21 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 785

Zuid-Afrikaanse literatuur: net zo verdeeld als het land zelf

1

Deze week vindt de vierde editie van de Week van de Afrikaanse Roman plaats. Vijf Zuid-Afrikaanse dichters en schrijvers trekken door Nederland en Vlaanderen om aandacht te vragen voor hun werk. ‘In Zuid-Afrika ben ik altijd een bruinskrywer geweest.’

In de Centrale Bibliotheek in Den Haag wordt het begin van de week feestelijk ingeluid door Writers Unlimited. Dit jaarlijkse literatuurfestival brengt schrijvers, denkers en publiek samen om buiten de grenzen van talen en culturen te treden. De schrijvers, die één voor één het podium op komen om door Abdelkader Benali geïnterviewd te worden, spreken dan ook Afrikaans. Volgens initiatiefneemster Ingrid Glorie, coördinator van de Week van de Afrikaanse Roman, is het belangrijk dat deze taal gesproken wordt.

‘Als Nederlanders Afrikaans horen denken ze vaak: ‘Hé, hier zit iets in dat ik begrijp.’ Ze komen erachter dat ze het eigenlijk best goed kunnen verstaan.’ Voor Ingrid is het zaak om de zichtbaarheid van de Afrikaanse literatuur te vergroten, zodat verhalen en ideeën met een breder publiek worden gedeeld. Maar van alle elf officiële talen die Zuid-Afrika kent, wordt het Afrikaans door sommigen ook beschouwd als ‘de taal van de onderdrukker’.

Zuid-Afrika kent een turbulente politieke geschiedenis en het lijkt dan ook bijna onmogelijk een roman te schrijven die niet van deze geschiedenis doordrongen is. Desondanks is de invloed die het koloniale verleden en de rassensegregatie op de schrijvers gehad heeft voor ieder totaal verschillend. Eben Venter, die in de bibliotheek als eerst op het podium verschijnt om te vertellen over zijn nieuwe roman Wolf, wolf, is opgegroeid in de Oostkaap. Hij studeerde filosofie, kwam ‘uit die kassie’ en emigreerde naar Sydney. De vrijheid die hij daar vond had hij nodig, vertelt hij, als een ‘laagje bovenop de Zuid-Afrikaanse identiteit’.

Eben Venter (links) in gesprek met Abdelkader Benali (rechts) (Foto: Merel Aalders)

Door zijn ervaring met migratie merkte Venter dat hij de Zuid-Afrikaanse taal meer van buitenaf is gaan beschouwen. Hij leerde de taal als construct te zien en het op zijn eigen manier in te zetten. Ook schonk Zuid-Afrika hem een verhoogd bewustzijn van ‘indirecte discriminatie’, iets dat hem in Australië bleef achtervolgen. Van alle schrijvers lijkt hij het meest geëngageerd. Toch ziet hij zijn eigen taak vooral als het laten zien van de verschillende brokstukken, de ‘tonelen’, zoals hij ze noemt, van een mensenleven.

De tweede spreker, Valda Jansen, debuteerde in 2016 met haar roman Hy kom met die Skoenlappers. Voor haar is de Zuid-Afrikaanse geschiedenis vooral ‘voelbaar’. In haar werk is ze niet bewust bezig een geschiedenis te vertellen, maar het racistische apartheidssysteem, dat tussen 1948 en 1990 het politieke en sociale leven in Zuid-Afrika reguleerde, heeft een onontkoombaar grote impact op haar leven en werk gehad.

‘De apartheid is mijn Anglo-Boerenoorlog,’ zegt Jansen. Deze oorlog werd in 1899-1902 gevoerd door de Britten en de Nederlandstalige Boeren. Het verdriet dat achterbleef is voor haar vergelijkbaar met de pijn die de apartheid voortbracht. Schrijven is voor haar pijnlijk geweest, omdat men vaak heeft geprobeerd haar de mond te snoeren. In haar omgeving wilde niemand het verleden nog voelen. ‘‘Je moet het vergeten’, werd er tegen mij gezegd. Zo heb ik lang gedacht dat mijn woorden niet belangrijk waren.’

Valda Jansen (Foto: Merel Aalders)

Feministische schrijvers

Ook op het podium verschijnen Pieter Odendaal, die zinnelijke poëzie voordraagt, en Karin Brynard, schrijver van thrillers. ‘Een misdaadroman in Zuid-Afrika is eigenlijk een gewone roman,’ grapt zij. Door haar werk als journalist heeft ze een sterke interesse in maatschappelijke vraagstukken. In haar romans verwerkt ze dan ook rauwe thema’s als de ‘plaasmoorde’ op Zuid-Afrikaanse boeren, de corruptie van de politie en de armoede van de San, ook wel Boesmans – ‘Bosjesmannen’ – genoemd. Net als Riana Scheepers, die voordraagt uit haar meest recente roman Stormkind, behoort Brynard tot de nieuwe generatie feministen uit de post-apartheidsjaren.

Na 1994, toen de apartheid definitief werd afgeschaft en Nelson Mandela president werd, heeft er een bevrijding van de taal plaatsgevonden, vertellen zij. Voor 1994 had de literaire elite een claim op het Afrikaans. Door een verbreding in de letterkunde kon de taal worden gedemocratiseerd en ontstond er ontspanningslectuur.

Hoe komt het dat er allerlei feministische schrijvers opstonden? ‘Door de politieke emancipatie in die tijd ontstond er een broeierige energie,’ vertelt Scheepers. ‘Steeds meer vrouwen werden universitair opgeleid en raakten ontevreden over de patriarchale onderdrukking. Ik geloof dat als de tijd rijp is er altijd stemmen zullen zijn die naar buiten stromen.’

Ook Scheepers heeft een bijzonder levensverhaal. Ze groeide op in Vryheid in de oostelijke provincie Kwazoeloe-Natal, en haar jeugd vond voornamelijk plaats op een boerderij met Zoeloe-arbeiders, de grootste bevolkingsgroep van Zuid-Afrika. Daar leerde ze Zoeloe spreken en werd ze grootgebracht met de verhalen die er ’s avonds bij het vuur werden verteld. Haar fascinatie voor de orale vertelcultuur heeft haar sterk beïnvloed, evenals haar respect voor bevolkingsgroepen als de San, die eeuwenlang in barre ecologische omstandigheden hebben weten te overleven. De geschiedenis die zij meeneemt in haar romans begint dus eigenlijk nog vóór de twintigste eeuw en gaat vooraf aan het tijdperk van apartheid.

Karin Brynard (links) en Riana Scheepers (rechts) (Foto: Merel Aalders)

Scheepers’ werk bevat een door sjamanen geïnspireerde lyriek, iets dat ze zelf als ‘een gesprek met het hartkloppen van het eeuwige’ beschouwt. Je zou het magisch realisme kunnen noemen, maar, zegt ze: ‘Voor ons is dat nie magisch nie. Het is realiteit.’ Abdelkader Benali vraagt of ze er ook weleens van beschuldigd wordt zich een inheemse cultuur toe te eigenen. ‘Geen last van cultural appropriation?’ Een vervelende term vindt Scheepers dat. ‘Een schrijver is altijd een rebel, die zoekt zulke spanning op. Ik zou juist nooit iets veiligs willen schrijven.’

Vrijheid en inkadering

De vraag rijst hoe de schrijvers zich tot de literaire wereld verhouden. Voor Jansen is er niet echt sprake van een verhouding. ‘Ik schrijf voor mezelf,’ zegt zij de ochtend na de aftrap van het evenement in de lobby van het hotel waar ze verblijven. ‘In Zuid-Afrika ben ik altijd een bruinskrywer geweest. Een witte schrijver, dat is geen witskrywer, dat is gewoon een schrijver. Toen ik als journalist werkte was dat niet anders, ik ben altijd een journalist aan wie een bepaalde rol, een bepaalde identiteit werd toegeschreven. Maar ik kan mensen niet veranderen. Ik heb geen bepaald publiek voor ogen, ik schrijf omdat mijn woorden eruit moeten.’

Venter is het daar niet mee eens. Hij voelt een sterkere verantwoordelijkheid om problemen aan de kaak te stellen, hoe complex deze ook zijn. Ook hij gaat gebukt onder het juk van categorisatie. Omdat hij over homoseksualiteit schrijft, valt zijn werk soms ineens onder ‘gay-literatuur’. De schrijvers begeven zich constant in een spanningsveld: ze overschrijden grenzen om de canon te verbreden maar worden daardoor tegelijkertijd ook weer ingekaderd. Ook als dat gebeurt met de beste bedoelingen.

Zo’n goede bedoeling is bijvoorbeeld het BEE-beleid dat in Zuid-Afrika gevoerd wordt: Black Economic Empowerment, waarbij positieve discriminatie wordt ingezet om de economische verdeeldheid die de rassenscheiding veroorzaakte glad te strijken. Een sympathiek initiatief, maar het veroorzaakt ook nieuwe problemen, vertelt Venter: ‘Ik hoorde laatst weer van een literair evenement voor bruine en zwarte mensen, waar iemands echtgenote uit werd gezet omdat ze wit was.’ Het naar voren duwen van een achtergestelde groep zorgt zo in eerste instantie alleen maar voor een nieuw soort uitsluiting, in plaats van gelijkheid, stelt hij.

Kwaliteit in plaats van kleur

Een geforceerde herverdeling van de sociale structuur komt de vraag naar literaire kwaliteit niet ten goede. Toch beginnen er ook verbeteringen zichtbaar te worden in de wat stroeve ontwikkeling van een inclusieve, maar ook kwalitatieve canon. Zo zijn Jansen, Venter en Scheepers het er unaniem over eens dat de invloedrijke dichter Adam Small na lange tijd niet meer onvolprezen is en zich qua bekendheid zelfs kan meten met Zuid-Afrika’s bekendste dichter, Antjie Krog.

Adam Small en Antjie Krog (Foto’s: YouTube)

Small behandelde in zijn werk belangrijke maatschappelijke thema’s als armoede en onderdrukking, en had volgens de schrijvers voor zijn toneelstuk Kanna hy kô hystoe uit 1965 de prestigieuze Hertzogprys van de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns moeten krijgen. In 2012 is Small uiteindelijk toch erkend, en kreeg hij de prijs toegekend voor zijn gehele oeuvre. ‘Een beetje een troostprijs,’ volgens Scheepers, maar aan de andere kant vindt zij dit een teken dat de literaire canon steeds meer op kwaliteit in plaats van kleur gebaseerd wordt.

‘Ik ben eigenlijk heel erg bevoorrecht,’ zegt Scheepers. Ze bracht haar jeugd door op een beschermde plek. Zij heeft veel minder meegemaakt van de apartheid die bijvoorbeeld op Jansens leven zo’n grote invloed had. Jansen groeide op in een prachtige omgeving die voor haar gevoel nooit helemaal van haar was. Er waren delen van het kustplaatsje Strand waar zij niet mocht komen; er was schoonheid om haar heen die ze niet mocht aanraken. Maar voor beide schrijvers zijn persoonlijke verhalen belangrijke counternarratives.

‘De geschiedenis van de één is niet de geschiedenis van de ander’

Scheepers: ‘Iedereen kan de feiten van de Zuid-Afrikaanse geschiedenis leren kennen. Maar wat pas echt een indruk achterlaat is een menselijk verhaal. Je kunt je pas voorstellen wat er in dit land is gebeurd als iemand jou die ervaring laat zien, als je je kunt inleven in zo’n karakter.’ Venter beaamt dat, en voegt toe: ‘Veel mensen hebben geen idee wat er allemaal nog in Zuid-Afrika is gebeurd ná de bevrijding, na Nelson Mandela. De realiteit is ontzettend veelzijdig en complex. De geschiedenis van de één is niet de geschiedenis van de ander. De literatuur is even gefragmenteerd als het land zelf.’

Wat vooral niet bestaat, is dé Afrikaanse roman. De Week van de Afrikaanse Roman geeft een klein kijkje in wat enorm veelzijdig is: een land dat overstroomt van politieke en culturele verledens. De schrijvers laten zien dat er nog veel mogelijk is voor de Zuid-Afrikaanse literatuur, ook in Nederland. Oftewel, zoals ze zelf zeggen: ‘er is meer dan Antjie Krog.’

Ook dit weekend nog zijn de schrijvers op verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen om te spreken over hun werk. Voorlopig is dit wel de laatste editie van de ‘Week van de Afrikaanse Roman’, omdat het evenement ondanks al zijn vrijwilligers te duur wordt.

Jaswina Elahi nieuwe columnist bij de Kanttekening

2

Jaswina Elahi is onderzoeker aan de Haagse Hogeschool. Voor de Kanttekening zal zij een maandelijkse column schrijven.

Elahi is gespecialiseerd in culturele diversiteit, sociaal werk, stedelijke kwesties en cultureel erfgoed. Dit voorjaar deed Trouw verslag van Elahi’s onderzoeksproject om het welzijn verhogen in de Haagse Molenwijk.

Ze is geboren in Eindhoven, studeerde Kunst en Cultuurwetenschappen in Rotterdam en promoveerde in de Filosofie aan Tilburg University. Haar proefschrift gaat over de behoefte van jongeren om etnische websites te bezoeken. Buiten haar academische werk om geeft Elahi les in Kuchipudi, een dansstijl uit Zuid-India. Ook schrijft ze over Bollywood-films.

Elahi’s eerste column verscheen vandaag: over hoe extreemrechts denken ‘is doorgesijpeld’ naar de mainstream. Waar Janmaat nog werd uitgelachen, worden partijen als CDA en VVD nu meegezogen in een radicaal discours, stelt zij. ‘De ‘gewone Nederlander’ is in werkelijkheid een ‘witte man’.’

Egypte: ruim duizend mensen opgepakt bij protesten tegen Sisi, aldus NGO’s

0

Bij de protesten tegen het regime van president Abdel Fattah al-Sisi zijn inmiddels meer dan 1.100 demonstranten gearresteerd. Dat melden Egyptische mensenrechtenorganisaties.

Ook een Nederlander is opgepakt: hij liet een drone vliegen boven een gebied waar gedemonstreerd werd. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten bijstand te verlenen.

Het startschot voor de demonstraties in onder meer de hoofdstad Caïro is een reeks video’s die de Egyptische zakenman en filmster Mohamed Ali twee weken geleden online zette. Daarin beschuldigt hij de president en het leger van corruptie. Met name eind vorige week laaide het protest op. Inmiddels heeft Ali aangekondigd morgen een nieuw demonstratie op te zetten.

In 2011 resulteerden dergelijke straatprotesten in Egypte tot het opstappen van de toenmalige president Hosni Mubarak, na dertig jaar heerschappij. Daarna leidden verkiezingen tot een regering van de islamistische Moslimbroederschap met Mohammed Morsi als president.

Veldmaarschalk Sisi kwam in 2013 aan de macht door deze regering af te zetten.. Onder Sisi zijn duizenden politieke tegenstanders, vooral leden van de islamistische Moslimbroederschap, opgepakt en in de gevangenis gegooid.

Oostenrijkse parlement wil Diyanet- en Milli Görüş-moskeeën sluiten

1

Een meerderheid van het Oostenrijkse parlement heeft ingestemd met het sluiten van moskeeën die vallen onder Diyanet, een Turkse religieuze staatsinstelling, en de van oorsprong Turkse beweging Milli Görüş.

De Diyanet- en Milli Görüş-moskeeën zouden eerder dienen als verlengstuk van de Turkse president Erdogan en zijn AKP-partij dan als gebedshuis. Dat stellen de ÖVP en de FPÖ, de twee grootste partijen die samen goed zijn voor een meerderheid in het Oostenrijkse parlement.

Het voorstel werd ingediend door Peter Pilz, de voorzitter van de partij Jetzt, een afsplitsing van de Oostenrijkse Groenen.

Of de aanbeveling ook daadwerkelijk zal worden doorgevoerd, dat is nog niet zeker. Aankomende zondag zijn er parlementsverkiezingen, waarna er een nieuwe coalitie zal moeten worden gevormd. Die nieuwe coalitie gaat dan uiteindelijk over of er een verbod komt.

Het sluiten van moskeeën is in Oostenrijk geen nieuw fenomeen. In juni 2018 kondigde premier Sebastian Kurz aan zeven moskeeën te sluiten en zeker veertig imams het land uit te zetten. Parallelle samenlevingen, de politieke islam en de opkomst van radicale bewegingen in het land vormen volgens Kurz de redenen voor dit besluit.

Grenzen zitten tussen je oren

1

Soms lukt het ons om de regels van de natuur te doorbreken. Als we artiesten zijn, ingewikkelde acrobatiek uitvoeren en ons menselijk lichaam moeiteloos als een vis bewegen. Of als we Usain Bolt heten en honderd meter in 9,58 seconden afleggen. Maar acrobatiekdansers en Usain Bolt zijn uitzonderingen op de regels. Wij zijn allen onderworpen aan natuurwetten.

Eén van deze wetten dicteert dat alles dat bestaat grenzeloos is, maar dat grenzen sociale constructies zijn. Dat wil zeggen: de mens is net als de kosmos waarin hij woont grenzeloos geboren. Muren tussen woningen, het vuur om wilde dieren om op een afstand te houden, landsgrenzen en nationaliteiten: dit zijn grenzen die door mensen zijn gemaakt.

Al een tijdje wordt het hebben van een dubbele nationaliteit geproblematiseerd in Nederland. Critici stellen dat mensen die in Nederland zijn geboren en getogen in principe geen recht zouden moeten hebben op een paspoort van Turkije of Marokko. Deze kritiek komt vaak uit extreemrechtse hoek.

Deze week werd het bezit van een dubbele nationaliteit geproblematiseerd vanuit een totaal andere hoek, verrassend genoeg. In het manifest Keuzevrijheid in nationaliteit stellen twaalf Marokkaanse Nederlanders dat ze van hun Marokkaanse nationaliteit af willen. Ze roepen de Nederlandse overheid en samenleving op hen te steunen in hun strijd. Marokkaanse Nederlanders krijgen, of ze dit willen of niet, automatisch de Marokkaanse nationaliteit en worden door de Marokkaanse overheid beschouwd als Marokkaanse onderdanen. De twaalf willen daar graag van worden verlost.

De ondertekenaars schrijven dat ze houden van het Marokkaanse volk en hun familieleden. Ze hebben moeite met het Marokkaanse regime, dat volgens hen Marokkaanse Nederlanders bespioneert, corrumpeert en intimideert. ‘Of het nou gaat om geboorte, naamgeving, huwelijk, echtscheiding, reizen, seksuele oriëntatie, religie, secularisme en sterven en erven, wij houden rekening met de Marokkaanse wetten en straffen’, stellen de ondertekenaars. ‘De institutionele corruptie en het ontbreken van een functionerende rechtstaat maakt de dreiging nog reëler.’

Waarom worden in deze verbonden wereld nationaliteiten en grenzen heilig verklaard?

Je kunt dus in een land geboren zijn, maar ongewild nog steeds verbonden zijn met het land waar de wortels van jouw ouders liggen. In Nederland wordt minstens drie jaar gesproken over ‘De lange arm van Ankara’. Het manifest van de twaalf werd gepubliceerd aan de vooravond van een discussieavond in debatcentrum De Balie, getiteld De lange arm van Rabat. De problemen van Marokkanen in Nederland, die moeite hebben met het regime in hun moederland, zijn immers vergelijkbaar met de problemen waar de Turken in Nederland die tegen Erdogan zijn mee kampen.

Het debat over het fenomeen dubbele nationaliteit levert boeiende vragen op. Zo kun je je afvragen of mensen die in Nederland zijn geboren en getogen het recht mogen hebben om politieke steun te geven aan een regime in het land van herkomst. Dat is problematisch, omdat ze de consequentie van hun politieke steun niet ervaren. Turkse Nederlanders die tijdens de Turkse presidentsverkiezingen op Erdogan stemmen hebben geen last van zijn autoritaire regime, in tegenstelling tot de Turken die in Turkije wonen. Tegelijkertijd kun je je afvragen hoe heilig nationale grenzen überhaupt zijn.

We leven in een verbonden wereld, waar we in staat zijn om via onze smartphones live gebeurtenissen te volgen die zich aan de andere kant van de wereld afspelen. Ook de klimaatverandering, een mondiaal probleem, doet ons mensen beseffen dat we wereldwijd met elkaar verbonden zijn. We leven in een verbonden wereld, waar een zestienjarig meisje genaamd Greta Thunberg mensen over de hele wereld kan inspireren om in actie te komen.

Waarom worden in deze verbonden wereld nationaliteiten en grenzen heilig verklaard? De realiteit is dat dit mensenmaaksels zijn. Grenzen zitten tussen onze oren. Dat is een natuurwet.

 

De Gouden Eeuw: weg ermee?

1

Het Amsterdam Museum kondigde onlangs aan definitief afscheid te nemen van het begrip Gouden Eeuw, omdat deze periode voor veel mensen allesbehalve ‘goud’ was, maar juist een tijd van slavernij en bittere armoede. Is het panel het hiermee eens? Moeten we van de Gouden Eeuw af?

Vinay Kalpoe (25), zanger in de Hindoestaanse gemeenschap in Nederland en Suriname

‘Het verhaal heeft twee kanten. In de Gouden Eeuw hebben heel veel mooie en gunstige ontwikkelingen plaatsgevonden, maar de slavernij was er ook. En niet zo’n beetje. Dat is een stukje duistere geschiedenis waar niet heel veel aandacht voor is. Het ‘goud’ dat er toen was, was kortom niet het eigen goud, maar geroofd van anderen.

‘De Gouden Eeuw was gewoon de eeuw van de elite’

Dus nee, ik vind ook niet dat je die eeuw dan een Gouden Eeuw mag noemen. De Gouden Eeuw was gewoon de eeuw van de elite, de mensen die goed voor hun eigen hachje zorgden. Aan die waarheid mag wel wat meer aandacht besteed worden. Eigenlijk zouden we de 21e eeuw de Gouden Eeuw moeten noemen, maar dan omdat iedereen nu zo verblind is door geld.’

Ibrahim Özgül (35), finance- en project professional

‘Ik vind het een beetje dezelfde discussie als die rondom Zwarte Piet en de Coentunnel. Sommige mensen worden op een positieve manier geraakt, andere mensen op een negatieve manier. Volgens mij zei Sylvana Simons in dat kader ‘even doorbijten’ – en ik denk dat het inderdaad zo is. Zelf heb ik helemaal geen positieve of negatieve gevoelens bij de Gouden Eeuw, maar ik snap de argumentatie van de tegenstanders wel.

Er zijn misdaden tegen de menselijkheid gepleegd door mensen die vroeger als nationale helden werden gezien. Waarom kunnen we daar niet op terugkomen met de kennis van nu? Dit alles staat voor mij los van de vraag of het andere mensen nu kwetst of niet. We openen toch ook geen Hitler-tunnel meer? Ik zeg niet dat we hele tijdvakken uit de geschiedenis moeten poetsen. De geschiedenis moet niet worden uitgewist, maar moet genuanceerd gebracht worden. Het waren geen helden.

‘Wie mag dingen zeggen, wie moet zijn mond houden?’

Ik denk dat veel tegenstanders van verandering niet helemaal rationeel in de discussie staan. Er speelt bij hen een ander sentiment mee. ‘Kijk die buitenlanders. Die komen hier binnen en veranderen dingen.’ Ik denk dat de pijn van veel tegenstanders zit bij het feit dat mensen met een andere etnische achtergrond opeens ruimte willen voor hun verhaal in de geschiedenis. Dat is symbolisch voor andere maatschappelijke veranderingen.

In Turkije is symboolpolitiek daarom ook zo belangrijk, voor iedereen. Voor Turken, voor Koerden, religieuzen en kemalisten. Kijk naar de moord op de Armeniërs. Is dit een genocide of niet? Of kijk naar de vraag of bruggen Koerdische namen mogen krijgen of niet. Ook hier zie je dus dat de discussie over de naamgeving een afspiegeling is van reële machtsverhoudingen – en dat geldt ook voor de discussies in Nederland. Wie mag dingen zeggen wie moet zijn mond houden?’

Stephano Stoffel (56), ZZP’er, bestuurder en columnist

‘Kijk, ik ben opgegroeid met de term de Gouden Eeuw en heb het uitentreuren moeten leren op school. Een deel van mijn leven heb ik in Suriname gewoond en zelfs daar moest ik het leren voor toetsen. Als kind en jongvolwassene was ik mij niet bewust van het feit dat het een beladen term is. Toentertijd kon ik de link niet leggen met wat er allemaal was gebeurd met mijn voorouders in die periode. De Gouden Eeuw was, zo leerde ik op school, een geweldige tijd voor Nederland. Alles wat er Nederlands uitzag was goed.

‘Mijn voorouders hebben geleden onder de Gouden Eeuw’

Maar toen het Amsterdam Museum aankondigde de term te schrappen, wist ik even niet wat ik ermee moest. Totdat ik de achterliggende historische gedachte vernam, en toen was ik helemaal om. Maar moest het zo radicaal? Het museum had er bijvoorbeeld ook voor kunnen kiezen de term Gouden Eeuw te behouden, maar de term van tekst en uitleg te voorzien. Maar het probleem is dan weer of de lezer het nieuwe historische perspectief wil accepteren. Je gooit niet snel overboord wat je op school en thuis hebt geleerd.

Mijn voorouders hebben geleden onder de Gouden Eeuw en ik ben het product daarvan. Mijn oorspronkelijke Afrikaanse familienaam en de Afrikaanse plaats waar mijn familie vandaan kwam zijn gewoon van de aardbodem gewist! Wie wil dat nou meedragen? Ik niet! Maar helaas is dat wel het geval in mijn situatie. De glorie voor anderen en de gevolgen van de Gouden Eeuw draag ik altijd met mij mee. Dat is onomkeerbaar.’

Salma Karim (25), CEO en graphic designer

‘De Gouden Eeuw is een term die we op de lagere school hebben geleerd. Waarom heet de zeventiende eeuw zo? Omdat het in die tijd heel erg goed ging met Nederland. Althans met de economische groei. Ik denk dat we in de lesstof de slavernij wel wat meer naar voren kunnen brengen. Het wordt wel genoemd in de schoolboeken, maar er is niet echt een hoofdstuk aan gewijd. Althans niet bij ons op school. Op school gaat de Gouden Eeuw vooral over de economische bloei van de Republiek.

‘We kunnen best vasthouden aan de oude naam’

Toch vind ik de beslissing van het Amsterdam Museum wel wat overtrokken. Ik vind dat er aandacht moet komen voor de schaduwzijden, maar dat we best kunnen vasthouden aan de oude naam. Ik heb mijn zwarte vrienden eigenlijk nog nooit iets horen zeggen over de Gouden Eeuw. Wel over Zwarte Piet trouwens. Eigenlijk denk ik dat ze hetzelfde zouden zeggen als ik: er moet meer aandacht komen voor de erge dingen die óók plaatsvonden in de Gouden Eeuw, zoals armoede en slavernij.’

Lourdes Boasman (69), gepensioneerd en taalvrijwilliger

‘Hoezo Gouden Eeuw? Wat was dat eigenlijk voor een periode? De economie floreerde, de Republiek werd één van de machtigste staten in de toenmalige westerse wereld. Dit kwam trouwens mede door vluchtelingen, die onder andere uit de Spaanse Zuidelijke Nederlanden kwamen. Na de val van Antwerpen in 1585 vluchtten Antwerpse kooplieden naar het noorden en belandden in Amsterdam en andere Hollandse steden. En honderd jaar later kwamen daar de calvinistische Hugenoten bij, die vluchtten voor de geloofsvervolging van koning Lodewijk XIV.

‘We moeten aandacht besteden aan de minder fraaie kanten’

De parallellen tussen toen en nu zijn duidelijk: bij hoog en laag wordt ons voorgehouden dat de Nederlandse economie floreert. Maar wie durft de eerste twee decennia van deze eenentwintigste eeuw een gouden tijd te noemen? Veel mensen merken niets van de welvaart. Met sommigen gaat het goed, maar met lang niet iedereen. Lonen groeien niet of nauwelijks mee, gepensioneerden met alleen een AOW profiteren niet mee. In de ‘Gouden Eeuw’ was het niet veel anders. Alleen de bovenlaag van Nederland profiteerde van de economische groei. De meeste mensen waren arm. En dan hebben we het niet eens over de misdaden van de VOC en de WIC, de handelsoorlogen met Engeland, moordpartijen in Indonesië door Jan Pieterszoon Coen en de trans-Atlantische slavenhandel.

Het begrip Gouden Eeuw is misleidend, het is een holle frase. Waarom is er dan toch zo’n weerstand, als een museum besluit om van deze misleidende benaming af te stappen? Overgevoeligheid misschien? We moeten het verleden meer van een afstandje bekijken, niet als een verleden dat ons tot voorbeeld dient, waar we onze identiteit op baseren. Distantie bevordert het vermogen om kritisch te kijken naar het verleden, om te erkennen dat de mensen van toen soms minder fraaie dingen hebben gedaan. We moeten aandacht besteden aan de minder fraaie kanten van vroeger, zoals de slavernij. Gouden Eeuw? Weg ermee!’

Zoektocht in De Balie naar ‘de lange arm van Rabat’ levert weinig op

4

Gisteravond, op dezelfde dag dat het veelbesproken manifest tegen de verplichte Marokkaanse nationaliteit voor Marokkaanse Nederlanders bekend werd, hielden onder meer de initiatiefnemers van dat manifest een discussie in De Balie over ‘de lange arm van Rabat’.

Wat zijn de speerpunten en strategieën van Rabats diaspora-beleid anno 2019? Wat betekent de verplichte Marokkaanse nationaliteit voor het Nederlands burgerschap? Heeft Nederland belang bij het in stand houden van de status quo? Het zijn vragen die in de aankondiging staan van het programma, maar ze werden gisteravond maar mondjesmaat beantwoord in het Amsterdamse debatcentrum de Balie. Dat heeft veel te maken met dat slechts één kant in het debat aan het woord kwam: zij die niet veel op hebben met bemoeienis vanuit de Marokkaanse staat.

Onderzoekster en tekstschrijver Laila Ezzeroili (tevens initiatiefneemster van het manifest), Said Bouddouft (ex-voorzitter Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders) en Volkskrant-journalist Hassan Bahara mochten deze avond ageren tegen de greep die Marokko op haar ingezetenen in Nederland zou hebben. Er vielen geheimzinnige woorden over bepaalde ‘Marokkaans-Nederlandse sleutelfiguren’ als vazallen van de Marokkaanse staat. Daarnaast werd er vanuit gegaan dat het hebben van een Marokkaans paspoort een belemmering is, maar concreter dan zulke droge vaststellingen werd het deze avond niet.

Vooral als je kritisch bent, ongelovig, niet-hetero of ongehuwd ben je de pineut met een Marokkaans paspoort, aldus Laila Ezzeroili. Zij legde ook uit dat de oproep uit het manifest gericht is aan de Nederlandse overheid en niet aan de Marokkaanse, met als boodschap: ‘Wij zijn jullie burgers, dus doe er wat aan.’

De andere kant hoorden we dus niet. Dat is trouwens niet de schuld van de organisatie, zo scheen: niemand van deze Marokkaans-Nederlandse ‘influencers’ wilde komen, kreeg het publiek te horen. ‘Ze etaleren hun activiteiten in het algemeen ook helemaal niet, meldde Ezzeroili. ‘Dat geeft te denken.’

Het bleef in nevelen gehuld wie dat dan allemaal zijn, maar één van hen zou Nadia Bouras zijn, zeggen meerdere bronnen. Bouras is historica aan de Universiteit Leiden, verbonden aan het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR), het expertisecentrum voor Marokkostudies in Rabat. Zij wordt in verband gebracht met de Raad voor Marokkanen in het buitenland (CCME), een adviesraad van de Marokkaanse koning Mohammed VI. Zelf zegt Bouras jaren geleden afscheid van die raad te hebben genomen.

Spreker Hassan Bahara was in 2007 eens uitgenodigd door CCME-lid – en huidig Kamervoorzitter – Khadija Arib voor een meeting van de CCME, vertelde hij gisteravond in de Balie. Hij zat met andere prominente Marokkaanse Nederlanders in een vijfsterrenhotel in Rabat om zich te buigen over de vraag: ‘Hoe binden wij de Marokkaanse diaspora aan de Marokkaanse staat?’

Daarna is Bahara niet meer ingegaan op dit soort uitnodigingen. Inmiddels heeft hij zo weinig op met het Marokkaanse staatsburgerschap, dat hij zijn kinderen niet eens meer heeft opgegeven bij het Marokkaanse consulaat. Er is in de zaal verwarring over wat dit betekent. Voor de Marokkaanse overheid ‘blijven ze gewoon Marokkanen’, beweert Said Bouddouft. Hoe het écht zit, daar komen we vanavond niet achter.

Ter afsluiting van de avond was de vloer voor SP-Kamerlid Sadet Karabulut, die zich in haar Kamerwerk ook veel bezighoudt met de ‘lange arm van Ankara’ en zichzelf daarom wel ‘lange-arm-expert’ durft te noemen. Ze zei zich eveneens zorgen te maken over ‘de lange arm van Rabat’ en meldde dat er niet voor niets een Kamercommissie is ingesteld die onder meer ‘ongewenste beïnvloeding’ uit Marokko moet bestuderen.

Karabulut sloot zich tevens aan bij Laila Ezzeroili en de andere ondertekenaars van het manifest dat het kabinet iets zou moeten doen voor degenen die zich van de Marokkaanse nationaliteit willen ontdoen: ‘Het is de plicht van de Nederlandse staat om voor hen op te komen.’ Ze pleit er ook voor om dit met andere Europese landen te bespreken.

Eén probleem, dat iedereen in de zaal ook onderkende: Nederland gaat niet over de Marokkaanse wetten. En het kan toch echt alleen Marokko zelf zijn die het voor haar diaspora mogelijk moet maken om afstand te doen van het Marokkaanse paspoort.

Egypte sluit prominente mensenrechtenactiviste op

0

Egypte heeft Mahienour el-Massry gearresteerd, een internationaal gevierde mensenrechtenadvocate.

El-Massry werd opgepakt nadat ze een bijeenkomst verliet waar overheidsfunctionarissen vergaderden over het vervolgen van demonstranten die eerder waren gearresteerd.

Vorige week gingen honderden demonstranten in Caïro de straat op om het vertrek van de Egyptische president Abdul Fatah al-Sisi vertrek te eisen. Volgens het Egyptische Centrum voor Economische en Sociale Rechten hebben de autoriteiten sindsdien honderden mensen gearresteerd.

Het is niet de eerste keer dat El-Massry in conflict is met de Egyptische staat. In december 2013, na de coup tegen de toenmalige president Mohamed Morsi, werd ze voor negen maanden opgesloten. De reden: ze zou zonder toestemming aan demonstraties zou hebben deelgenomen.

Terwijl ze in de gevangenis zat kreeg El-Massry de Ludovic Trarieux Prijs, een internationale prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan een advocaat die zich voor de mensenrechten inzet.

In 2015 belandde El-Massry opnieuw achter de tralies, omdat ze had deelgenomen aan een sit-in tegen het regime van president Sisi.

De Egyptische regering heeft, vlak na Sisi’s coup tegen Morsi, alle openbare demonstraties verboden.

Arabisten Jan Jaap de Ruiter en Gert Jan Geling houden hoop in het ‘islamdebat’

1

Arabisten Jan Jaap de Ruiter en Gert Jan Geling stelden de bundel Wordt het nog wat met het islamdebat? samen, met daarin bijdrages van prominenten als Frits Bolkestein en Ayaan Hirsi Ali – een garantie op vuurwerk, maar ook op kritiek.

Geen debat is giftiger dan dat rond de islam, zo werd andermaal duidelijk toen de Amerikaans-Egyptische feminist Mona Eltahawy in april zou spreken in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Eltahawy werd een paar dagen van tevoren gewaarschuwd door Nederlandse activisten dat De Balie in 2017 ruimte zou hebben geboden aan moslimhaat. Dat zou gebeurd zijn tijdens de avond Waarom haten ze ons eigenlijk?, opgehangen aan een gelijknamige bundel over onder andere jihadistische moslimstrijders.

Onder meer anti-islampublicist Wim van Rooy en de tegenwoordige FvD-senator Paul Cliteur spraken die avond, waarbij Cliteur repliceerde dat je ‘ook voorzichtig kunt beginnen’ toen iemand uit het publiek het idee opperde om moslims te deporteren. ‘Onvervalste moslimhaat in de Balie’, kopte de linkse opiniesite Joop een dag later. De Balie zou veranderd zijn in een ‘Beierse bierkelder’. Onder sommige linkse activisten werd #boycotdebalie het credo, Cliteur sprak van een ‘hetze’ en een nationale rel was geboren.

Gert Jan Geling en de Jan Jaap de Ruiter zaten in de zaal op die bewuste avond in januari 2017. Ze hadden allebei een bijdrage geschreven in de bundel die er toen besproken werd. ‘Jan Jaap en ik vonden het belangrijk om ons perspectief mee te geven, maar de bijdragen aan dat boek kwamen verder vanuit overwegend rechtse hoek’, vertelt Geling, arabist, werkzaam aan de Universiteit Leiden en de Haagse Hogeschool en publicist met onder meer een column voor de Kanttekening. ‘We dachten dat het een goed idee zou zijn om opnieuw een bundel samen te stellen – een waarin verschillende groepen bijeenkomen, zodat de lezer ook de diversiteit in het debat kan zien.’

Geling vond een medestander in De Ruiter, arabist aan Tilburg University en voor een groot publiek bekend als duider van islamgerelateerd nieuws op het journaal. De Ruiter legt uit dat de rel rond De Balie symbool staat voor wat er mis is met het debat. ‘Bas Heijne zei een paar jaar geleden al over ‘de toon van het debat’: er is nog wel een toon, maar geen debat meer. Er is geen gevoelde urgentie meer dat we met elkaar in gesprek moeten. Iedereen trekt zich terug in de eigen bubbel. Dit wilden we doorbreken. Gert Jan en ik hebben allebei in ons systeem dat we alle kanten willen blijven laten zien, willen blijven praten. We vroegen onze auteurs dan ook: hoe kijk je terug op het debat over de islam?’

Het resulteerde in de door De Ruiter en Geling geredigeerde bundel Wordt het nog wat met het islamdebat?, die vandaag uitkomt. Daarin staan onder andere bijdrages van Frits Bolkestein en Ayaan Hirsi Ali, twee VVD-zwaargewichten die het debat in Nederland mede hebben vormgegeven. Andere prominente namen: de Leidse rechtsgeleerde en Elsevier-columnist Afshin Ellian, PVV-afvallige en islambekeerling Joram van Klaveren, emeritus hoogleraar migratie- en integratiestudies en Kanttekening-columnist Han Entzinger, oud-D66-Kamerlid Boris van der Ham en Ewout Klei, historicus en redacteur voor de Kanttekening.

Geling vult aan: ‘Soms is het goed om hier even bij stil te staan: heeft dat debat ons tot nu toe wel wat opgeleverd? Je ziet dat de verschillende stromingen in het debat weinig met elkaar praten en dat veel mensen de auteurs lezen waar ze al iets mee hebben. Ook nu zullen mensen vaak het boek kopen vanwege bepaalde schrijvers, maar wellicht dat ze bij andere bijdragen zullen denken: ‘O, daar heeft diegene misschien wel een punt’.’ En dat zou een goede zaak zijn, vindt Geling: ‘Mensen houden nu eenmaal van zelfbevestiging, maar je doet meer kennis op als je auteurs leest van buiten je bubbel.’

 

Een nobel streven, maar wat bedoelen jullie precies met ‘het islamdebat’?

Geling: ‘Dat is lastig te definiëren. Maar feit is dat we te maken hebben met een religie die zich nu de laatste paar decennia manifesteert en steeds meer onderdeel wordt van de Nederlandse samenleving. En waar sinds 9/11, Pim Fortuyn en Paul Scheffer met zijn essay Het multiculturele drama debat over is. Maar belangrijk om te noemen is dat dit debat niet alleen over extremen gaat. Zoals Boris van der Ham in deze bundel stelt: we hebben sinds de secularisering in de jaren zestig eigenlijk ook een christendomdebat – ook al noemen we het niet zo.’

 

Maar is het ‘islamdebat’ ook niet een wat aanmatigende titel voor dit debat? Alsof enkel de ‘islam’ ter discussie wordt gesteld – niet enkel radicale stromingen – en radicaal-rechts buiten beschouwing wordt gelaten.

Geling: ‘Het onderwerp is zo breed als de auteurs uit het boek zelf willen, dat hebben we ook expres zo gelaten. Iedereen die aan de bundel heeft bijgedragen kan er zijn ei in kwijt, verschillende stromingen zijn vertegenwoordigd.’

De Ruiter: ‘Je kunt van alles van vinden en denken over het woord ‘islamdebat’, maar je moet het simpel en technisch bekijken: er is een debat over de islam, klaar. En ja, daar vindt meteen iedereen weer wat van. Maar moeten we dan weer heel politiek correct een ingewikkelde titel gaan verzinnen? Dat werkt ook weer niet. Ik ben die ideologische discussie wel een beetje voorbij.’

De bundel ‘Wordt het nog wat met het islamdebat?’ (Foto: Parthenon) en De Ruiter (links) en Geling (rechts) samen in het online interviewprogramma Café Weltschmerz (Foto: YouTube)

Er zitten in deze bundel geen moslima’s. Ook is er, behalve publicist Ewoud Butter, schrijver Walter Palm en radicaliseringsexpert en PvdA-lid Halim el Madkouri, niemand die ik als ‘links’ zou kunnen bestempelen. Hoe komt dat?

De Ruiter: ‘Noem een naam van een moslima-voorvrouw en ze is wel door ons gevraagd – en heeft uiteindelijk geweigerd. Er was veel bezwaar tegen de naam van Afshin Ellian, en ook tegen Ayaan Hirsi Ali. Voor het evenwicht hadden we daarom ook Tariq Ramadan gevraagd. Die stemde toe, maar kreeg toen de inmiddels bekende beschuldigingen van verkrachting aan zijn broek. En ik ben het niet helemaal met je eens wat betreft links en rechts in de bundel. Schrijver Youssef Azghari zit ook meer aan de linkerkant, en Oussama Cherribi – oud-VVD-Kamerlid – zet zich in zijn bijdrage scherp af tegen het PVV-gedachtegoed.’

Geling: ‘Afshin Ellian, Frits Bolkestein, Ayaan Hirsi Ali en journalist Carel Brendel hebben een rechtse visie, maar verder zijn het D66’ers als Boris van der Ham en mensen ter linkerzijde daarvan. Misschien zijn de auteurs minder divers dan we hadden beoogd, maar qua inhoud leveren zij een diversiteit aan stroming en visies die het lezen waard is.’

 

Hoe gaat zoiets? Ik beeld me zomaar in: die rechtse auteurs lagen al vast, waardoor je vervolgens potentiële linkse en islamitische auteurs afschrikt?

Geling: ‘We hebben van tevoren verschillende scholen in kaart gebracht en daar namen bij gezocht. Bij ‘rechts’ was het geen probleem om mensen aan te trekken. En op ‘links’ merkten we dat mensen eerst ‘ja’ zeiden, maar daarna toch twijfelden en uiteindelijk afzegden. Dan krijg je toch het idee dat ze elkaar erop hebben aangesproken. Ik moest hierbij denken aan wat er bij de Balie gebeurde, toen Eltahawy werd afgeraden om daarheen te gaan – dat vind ik best wel een destructieve houding voor het debat. Sommige mensen met kritiek hebben wij nota bene zelf benaderd. Om dan achteraf te komen met dit soort kritiek… Tja, dat komt omdat ze zelf ‘nee’ hebben gezegd. En dan zeggen dat rechts polariseert? Nou, ik vind dit wel een intolerante, polariserende houding die ook best eens aan de kaak mag worden gesteld.’

 

Is deze onverzoenlijke houding meer een probleem van links dan van rechts?

Geling: ‘Wat betreft het gehele debat wil ik dat niet zeggen, maar in het proces van ons boek is dat wel duidelijk naar voren gekomen, ja.’

De Ruiter: ‘Met name de moslima’s die wij benaderden hadden moeite met Afshin Ellian. Van rechtse auteurs heb ik niets gehoord.’

Geling: ‘Toen we over Tariq Ramadan begonnen zei niemand vanuit ‘rechts’: dat willen we niet.’

‘Het islamdebat lijkt wel contraproductief te zijn’

Jullie plek in het debat is ook onderdeel van kritiek. Filosoof en religiewetenschapper Kamel Essabane, die door jullie is benaderd maar heeft geweigerd, zegt op de multiculturele website NieuwWij dat jullie te rechts zijn: ‘Volgens Geling en de Ruiter kan de islam zich aanpassen maar gaat dat moeizaam. Orthodoxie moet volgens hen binnen de grenzen van de wet bestreden worden en een liberale islam gepromoot worden.’ Jullie zouden de islam plaatsen tegenover het Westen en voorbijgaan aan dat moslims niet in hokjes passen en ‘het feit dat de islam zeer divers is, historisch ‘verlichte’ idealen kent en een dynamische traditie is, inclusief de orthodoxie.

De Ruiter: ‘Daar heb ik mij groen en geel aan geërgerd, want daarmee diskwalificeert hij ons eigenlijk. Essabane zegt: als er twee mensen niet dit boek op de markt hadden moeten brengen, dan waren wij het wel. Ik vind dat getuigen van arrogantie. In het publieke debat heb ik vaak gezegd dat het mooi zou zijn als de islam zich zou weten te verzoenen met westerse waarden. Dat zeg ik uit het idee dat dan de bereidheid om de islam te accepteren groter wordt. Ook weet ik dat er heel veel vormen van islam zijn. En of het salafisme verboden moet worden, daarover zeg ik: laat maar zo, dan kun je het beter in de gaten houden – maar vormen die tot geweld leiden, daar moet je wel tegen optreden. Essabane heeft zijn huiswerk niet goed gedaan en vormt zijn oordeel zonder het boek gelezen te hebben. Hij verdedigt hiermee eigenlijk zijn weigering om mee te werken, en doet dit misschien ook om als een goede moslimman die ontbrekende moslima’s te verdedigen.’

Geling: ‘Essabane tuigt in feite een stroman op. Als je ziet wat ik hier allemaal over geschreven heb, dan zie je dat dit feitelijk onjuist is. Ik heb altijd gesteld dat de islam en moslims bij de Nederlandse samenleving horen en me tegen discriminatie uitgesproken.’

 

Terugkomend op de titel van het boek: wordt het nog wat met het islamdebat? Mijn stelling zou zijn: nee, want door nieuwe partijen als FvD en DENK, relatief nieuwe media als Powned en Joop en social media zitten steeds meer mensen tot aan de enkels in de loopgraven. Dit komt toch niet meer goed?

De Ruiter: ‘Ik deel je pessimisme niet. Ja, het is een moeizame exercitie en de deelnemers aan het islamdebat sluiten elkaar vaak uit. Maar de geschiedenis bewijst dat er golfbewegingen zijn. En de stroming die nog wil blijven praten is nog lang niet uitgestorven – en dat gaat ook niet gebeuren. Vorige week nog zagen we Thierry Baudet een complimentje geven aan Jesse Klaver, tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen – Baudet gaf hem namelijk gelijk dat Kamerdebatten meer om de inhoud zouden moeten draaien. Waarmee ik maar wil zeggen: er is hoop, ook al zijn donkere wolken boven ons nog wel aanwezig.’

Geling: ‘Het zit ook in onze poldercultuur dat we altijd weer tot compromissen komen en de soep toch niet zo heet wordt gegeten als hij is opgediend – een goed iets.’

‘Jan Jaap is een voorbeeld voor mij’

Jan Jaap, ik vernam dat jij je min of meer begint terug te terug te trekken uit ‘het islamdebat’. Waarom eigenlijk?

De Ruiter: ‘Ik heb dit nou een jaar of twintig gedaan. Iedereen heeft nu wel een idee van waar ik sta: ergens in het midden, al kunnen ze me moeilijk precies plaatsen. Daarnaast lijkt het islamdebat wel contraproductief te zijn. De integratie lijkt te stagneren, dat ontmoedigt mij een beetje. Ook krijg ik van de pers steeds weer dezelfde vraag: namelijk of de islam in het Westen wel kan slagen – of een variant hierop. En dan de haatmail en -berichten op sociale media: het went niet als iemand je integriteit in twijfel trekt of – nog erger – je bedreigt. Ik kan wel zeggen dat het niets met me doet, maar dat is niet zo.’

 

Vorig jaar was er ook nog de rel rond jouw promovendus Mohammad Soroush, die drie jaar lang moslimbijeenkomsten bezocht en concludeerde dat een groeiende groep salafisten de Nederlandse samenleving afwijst. Maar de universiteit stelde een onderzoek in en vond dat het onderzoek rammelde. Jij kreeg als copromotor een tik op de vingers. Heeft dit alles niet meegespeeld in jouw besluit om je terug te trekken?

De Ruiter: ‘Dat heeft er heel erg ingehakt. Ik heb dat niet helemaal in de hand gehad. Moskeeën gingen klagen, de universiteit stelde een commissie in – dan wordt het een kwestie en ben je vleugellam. Ik heb me intern wel verdedigd, maar dat kwam dan weer niet in de publiciteit. En toen Soroush inderdaad slordig bleek, werd mijn positie natuurlijk nog zwakker. Ik was al van plan om te minderen in het debat, maar dit debacle gaf nog meer de doorslag om te zeggen: ik trek me terug. Ik zal heus nog wel eens mijn stem laten horen, maar jonge honden als Gert Jan mogen het stokje overnemen.’

Geling, lachend: ‘Ik sta te trappelen om Jan Jaap te vervangen, hoor.’

De Ruiter, grappend: ‘Een koningsdrama! Gert Jan, steek je me nu gewoon een mes in de rug?’

Geling, weer serieus: ‘Ik heb jaren geleden, nota bene op NieuwWij, in een interview gezegd dat Jan Jaap een voorbeeld voor mij is: genuanceerd, kritisch richting de extremen in het debat. Zo wil ik mezelf ook zien.’

Opmerkelijk bouwproject in Abu Dhabi: moskee, kerk en synagoge op één locatie

0

De Verenigde Arabische Emiraten hebben aangekondigd een bijzonder bouwproject te zullen starten in Abu Dhabi, de hoofdstad van het oliestaatje: op hetzelfde terrein komen een moskee, een kerk en een synagoge te staan.

Het project heet The Abrahamic Family House – ‘Het Familiehuis van Abraham’. De islam, het christendom en het jodendom zijn abrahamitische religies. In alle drie de tradities wordt Abraham geëerd, hetzij als profeet of als aartsvader.

De synagoge die zal worden gebouwd is ook meteen de eerste van de Verenigde Arabische Emiraten, een land waar de islam als staatsgodsdienst geldt en christenen en joden op beperkte schaal hun geloof mogen uitoefenen. De bedoeling is dat het project in 2022 klaar is.

In Berlijn zijn moslims, joden en christenen ook bezig met een soortgelijk project, House of One. Het zal nog een tijd duren voordat dit project klaar is: de eerste steen wordt pas over tweehonderd dagen gelegd.