14.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 565

VVD Amsterdam wil ’trouwtoeteren’ aanpakken: racisme, zeggen critici

0

De VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad wil het zogenoemde ‘trouwtoeteren’ aanpakken. Critici vinden dit voorstel discriminerend.

In schriftelijke vragen pleit de VVD-fractie voor een harde aanpak van de zogenoemde trouwtoeteraars. ‘Herrie door eindeloos claxonneren en verkeersonveilige situaties? Absoluut niet.’

Met lawaaiflitsers, agenten in burger en tijdelijke drempels op populaire routes wil de VVD overlastgevende trouwstoeten een toontje lager laten zingen. En het innemen van een rijbewijs of het voortuig van de overlastveroorzakers is bespreekbaar, aldus de fractie.

Critici reageren als door een wesp gestoken op het VVD-voorstel, dat een hondenfluitje voor racisme zou zijn. Het zijn namelijk vooral Turks-Nederlandse trouwstoeten die zich van het toeteren bedienen.

PvdA-fractievoorzitter Sofyan Mbarki: ‘Naast dat ik dit heel vertruttend vind, vraag ik me af of de VVD dit ook zou voorstellen als de toeteraars Stijn en Mark zouden heten.’

‘Hadden jullie dit ook voorgesteld als alleen witte mensen dit deden?’, vraagt Jarno van Straaten, fractiemedewerker van GroenLinks Deventer.

‘De enige manier dat de VVD auto’s wil beboeten is wanneer niet-witte mensen ze gebruiken’, zegt een twitteraar. ‘PVV-corvee’ en ‘verhuld etnisch profileren’, vindt een ander.

NRC-journalist Lofti el Hamidi besluit om met een knipoog te reageren. ‘Warüm zo kleinburgerlijk abi, warüm?’, vraagt hij zich af.

Waarom pakt Den Haag antisemitisme steviger aan dan moslimhaat?

0

Afgelopen kabinetsperiode vonden een specifieke aanpak en landelijk coördinator tegen antisemitisme het levenslicht, maar niet tegen moslimhaat. Veel moslims voelen zich achtergesteld.

Deze ramadan kende een golf aan aanvallen op moskeeën: van dreigbrieven, luiers en verscheurde Koranverzen bij meerdere moskeeën tot een brandstichting in Gouda. Toen Denk op 1 juni een motie voor een aanpak tegen moslimhaat indiende, leek de timing goed gekozen. Bovendien leeft onder moslims het idee dat men wordt achtergesteld ten opzichte van Joden. De Denk-motie noemde dat we landelijk wél al een specifieke antisemitisme-aanpak kennen.

Helaas voor Denk: coalitiepartijen VVD, CDA en CU stemden tegen, evenals alle partijen ter verre rechterzijde. Saillant: al deze fracties stemden twee weken daarvoor wél voor een motie om antisemitisme Europabreed steviger aan te pakken.

Het Denk-plan voor een specifieke moslimhaat-aanpak maakt deel uit van een bredere initiatiefnota van Denk, die na het zomerreces wordt besproken. In schriftelijke vragen vanuit de veiligheidscommissie in de Kamer wordt Denk beschuldigd van het knippen en plakken van de initiatiefnota uit 2019 van VVD en ChristenUnie over, jawel, een aanpak tegen antisemitisme.

Even terug naar 2019. Bij het bespreken van deze antisemitisme-nota vroeg de SP of er niet óók een aanpak van moslimhaat moest komen. VVD en ChristenUnie antwoordden alle vormen van discriminatie belangrijk te vinden, maar dat antisemitisme een specifiek probleem is. Dat was ook het argument van de rechtse en christelijke partijen toen Denk en GroenLinks dat jaar een vergelijkbaar plan tegen moslimhaat bepleitten. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) liet in 2019 weten: ‘Het antisemitismeplan is heel duidelijk een plan gericht op de specifieke problematiek die heel concreet daar speelt. Daar houden we het ook bij.’ Zo meldde EenVandaag in 2018 dat de helft van alle joden in Nederland zich niet vrij voelt om openlijk joods te zijn.

Volgens Denk is moslimhaat een groeiend probleem in Nederland, dat daarom toch een specifieke aanpak verdient. Maar cijfers geven een diffuus beeld. De vierde Monitor Moslimdiscriminatie (2021) geeft aan dat het aantal meldingen meedeint met de intensiteit van het debat over islam en moslims. Nu zijn er minder meldingen dan in 2015 – een periode van vluchtelingencrisis en aanslagen -, maar dit kan zo weer oplaaien, stelt de monitor. En het aantal aanvallen tegen moskeeën nam na een piek in 2015 en 2016 af, maar ligt nog altijd hoger dan voor 2015.

Instantie Meld Islamofobie voegt toe dat het aantal meldingen en daaraan afgelezen trends niet veel hoeven te zeggen over de werkelijke trend. Verschillende antidiscriminatiebureaus laten verschillende trends zien. Wel meldde Meld Islamofobie eind 2020 dat het boerkaverbod uit 2019 heeft geleid tot meer haat tegen moslimvrouwen, ook zonder gezichtssluier.

Maar het vervelende van al die cijfers: zij geven geen betrouwbaar beeld, zegt Roemer van Oordt. Hij is onderzoeker op het gebied van de islam in Nederland en co-auteur van de vierde Monitor Moslimdiscriminatie. ‘Voor moslims is het melden van discriminatie een grote drempel, een nog grotere drempel dan voor andere minderheden. Er treedt bovendien een enorme gewenning op. Discriminatie wordt steeds vaker als ‘normaal’ beschouwd.’ Dankzij zijn netwerk in islamitisch Nederland weet hij dat veel dreigbrieven, haatmails en bekladdingen niet worden gemeld. ‘Het wantrouwen van moslims tegen de instituties is bovendien groter. Velen hebben slechte ervaringen met de behandeling en registratie door de politie.’

Wat doen Joden ‘beter’?

Dit melden doen Joden dan ook vaker dan moslims, stelt Saida Derrazi, medeoprichter en coördinator van moslimvrouwenorganisatie S.P.E.A.K en lid van het antiracistische Comité 21 maart. ‘Zodra incidenten van antisemitisme plaatsvinden, dan gaan de meeste Joden ook gelijk naar de juiste instellingen om het te melden.’ Daarmee bedoelt ze dat de meeste Joden die willen melden weten waar ze heen moeten, maar dat bij moslims een dergelijk besef meer ontbreekt. Ook merkt zij dat bij moslims ‘islamofobie feitelijk bijna normaal is geworden. Men laat het over zich heen komen, is minder geneigd melding te doen’.

Daarbij registreert de politie, na dat een aantal jaren wel te hebben gedaan, sinds 2019 moslimdiscriminatie niet apart, zoals hij antisemitisme wel het geval is. ‘Dat zou wel moeten’, zegt Van Oordt. ‘Maar bij de politie heeft moslimdiscriminatie kennelijk onvoldoende prioriteit.’

Dit heeft, ironisch genoeg, grote gevolgen voor de kansen om een aanpak van moslimhaat onder de aandacht van Den Haag te brengen, ziet Derrazi: ‘Er is geen goed plan van aanpak om moslimhaat te bestrijden, grotendeels door gebrek aan registratie van moslimdiscriminatie. Daardoor is moslimhaat ook niet zichtbaar in cijfers, en zonder die cijfers kun je geen goed lobbywerk verrichten.’

‘Als je moslimhaat hoog op de agenda wilt zetten, moet je de handen ineenslaan, samen een vuist maken. Dit gebeurt vooralsnog te weinig’

Daarbij is de islamitische lobby van oudsher zwak, vertelt Van Oordt. Joodse Nederlanders, maar ook de LHBT-gemeenschap en Black Lives Matter-activisten weten hun weg naar Den Haag beter te vinden. Een van de problemen van moslims is dat ze te weinig als een eenheid optreden, zegt hij.

‘Geert Wilders mag de moslims in Nederland als één groot monolithisch blok voorstellen, maar dat zijn moslims zeer zeker niet. Die interne diversiteit is natuurlijk heel mooi. Maar als je moslimhaat hoog op de agenda wilt zetten, moet je de handen ineenslaan, samen een vuist maken. Dit gebeurt vooralsnog te weinig.’ Maar, zegt hij ook: ‘Tegelijkertijd zie je nu een kentering plaatsvinden, met clubs als Meld Islamofobie. Jongere generaties zijn mondiger.’

Een ander Haags obstakel voor een plan van aanpak tegen moslimhaat, zegt Van Oordt, is dat vooral de christelijke en rechtse partijen kampen met een eenzijdig daderbeeld van moslims. ‘De veiligheidsproblemen van moslims zijn volgens Den Haag niet het belangrijkste probleem, moslims worden door Den Haag juist vooral gezien als veiligheidsprobleem. Denk hierbij bijvoorbeeld aan terrorisme, radicalisering. Daarnaast stelt Den Haag vooral steeds centraal dat een deel van de moslims anders denkt over bijvoorbeeld vrouwenrechten, LHBT-rechten en onverdoofd ritueel slachten. In de Haagse retoriek zit een sterk wij-zij-denken verscholen.’

Hoe nu verder?

Er wordt nu druk geformeerd. Hoe linkser de uitkomst, hoe meer kans op een moslimhaat-aanpak. Delen van zo’n aanpak staan al in de verschillende programma’s. Zo wil de PvdA meer aandacht voor moslimhaat bij politie, Openbaar Ministerie en scholen. GroenLinks wil moslimhaat apart registreren. En GroenLinks en D66 willen het boerkaverbod afschaffen en een ‘nationaal coördinator tegen discriminatie’, analoog aan de huidige nationaal coördinatoren voor antisemitismebestrijding, waartoe ook moslimhaat zal worden gerekend. Dat mag nog wel wat specifieker, vindt Saida Derrazi: zij pleit voor een nationaal coördinator tegen moslimhaat.

‘Het Comité 21 maart heeft hierover een brief geschreven aan informateur Hamer om racisme centraal te stellen in het regeerakkoord, waarbij ook speciaal aandacht wordt besteed aan de aanpak tegen anti-moslimracisme. Deze brief is inmiddels ondertekend door 160 andere maatschappelijke organisaties. Het zou goed zijn als hier gehoor aan wordt gegeven, en de regering samen met deze maatschappelijke organisaties werkt aan een nationale aanpak tegen moslimhaat.’

Dat vindt Roemer van Oordt ook. ‘Het is goed dat er een aparte coördinator is om Jodenhaat aan te pakken, maar er moet ook een coördinator komen om moslimhaat aan te pakken. Het onderwerp verdient specifieke aandacht.’

‘Er is geen goed plan van aanpak om moslimhaat te bestrijden, grotendeels door gebrek aan registratie van moslimdiscriminatie’

Wat kan Den Haag verder doen tegen moslimhaat? Het weer apart registreren is een goede eerste stap, vindt Van Oordt. Derrazi beaamt: ‘Registratie van moslimhaat is de verantwoordelijkheid van de staat, en instellingen van de staat. Zolang die geen verantwoordelijkheid nemen om moslimdiscriminatie apart te registreren, blijven de cijfers ontbreken en is er daardoor geen prioriteit om moslimhaat aan te pakken.’

Ook wil Van Oordt dat gepleegde moslimdiscriminatie daadwerkelijk actiever vervolgd wordt. Het Openbaar Ministerie doet nu heel weinig met dit soort zaken, ziet hij, allereerst omdat discriminatie ontzettend moeilijk te bewijzen is. Maar er speelt volgens hem meer.

‘Het oproepen tot verzet tegen de islam, wat de PVV doet, maar ook extreemrechtse buitenparlementaire organisaties als Pegida en Identitair Verzet, is niet strafbaar. Ik merk dat de moslimgemeenschap dit niet goed begrijpt, dat organisaties als Pegida niet keihard worden aangepakt. Let wel: deze organisaties doen aan opruiing, maar worden hier niet of nauwelijks voor bestraft. Ook moslimdiscriminatie op social media wordt niet of nauwelijks bestraft. En als iemand toch veroordeeld wordt, dan is de straf ontzettend mild.’

Ook ziet van Oordt, buiten het opstellen van wetten of instituties om, een rol voor de politiek. ‘Moslims hebben een sterk gevoel van achterstelling. Het zou fijn zijn als er vanuit de politiek een meer inclusief verhaal over moslims komt, dat ze niet langer als ‘probleem’ worden gezien. Het anti-geluid is op dit moment heel sterk, het geluid over inclusie is te zwak.’

VVD en CDA laten hun oren te veel hangen naar de PVV, vindt hij. ‘Ik zeg niet dat deze partijen net als de PVV lak hebben aan Artikel 1 van de Grondwet, maar hun verhaal is niet inclusief. Het politiek-maatschappelijke discours is ook ingrijpend veranderd. Wat Hans Janmaat van de Centrumpartij in de jaren tachtig over ‘buitenlanders’ zei, is nu normaal geworden. Daarom is het belangrijk dat het gevoel van inclusie bevorderd wordt. Diversiteit en inclusie zijn belangrijke zaken, het mogen nooit slechts leuzen worden.’

Hoe zit het nu eigenlijk precies met die cijfers van meldingsbereidheid na een discriminerende ervaring, zowel bij moslims als bij Joden? De Monitor Moslimdiscriminatie (2021) spreekt van 3 tot 7 procent onder moslims die hierna melding deed bij de politie of een antidiscriminatievoorziening. Het EU-agentschap voor de Fundamentele Rechten meldt in een rapport (2018) dat één op de vier Nederlandse Joden na een antisemitische ervaring hetzelfde deed.

CEO Nike bindt in na Oeigoeren-rel: ‘Nike is voor China en door China’

0

De CEO van Nike heeft de activiteiten van het sportmerk in China stevig verdedigd, nadat hij daar geconfronteerd werd met een consumentenboycot.

Chinese consumenten zijn boos op Nike en andere westerse merken, nadat die bedrijven hun bezorgdheid hadden geuit over het vermeende gebruik van Oeigoerse dwangarbeid bij katoenproductie.

Nike maakt nu weer flinke winst in China, na verliezen als gevolg van de coronapandemie. De consumentenboycot mag geen roet in het eten gooien, vandaar dat Nike poogt om weer geliefd te worden bij de Chinese consument.

‘Nike is voor China en door China’, zegt CEO John Donahoe, die opmerkt dat zijn bedrijf al veertig jaar in China actief is.

In maart legde een groep westerse landen sancties op aan Chinese functionarissen vanwege hun rol bij de misdaden tegen de Oeigoeren in de provincie Xinjiang en andere islamitische minderheden. Nike, H&M en andere westerse bedrijven uitten vervolgens ook hun bezorgdheid over de Oeigoeren, die door de Chinese overheid als dwangarbeiders worden ingezet in de katoenindustrie. Hierna besloten Chinese consumenten, aangemoedigd door het communistische regime, westerse bedrijven te boycotten.

Ondertussen blijft China de mensenrechten van de Oeigoeren schenden. CNN bericht vandaag over een Oeigoerse man die 25 jaar gevangenisstraf heeft gekregen omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan ‘separatisme’, terwijl hij volgens zijn familie helemaal niets heeft gedaan.

Cijfers van de Chinese regering laten een sterke stijging zien van het aantal mensen dat lange gevangenisstraffen krijgt opgelegd in Xinjiang vanaf 2014, toen Pekings harde optreden tegen de Oeigoeren in de regio in de regio vorm kreeg, aldus CNN.

Rapport: ‘Vluchtelingen in Nederland verstrikt in web van wantrouwen’

0

Volgens VluchtelingenWerk raakt de menselijke maat steeds verder uit beeld in het Nederlandse asiel- en integratiebeleid. ‘Vluchtelingen raken verstrikt in een web van wantrouwen’, stelt de organisatie in een nieuw rapport.

Vluchtelingen zijn slachtoffer van achterdocht en rigide procedures bij de verschillende instanties, waardoor ze onterecht geen asielstatus krijgen en worden uitgezet, stelt Vluchtelingenwerk. De organisatie vergelijkt deze situatie met de toeslagenaffaire, waar de menselijke maat ook zoek was.

Er worden grove fouten gemaakt, blijkt uit het rapport. Zo baseert de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich bij asielaanvragen soms ook op verouderde informatie.

Een voorbeeld: Amir, die uit Marokko vluchtte vanwege de Rif-protesten, kreeg in 2019 geen asielstatus, omdat Marokko volgens IND een veilig land was. IND baseerde zich op de gegevens van 2016, twee jaar voordat de protesten waren begonnen.

IND negeerde volgens Vluchtelingenwerk bovendien DNA-bewijs in de zaak van een Eritrese vluchteling, die al zes jaar probeerde zijn gezin naar Nederland over te brengen.

Daarnaast raken asielzoekers verstrikt in een web van regels, aldus Vluchtelingenwerk. Zo bestaan er steeds meer verschillen tussen de inburgeringseisen van de verschillende ministeries, waardoor vluchtelingen in kafkaëske situaties terecht kunnen komen. Daarbij stelt de overheid zich rigide op. Een vluchteling die een week te laat zijn inburgeringsexamen haalde kreeg een boete en moest 8.500 euro terugbetalen.

Om het lot van vluchtelingen te verbeteren, doet Vluchtelingenwerk een reeks aanbevelingen. De organisatie pleit onder andere voor het gebruik van actuele informatie, kijken naar de menselijke maat en het houden van een parlementaire enquête, net als bij de toeslagenaffaire.

Nieuw-Zeeland scherpt wetten tegen haatzaaien aan, verhoogt straffen

0

De regering van Nieuw-Zeeland kondigt aan wetten tegen haatzaaien aan te scherpen en straffen voor het aanzetten tot haat en discriminatie te verhogen. Dit doet de regering in reactie op de extreemrechtse aanslag in Christchurch van twee jaar geleden, waarbij 51 moslims omkwamen.

De aanslag van Brenton Tarrant, die zich liet inspireren door de Noorse extreemrechtse terrorist Anders Breivik, leidde tot de instelling van een groot onderzoek naar de gebeurtenissen door een staatscommissie. De regering neemt de aanbevelingen van deze commissie nu over.

In het wetsvoorstel van de regering zal een persoon die ‘opzettelijk haat aanwakkert, dit in stand houdt of normaliseert’ de wet overtreden als hij dat zou doen door te dreigen, op een agressieve of beledigende manier, inclusief het oproepen tot geweld.

De straf voor dergelijke overtredingen wil de regering verhogen tot maximaal drie jaar gevangenisstraf of een boete van omgerekend 29.000 euro. Nu ligt de straf nog op 3 maanden gevangenisstraf, of  omgerekend 4.000 euro.

Het wetsvoorstel wil ook transseksuele, genderdiverse en interseksuele mensen beschermen tegen discriminatie. De huidige wetten in Nieuw Zeeland zijn alleen nog gericht op uitingen die vijandigheid opwekken tegen een persoon of groep op grond van kleur, ras of etniciteit.

Canada: man valt hijabi’s aan met mes

0

In Canada heeft een gemaskerde man twee jonge moslima’s aangevallen die een hoofddoek droegen. Hij sloeg de een bewusteloos en viel de ander aan met een mes.

Het  voorval vond woensdag rond het middaguur plaats in St. Albert, in de staat Alberta. Het wordt door de politie onderzocht als haatmisdrijf.

De man zou een racistische scheldpartij op hen hebben losgelaten en daarna een van de vrouwen bij haar hijab hebben gepakt en haar op de grond hebben geduwd, waardoor ze bewusteloos raakte.

Vervolgens toverde hij een mes tevoorschijn en sloeg hij de tweede vrouw neer. Hij hield zijn mes tegen haar keel, terwijl hij beide vrouwen bleef uitschelden. Het waren volgens de politie anti-islamitische opmerkingen.

Hierna sloeg de man op de vlucht. De eerste vrouw liep verwondingen op en moest in het ziekenhuis worden behandeld. De tweede vrouw liep lichte verwondingen op en hoefde niet naar het ziekenhuis.

De verdachte, een witte man van ongeveer vijftig jaar oud, is nog niet in de kraag gevat.

De aanval op de twee vrouwen is de tweede aanslag op moslims in Canada in korte tijd. Op 6 juni reed Nathaniel Veltman (20) vier moslim dood in Londen, Ontario.

BLM volgens witte Nederlanders: te confronterend of juist verbindend?

0

De Black Lives Matter-demonstraties van 2020 hebben voor de één de toon gezet in meer bewustzijn en toenadering tot elkaar. Maar voor veel witte Nederlanders was de toon van het debat juist te hard. Is de antiracismeboodschap overgekomen bij deze groep? En zijn we elkaar in Nederland daardoor beter gaan begrijpen? Of juist niet?

Een jaar na de antiracismedemonstraties zijn Nederlanders met verschillende huidskleuren elkaar niet veel beter gaan begrijpen. Dat concludeerde EenVandaag na onderzoek onder 29.000 witte mensen en 2.000 mensen van kleur. In beide groepen denkt driekwart dat het wederzijds begrip er niet groter op is geworden.

Ook ervaren veel biculturele Nederlanders in het dagelijks leven nog steeds racisme, terwijl veel witte mensen voorzichtiger zijn geworden om hun mening te geven, meldt EenVandaag. En veel Nederlanders van kleur (42 procent) vinden de gesprekken over antiracisme nog te weinig uitgesproken, terwijl veel witte Nederlanders (53 procent) vinden dat het debat juist veel te hard wordt gevoerd.

Dat vindt voormalig D66-lid Jeroen Adema (42) ook. ‘Nogal wat mensen van kleur zijn heel gevoelig en zien in alles racisme.’ Adema denkt dat de antiracismebewegingen van het afgelopen jaar niet hebben geleid tot beter wederzijds begrip. ‘Ik bevind me af en toe in een situatie waar ik me serieus afvraag of we juist niet meer tegenover elkaar zijn gaan staan. Voor ieder wissewasje wordt de racismekaart getrokken. Als iemand bijvoorbeeld kritiek krijgt op zijn werk, dan kan dat ook liggen aan de inhoud ervan. Dan hoeft er niet meteen sprake te zijn van racisme.’

‘Nogal wat mensen van kleur zijn heel gevoelig en zien in alles racisme’

Hiermee zegt hij niet te ontkennen dat racisme bestaat. ‘Ik besef dat het gemakkelijk is voor mij om te praten. Ik ben wit en ik ben man, dan sta je al twee strepen voor vergeleken met iemand die zwart en vrouw is. Dat is fout’, zegt hij. ‘Racisme is hartstikke fout en er moet hard tegen worden opgetreden, maar het werkt niet als we elkaar continu op onze fouten blijven wijzen zonder dat we uitleggen waarom iets fout is.’

Adema zegt met name kritiek te hebben op de zogenoemde cancel culture en de mensen die dit volgens hem zouden bewerkstelligen. ‘Deze cultuur is mede door de antiracismebewegingen ontstaan. Soms krijg ik het idee dat er mensen zijn die naar een televisieprogramma kijken met een pennetje in de aanslag, en hopen dat iemand een rotopmerking maakt om vervolgens adverteerders aan te schrijven.’

Dat racisme nu veel wordt besproken en er volgens Adema hysterie rondom het onderwerp is ontstaan, is volgens hem voor een groot deel te wijten aan de antiracismedemonstraties in de Verenigde Staten. Amerikaanse bewegingen als Black Lives Matter zijn voor een groot deel door jongeren in Nederland overgenomen, terwijl de context in de VS heel anders is, ziet hij.

‘Het antizwarte racisme in Amerika kent een andere geschiedenis dan hier in Nederland. Daar moet je veel meer letten op wat je tegen elkaar zegt. Dat begint nu ook in Nederland. In België is dat anders. Er is daar een komiek, Alex Agnew, die de meest lompe grappen maakt over mensen van kleur, moslims, homoseksuelen en katholieken. In Nederland zou hij daarom allang zijn gecanceld. Maar in België gaat hij het gesprek aan met de mensen waarover hij grappen maakt. Hij trekt volle zalen en is populair bij zowel links als rechts. Zo kan het ook.’

Wanneer iemand een foute opmerking maakt over mensen van kleur hoeft diegene daarom nog geen racist te zijn, gaat hij verder. ‘Dan heeft diegene misschien een domme keuze gemaakt waarvoor die zich moet verontschuldigen. Het is niet zo dat iedereen die bijvoorbeeld een lompe grap maakt over mensen van kleur meteen een racist is.’

Wat betreft racisme en hoe dat aan te pakken, ziet Adema liever de dialoog in plaats van het debat. Het debat over Zwarte Piet is daar een goed voorbeeld van, meent hij. Dat mensen Zwarte Piet racistisch vinden is niet iets van de laatste jaren. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd volgens Adema al aangekaart dat de karikatuur kwetsend is voor zwarte mensen.

‘Als dat al eerder bekend is, en mensen worden erom gekwetst, dan moeten we bedenken hoe we dat kunnen voorkomen. Mijn mening over Zwarte Piet is veranderd, omdat ik zelf naar de feiten ben gaan kijken en me erin heb verdiept. Niet omdat iedereen daar hysterisch over doet. Als we elkaar beter willen gaan begrijpen, dan kunnen we maar één ding doen: op neutrale wijze uitleggen hoe de geschiedenis in elkaar steekt, en waarom iets kwetsend is voor een bepaalde groep mensen. We moeten de feiten laten spreken, zodat mensen zelf hun oordeel erover kunnen vellen.’

Superioriteit

Volgens IT’er Tom Peperkamp (39) zijn we elkaar dankzij de antiracismebeweging wel beter gaan begrijpen, ondanks de misschien harde toon van het debat. Racisme staat nu namelijk hoog op de agenda. Peperkamp ondersteunt de antiracismebeweging volledig, vertelt hij. De ontwikkelingen volgt hij via mainstream en social media.

‘Het platte racisme – het beeld dat alle ‘buitenlanders’ slecht zijn en moeten oprotten naar hun ‘eigen’ land – wordt nu veel minder geaccepteerd’, zegt hij. Tegelijkertijd is het racisme dat mensen van kleur dagelijks meemaken niet afgenomen. Peperkamp ziet wel een verschuiving optreden: ‘We zijn nu alerter en strenger op racisme in vergelijking met vroeger.’

Dat sommige racistische uitspraken nu wel worden veroordeeld ziet hij als een goed teken. ‘Het is complete onzin als witte mensen denken dat ze nu niets meer mogen zeggen of dat ze voorzichtiger moeten zijn in het uiten van hun mening. De vrijheid van meningsuiting is niet minder geworden door antiracismebewegingen, maar we leven nu in een tijd waarin mensen weerwoord krijgen en daarvoor een podium kunnen claimen. Wat we zeggen moeten we ook kunnen verantwoorden. En voor sommige mensen lijkt dat wat lastiger dan voor anderen.’

‘Het is racistisch wanneer witte mensen geen ruimte willen geven aan mensen van kleur om zich uit te spreken’

Dat sommige witte mensen vallen over de harde toon waarop gesprekken over racisme worden gevoerd is deels te wijten aan wit privilege, vindt Peperkamp. Het ‘toon-argument’ ziet hij als een manier om de inhoud van de antiracismeboodschap te ontkrachten, zonder daadwerkelijk naar de inhoud van de boodschap te kijken.

‘Het is racistisch wanneer witte mensen geen ruimte willen geven aan mensen van kleur om zich uit te spreken. Dat komt vanuit de gedachte dat witte mensen superieur zijn, en mensen van kleur moeten maar braaf luisteren en dankbaar zijn, omdat we het hier zo goed voor elkaar zouden hebben. Die misplaatste superioriteit zit diepgeworteld in onze samenleving.’

Dit superioriteitsgevoel leidt er ook toe dat witte mensen verwachten dat zij uitleg krijgen over waarom een bepaalde uitspraak niet door de beugel kan, meent Peperkamp. ‘Op het moment dat iemand een gevoel deelt of stelling neemt over racisme, dan verwachten sommige witte mensen meteen complete geschiedenislessen van deze persoon te krijgen. Maar mensen van kleur zijn niet verplicht om witte mensen te onderwijzen over waarom iets slecht of racistisch is. Je kan je er ook zelf in verdiepen zonder die uitleg.’

Voor Peperkamp heeft de ‘harde’ toon van de antiracismebewegingen er juist toe geleid dat hij meer interesse kreeg voor het onderwerp, en zich er ook meer in begon te verdiepen. ‘Door die confronterende toon heb ik in een keer veel meer informatie tot mij gekregen die mij anders niet zou bereiken. En er zullen altijd mensen zijn die niet meegaan in de strijd tegen racisme, of langzaam maar zeker hun gedachten veranderen. Het heeft zeker tijd nodig’, zegt hij.

‘Ik denk wel dat het de verantwoordelijkheid is van witte Nederlanders die antiracistisch zijn om de stille meerderheid mee te krijgen, en om zich op te stellen als bondgenoot in de aanpak tegen racisme. Want als je geniet van een zekere wit privilege, en je bent je daarvan bewust, dan kun je dat ook inzetten voor het goede. Zorg er dan voor dat je anderen bereikt die er niet zo over denken, zodat we elkaar uiteindelijk nog beter kunnen begrijpen, en we kunnen komen tot zelfreflectie.’

Idealisme

Dat de protesten hebben geleid tot meer aandacht om racisme aan te pakken, ziet ook omgevingsjusrist Kirsten Menzel (37). Eerder was zij aanwezig bij een antiracismedemonstratie in Rotterdam. Of mensen met verschillende huidskleuren in Nederland elkaar beter zijn gaan begrijpen, laat zij in het midden.

‘Ik zie deels wel toenadering en meer bewustzijn. Er zijn veel witte mensen die zich hebben aangesloten bij antiracismebewegingen zoals Black Lives Matter. Daar heb ik mij ook bij aangesloten’, zegt zij. ‘Op social media is veel aandacht gekomen voor de strijd tegen racisme. Ook grote bedrijven als Bol.com hebben met het verbannen van Zwarte Piet laten zien dat zij openstaan voor een inclusiever beleid. Maar ik zie ook dat er nog een hele lange weg te gaan is.’

‘Het is positief dat mensen met verschillende huidskleuren samen deelnemen aan antiracismedemonstraties’

Als voorbeeld noemt zij het debat naar aanleiding van het in februari verschenen rapport over internationale adoptie. Dit rapport meldde structurele misstanden in de adoptielanden onder toeziend oog van de Nederlandse staat, waardoor internationale adoptie voor onbepaalde tijd is opgeschort. In het debat over internationale adoptie merkt zij dat er een bepaald beeld wordt gedeeld over Nederlandse adoptieouders, die kinderen uit het buitenland zouden adopteren vanuit een misplaatste vorm van idealisme. Deze ontwikkelingen volgt Menzel, zelf adoptieouder, nauw op de voet.

‘Er is een groep mensen die zegt dat geadopteerde kinderen benadeeld zijn, en terug moeten naar hun eigen land. Dat Nederlandse adoptieouders niet het recht hadden om te denken dat zij deze kinderen in Nederland een beter leven kunnen geven’, legt zij uit. ‘Een ander beeld is dat geadopteerden alleen maar blij mogen zijn, omdat ze juist in Nederland een beter leven hebben gekregen. En tot slot merk ik dat er een groep is die zegt dat geadopteerden uit het buitenland het lastig hebben, omdat zij een achterstand hebben opgelopen die zij hun hele leven moeten meedragen.’

Volgens Menzel wordt nu de nadruk gelegd op de gedachte dat geadopteerde kinderen uit het buitenland zijn benadeeld door hun witte adoptieouders, die zouden denken dat zij deze kinderen een beter leven hebben gegeven.

‘In de jaren zeventig, tachtig en negentig was er meer sprake van idealisme vanuit de adoptieouders. Ook omdat dat vaak gepaard ging met christelijk zendelingswerk. Door meer onderzoek ernaar te doen en er vervolgens cursussen aan te wijden is dat veranderd’, zegt zij. ‘In deze cursussen worden potentiële adoptieouders verteld dat ze niet kinderen moeten adopteren uit het buitenland omdat kinderen in Nederland een beter leven zouden hebben. Het gaat erom dat ze een kinderwens hebben. Dat is een hele logische en redelijke motivatie. Ieder kind wil gewenst zijn, en als die wens bij de adoptieve ouders in spe er is, dan komt dat ook over bij het kind.’

Dat sommige geadopteerden zich benadeeld voelen door hun witte ouders die hen hebben geadopteerd vanuit idealisme is wel begrijpelijk, vindt zij. ‘Maar het gaat om een minderheid. Dat maakt het niet minder erg voor die minderheid, maar wat je nu ziet is dat die minderheid meer de aandacht naar zich toetrekt. Om dan daarmee te zeggen dat er een algehele adoptiestop noodzakelijk is vanuit hun woede, aanklacht en gevoel van verlies, dat gaat een paar stappen te ver.’

Dat ziet zij ook gebeuren bij gesprekken over racisme. ‘Sommige mensen voelen zich heel snel geraakt of beledigd. Soms valt er wat over te zeggen, maar soms is het te ver doorgetrokken. Dat draagt er niet aan bij dat we elkaar beter gaan begrijpen. Laten we dan eerst samen kijken naar de feiten, en van daaruit verder redeneren.’

Ondanks dat gesprekken over racisme en wit privilege in het adoptiedebat er heftig aan toe kunnen gaan, ziet Menzel het hoopvol in. ‘Mensen vinden elkaar in de strijd tegen onrecht en racisme. Het is een positieve ontwikkeling dat mensen met verschillende huidskleuren samen deelnemen aan antiracismedemonstraties. Voor velen is het duidelijker geworden dat verandering noodzakelijk is’, zegt zij. ‘Maar ik denk dat het nog even gaat duren voordat deze noodzakelijke verandering ook tot de overheid doordringt.’

Frankrijk: voorzitter stemlokaal uit functie ontheven vanwege hijab

0

De Franse Rachida Kabbouri is ontheven uit haar voorzittersfunctie van een stembureau in het departement Val-de-Marne, vlak onder Parijs. 

Tijdens de regionale verkiezingen van afgelopen zondag dienden verschillende mensen tegen haar een klacht in vanwege haar hoofddoek. Hierna dwong de gemeente haar te ruilen met een ‘normale’ stembureaumedewerker.

De gemeente stelt dat de regels in het stemlokaal, in overeenstemming met het Franse laïcité-beginsel, voorschrijven dat de voorzitter neutraal moet zijn en daarom geen religieus symbool mag dragen.

Maar Kabbouri voelt zich slachtoffer van onrecht en is woedend op president Emmanuel Macron, die medeverantwoordelijk is voor het secularistische Franse beleid.

‘Als mij de hoofddoek wordt verweten, verban dan mannenbaarden en laat ze gladgeschoren worden, aangezien de baard een zogenaamd religieus teken is.’

Israël wijzigt Chinabeleid: veroordeelt misdaden tegen Oeigoeren

0

Israël heeft een nieuw standpunt ingenomen tegen de onderdrukking van de Oeigoerse moslimminderheid in China. Het land sloot zich aan bij een veroordeling van China, die op aandringen van Amerika werd uitgesproken in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties.

Volgens de Israëlische krant the Jerusalem Post markeert de stemming een verschuiving in de China-benadering van Israël. Op dit moment neemt Amerika een steeds hardere positie in tegen China en probeert Israël, dat sinds kort een nieuwe regering kent, daarin mee te nemen.

Eerder stemde Israël in VN-verband ook al voor een onderzoek naar de herkomst van het coronavirus, wat China probeerde te voorkomen.

De veroordelingen van China zijn voor Israel een kans om te tonen een liberale democratie te zijn – in tegenstelling tot China -, aldus de the Jerusalem Post, maar zijn ook een reactie op de Chinese veroordeling van het Israëlische optreden tegen de Palestijnen tijdens het laatste Israëlisch-Palestijnse conflict.

De veroordeling van China werd ondertekend door 45 landen. Het statement rept niet over genocide, zoals de parlementen van Nederland, Groot-Brittannië en Canada onlangs wel deden.

Ook de Amerikaanse regering spreekt van een genocide op de Oeigoeren. Het zijn tot nu toe met name Westerse landen die zich uitspreken over de Chinese wandaden tegen de Oeigoeren.

Vooral de stilte vanuit islamitische landen is opmerkelijk – met name vanuit Turkije en Pakistan, twee landen die zich opwerpen tot vocale hoeders van de islamitische wereld en bestrijders van moslimhaat wereldwijd.

Vorige week nog weigerde de premier van Pakistan, die zeerder bijvoorbeeld wel een internationaal verbod op Mohammed-cartoons bepleitte, zich tijdens een tv-interview uit te spreken over de Oeigoeren.

Petitie antiracisten en NPO-zender: ‘Maak Keti Koti nationale feestdag’

0

Antiracismeorganisaties The Black Archives Nederland en Wordt Beter willen dat Keti Koti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli, een nationale vrije dag wordt. Samen met NPO-jongerenradiozender FunX zijn ze een petitie gestart.

‘Met deze petitie eisen wij dat 1 juli een nationale feest- en herdenkingsdag wordt. Op deze dag wordt het leed en het onrecht dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan herdacht en wordt de afschaffing van de slavernij gevierd’, schrijven ze.

De erkenning van Keti Koti als nationale feestdag is een volgende stap naar de volledige erkenning van de trans-Atlantische slavernijgeschiedenis van Nederland, aldus de opstellers van de petitie.

De regering, de Eerste Kamer en de Tweede Kamer moeten in overeenstemming met vertegenwoordigers en organisaties van nazaten van tot slaafgemaakten zorg dragen voor een nationale herdenking en viering, vinden ze.

Bovendien moet Nederland formeel excuses aanbieden voor de Nederlandse rol in de trans-Atlantische handel ‘en alle bijbehorende verantwoordelijkheden nemen’.

Op Facebook wordt de petitie door linkse activisten instemmend ontvangen. Toch is er ook kritiek. ‘Wit Nederland verdient geen extra vrije dag. Laat ze eerst maar eens een dag van rouw en berouw afkondigen’, schrijft een BIJ1-aanhanger.

Momenteel staat de teller op bijna vijfduizend ondertekenaars.

Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij in Suriname en op de Antillen af. Keti Koti betekent ‘gebroken ketenen’.