14.8 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 584

Baudet vergelijkt invoering ‘coronapas’ met Jodenvervolging

0

Forum voor Democratie-fractievoorzitter Thierry Baudet vergelijkt op Twitter de invoering van een ‘coronapas’ in Italië met de Jodenvervolging tijdens de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog.

‘Voor ieder die zich afvraagt hoe dat nou ging in de jaren ‘30/‘40, met dat uitsluiten van bevolkingsgroepen, dat stapje voor stapje opvoeren van totalitaire staatscontrole… voor ieder die zich afvraagt waar hij/zij in die tijd zelf had gestaan…nu is je kans om erachter te komen!’, twittert Baudet.

Baudet reageerde op het nieuws dat Italië een strikt toegangsbeleid voor uitgaansgelegenheden gaat invoeren. Wie naar een concert, het restaurant, de sportschool of een tentoonstelling wil, moet dan een ‘coronapas’ laten zien, waarop staat dat je gevaccineerd bent of onlangs een negatieve coronatestuitslag hebt gekregen. Deze week voerde Frankrijk eenzelfde maatregel in.

Met zijn woorden sluit Baudet aan bij een sentiment dat al langer leeft onder de zogenoemde ‘wappies’. Afgelopen weekend vond er een demonstratie in Rotterdam plaats, waar de actiegroep Police for Freedom protesteerde tegen het coronabeleid. Demonstranten droegen Jodensterren en borden met teksten als ‘Wie wordt de nieuwe Anne Frank?’, ‘Ongevaccineerde verstoppen we in het Achterhuis’ en ‘Westerbork 2.0.’

Rond 4 en 5 mei kwam Forum voor Democratie in opspraak omdat het een poster had ondertekend waarop de vergelijking tussen de coronamaatregelen en de Duitse bezetting werd getrokken. De Jodenvervolging werd toen niet genoemd, al is die onlosmakelijk verbonden met de bezetting. Veel Joodse organisaties en Joodse Nederlanders vielen toen ook over deze poster.

Rond dezelfde tijd haalde FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen het nieuws door een vergelijking te maken met de Jodenvervolging en de quarantaineplicht voor reizigers uit risicogebieden. ‘Zo ver hoeven we niet in de geschiedenis terug om het gevoel van een bepaalde bevolkingsgroep terug te halen van ‘je hoeft toch niet op een bankje in het park te zitten’’, zei hij toen.

Eind vorig jaar kwam Thierry Baudet in opspraak vanwege antisemitische appjes in zijn partij. Ook houdt Baudet, volgens oud-collega’s van de Universiteit Leiden, er zelf antisemitische denkbeelden op na.

Wat het CDA van GroenLinks kan leren

In dezelfde week in juli presenteerden twee politieke partijen een evaluatierapport. Beide partijen leden bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart een pijnlijke nederlaag. De ene partij verloor zes zetels (GroenLinks) en de andere vier zetels (CDA).

Het ene rapport was keihard voor de zittende politiek leider: ‘We merken op dat het leiderschapsprofiel van Jesse Klaver onvoldoende aansloot bij het leiderschap dat kiezers in crisistijd zochten.’ In het andere rapport wordt de politiek leider opvallend gespaard. ‘Na het aantreden van Wopke Hoekstra kwam de fondsenwerving beter op gang.’

Een representatief beeld, want het CDA kan van GroenLinks nog veel leren op het gebied van verkiezingsevaluaties.

Het rapport van GroenLinks, dat in vergelijking met het CDA-rapport opvallend genoeg nauwelijks media-aandacht kreeg, is het resultaat van het werk van het Wetenschappelijk Bureau van de partij. Het rapport, ‘Een idealistische bestuurspartij’, is geschreven door een achtkoppig onderzoeksteam onder leiding van de directeur van het Wetenschappelijk Bureau. Het landelijk partijbestuur fungeerde als opdrachtgever voor dit evaluatieonderzoek. De onderzoekers hebben op verschillende wijzen een grote hoeveelheid informatie verzameld en bestudeerd. En dat betaalt zich terug. Het zetelverlies is daardoor op diepgaande en grondig onderbouwde wijze geanalyseerd.

Het rapport gaat in op drie zaken: 1. De politieke positionering van GroenLinks, 2. De inhoudelijke profilering en 3. De positionering van het leiderschap. En dat binnen een stevig onderbouwde externe en interne analyse. De vijf aanbevelingen voor de toekomst zijn concreet en volgen logisch op bevindingen en conclusies van het onderzoeksteam. Hierin gaat het rapport ook in op het gewenste profiel van de politiek leider van GroenLinks; kort door de bocht heeft GroenLinks een bevlogen, geëngageerde idealist nodig met een bestuurlijke en betrouwbare uitstraling.

Het contrast met het CDA-evaluatierapport is groot. Zeven personen namen zitting in de evaluatiecommissie, onder aanvoering van CDA-burgemeester Spies. Ook bij het CDA was het landelijk partijbestuur opdrachtgever. Deze commissie heeft onder CDA-leden een enquête uitgezet die door bijna 3.500 leden is ingevuld. Opvallend genoeg zijn de feitelijke resultaten van deze enquête niet als bijlage bijgevoegd, terwijl de commissie wel meermaals verwijst naar de mening van leden. Op deze wijze kunnen lezers van het rapport niet verifiëren of de mening van leden juist is vertaald of geïnterpreteerd.

Dat het CDA-partijbestuur na dit evaluatierapport is opgestapt, maakt het rapport nog niet ‘keihard’

Een ander opvallend verschil is de totale absentie van feitelijke data, zoals waar de verloren zetels naartoe zijn gegaan. Volgens het rapport hebben kiezers ‘in 2021 met name op de VVD en, in mindere mate, op D66, PVV en BBB gestemd.’ Andere analyses van CDA’ers geven een ander beeld. ‘Het CDA had deze verkiezingen het oudste electoraat van alle partijen (…). De partij verloor de meeste stemmen aan het kerkhof, gevolgd door de VVD en D66.’ Hierdoor ontstaat onbedoeld discussie over de kwaliteit en betrouwbaarheid van het gehele evaluatierapport.

Meer algemeen gesteld is de diepgang die het GroenLinks-rapport bevat afwezig in het CDA-rapport. Het Wetenschappelijk Instituut van het CDA is dan ook niet betrokken geweest in het evaluatieonderzoek. Begin september wordt dat overigens gecompenseerd. Kort voor het partijcongres van 11 september komt de commissie-Van Zwol (in samenwerking met het Wetenschappelijk Instituut) met een rapport over de inhoudelijke profilering van het CDA. Ondertussen moeten CDA-leden het, in tegenstelling tot GroenLinksers, doen met vage algemeenheden en open deuren als ‘Goed bestuurlijk leiderschap is cruciaal voor een politieke partij. Dit leiderschap is in de afgelopen periode onvoldoende ingevuld’.

Het feit dat het volledige CDA-partijbestuur naar aanleiding van dit evaluatierapport is opgestapt, maakt het rapport op zichzelf nog niet ‘keihard’, zoals diverse media berichtten. Daar waar de veelbesproken notitie van Pieter Omtzigt bijzonder veel concrete bevindingen en vragen aan de commissie bevat, blijft het rapport van de commissie-Spies het antwoord op veel door Omtzigt gestelde vragen schuldig. Hierdoor blijft er voor CDA-leden en andere geïnteresseerden veel onduidelijk en onzeker.

Doorgaans hebben evaluatierapporten juist een verbindend, kalmerend en relativerend effect. Het is maar zeer de vraag of dat bij het CDA ditmaal ook aan de orde is. Op 11 september zullen we het tijdens het nu al legendarische partijcongres zien. Ondertussen kan ik de CDA-leden adviseren in het vervolg het goede voorbeeld van GroenLinks te volgen als het om de kwaliteit van verkiezingsevaluaties gaat.

Boze brief leden aan BIJ1-bestuur: ‘Gerechtigheid voor Quinsy’

0

Veel BIJ1-leden zijn woedend op hun bestuur, omdat Quinsy Gario de partij uitgezet is. Ze hebben hun grieven opgeschreven in een brief, waar GeenStijl beslag op heeft weten te leggen.

Gario, nummer 2 op de BIJ1-lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen, is uit de partij was gezet vanwege ‘signalen dat niet iedereen zich veilig voelde binnen de partij’. Het bestuur van BIJ1 had in reactie op die signalen een advocatenbureau ingeschakeld, dat met een rapport kwam, op basis waarvan Gario uit de partij werd gezet.

Wat precies de reden is van het uit de partij van Gario is onbekend. Het rapport is geheim. Boze BIJ1-leden, volgens GeenStijl gaat het om circa tweehonderd, eisen in hun brief dat het bestuur deze reden vóór morgen bekend maakt.

‘Door Quinsy neer te zetten als een gevaar voor een veilige werksituatie wordt er ingespeeld op de racistische ‘enge Zwarte man’ trope’, schrijven ze.

De briefschrijvers willen een commissie in het leven roepen die een eventueel beroep van Gario behandelt. Ook moet het partijbestuur ‘persoonlijk en publiekelijk’ excuses aanbieden aan Gario vanwege de wijze waarop hij uit de partij gezet.

De briefschrijvers hebben grote twijfels bij de onafhankelijkheid van advocatenbureau. ‘Waarom is besloten tot het inhuren van het advocatenbureau Van Overbeek De Meyer, bestaande uit uitsluitend witte mensen? Staat dit kantoor bekend om uit dekoloniale en intersectionele principes te handelen?’

Ook zou het advocatenbureau geen hoor en wederhoor hebben toegepast, door niet met Quinsy Gario te willen spreken. De briefschrijvers vragen zich af waarom Gario meteen uit de partij is gezet, terwijl andere BIJ1-leden waar problemen mee waren alleen op non-actief zijn gezet. ‘Waarom nu wel?’, willen de briefschrijvers weten.

Daarnaast stellen ze dat het ‘bekend’ is dat de verhoudingen tussen Gario en een deel van de partijtop al tijdens de campagne ‘verstoord’ waren. Ze vragen zich af hoe objectief het partijbestuur nu is. Ook willen de briefschrijvers twee tijdlijnen krijgen, van het bestuur en van Quinsy Gario, over de gebeurtenissen die hebben geleid tot het uit de partij zetten van de nummer 2 van BIJ1.

De kritiek gaat niet over Gario alleen. Volgens de briefschrijvers laat de kwestie-Gario zien dat er nogal wat op de partij aan te merken valt, qua transparantie en communicatie, maar ook ten aanzien van mogelijke belangenverstrengeling.

Gario zelf wil tijdens de algemene ledenvergadering van aankomende zaterdag amendementen indienen om de interne partijdemocratie te verbeteren, meldt Trouw vandaag. Zo vindt Gario dat het niet langer mogelijk mag zijn voor partijbestuurders om werkzaam te zijn voor een fractie. Rebekka Timmer, nummer 3 op de BIJ1-lijst, zit in het partijbestuur en is fractiemedewerker van BIJ1-parlementariër Sylvana Simons.

Landelijk partijvoorzitter Jursica Mills ziet ook dat de emoties bij de achterban hoog oplopen: ‘Het is begrijpelijk dat leden meer info willen’, zegt ze vandaag tegen het Parool. Komende zaterdag, tijdens de algemene ledenvergadering, krijgen leden de kans om vragen te stellen, vertelt ze aan de krant.

De leden krijgen het onderzoek zelf echter niet in te zien. Openbaring van het rapport is volgens Mills ‘niet te doen’. Want: ‘Als we het aan de leden geven, ligt het op straat.’

Volgens Mills is Gario gevraagd om mee te werken aan het onderzoek, maar wilde hij zich niet aan de spelregels houden, schrijft het Parool. Hij deelde alleen een mailwisseling met de onderzoekers. ‘Toen het rapport klaar was, hebben we hem meteen uitgenodigd om het gesprek aan te gaan. Het besluit om zijn lidmaatschap te beëindigen hadden we toen nog niet genomen. Quinsy zei dat hij pas over een maand tijd had. Nou, dat kon niet, gezien de onveilige situatie die uit het rapport bleek.’

Mills is het niet eens met de beschuldiging van Gario en anderen dat een klein groepje bij BIJ1 de dienst zou uitmaken en dubbele petten op zou hebben. ‘Het is gewoon ongefundeerd. Al onze processen verlopen volgens de regels. Het klopt gewoon niet.’ Mills, zelf een zwarte vouw, vindt de beschuldiging dat het bestuur te wit is ook niet eerlijk.

Volgens de BIJ1-voorzitter zal Sylvana Simons, die op dit moment op vakantie is en haar telefoon heeft uitstaan, binnenkort op de kwestie-Gario reageren.

Turkije wil ‘spookstad’ Noord-Cyprus heropenen: Cyprus en Grieken boos

0

Noord-Cyprus, daarbij gesteund door Turkije, wil de ‘spookstad’ Varosha gedeeltelijk heropenen. Dit bericht de Arabische nieuwszender Al Jazeera.

Varosha, een wijk van de stad Famagusta, werd in 1974 een ‘spookstad’, toen de Turken Cyprus binnenvielen en het noorden van dit eiland veroverden. De autoriteiten van Noord-Cyprus besloten in november 2020, met Turkse steun, het strand van Varosha te openen voor dagbezoeken (foto).

Noord-Cyprus kondigt nu aan dat een deel van Varosha zal worden heropent, waarbij mensen de mogelijkheid krijgen om hun eigendommen terug te vorderen die ze in 1974 zijn kwijtgeraakt.

‘Er zal een nieuw tijdperk beginnen in Maras waar iedereen van zal profiteren’, zei de Turkse president Erdogan, die dinsdag een bezoek bracht aan het afgescheiden Noord-Cyprus. Maras is de Turkse naam voor Varosha.

‘We hebben niet nog eens vijftig jaar te verliezen’, zei Erdogan tegen een menigte tijdens een parade ter gelegenheid van de 47e verjaardag van Turkse invasie van 1974, die ertoe leidde dat het eiland Cyprus in tweeën werd verdeeld: de Turkse republiek Noord-Cyprus en de Griekse republiek Cyprus in het zuiden.

Cyprus ziet de stap van Noord-Cyprus als schending van de wapenstilstand van 1974. De Grieks-Cypriotische president Nicos Anastasiades noemt de stap, die de facto op annexatie zou neerkomen, ‘onaanvaardbaar’. Het Griekse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt de stap ‘in te sterkste bewoordingen’ te veroordelen.

Ook de Verenigde Staten zijn kritisch. Buitenlandminister Antony Blinken zegt een resolutie van de VN-Veiligheidsraad schendt, waarin ‘expliciet wordt opgeroepen tot het bestuur van Varosha door de Verenigde Naties’.

VS: islamitisch en Joods Congreslid bepleiten ‘islamofobiemonitor’

0

Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden willen dat president Joe Biden een ‘islamofobiemonitor’ in het leven roept. Ook willen ze een speciale coördinator om moslimhaat beter te kunnen bestrijden. Amerika kent sinds 2004 al een antisemitismemonitor.

Het voorstel voor de Islamofobiemonitor en de speciale coördinator werd ingediend door de twee Democratische afgevaardigden: de islamitische Ilhan Omar (foto) en de Joodse Jan Schakowsky. Dit jaar vonden meer dan vijfhonderd haatmisdrijven tegen moslims plaats in de Verenigde Staten, aldus Omar.

‘Als onderdeel van onze inzet voor internationale godsdienstvrijheid en mensenrechten, moeten we islamofobie erkennen als een patroon dat zich herhaalt in bijna elke hoek van de wereld,’ schrijven de afgevaardigden in de brief.

Ze noemen de vervolging van Oeigoeren in China en Rohingya in Myanmar, evenals de extreemrechtse aanslag op moslims in Nieuw-Zeeland in 2019 en een recente dodelijke aanslag op een Pakistaans-Canadese moslimfamilie in Canada.

‘Het is de hoogste tijd voor de Verenigde Staten om zich krachtig in te zetten voor godsdienstvrijheid voor iedereen, en het wereldwijde probleem van islamofobie de aandacht en prioriteit te geven die het verdient.’

Onder de 23 Democraten die hun handtekening zetten onder dit voorstel bevinden zich ook de islamitische afgevaardigden André Carson en Rashida Tlaib. Daarnaast ondertekenden zeven van de 25 Joodse Democratische Afgevaardigden het voorstel.

President Israël: boycot door Ben & Jerry’s is ‘vorm van terrorisme’

0

Isaac Herzog, de pas beëdigde president van Israël, stelt dat Ben & Jerry’s zich schuldig maakt aan ‘een nieuwe vorm van terrorisme’ door de bezette Palestijnse gebieden te boycotten.

‘De boycot van Israël is een nieuw soort terrorisme, economisch terrorisme’, aldus Herzog. ‘Terrorisme probeert de burgers van Israël en de economie van Israël schade toe te brengen. We moeten ons verzetten tegen deze boycot en terrorisme in welke vorm dan ook’, aldus de president.

Ben & Jerry’s kondigde maandag aan geen ijs meer te zullen verkopen in de Israëlische nederzettingen op de Westbank, na ‘zorgen die met ons gedeeld zijn door onze fans en vertrouwde partners’.

Herzog bracht deze boycot in verband met de BDS-campagne (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), die streeft naar een totale culturele en economische boycot van Israël. Volgens de president streeft de BDS-campagne niet naar vrede, maar is het doel om Israël te ondermijnen. ‘Het richt zich op de Israëlische economie.’

Premier Naftali Bennett had ook kritiek op Ben & Jerry’s en verweet het bedrijf antisemitisme. ‘Er zijn veel merken ijs’, zei Bennett. ‘Maar wij hebben maar één land.’

Dinsdag sprak Bennett met Unilever, de Nederlands-Britse multinational die eigenaar is van Ben & Jerry’s. Bennett zei tegen de CEO van Unilever dat hij het besluit van Ben & Jerry’s als ‘ernstig’ beschouwt en dat Israël ‘agressief zal optreden tegen elke vorm van boycot tegen zijn burgers’.

‘In shock over behandeling Quinsy’, ‘Smerig spel Gario’: BIJ1 verdeeld

0

Sandra Salome, voorzitter van BIJ1 Rotterdam, stelt zich achter het landelijk bestuur in de kwestie rond Quinsy Gario. ‘Geloof het slachtoffer’, schrijft Salome op Twitter.

Maandag werd bekend dat Gario – nummer 2 op de verkiezingslijst – door het partijbestuur is geschorst, vanwege ‘signalen dat niet iedereen zich veilig voelde binnen de partij’. Het bestuur van BIJ1 had in reactie op die signalen een advocatenbureau ingeschakeld, die met een rapport kwam, op basis waarvan Gario uit de partij werd gezet.

De zaak-Gario lijkt BIJ1 te verdelen. Een deel van de partij – waaronder een bestuurslid van BIJ1 Den Haag, oud-bestuurslid Manju Reijmer en schrijfster en lijstduwer Anousha Nzume – heeft felle kritiek op de handelswijze van witte leden uit het bestuur, die ‘koloniale machtsspelletjes’ voor de voeten werden geworpen.

De afgelopen dagen was vooral het anti-bestuurskamp zichtbaar op social media. Maar Sandra Salome, voorzitter van de BIJ1-afdeling in Rotterdam, laat nu een duidelijk tegengeluid horen. ‘Geloof het slachtoffer. Dus ook als de ‘dader’ iemand is waar je altijd zo tegenop keek’, twittert zij.

Op dit moment is het onduidelijk waarvan Quinsy Gario wordt beschuldigd. Het rapport van advocatenbureau Van Overbeek de Meyer is geheim. Salome vertelt dat zij weet waar het om gaat, maar wil niet vertellen wat er gebeurd is. Wel beschuldigt ze Gario van ‘giftige mannelijkheid’ en dat hij via ‘leugens en manipulatie’ een ‘smerig spel’ speelt.

‘Op dit moment zijn er tientallen mensen die de waarheid kennen maar die hier niet mee naar buiten durven, uit angst voor de reacties’, schrijft Salome. ‘Omdat ze zien dat ‘geloof het slachtoffer’ blijkbaar niet telt als de dader slim genoeg is een kring van ‘invloedrijke’ mensen om zich heen te verzamelen en deze in te zetten als pionnen in het smerige spel dat hij al zolang speelt.’

De Rotterdamse BIJ1-voorzitter was deel van de commissie die Quinsy Gario op nummer twee van de kandidatenlijst zetten. Ze ‘keek zo naar hem op’, vertelt ze. ‘Maar net als veel anderen maakte ik ook kennis met de andere kant.’

Salome heeft meegewerkt aan het onderzoek van Van Overbeek de Meyer. ‘Ik zweeg niet tegen het onderzoeksbureau en ook nu zwijg ik niet. Ik ga niet van anderen met negatieve ervaringen met Q. (Quinsy Gario, red.) vragen zich publiekelijk uit te spreken. Maar ik weet dat jullie er zijn en wat een hel de laatste dagen zijn geweest.’

Volgens Salome mag je van slachtoffers van Gario niet eisen dat ze hun aanklachten bewijzen. ‘Dat is ze nog een keer blootstellen aan toxisch gedrag. Dat kan en mag nooit.’

Hoewel onduidelijk is wat de aanklacht tegen Gario is, zegt het bestuur dat het niet om seksueel overschrijdend gedrag gaat. Maar ‘geloof de slachtoffers’ is een kreet die voornamelijk rond (seksueel) geweld draait, werpt de prominente Twitteractivist Arzu Arslan tegen in reactie op Salome.

Arslan, die tegen de ‘witte sabotages’ van het partijbestuur ageert, heeft ook kritiek op de ‘speculatieve’ term ‘onveiligheid’ waarmee het bestuur de aard van de aanklacht tegen Gario omschreef. Ze voegt toe:

‘Het ging velen van ons niet zozeer om de inhoud, want die weten we niet, maar om de hele aanpak met betrekking tot het onderzoek, anoniem naar de media stappen vol vaagheden en erna stilte. Plus het gegeven dat ’toxic witheid’ ook al langer speelt binnen BIJ1.’

Mariam el Maslouhi, bestuurslid van BIJ1 Den Haag die eerder zei ‘in shock’ te zijn over de behandeling van Gario, valt Arslan bij op Twitter: ‘Zwarte activistische gemeenschappen hebben zo hard gestreden zodat termen als ‘veiligheid’, ‘believe her’ serieus werden genomen. En om te zien hoe gemakkelijk deze termen worden gebruikt tégen zwarte mensen will never cease to amaze me.’

Essay | Hoe de Israël-lobby de strijd tegen antisemitisme ondermijnt

Het Joods Historisch Museum opende onlangs de tentoonstelling Zijn Joden Wit?, naar aanleiding van een essay van Gideon Querido van Frank, tevens mede-curator van de tentoonstelling, dat in 2019 door Vrij Nederland werd gepubliceerd. De tentoonstelling en het essay zijn een aanklacht tegen links Nederland en de antiracismebeweging, dat antisemitisme te weinig zou aankaarten en zich er ook nog eens schuldig aan zou maken. Naar aanleiding van de tentoonstelling zijn verschillende recensies en praatprogramma’s verschenen, van de Volkskrant tot de Balie, om deze problematiek aan de kaak te stellen.

Hoewel de tentoonstelling genuanceerder is dan het essay, met ook lovenswaardige bijdragen van verschillende Joodse Nederlanders en antiracismeactivisten, werd ook de Israël-lobby uitgenodigd voor een bijdrage. Tevens staat het essay van Querido van Frank centraal op de website van het Joods Historisch Museum en als conclusie van de tentoonstelling.

Laat ik voorop stellen: het bestrijden van antisemitisme hoort zeker thuis in elke antiracismebeweging. Toch zitten er grote problemen in het essay, waarin antizionisme en antisemitisme structureel door elkaar worden gehaald. Hierdoor wordt het onjuiste beeld geschetst dat antisemitisme in Nederland vooral een probleem van links en van moslims is, in plaats van een grotendeels (extreem)rechts probleem. Deze gebrekkige analyses helpen ons niet verder in de strijd tegen antisemitisme. Ze voeden vooral een rechtse agenda die antiracismebewegingen, linkse bewegingen en moslims zwart probeert te maken.

Zionistische standpunten

De Israël-lobby heeft zowaar een monopolie gekregen op het definiëren en agenderen van antisemitisme in Nederland. De jaarlijkse antisemitismemonitor wordt uitgegeven door het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI). De voorzitter van het Centraal Joods Overleg (hét gespreksorgaan voor de overheid) is Ronny Naftaniel, mede-oprichter en voormalig directeur van het CIDI. De eerste Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding van de overheid is Eddo Verdoner, daarvoor nog vicevoorzitter van het CIDI. Al deze organisaties hanteren de omstreden IHRA-definitie van antisemitisme, dat geen duidelijk onderscheid maakt tussen antisemitisme en antizionisme. Omdat het CIDI de agendering van antisemitisme effectief naar zich toe heeft getrokken nemen veel schrijvers, waaronder Gideon Querido van Frank, bewust of onbewust Israëlische standpunten over.

Laten we beginnen bij de ergste aanklacht tegen links: dat het zelf een groot antisemitismeprobleem zou hebben door een ‘obsessie’ met Israël, zo schrijft Querido van Frank, waarvan ‘het bestaansrecht volledig wordt ontkend’. Een bekend standpunt van de Israël-lobby. Zo stelt het CIDI dat de geweldloze BDS-beweging als doel heeft ‘om het bestaansrecht van Israël te ondermijnen.’ Waarom dan? ‘’De beweging eist terugkeer van alle vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israël’, legt het CIDI uit, ‘met volledige burgerrechten’. De Joodse bevolking zou dan geen meerderheid meer vormen in Israël.

Je kunt je afvragen of een Joodse meerderheidsstaat, die bestaat bij de gratie van het schenden van de basisrechten van miljoenen Palestijnen, ‘bestaansrecht’ heeft. Het antwoord lijkt me nee en erg veel Joden zijn dat met me eens. De Joodse wetenschapper Albert Einstein, bijvoorbeeld, was tot zijn laatste adem voor een binationale eenheidsstaat in historisch Palestina. Met hem waren er vele anderen, zoals de Joodse filosoof Hannah Arendt. Om verwarring tussen Israël-kritiek en antisemitisme te voorkomen hebben meer dan tweehonderd veelal Joodse wetenschappers de Jerusalem-declaratie van antisemitisme opgesteld, als correctie op de IRHA-definitie. Daarin wordt ook expliciet gesteld dat het niet antisemitisch is om te pleiten voor een één-staat-oplossing in historisch Palestina.

Focus op Palestina is niet antisemitisch

Ook de beschuldiging van een antisemitische ‘obsessie’ met ‘de enige Joodse staat in de wereld’ is een typisch zionistisch standpunt, dat we ook terug kunnen lezen op de website van het CIDI. Er zijn echter tal van goede redenen te noemen waarom linkse bewegingen veel aandacht hebben voor Israël. Ten eerste, Israël is wellicht het laatste apartheidsregime van de wereld. Ten tweede, het Palestijnse volk is met 8 miljoen vluchtelingen (bijna twee derde van de bevolking) wellicht het meest ontheemde volk ter wereld. Ten derde, Gaza is de grootste openluchtgevangenis van de wereld. Ten vierde, Israël’s militaire bezetting van Gaza en de Westelijke Jordaanoever is de langste uit de moderne geschiedenis. Ten vijfde, Palestijnen zijn door Israël opgesloten en gemarteld op een grotere schaal dan de Amerikaanse Global War on Terror in Irak, Afghanistan, Guantanamo Bay en talloze ‘black sites’, wat terecht over de hele wereld werd veroordeeld.

Er zijn ook genoeg redenen die het Israël-Palestina conflict overstijgen. Ten eerste, de Palestijnen worden gebruikt als proefpersonen voor de wapen- en veiligheidsindustrie. Ten tweede, Israël ondersteunde en ondersteunt dictaturen en repressieve politie- en legermachten over de hele wereld, van apartheid Zuid-Afrika en Latijns-Amerikaanse fascisten toen, tot de Verenigde Staten, Colombia en Chili nu. Ten derde, Israël krijgt zijn wapens primair van de Verenigde Staten en Europa, waardoor deze overheden (en hun burgers) direct verantwoordelijk zijn voor het leed van de Palestijnen. Ten vierde, geen enkel ander land krijgt al decennialang een volledige carte blanche van westerse overheden om oorlogsmisdaden te plegen en VN-resoluties aan de laars te lappen. Sinds het bestaan van Israël zijn er nog nooit westerse sancties gekomen tegen het land.

Querido van Frank somt een reeks onderdrukte volkeren op waar links ‘nagenoeg nooit’ aandacht voor zou hebben, om vervolgens te concluderen dat de Palestijnse zaak een antisemitische obsessie is. Nog even daargelaten dat sommigen van de door Querido van Frank genoemde volkeren, zoals de Koerden, wel degelijk veel steun krijgen van links, zijn er ook onbenoemde bevolkingsgroepen die duidelijk méér aandacht hebben gekregen dan de Palestijnen. Denk bijvoorbeeld aan de anti-Apartheidsbeweging tegen Zuid-Afrika, de protesten tegen de invasie van Irak (2003) en recenter de Black Lives Matter-demonstraties. Soms hebben bewegingen simpelweg een groot momentum voor verandering. Om de aandacht vervolgens af te leiden met andere problemen is een beruchte tactiek van reactionairen. Zo klaagde Eschel Rhoodie, het toenmalige PR-hoofd van Apartheid Zuid-Afrika, destijds ook over ‘een fanatieke obsessie met Zuid-Afrikaanse aangelegenheden met uitsluiting van alle andere onrechtvaardigheden en problemen in de wereld’.

Links is minder antisemitisch

In peiling na peiling, van Europa tot de Verenigde Staten, wordt keer op keer bevestigd: antisemitisme komt (veel) vaker voor bij (extreem)rechts. Zo bleek uit een opiniepeiling uit 2008, nog voor de opkomst van de alt-right-beweging, dat rechtse Europeanen een negatievere mening hadden over Joden dan linkse Europeanen. Tien jaar later peilde hetzelfde bureau dat antisemieten in Europa meestal ook islamofoob zijn, bepaald geen typische beschrijving van links.

Terwijl in Groot-Brittannië de arbeiderspartij onder leiding van de anti-racistische Jeremy Corbyn werd belasterd als antisemitisch – een beschuldiging die Querido van Frank ook en passant herhaalt – werd in meerdere peilingen bevestigd dat linkse Britten, waaronder ook de aanhangers van Corbyn, een stuk minder antisemitisch zijn dan rechtse Britten. De talloze Brits-Joodse stemmen die de lastercampagne tegen Corbyn aankaarten, een groep die buitenproportioneel betrokken is geweest bij de Corbyn-campagne, worden structureel genegeerd en soms zelfs weggezet als ‘zelfhatende’ Joden.

Een uitgebreide studie in de Verenigde Staten bevestigde dat antisemitisme veel meer voorkomt bij rechts. Dit goldt ook ook bij verschillende vragen die kijken of antizionisme doorslaat in antisemitisme, zoals het boycotten van Joodse winkels, de loyaliteit van Joodse burgers betwijfelen, of Joden verantwoordelijk houden voor Israëlische misdaden. In alle gevallen was het percentage op radicaal links rond de tien procent, of zelfs tegen de 0 procent, en loopt het percentage flink op naarmate je verder op het rechtse spectrum komt (rond de 40 procent bij extreemrechts). Ook de data van antisemitische incidenten, bijgehouden door de conservatieve Anti-Defamation League in de Verenigde Staten, laten zien dat extreem rechts deze antisemitismecijfers bijna volledig domineert.

Dat links alsnog als een belangrijke bron van antisemitisme wordt gezien – vaak nog meer dan rechts – komt grotendeels door het succes van de Israël-lobby. In een interview bij Democracy Now zei de voormalige Israëlische minister van Educatie Shulamit Aloni dat antisemitismelaster ‘een truc’ is die de Israël-lobby ‘altijd’ gebruikt. ‘Het is heel makkelijk om mensen die bepaalde daden van de Israëlische regering bekritiseren als antisemitisch af te schilderen.’ Het essay van Querido van Frank past naadloos in deze traditie.

Laster en smaad

Querido van Frank beweert dat radicaal links in Nederland ‘uitblinkt’ in antisemitische incidenten, maar levert daar geen enkel overtuigend bewijs voor. Hij schrijft dat BIJ1 en Denk het Amsterdam Joods Akkoord niet hadden ondertekend, zonder erbij te vermelden dat Een Ander Joods Geluid publiekelijk tegen het akkoord ageerde. Het akkoord was namelijk een initiatief om de IHRA-definitie van antisemitisme te institutionaliseren en zo kritiek op Israël te smoren.

Vervolgens doet Querido van Frank alsof antiracismebewegingen structureel en altijd antisemitisme negeren. ‘Intersectionaliteit lijkt over elke minderheidsgroepering te gaan’, zegt hij. ‘Maar nooit over Joden.’ Werkelijk? Het Comité 21 maart bestaat al decennia en neemt antisemitisme structureel mee in haar rapporten, dat elk jaar door zo’n honderd antiracisme-organisaties wordt ondersteund. Dat is letterlijk de grootste antiracismecoalitie van Nederland, waar volledig aan voorbij wordt gegaan.

‘De zogenaamde traditie van Joden herdenken wordt door links bijna net zo reactionair en politiek incorrect gezien als Zwarte Piet’, beweert Querido van Frank. Nogal een zware beschuldiging, die Querido van Frank baseert op slechts één gênante tweet van BIJ1, waarin zij de Joden vergaten te melden in een WOII-herdenkingslijstje dat zich overduidelijk toespitste op onderbelichte slachtoffers. Querido van Frank weet blijkbaar niet dat de eerste Nederlandse Kristallnachtherdenking in 1993 werd georganiseerd door de linkse antiracisme-organisatie Nederland Bekent Kleur en dat deze herdenking tot 2019 nog jaarlijks werd gehouden.

Joodse Nederlanders verdienen beter

Querido van Frank beweert dat links ‘zijn moslim kiezers – een groot deel van het electoraat – wil beschermen (én behouden) en antisemitisme vrijwel altijd afdoet als Israël Kritiek.’ Wederom, geen voorbeelden. De feiten spreken wat anders uit. Bij de laatste verkiezingen besteedden alle linkse partijen aandacht aan antisemitisme in hun partijprogramma’s, met uitzondering van de Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij, die ook geen specifieke aandacht schonken aan moslimhaat en anti-zwart racisme. Groenlinks diende de afgelopen kabinetsperiode meerdere moties in tegen antisemitisme en steunde ook de moties van andere partijen.

Querido van Frank toont in zijn essay een structureel gebrek aan kennis over de linkse beweging in Nederland. Zo stelt hij dat links gelooft in ‘vele samenzweringstheorieën, waarin de Joden het grootkapitaal bezitten en de werkende klasse uitbuiten. Niet voor niets zijn de gele hesjes en de Internationale Socialisten geobsedeerd door de Rothschild-familie’.

Een kwalijk, lasterlijk statement. De Internationale Socialisten publiceren notabene al jaren over het gevaar van samenzweringstheorieën, waaronder ook expliciet over de Rotschild-familie en de moderne variant over George Soros. Slechts maanden voordat Querido van Frank zijn lasterlijke essay publiceerde, gaf de nationale coördinator van de Internationale Socialisten, Ewout van den Berg, nog een speech tegen antisemitische complottheorieën, tijdens een van de grootste antiracismedemonstraties van de afgelopen tien jaar.

Nog bizarder is Querido van Franks referentie naar de Gele Hesjes, waarvan hij blijkbaar niet weet dat het in Nederland een extreemrechtse beweging is. Precies om deze reden begon links Nederland vrijwel direct een tegenbeweging: De Rode Hesjes.

Rechts Nederland wordt ontzien van kritiek

Querido van Frank rept met geen woord over het antisemitisme op rechts in Nederland. Toegegeven, hij erkent wel dat de rechtse ‘solidariteit’ met de Joden opportunistisch is, als een knuppel om moslims mee te slaan. So far so good. Maar vervolgens schetst Querido van Frank exact datzelfde frame: een grootschalige antisemitismecrisis onder moslims die gedoogd en gevoed wordt door links. Het is geen wonder dat een lovende recensie van de tentoonstelling, door Kees Van Amstel op NPO Radio 1, vervolgens wél de sprong maakt om rechts Nederland als de beschermheer van de Joden te bekronen, en Tofik Dibi te lasteren als een antisemiet, omdat hij een groepje zionistische politici (niet eens Joden) de buikgriep had toegewenst.

‘Hoe meer rechts hamert op nationale tradities en roept dat Joodse oorlogsslachtoffers herdenken daar een van is, des te meer wijst links op de andere, ‘vergeten’ slachtoffers en andere oorlogen’, schrijft Frank. Werkelijk? Annabel Nanninga, fractieleider van de FvD-splinter in de Eerste Kamer en medeoprichter van de salonfähige JA21-partij, tweette tussen 2009 en 2016 bijna elk jaar de meest racistische uitingen tijdens de twee minuten stilte.  Denk aan uitspraken als ‘dodenherdenking is mijn lievelingsfeestdag,’ of ‘nu even wat Mein Kampfen kopen. Je kan niet vroeg genoeg beginnen met de kerstcadeaus.’ En Annabel Nanninga is verre van de enige. Terwijl vanuit links wordt gepleit voor een inclusieve 4 mei-herdenking (full disclosure: dat heb ik ook meermaals gedaan), wordt de Holocaust door extreemrechts juist volledig gebagatelliseerd.

Het essay van Querido van Frank is een pijnlijke reflectie van de blindheid van het CIDI en het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW), die het antisemitisme van FvD jarenlang door de vingers zagen. NIW’s adjunct-hoofdredacteur Bart Schut stemde in 2019 zelfs FvD. En hij was echt niet de enige. De achterban van het CIDI verkoos het FvD notabene als de grootste partij, tijdens een schaduwverkiezing bij een verkiezingsavond van het CIDI.

Antisemitisme komt vooral van witte Nederlanders

Net als Querido van Frank ziet de Israël-lobby vooral spoken op links en bij moslims. Esther Voet beweerde in 2014 als toenmalig CIDI-directeur dat twee derde van het antisemitisme van moslims kwam, terwijl de cijfers van het Openbaar Ministerie juist uitwezen dat twee derde van de schuldigen ‘autochtone’ Nederlanders waren. De tweede grootste groep daders was ‘West-Europees’.

Een uitgebreid overheidsonderzoek peilde in 2015 dat 12 procent van de Nederlandse moslimjongeren ‘niet zo positief’ was over Joden. Dat is vergelijkbaar met hun houding tegenover Koerden (12 procent), Nederlanders (10 procent) en zelfs Marokkanen (8 procent). Andersom waren christelijke en niet-gelovige jongeren extreem negatief over moslims (rond de 30 procent) en Marokkanen (rond de 40 procent).

Querido van Frank beweert dat de antiracismebeweging Israël en Joden ‘voortdurend’ door elkaar haalt zonder ook maar één voorbeeld te geven. Hij zwijgt volledig over het feit dat Israël zelf, alsmede de zionistische kleine christelijke partijen ChristenUnie en SGP, de Joodse bevolking continu met Israël associëren. Dat gebeurt zelfs tijdens zijn tentoonstelling, waarin Esther Voet zonder enig besef van ironie beweert dat de antiracismebeweging ’tegen Israël [is], dus tegen Joden.’

Is het dan gek dat sommige mensen deze partijen op hun woord geloven? Een onderzoek van de Anne Frank Stichting wees gelukkig uit dat de meeste moslimjongeren juist wel een onderscheid maken tussen Joden en zionisten. Om de jongeren die wel de fout in gaan te bereiken, heeft het weinig zin om de groep te demoniseren en weg te zetten als antisemieten.

Het belang van solidariteit

Belangrijker nog dan de Israël-lobby zijn de centrumpartijen en extreemrechtse partijen die de zionistische talking points van een megafoon voorzien, omdat het hun agenda bevordert om ‘links van links’ (dixit: Willem Schinkel) zwart te maken en buitenspel te zetten. Dat is de reden dat antisemitisme al jaren structureel meer aandacht krijgt dan alle andere vormen van racisme en discriminatie in de Nederlandse media. Ook de ‘antisemitisme’-hetze tegen Corbyn in Groot-Brittannië werd grotendeels aangevoerd door de rechterflank van zijn partij, die daarvoor weinig van doen had met Israël of met Britse Joden. Voor het veel grotere antisemitisme van Boris Johnson en zijn achterban was tegelijkertijd nauwelijks aandacht. De lastercampagnes tegen BIJ1 en Corbyn zijn voorbodes van wat er in Nederland zal gebeuren als we ooit een serieuze linkse premierskandidaat zouden krijgen.

De lastercampagnes tegen linkse activisten ondermijnen ook cruciale solidariteit tegen de opkomst van extreemrechts, waardoor Joodse burgers in serieus gevaar kunnen komen. De legendarische Joodse schrijver David Graeber beschreef deze dynamiek al in het Verenigd Koninkrijk, tijdens de hetze tegen Corbyn: ‘Het is bizar om loos alarm te slaan terwijl echte wolven voor de deur staan ​​te blaffen. Het is nog kwalijker als degenen om wie je loos alarm slaat exact de mensen zijn die je het meest waarschijnlijk zullen verdedigen tegen deze wolven. De geschiedenis van Cable Street tot Charlottesville leert ons dat wanneer de bruinhemden de straat opgaan, de politie meestal nutteloos of erger blijkt te zijn, en het precies de ‘harde linkerflank’ is die naast ons staat.’

De Frans-Algerijnse dekoloniale denker Houria Bouteldja waarschuwt Europese Joden dat het filosemitisme van de rechtse partijen tijdelijk is, zolang het de witte macht uitkomt. Uiteindelijk hebben alle antiracismebewegingen daarom een gemeenschappelijke agenda tegen de gevestigde macht. Tot zover sluit ik me volledig aan bij de Joodse theatermaker Jelle Zijlstra, die in de tentoonstelling Zijn Joden Wit  waarschuwt: ‘Als de moslims zijn geslagen, komt die stok dan niet keihard terug?’

De tentoonstelling Zijn Joden Wit is dan ook beter dan het essay dat de aanleiding hiervoor vormde, door een meerstemmigheid van verschillende Nederlandse Joden en antiracisme-activisten. Daarbij is een belangrijke dialoog geïnitieerd tussen verschillende minderheidsgroepen. Ik raad iedereen dan ook van harte aan om alsnog naar de tentoonstelling te gaan. Maar om echt een wederkerige solidariteit te bewerkstelligen, moet de zionistische olifant in de kamer worden benoemd. Door het monopolie van de Israël-lobby in de antisemitismebestrijding in Nederland worden analyses enorm vertroebeld en misbruikt. Joodse Nederlanders verdienen beter.

Zwarte Republikein legt partijgenoten uit: racisme is ook óns probleem

0

In een opinieartikel voor USA Today legt Gerard Robinson, zwart én prominent lid van de Republikeinse Partij, zijn partijgenoten uit dat racisme in de Verenigde Staten toch echt een probleem is.

Als gevolg van de Black Lives Matter-beweging vorig jaar is er in de Verenigde Staten veel meer aandacht gekomen voor het thema racisme. Maar het is wel vooral een ‘links’ thema, waar de Republikeinse Partij zich minder zorgen over maakt. Republikein Gerard Robinson, een Afro-Amerikaan die diverse bestuursfuncties bekleedde in Florida en Virginia, vindt dit problematisch.

In de VS vindt een meerderheid dat het overwinnen van racisme nu belangrijker is dan ooit, stelt Robinson. Hij verwijst naar een opiniepeiling, waarin 60 procent van de Republikeinen aangeeft het hier mee eens te zijn, tegenover 91 procent van de Democraten. Daarnaast gelooft slechts 20 procent van de Republikeinen dat racisme zwarte mensen belemmert in hun politieke carrière, terwijl 58 procent van de Democraten dit gelooft.

Robinson: ‘Als zwarte Republikein met tientallen jaren ervaring in het werken met Republikeinse wetgevers, bedrijfsleiders en wetenschappers, kan ik bevestigen dat racisme het voor sommige zwarte mensen moeilijk maakt om deel te nemen aan de Republikeinse Partij – en aan het Amerikaanse burgerlijke en politieke leven in het algemeen.’

Uit diezelfde opiniepeiling blijkt dat 56 procent van de Republikeinen racisme als een probleem uit het verleden beschouwt, terwijl 64 procent van de Democraten gelooft dat dit niet zo is. Toch wil Robinson niet generaliseren, zegt hij. 44 procent van de Republikeinen gelooft niet dat racisme een probleem is uit het verleden, terwijl een aanzienlijke minderheid van 36 procent van de Democratische kiezers dit wel gelooft. Ook binnen de Democraten is er nog werk genoeg om te doen.

Robinson denkt dat de verkiezing van meer zwarte Republikeinen in vertegenwoordigende organen een stap in de goede richting is, maar hij wil ook een mentaliteitsverandering. Republikeinen en Democraten staan te vaak tegenover elkaar als gevolg van de polariserende partijpolitiek.

‘Alleen vertrouwen op de geest van de partij om een nationale visie op democratie te formuleren is een verloren zaak. Onszelf bekijken door de lens van ‘We the People’ is een betere.’

Erdogan: ‘geen probleem’ met Taliban, laakt ‘imperialistische’ NAVO-partners

0

Volgens Erdogan heeft Ankara geen problemen met de overtuigingen van de Taliban. Ook noemt de Turkse president zijn westerse NAVO-partners ‘imperialistische machten’.

Erdogan is bereid om met de Taliban te onderhandelen over de inzet van Turkse strijdkrachten om de luchthaven van Kabul te beveiligen, aldus de Turkse krant Cumhuriyet.

Na het besluit van de Amerikaanse president Joe Biden om de Amerikaanse troepen uit Afghanistan terug te trekken, stelde Turkije voor om met troepen de luchthaven van Kabul te beschermen. Dit wordt als essentieel gezien om de buitenlandse ambassades open te houden.

De Taliban hebben Turkije echter laten weten dat ook Turkse troepen zich volledig uit Afghanistan moeten terugtrekken, omdat ze anders mogelijk ook een doelwit zullen zijn van toekomstige aanvallen.

De Turkse president reageert: ‘De Taliban zouden veel gemakkelijker met Turkije moeten kunnen praten, omdat Turkije geen problemen heeft met hun overtuigingen.’

‘Imperialistische machten zijn Afghanistan binnengekomen en ze zijn daar al meer dan twintig jaar, zoals jullie allemaal goed weten’, vervolgde de Turkse president. ‘We hebben de kant van onze Afghaanse broeders gekozen tegen deze imperialistische machten. We hebben prioriteit gegeven aan het beschermen van de luchthaven van Kabul en aan humanitaire [hulp]. We hebben ons uiterste best gedaan om te helpen.’

De dreigende machtsovername van de Taliban zorgt voor een nieuwe vluchtelingenstroom. Veel Afghanen willen hun land verlaten, omdat ze de wraak van de Taliban vrezen. Onder hen bevinden zich ook Afghaanse tolken die voor media hebben gewerkt.

Een coalitie van Amerikaanse mediabedrijven lobbyt nu bij president Joe Biden voor een ruimhartig beleid ten aanzien van visumaanvragen van Afghaanse tolken die met westerse mediabedrijven hebben samengewerkt, schrijft Villamedia.