witte mannen als een rode lap op een stier, zeker als activisme selectief wordt toegepast. Mensen zijn niet blind: als minderheden trots mogen zijn op hun ‘eigen’ cultuur en identiteit en de witte cultuur constant wordt bevraagd, dan zal dat op een gegeven moment tot een reactie leiden. Dan krijg je All Lives Matter.

Zwijgen over daderschap van minderheden, tegen elkaar of tegen witte mensen, is hypocriet. En natuurlijk, racisme is een hiërarchisch systeem. Maar op een intermenselijk niveau doet dat er bar weinig toe. Sommige mensen worden nou eenmaal in een racistische traditie geboren, wat hun vertrekpunt bepaalt. Tegen die mensen zeggen dat ze zichzelf moeten opleiden, is een ontkenning van dat vertrekpunt, oftewel een onwil voor empathie. Dit terwijl een offline gesprek het proces van zelfonderzoek en zelf-educatie zoveel kan versnellen, voor meerdere partijen.

‘Marokkaanse koning verleent gratie aan opgesloten Rif-activisten’

0
De Marokkaanse premier Saadeddine Othmani heeft aan de Franse televisiezender France24 verteld dat koning Mohammed VI de gevangen Rif-demonstranten in de nabije toekomst gratie zal verlenen.

Volgens de premier is de gratiëring ‘een politieke beslissing, gericht op duurzame verzoening door legale middelen’.

In 2016 en 2017 vonden in de Rif, in het noorden van Marokko, grootscheepse anti-overheidsdemonstraties plaats, gericht op een verbetering van de leefomstandigheden aldaar. Uiteindelijk besloot de regering de belangrijkste activisten van de zogeheten Hirak-beweging op te pakken. De leider van deze protestbeweging in de Rif, Nasser Zefzafi, is in 2018 tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld.

De rust is in de Rif nog niet helemaal teruggekeerd. Er zijn veel politieposten in het gebied. Westerse journalisten komen het gebied niet in. Als ze dat wel proberen worden ze, zoals Elsevier-correspondent Gerbert van der Aa in februari dit jaar, zonder pardon Marokko uitgezet.

Veel Marokkaans-Nederlandse Rif-activisten, die met de zaak van Zefzafi en de zijnen sympathiseren, durven hun moederland niet meer in. Ze vrezen dat ze dan worden opgepakt. Dit blijkt uit een opiniepeiling van de website Republiek Allochtonië onder 70 Nederlandse activisten.

Turkije: celstraf voor Koerdische hoofdredacteur van verboden krant

0

Hüseyin Aykol, co-hoofdredacteur van het sinds drie jaar verboden pro-Koerdische dagblad Özgür Gündem, is in hoger beroep veroordeeld tot bijna vier jaar gevangenisstraf.

De 67-jarige Aykol stond terecht voor ‘propaganda voor een terroristische organisatie’, volgens Bianet omdat hij deelnam aan het persvrijheidscollectief Editors-in-Chief on Watch, waarin ook andere – inmiddels veroordeelde – journalisten van Özgür Gündem zaten.

Gistermiddag werd Aykol in zijn huis in Ankara gearresteerd en na de uitspraak van de rechter overgebracht naar de gevangenis.

Het is niet de eerste keer dat de journalist in de gevangenis terechtkomt. In 1980, na één van de militaire coups die Turkije heeft gekend, belandde Aykol voor tien jaar achter de tralies. Dit kwam vanwege zijn pro-Koerdische standpunten.