14.6 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 620

Gemeente Groningen pleit moskee vrij van financiering uit Saoedi-Arabië

0

Stichting Moskee en Islamitisch Centrum Groningen heeft geen geld uit Saoedi-Arabië gekregen voor de financiering van een nieuwe moskee (foto), zegt het gemeentebestuur.

De PVV stelde hierover raadsvragen na een publicatie in het Dagblad van het Noorden.

Het financieringsplan raakte in 2018 in opspraak, toen dit plan opdook in een lijst van 26 organisaties die Saoedi-Arabië om geld zouden hebben gevraagd. Geld uit Saoedi-Arabië is in Den Haag controversieel, vanwege de salafistische invloed die met dit geld zou worden binnengehaald.

De gemeente Groningen heeft geen aanwijzingen gevonden dat de moskee ‘verdacht’ geld uit het buitenland heeft gekregen, aldus het Dagblad van het Noorden. De gemeente onderzocht onder meer een video waarin de Belgische prediker en terreur-verdachte Tarik Ibn Ali geld inzamelt vanuit de Groninger moskee, maar ook dat leidde niet tot concrete aanwijzingen.

Stichting Moskee en Islamitisch Centrum Groningen heeft banden met salafistische organisaties altijd stellig ontkend.

Anja Meulenbelt: ‘Westers feminisme kan nog wel wat van de islam leren’

0

In het kader van de Internationale Vrouwendag sprak Anne Dijk, docent en oprichter van islamkennisinstituut Fahm, met schrijfster en feminist Anja Meulenbelt over feminisme en het geloof. De Kanttekening was erbij en brengt verslag uit.

Aankondiging online gesprek Anne Dijk en Anja Meulenbelt, 7 maart 2021 (Beeld: Fahm Instituut)

Anne Dijk: Je hebt in 2015 Het F-boek geïnitieerd, een boek waarin verschillende visies op feminisme aan bod komen. Je vroeg me om daaraan bij te dragen, en zo schreef ik over mijn ongemak met het woord ‘feminisme’. Dat heeft voor mij vooral te maken met extremistische feministen; het absolute gelijkheidsprincipe en de vaak anti-religieuze houding die daaruit voortvloeien. Maar wat is dan jouw visie op feminisme?

Anja Meulenbelt: ‘De dominante visie op feminisme houdt naar mijn mening te weinig rekening met de verschillende lagen in de samenleving. Het gaat veelal om de vergelijking tussen man en vrouw, dat ze gelijk aan elkaar moeten zijn en bijvoorbeeld gelijke lonen moeten ontvangen. Mijn vraag is dan: gelijk aan wie? Moet een vrouwelijke directeur aan de top van een bedrijf hetzelfde salaris ontvangen als haar chauffeur?

‘Het werd mij duidelijk dat het eisen van gelijke lonen, en andere problemen die deze dominante visie van feminisme aankaarten, vooral betrekking hebben op de bovenste 20 procent van de bevolking. Vrouwen die privileges hebben om van het huidige kapitalistische systeem te kunnen profiteren, en vrouwen in de onderste laag van de samenleving die zich dat niet kunnen veroorloven.

‘Mijn tweede kritiekpunt gaat over moederschap. In het dominante feminisme vergeten we wat we moeten met de zorg van kinderen en de mensen om ons heen, omdat emancipatie nu vooral gericht is op gelijk zijn aan mannen. Feminisme moet echter niet alleen gaan over betaald werk en dat vrouwen ‘het glazen plafond’ doorbreken op carrièregebied. Het gaat ook over het in stand houden van leven. Vrouwen die niet betaald worden voor hun werk omdat zij voor de kinderen zorgen, moeten niet als minderwaardig worden gezien ten opzichte van vrouwen die wel voor betaald werk hebben gekozen.

‘Het is geen simpele definitie van feminisme, maar voor mij gaat feminisme over alle vrouwen. Mijn feminisme moet inclusief zijn. Het gaat om vrouwen van kleur, LGBTQI+, en moslima’s, allemaal groepen met wie ik hierover in gesprek wil gaan. Feminisme gaat over gender, kleur en klassen. Als je een van deze pilaren vergeet, dan sluit je ook een groot deel van de vrouwen uit. Heel kort gezegd is feminisme voor mij: eerlijk delen en niet slaan.’

Anne Dijk: Je bent zelf christelijk en hebt je bewust bekeerd tot het christendom. Hoe verhoudt jouw visie op feminisme zich tot het geloof?

Anja Meulenbelt: ‘De grote emancipatiegolf in de jaren zestig is tegelijk opgegaan met de ontzuiling, en de kerken die hun macht zijn verloren. Daarom vind ik het niet raar dat mensen in Nederland vaak feminisme associëren met de strijd tegen de kerk en het geloof. Gedeeltelijk was dat ook zo, maar het idee dat we in Nederland altijd moeten strijden tegen het geloof is blijven hangen. Geloof vertelt mensen namelijk hoe ze moeten leven, wat betekent dat ze niet zelf mogen kiezen hoe ze willen leven.

‘Ik kom mensen tegen die ervan overtuigd zijn dat wanneer je gelooft in een God, je dan per definitie conservatief en achterlijk moet zijn. De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema zei in 2009 (toen ze nog GroenLinks-leider was, red.) in een interview met de Pers: ‘Als ik op de school van mijn kinderen kom, valt het mij wel eens moeilijk – ik kom echt voort uit de feministische beweging – dat ik dan tussen al die gesluierde vrouwen zit. Ik zal hun rechten niet aantasten daarin. Maar ik kan niet wachten op het moment waarop ze in vrijheid hun hoofddoek zullen afslingeren.’ Met andere woorden, dan komen ze dichter bij mijn vorm van vrijheid.

‘De moslimvrouwen die ik ken zijn minstens net zo geëmancipeerd als ik, en ze zijn hartstikke gelovig’

‘Daarin zit de gedachte dat moslims die naar Nederland zijn gekomen tijd nodig hebben om zich ‘aan te passen’ aan deze vorm van vrijheid. Als ik deze kritische linkse, feministische vrouwen vertel dat er hoogopgeleide vrouwen vrijwillig moslim zijn en een hoofddoek dragen – niet omdat een man ze dat oplegt, maar omdat ze dat zelf willen -, dan snappen ze dat niet. Ik zeg niet dat alles in islamitische gezinnen en islamitische landen koek en ei is. Maar de moslimvrouwen die ik ken zijn minstens net zo geëmancipeerd als ik, en ze zijn hartstikke gelovig. Hoe denk je dat dan te verklaren? Daar hebben ze dan geen antwoord op.’

Anne Dijk: Je bent een positieve advocaat voor de islam en moslims. Je zei ooit: ‘Ik heb een hele vrouwvriendelijke islam leren kennen.’ Vertel daar eens over.

Anja Meulenbelt: ‘Ik ben me gaan verdiepen in de islam, ik heb de Koran gelezen, en tot mijn verbazing is er een heel ander beeld van de islam naar boven gekomen dan wat ik gewend ben om mij heen te horen. In Nederland worden vaak de slechtste voorbeelden van de islam naar boven gehaald, zoals onder andere vrouwenonderdrukking en gedwongen huwelijken. Maar als je je verdiept in de islam, kom je erachter dat je als vrouw niet gedwongen mag worden tot een huwelijk.’

‘In de tijd waarin de openbaringen van de profeet Mohammed zijn neergedaald, is er een revolutionaire visie ontstaan voor vrouwen, als je bedenkt hoe patriarchaal die samenleving toen was. De boodschap van de islam spreekt zowel mannen als vrouwen aan, en dan blijkt dat er maar een paar dingen zijn waarin verschil wordt gemaakt tussen man en vrouw. Maar als gelovigen, als spirituele wezens en lerende mensen, worden mannen en vrouwen als gelijk gezien. Dat zag je ook terug in de maatregelen die werden toegepast. Vrouwen mochten voor het eerst een erfenis bezitten, wat voor de komst van de islam niet mocht. Vrouwen konden voor het eerst hun eigen geld beheren en hoefde dat niet af te staan aan hun echtgenoten. De eerste volgeling van de islam is Khadijah, de eerste vrouw van de profeet Mohammed. Zij was een zakenvrouw en heel erg geëmancipeerd.’

‘Wat mij ook opviel is dat er in de Koran veel respect is voor het hebben en baren van kinderen. Tegelijkertijd staat er nergens in de Koran dat moeder zijn het enige is dat vrouwen moeten doen. Het betekent dat er al een feministisch model in de Koran is beschreven, waarvan ik denk dat het niet zo gek is. Dit model erkent dat moederschap belangrijk is, want wat is nu belangrijker dan het voort laten bestaan van het leven? Daarmee zeg ik overigens niet dat alle vrouwen kinderen moeten krijgen, want vrijheid moet er zijn om dat voor jezelf te beslissen. De Koran laat ook zien dat vrouwen allerlei soorten werk kunnen verrichten naast het moederschap. Dat vind ik prachtig.’

‘Wat we hier zeggen is ook niet voor elke moslimman vanzelfsprekend, en misschien ook niet voor elke moslimvrouw’

Anne Dijk: In de islam zijn veel voorbeelden van vrouwen met diverse functies. Als je kijkt naar de vrouwen van de profeet Mohammed v.z.m.h., waren er maar twee die kinderen van hem hebben gekregen. Andere vrouwen staan bijvoorbeeld vooral bekend als geleerde. Daarmee zitten de diverse rollen van vrouwen als voorbeeld dus al in de traditie.

Anja Meulenbelt: ‘Mijn verrassende conclusie is dat het Westerse feminisme wel wat van de islam kan leren. Wel de echte islam, wat jij de echte islam noemt. Wat we hier zeggen is ook niet voor elke moslimman vanzelfsprekend, en misschien ook niet voor elke moslimvrouw.

Anne Dijk: Toch merk je wel in de geleefde praktijk, vaak ook bij moslims, dat er nog naar een bepaald beeld wordt gestreefd dat traditioneel is: de man als kostwinner, de vrouw die voor de kinderen zorgt. Wat is de rol van de man in feminisme? Moeten mannen daar iets mee?

Anja Meulenbelt: ‘Overal waar macht zit, zitten meer mannen dan vrouwen. En als je kijkt naar het parlement, wat representatief moet zijn voor de bevolking, dan zitten er meer mannen dan vrouwen. Ik ga er vanuit dat mannen zich ook bezig moeten houden met feminisme. Net als vrouwen, staan mannen namelijk ook onder dwang om aan het ‘ideale mannelijkheidsbeeld’ te voldoen.

‘Mannen denken dat ze verliezen wanneer vrouwen emanciperen. Wat ze dan denken te verliezen? De vanzelfsprekendheid dat er voor ze wordt gezorgd, dat er naar ze geluisterd wordt en dat ze in principe altijd gelijk hebben. Maar wat krijgen ze ervoor terug? Authentiekere en echtere relaties.

‘Er zijn vrouwen die zich erbij hebben neergelegd. Mijn moeder zei weleens over mijn vader: ‘Geef hem gewoon zijn zin, dan gaat alles veel makkelijker.’ Het geeft de mannen zeker een gevoel van verlies wanneer ze denken dat ze niet meer de baas kunnen spelen. Nog niet zolang geleden stond er in de wet: de man is het hoofd van het gezin. Maar mannen moeten eraan wennen dat ze echtere relaties krijgen, wanneer ze niet vanzelfsprekend denken gelijk te hebben. Het is ook een sociaal verschijnsel. Jongens die elkaar vertellen dat ze zich niet als meisjes moeten gedragen. Want als je als meisje gedraagt, dan ben je minder, dan ben je geen echte man. De druk voor mannen om ‘een echte man’ te zijn, is niet leuk. Er gaan meer deuren voor je open als je wordt gezien als ‘een echte man’, maar het is nep. Volgens mij is het gespeelde macht. De relaties tussen mannen en vrouwen zouden er daarom geweldig op vooruit gaan als ze meer echt zijn naar elkaar en ze kunnen zeggen dat niet alles goed gaat.’

VVD neemt afstand van Statenlid dat Simons ‘vrouwelijke Wilders’ noemt

0

De Ribbius Peletier-penning, een prijs van de provincie Noord-Holland, is dit jaar uitgereikt aan BIJ1-voorvrouw Sylvana Simons. Dit, vanwege haar strijd tegen seksisme en racisme. Maar dit schoot het Noord-Hollandse VVD-Statenlid Grethe van Geffen in het verkeerde keelgat.

In een blog noemt Van Geffen (foto, linksboven) Simons een ‘vrouwelijke Wilders’, die met haar politiek bijdraagt ‘aan de polarisatie in de samenleving’. Simons zou bovendien niet van ‘onbesproken gedrag’ zijn.

De VVD-Statenfractie in Noord-Holland, geschrokken van de commotie, heeft meteen afstand genomen van Van Geffen. Ze heeft haar stuk geschreven ‘op persoonlijke titel’ en niet namens de VVD-Statenfractie, aldus de Statenfractie.

Dat laatste zegt Van Geffen nu zelf ook, hoewel ze eerder nog zei dat ze haar blog schreef in de hoedanigheid van Statenfractielid, meldt ThePostOnline.

Annabel Nanninga, het ex-Forumlid dat nu in de Noord-Hollandse Staten zit, vindt de VVD-fractie laf. ‘Jullie zouden trots op haar moeten zijn ipv bang knipmessen voor de wokies. Een vvd-er met een eigen stem en een ruggengraat, zeldzaam.’

Sylvana Simons zelf heeft ook op de ophef gereageerd. ‘Ik kreeg een prijs omdat ik me verzet tegen haat, in de vorm van seksisme en racisme en dat kan zomaar niet’, twittert ze. ‘Maar zonder grap: ik lever de prijs meteen in als alle mannen die niet ‘van onbesproken gedrag’ zijn hun prijzen en machtsposities inleveren.’

Mustafa Bal (CDA): ‘Het deed mij veel pijn dat ik niet voor vol werd aangezien’

0

Diversiteit, inclusie en racisme staan steeds nadrukkelijker op de politieke agenda, net als de roep om een meer representatieve en diverse volksvertegenwoordiging. In de aanloop naar de verkiezingen interviewt Chris Aalberts daarom biculturele kandidaten voor de Tweede Kamer. Vandaag een van de weinige biculturele kandidaten op de kandidatenlijst van het CDA: Mustafa Bal (#33).

Je bent de zoon van gastarbeiders. Wat merkte je daar in je jeugd van?

‘Ik ben geboren en getogen in een gastarbeiderswijk in Gorinchem. Ons wereldje was klein. Alle gastarbeiders woonden daar, gingen naar dezelfde school en alle vaders werkten in dezelfde fabriek. Op school zaten we uitsluitend met Turken en Marokkanen. De enige blanken die ik tegenkwam waren docenten en winkelpersoneel. Dan groei je op in een omgeving waar je bijna geen contact hebt met een Nederlander.

‘Pas na de basisschool kwam ik in contact met anderen. Ik ben na mijn twaalfde meer om me heen gaan kijken en me meer gaan interesseren in de samenleving. Ik sprak geen Turks meer thuis, het was duidelijk geworden dat dit mijn land is. Mijn vader had altijd het idee: dit is niet jouw land, ze zullen je niet accepteren. Mijn ouders hebben altijd het idee gehad dat ze niet welkom waren in Nederland. Toen ik achttien jaar was ging ik in dienst. Het heeft me altijd getriggerd om militair te worden en mensen te beschermen. Mijn vader reageerde niet echt positief toen ik zei dat ik militair wilde worden. Dat was best teleurstellend.

‘Thuis zijn we opgevoed met het idee dat we zouden terugkeren naar Turkije. Er werd veel aandacht geschonken aan je eigen achtergrond, culturele tradities en de taal. Mijn vader had altijd het gevoel dat hij in Nederland tweederangs was. Hij werkte onder zijn niveau want hij miste de papieren. Hij vroeg zich altijd af of je in Nederland jezelf kunt zijn, je identiteit kunt behouden, moslim kunt zijn en de dingen kunt doen die voor jou belangrijk zijn. Pas rond mijn twaalfde werd duidelijk dat we niet meer terug zouden gaan naar Turkije. Mijn ouders zouden daar niet meer kunnen aarden.’

‘Ik ben opgegroeid tussen twee culturen, dat zou ik veel meer terug willen zien in de politiek’

Bleef je achtergrond een rol spelen toen je eenmaal militair werd?

‘Toen werd mijn wereld groter. Nederlanders bleken heel divers: Limburgers, Brabanders, Amsterdammers, Rotterdammers. Daar heb ik heel erg geleerd om met verschillende mensen te werken. Je kwam in aanraking met de LHBTI-gemeenschap en met andere religies. Ik kende dat alleen van horen zeggen.

‘Anderhalve maand voordat ik werd uitgezonden vond de aanslag op de Twin Towers plaats. Toen ik vervolgens in Bosnië zat, ontdekte ik dat Amerikanen en Engelsen mij niet zagen als een Nederlandse militair. Dat deed heel erg veel pijn. Een stemmetje in mijn hoofd zei: ‘Mijn vader had gelijk.’ Ze zagen mij niet als Nederlander omdat ik moslim ben. Ik was de enige in het kamp die vastte vanwege de ramadan. De Nederlandse collega’s deden daar relaxed over, maar de Amerikanen en Engelsen hebben een hele andere mentaliteit. Daar ontstond discussie over onderwerpen dat ik dacht: ‘Hoe haal je het in je hoofd om mij zo’n vraag te stellen?’

‘Het deed mij best wel veel pijn dat ik niet voor vol werd aangezien. Ik had de keuze gemaakt mijn land te dienen. Dan ben je 21 jaar, ver weg van huis en dan krijg je hiermee te maken. Je krijgt van die blikken, van die gesprekken: je mag er eigenlijk niet zijn.’ 

Had je daar ook buiten je werk last van?

‘Toen ik mijn eerste auto had, werd ik drie keer per week staande gehouden voor verkeerscontroles. Bij het stappen werd ik geweigerd. Ik was toen best kwetsbaar: wat ga ik nu doen? Als ik mijn uniform aan had was ik een van ons, als ik mijn burgerkloffie aan had, was dat niet zo.

‘We waren op oefening met de eenheid en dan krijg je als militair een doos en daar zitten 24 maaltijden in. Blikken die je zelf kunt opwarmen. Zo’n blik is vijftig jaar houdbaar. Na drie dagen kregen we een warme maaltijd aangeboden. Dat is als een klein kind die naar McDonalds mag. Dus ik stond in de rij en dan krijg je de mededeling: ‘Sorry, het is varkensvlees, hier heb je nog een blik.’ De tweede dag ging dat precies hetzelfde. De derde dag liep mijn luitenant naar de keuken en zei: ‘De dertig man in mijn peloton zijn allemaal bekeerd tot de islam. Lukt het niet om voor één te koken, dan kook je maar voor iedereen.’ Die man is tot op de dag van vandaag mijn held. Hij gaf mij het schouderklopje wat ik keihard nodig had. Ik had het nodig dat iemand tegen mij zei: ‘De wereld is ook van jou. Jij bent voor mij even belangrijk als de rest.’’

Je was eerder al een paar jaar Statenlid voor het CDA. Waarom deze partij?

‘Die vraag is me heel vaak gesteld. Rond 2010 ging ik kijken met welke politieke partijen ik eventueel verbinding zou kunnen hebben. Op basis van mijn opvoeding en wat ik belangrijk vind zit ik bij het CDA op de juiste plek. Dan heb ik het over de uitgangspunten. Solidariteit, rekening houden met je omgeving, opkomen voor de zwakkeren, dat is me bij mijn opvoeding met de paplepel ingegoten. Publieke gerechtigheid: houd je aan de regels en gedraag je, anders word je gestraft. Rentmeesterschap betekent voor mij: alles wat je hebt is voor mij een gave van God. Ga zuinig om met je omgeving en wees verantwoordelijk voor je naaste en dan de gespreide verantwoordelijkheid waar ieder vanuit zijn rol verantwoordelijkheid dient te nemen. Dat zijn de vier uitgangspunten en daar kan ik me goed in vinden.’

Maar het CDA is ook de partij die in de provincie samenwerkt met Forum voor Democratie en de PVV. Er zijn ook nauwelijks biculturele kandidaten. Hoe kijk je daar tegenaan?

‘Het ene seizoen is je club beter dan het andere seizoen. Dat is met voetbal net zo. Landelijk zijn deze partijen gelukkig wel uitgesloten en daar ben ik blij mee. Ik ben opgegroeid tussen twee culturen en dat zou ik veel meer terug willen zien in de politiek. Ik loop niet te koop met dat ik moslim ben: ik laat zien wie ik ben als mens. Ik neem het ook op voor de Joodse, LHBTI- en andere gemeenschappen. Ik wil gewoon Mustafa zijn. Ik geloof in een inclusieve samenleving. We moeten een samenleving creëren waarin iedereen welkom is. Juist als ik naar de uitgangspunten van het CDA kijk, kunnen wij dat verschil maken en daarin ook het voortouw innemen.’

‘Zet vrouwenactivisten in de spotlights, uit bescherming tegen hun regering’

0

Op deze Internationale Vrouwendag zoomen wij in op vrouwenactivisten in het Midden-Oosten, waar vrouwen vaak met gevaar voor eigen leven opkomen voor hun rechten. Wat hebben deze vrouwen nodig om de strijd te blijven voeren? En worden zij überhaupt wel gehoord?

In Iran laaide onlangs een online strijd op tegen een wet dat gehuwde vrouwen alleen mogen reizen na toestemming van hun echtgenoot. Nadat de Iraanse skiester Samira Zargari zich er over beklaagde dat ze van haar man niet naar het WK in Italië mocht, kreeg ze veel bijval van andere vrouwen op social media. En vrouwen in Koeweit en Marokko zijn een eigen #MeToo-campagne gestart tegen de daar heersende zwijgcultuur aangaande seksueel misbruik. Ondanks het risico te worden opgepakt of zelfs vermoord, laten vrouwenrechtenactivisten in deze landen van zich horen.

‘Het is ontzettend belangrijk dat deze vrouwen ondersteund en beschermd worden door de internationale gemeenschap’, zegt Anne-Floor Dekker, programmamanager Gender, Vrede en Veiligheid bij WO=MEN (women equals men). Dit Nederlandse platform ondersteunt gendergelijkheid- en vrouwenrechtenactivisten in het buitenland, met name in conflict- en post-conflictgebieden.

‘Waar wij ons onder meer op richten is dat overal waar besluiten worden genomen over vrede en veiligheid de stemmen van vrouwen, meisjes en gender-non-conforme mensen worden gehoord. Dat hun aanwezigheid in besluitvorming net zo vanzelfsprekend is als de mannen die er altijd zitten.’

Wanneer er bijvoorbeeld een Kamerbrief wordt opgesteld over Nederlandse militaire bijdrages in een specifiek land, kijkt WO=MEN of er in de plannen rekening is gehouden met de veiligheid en positie van vrouwen en meisjes in het conflict, en wat de impact van een mogelijke militaire interventie zal zijn op vrouwenrechten. De stichting voert vervolgens gesprekken met Kamerleden, maar ook direct met de ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘We proberen input te leveren of te organiseren dat er activisten uit het land tijdens een briefing spreektijd krijgt. Dat doen we niet alleen in Nederland, maar met onze leden ook binnen de VN’, zegt Dekker.

Voeten in de klei

Dekker ziet in landen als Saoedi-Arabië, Syrië en Afghanistan een kloof tussen twee typen vrouwenactivisten: zij die het zich kunnen permitteren om te reizen en vrouwenrechten internationaal onder de aandacht te brengen en zij die dat niet kunnen. Dit komt door verschillen in opleidingsniveau, geld en klasse, maar ook doordat vrouwen in grote steden makkelijker te mobiliseren zijn dan vrouwen op het platteland.

De Palestijnse vrouwenrechtenactiviste Randa Siniora (Beeld: YouTube)

‘Wij vinden het belangrijk dat de vrouwen die het zich kunnen permitteren om te reizen voortdurend de voeten in de klei kunnen houden’, vertelt Dekker. ‘Ze moeten terug kunnen naar hun achterban en hen informeren over wat er op internationaal vlak gebeurt. Daarin ondersteunen we deze vrouwen. Die band met hun achterban is ook belangrijk, zodat deze vrouwen andersom de behoeften van hun gemeenschap kunnen vertalen op het moment dat zij een plek aan tafel bemachtigen bij vredesonderhandelingen.’

Zo werken de leden van WO=MEN met de Palestijnse vrouwenrechtenactiviste Randa Siniora, die deel uitmaakte van een initiatief dat vrouwen betrok in het verzoeningsproces tussen de Palestijnse politieke bewegingen Fatah en Hamas. Voorheen was het niet mogelijk voor vrouwen om aan dit proces deel te nemen. Siniora kon met steun van WO=MEN-leden als Cordaid en Oxfam bij de VN-Veiligheidsraad aanschuiven en vertellen over de situatie van vrouwen en meisjes in de bezette Palestijnse gebieden.

De Libische vrouwenrechtenactiviste Hajer Sharief (Beeld: YouTube)

Een ander voorbeeld is de 26-jarige mensenrechtenactiviste Hajer Sharief uit Libië. Aan het begin van de burgeroorlog startte zij een non-profit organisatie om vrouwen bij te laten dragen aan nationale vredesonderhandelingen. In 2019 werd Sharief genomineerd voor de Nobelprijs voor vrede. Ook Sharief werd via WO=MEN-lid Cordaid uitgenodigd voor VN-onderhandelingen over vrede en veiligheid.

Gevaar voor eigen leven

WO=MEN werkt ook samen met vrouwenrechtenactivisten uit Syrië, zegt Dekker. ‘Zij vertellen onder meer over de situatie van politieke gevangenen daar. Dat er mensen in de gevangenissen van Syrische president Bashar al-Assad gemarteld worden en vervolgens verdwijnen. Deze activisten kunnen dit aan het voetlicht brengen zodra zij deelnemen aan het gesprek over vrede en veiligheid.’

De Saoedi-Arabische vrouwenrechtenactiviste Loujan al-Hathloul in 2017 (Beeld: Wikimedia Commons)

Vrouwen lopen veel risico op gevangenschap als zij zich uitspreken. Dekker noemt het voorbeeld van Saoedi-Arabische vrouwenrechtenactiviste Loujain al-Hathloul, die eind vorig jaar tot een gevangenisstraf van vijf jaar en acht maanden werd veroordeeld wegens ‘spionage voor buitenlandse partijen’ en ‘samenzweringen tegen het koninkrijk’. Vorige maand werd zij vrijgelaten. Ze zat 1.001 dagen in gevangenschap, waarbij ze werd onderworpen aan marteling en seksuele intimidatie.

Al-Hathloul was een van de voorvechters binnen de Saoedi-Arabische vrouwenrechtencampagne Women2Drive. Dit leidde ertoe dat vrouwen in 2018 mochten autorijden. De vrouwenrechtenactiviste werd wereldberoemd toen zij in 2013 live op social media deelde hoe ze autoreed. Daarnaast streed al-Hathloul ertegen dat vrouwen enkel na toestemming van een mannelijk familielid naar het buitenland konden reizen, wat in 2019 werd afgeschaft.

‘Deze vrouwen, die hun leven op hun eigen manier willen leiden, schoppen tegen de fundamenten van de traditionele samenleving aan’

‘Vrouwen als al-Hathloul, die opstaan voor hun rechten omdat ze hun leven op hun eigen manier willen leiden, schoppen tegen de fundamenten van de traditionele samenleving aan’, zegt Dekker. ‘Het leidt ertoe dat traditionele systemen van het huidige regime wankelen. Vervolgens zien de mensen aan de macht dit met lede ogen aan. Zij verliezen macht, en willen het koste wat het kost behouden. Daarom wordt er heel hard en repressief opgetreden tegen vrouwen die opkomen voor hun rechten, of aan tafel willen zitten bij vredesprocessen.’

Cultuurgevoelig

Er wordt weleens gezegd dat vrouwenrechten, gendergelijkheid en feminisme westerse concepten zijn. Maar het vormgeven van je eigen leven zonder beperkingen op je rechten en inmenging van de staat is een wens van alle culturen, alle landen, en ook alle tijden, vindt Dekker. ‘Dat is niet iets wat in het Westen is ontwikkeld en vervolgens is geëxporteerd naar andere landen. Ik ga Hajar Sharief niet vertellen hoe zij in Libië moet opkomen voor haar rechten. Dat doet zij zelf. Het enige wat zij vraagt is: hoor mij ook in de VN Veiligheidsraad in New York. Wij zorgen met ons netwerk dan dat ze daar ook te horen is.’

Volgens Dekker kennen Europese landen een zekere mate van cultuurgevoeligheid. Mensen zijn bang om aan geloof en cultuur te komen wanneer zij zich bezighouden met zaken die gendergelijkheid aangaan, zegt zij. Dit vindt zij onterecht.

‘Je komt niet aan iemands geloof of cultuur wanneer de mensen binnen dat geloof zelf aangeven dat zij verandering willen zien’

‘Het zijn de vrouwen uit Eritrea en Soedan zelf die de strijd zijn begonnen tegen genitale verminking. Zij gaven aan dat zij hiertegen willen strijden, en toen pas is dit onder de aandacht gekomen van een breed publiek. Je komt niet aan iemands geloof of cultuur wanneer de mensen binnen dat geloof zelf aangeven dat zij verandering willen zien, en je hen daarin faciliteert’, aldus Dekker.

Zelf is zij niet gelovig, maar dat betekent volgens haar niet dat ze een moslima niet volledig kan ondersteunen in haar strijd voor het dragen van een hoofddoek wanneer zij dat zelf wil. ‘Waar het om gaat is dat zij zelf beslissingen maakt over hoe zij haar leven wil leiden. En als ze uit haar geloof wil stappen, dat dat ook kan.’

Financiering

Naast het ondersteunen van individuele vrouwenrechtenactivisten, zet WO=MEN zich in voor vrouwen- en mensenrechtenorganisaties in het buitenland om basisfinanciering te ontvangen. ‘Wanneer maatschappelijke organisaties financiering ontvangen, dan wordt het gekoppeld aan bepaalde projecten’, vertelt Dekker. ‘Dat terwijl basisfinanciering ontzettend belangrijk is voor deze organisaties om te kunnen blijven functioneren bij onvoorziene omstandigheden.’

Bij een machtstransitie, opstand of een aanval door een gewelddadige groep moeten de activisten snel kunnen reageren, onder andere door demonstraties te organiseren, gaat zij verder. ‘Stel dat een activiste in hun midden wordt opgepakt, dan moet er snel gehandeld worden. Neem het voorbeeld van al-Hathloul. Als haar mede-activisten haar situatie niet snel hadden aangekaart bij de internationale gemeenschap, dan was er niet genoeg aandacht gekomen voor haar vrijlating. Daar is financiering voor nodig.’

Op het moment dat de situatie escaleert en de vrouwenrechtenactivisten niet langer hun werk kunnen blijven doen in eigen land, moeten zij soms vluchten. ‘Op dit moment is de situatie in Afghanistan bijvoorbeeld heel gevaarlijk voor Afghaanse vrouwen die politiek actief zijn of zijn geweest. Vanaf het moment dat duidelijk werd dat de VS een deal zou sluiten met de Taliban, ervoeren zij het wegvallen van de steun en bescherming van de internationale gemeenschap. Deze vrouwen moeten nu soms noodgedwongen asiel aanvragen, maar eigenlijk willen zij alleen tijdelijke bescherming’, legt ze uit.

‘Op het moment dat ze asiel aanvragen, zitten zij op een lange termijn vast aan het gastland. De procedure voor asielaanvraag is bovendien niet van de een op de andere dag afgerond. Vervolgens raken zij hun positie binnen de Afghaanse gemeenschappen en alles wat ze tot dan toe hebben opgebouwd voor de lokale vrouwen kwijt, wanneer bekend wordt dat zij Afghanistan hebben verlaten voor een ander land.’

Om deze vrouwen beter te faciliteren, zouden ambassades maatregelen kunnen nemen om hen tijdelijk onderdak te bieden in eigen land, gaat Dekker verder. Daarnaast zou het helpen als deze vrouwen financiering krijgen om zichzelf te beschermen door bijvoorbeeld een bodyguard in te huren of een gepantserde auto.

‘We kunnen deze vrouwen ook helpen in veiligheid te brengen door ze bekend te maken’, zegt zij. ‘Nederland reikt bijvoorbeeld de Mensenrechtentulp uit aan activisten, ook binnen de internationale gemeenschap. Dit is ook een middel om iemand in de spotlights te zetten. Daarmee zend je een boodschap uit: de internationale gemeenschap ziet deze persoon – en als die verdwijnt, dan weten we dat en kunnen we actie ondernemen.’

Jaarlijkse ranglijst Freedom House: Turkije in top 50 minst vrije landen

0

Volgens de nieuwste jaarlijkse vrijheidsranglijst van de Amerikaanse NGO Freedom House is Turkije ‘niet vrij’. In de lijst zijn alle landen gerangschikt naar de mate van politieke en burgerlijke vrijheid.

Turkije scoort 32 punten op de schaal van 100, dezelfde score als vorig jaar. Daarmee staat het tussen landen als Angola, Afghanistan, Irak en Myanmar.

‘Vervolgingen en intimidatiecampagnes tegen politici van de oppositie, prominente leden van het maatschappelijk middenveld, onafhankelijke journalisten en critici van het steeds agressievere buitenlandse beleid van Turkije gingen door’, aldus Freedom House.

Turkije heeft veel politieke tegenstanders in de gevangenis. De bekendste voorbeelden zijn oppositiepoliticus Selahattin Demirtas en de liberale filantroop Osman Kavala, die volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) allebei onmiddellijk moeten worden vrijgelaten.

De coronapandemie en de verslechterde Turkse economie hebben de regering ‘nieuwe stimulansen gegeven om afwijkende meningen te onderdrukken en het publieke debat te beperken’, aldus Freedom House.

President Erdogan kondigde deze week een serie mensenrechtenhervormingen aan, maar critici zijn sceptisch. ‘Geen enkel mensenrechtenplan zal meer zijn dan het papier waarop het is geschreven, totdat politieke gevangenen worden vrijgelaten en nepaanklachten tegen andersdenkenden worden ingetrokken’ zegt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.

Het nieuwste rapport van Freedom House laat verder een somber beeld zien. Autoritaire regimes zijn, gesterkt door de coronacrisis, afgelopen jaar in de hele wereld onbeschaamder geworden. Het aantal ‘onvrije’ landen heeft een recordhoogte van 54 bereikt. Vrijheidsscores van 73 landen, die 75 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen, zijn gedaald.

Freedom House is een Amerikaanse NGO, maar is de Verenigde Staten in de loop der jaren steeds onvrijer gaan inschalen. Waar het land in 2010 nog 94 punten haalde, zijn dat er in het nieuwste rapport nog maar 83. De redenen: groeiende corruptie en belangenverstrengingen in de politiek, een gebrek aan transparantie bij de overheid en strengere immigratiewetten.

De meest onvrije landen volgens Freedom House: Syrië (1 punt), Tibet (1), Turkmenistan (2), Eritrea (2), Zuid-Soedan (2) en Noord-Korea (3). Ter vergelijking: de meeste Europese landen scoren minimaal 90 punten. Nederland scoort 98 punten, eentje minder dan vorig jaar.

Yarin Eski nieuwe columnist bij de Kanttekening

0

Yarin Eski is criminoloog en doceert Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Voor de Kanttekening zal hij een maandelijkse column schrijven.

Tot aan 2017 doceerde Eski aan de John Moores University in Liverpool. Hij promoveerde in 2015 aan de Universiteit van Glasgow. Eind vorig jaar bracht hij de academische bundel Genocide and victimology uit.

Zijn andere wetenschappelijke publicaties omvatten onder meer veiligheid, etnografie, sociaal-culturele aspecten van politiewerk, het gebruik van geweld en de verantwoording daarvan, ondermijning van de democratie en genocide.

Eerder schreef Eski gastcolumns voor de Volkskrant over onder meer de staat van onze universiteiten, rampenverbeelding in films en de explosie in Beiroet. Voor de Kanttekening zal hij zich meer toeleggen op de hedendaagse multiculturele thematiek.

Eski’s eerste column verscheen vandaag. Daarin schrijft hij over het nieuwe immigratierapport van Forum voor Democratie. ‘Deze ideeën vind ik zoveel enger dan JFVD-leden die ietwat prematuur en onbezonnen neonazistische berichtjes naar elkaar appen.’

GL-kandidate krijgt ‘duizenden bedreigingen’ uit Turkse hoek

0

De Koerdisch-Nederlandse Kamerkandidaat Serpil Ates heeft ‘al duizenden bedreigingen gekregen’ uit Turks-nationalistische kringen, vertelt de GroenLinkser aan Omroep West

‘Er komen tweets langs als: we hebben nieuwe wapens en we gaan ze op jou testen, we komen jou en je moeder zoeken. Je hebt niet het uiterlijk van iemand met roots uit Turkije, je zal er wel zo uitzien omdat je varkensvlees hebt gegeten. Het gaat van discriminerende en racistische opmerkingen tot bedreigingen. Het gaat echt alle kanten op.’

Ates staat zelfs in de toplijst uit een recent onderzoek door de Groene Amsterdammer naar de vele haattweets richting vrouwen in de politiek. Maar ze laat zich niet intimideren.

‘Nee, dat is wat ze willen. Ik ben een vrijgevochten vrouw. Ik doe alles behalve stoppen en angstig zijn. Ik ga gewoon keihard door. (…) Wen er maar aan.’

Serpil Ates kreeg vorige maand extra veel haatberichten binnen nadat de website Turks.nl onjuist beweerde dat Ates PKK-leider Abdullah Öcalan had geprezen. De PPK is een separatistische organisatie die strijd voor een onafhankelijk Koerdistan. De organisatie heeft ook terreuraanslagen gepleegd en staat in Turkije, de EU en de Verenigde Staten op de terreurlijst.

Onder het mom van ‘banden met de PKK’ zijn de afgelopen jaren in Turkije vele tientallen politici, intellectuelen en activisten de bak ingedraaid, waaronder oud-HDP-leider Selahattin Demirtas. Onder diens leiding werd de HDP een factor van belang in de Turkse politiek, die bij de verkiezingen van 2015 zelfs de AKP van een absolute meerderheid afhield. De HDP dreigt inmiddels te worden verboden vanwege ‘banden met de PKK’.

Volgens critici gebruikt de Turkse overheid de aantijging van ‘banden met de PKK’ om dissidente stemmen de kop in te drukken. Hetzelfde zou hij doen met (vermeende) aanhangers van de islamitische geleerde Fethullah Gülen, volgens Erdogan het brein achter de mislukte couppoging van 2016.

Mensen met een ander geluid of een andere opinie zitten in Turkije nu veelal achter de tralies, ziet ook Ates. ‘Daarom denken ze mensen in Nederland met een andere gedachtegang ook te kunnen bedreigen. Op het moment dat mijn Koerdische identiteit naar voren komt, worden ze racistischer dan waar ze anderen van beschuldigen.’

De GroenLinks-politica zit nu nog in de Haagse gemeenteraad. Ze staat 24e op de kandidatenlijst van GroenLinks.

D66-Kamerlid wil van haar Marokkaanse paspoort af

0

D66-Kamerlid Salima Belhaj wil van haar Marokkaanse paspoort af, vertelt ze aan de Rotterdamse website Vers Beton.

Haar fractiegenoot Jan Paternotte heeft het initiatief genomen om ervoor te zorgen dat Nederlanders afstand van hun Marokkaanse nationaliteit kunnen doen, wat Belhaj vorige maand mocht verdedigen in de Tweede Kamer. Zelf wil ze er ook vanaf, zegt ze nu.

Belhaj: ‘Als ik in de spiegel kijk zie ik donkere ogen en donker haar, ik weet dat ik ergens anders vandaan kom. Maar het hebben van een tweede nationaliteit, een gedwongen nationaliteit, vind ik ingewikkeld, omdat ik die dwang niet wil.’

Het D66-Kamerlid wordt door haar dubbele paspoort in Marokko behandeld als Marokkaans staatsburger. Het is bijvoorbeeld strafbaar als ze daar een hotelkamer boekt met haar Nederlandse vriend, met wie ze niet getrouwd is.

‘Er zijn een hoop andere wetten waar ik onder val. Ik ben Nederlands staatsburger, ik ben hier geboren, ik voel mij verbonden met Nederland – maar toch val ik in Marokko onder die regels.’

Salima Belhaj vindt het opmerkelijk dat de PVV haar motie niet gesteund heeft, terwijl Geert Wilders al jaren lang roept dat hij tegen dubbele nationaliteit is. Hoewel haar pleidooi gevoelig ligt in de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap is het D66-Kamerlid niet bedreigd, vertelt ze.

‘Misschien komt dat wel omdat men niet gewend is dat je dit probleem ook vanuit een progressieve partij kan adresseren.’

Een meerderheid in de Tweede Kamer is het met Belhaj eens. Maar Nederland kan Marokko niet dwingen om de regels te veranderen. Het kabinet zegt te kiezen voor de weg van stille diplomatie.

De menselijke kosten van immigratiecijferpolitiek

0

Deze week marcheerde een bericht mijn inbox binnen over ‘De werkelijke kosten van immigratie’. In de periode 1995–2019 kostte immigratie Nederland zo’n 400 miljard euro, aldus het bericht. Stel dat we die 400 miljard nu dus hadden, dan zouden we vraagstukken rondom het huizentekort, de schaarste in de zorg, politiecapaciteit en de druk op het onderwijs in één klap oplossen! Allemaal voor Nederland.

De wetenschappelijke rapportage ‘Grenzeloze verzorgingsstaat: De gevolgen van immigratie voor de overheidsfinanciën’ is een cijfermatige exegese, gedaan in Blitzopdracht van Forum voor Democratie. Met het rapport wil FvD een politieke heroriëntatie op het Nederlandse migratiebeleid teweegbrengen.

Als half Turkse, half Nederlandse man, die zijn doctorsgraad in Schotland heeft behaald, die werkzaam is geweest in Engeland en nu universitair docent is aan de Vrij Universiteit Amsterdam, wil ik reageren op de wijze waarop FvD en het wetenschappelijk bureau van deze partij dit rapport nu politiek inzetten. Ik zeg dus niet direct iets over het rapport zelf.

Mensen met een westerse migratieachtergrond hebben, concludeert FvD op basis van het rapport, een neutraal effect op de Nederlandse publieke middelen, terwijl de groep mensen met niet-westerse migratieachtergrond kostbaar is. Deze laatste groep migranten zou niet succesvol zijn en ‘in financiële zin’ eerder geld kosten dan dat zij iets opbrengt, wordt stevig vermeld.

Daarom moet ‘kansarme immigratie […] een halt toegroepen [sic] worden’. Naast de financiële kosten, zouden we ook inleveren op maatschappelijke cohesie bij nog meer instroom van mensen met ‘totaal andere’ normen, waarden en gewoonten. Eén van de oplossingen behelst ‘remigratiemogelijkheden te verruimen en meer onder de aandacht te brengen’, aldus FvD.

Deze ideeën vind ik zoveel enger dan JFVD-leden die ietwat prematuur en onbezonnen neonazistische berichtjes naar elkaar appen.

Laten we hier ‘niet-westers’ met ‘Joods’ vervangen, ‘kostbaar’ met ‘waardeloos’ en ‘remigratie’ met ‘in mindering brengen’

Op GeenStijl werd al geroepen dat het rapport zal leiden tot vingerwijzen en een regen aan racismeverwijten. Bij dezen mijn irrationele, racismeverwijtende en vingerwijzende ‘rain on FvD parade’ van deze rationeel ogende cijfers en de daaruit ‘logisch’ voortvloeiende aanbevelingen. Hoewel een reductio ad Hitlerum volgens de Wet van Godwin niet mag, overtreed ik die hierbij maar al te graag, op boze en passievolle wijze.

Hitler vreesde namelijk voor overbevolking, waardoor de Duitse grondstoffen op zouden raken, zoals vermeld in zijn geheime memo. Bovendien, als de werkgelegenheid dan niet zou toenemen, dan zou een grote groep mensen geleidelijk in mindering gebracht moeten worden op de bevolking, omdat zij waardeloos is geworden door ondervoeding.

Laten we hier ‘niet-westers’ met ‘Joods’ vervangen, ‘kostbaar’ met ‘waardeloos’ en ‘remigratie’ met ‘in mindering brengen’. Ik denk dat dan duidelijk wordt waartoe een FvD-implementatie van het rapport kan leiden: een beleid waarbij de kostprijs uiteindelijk een verlies aan menselijkheid zal zijn.

FvD is niet heel origineel met dit rapport over de kosten en baten van immigratie. De PVV vroeg de Tweede Kamer eerder al om dergelijke calculaties, waarop toenmalig Staatssecretaris Dijkhoff (Ministerie Veiligheid en Justitie) antwoordde ‘dat de overheid geen boekhouding bijhoudt van kosten en opbrengsten van groepen mensen in de samenleving, zoals allochtonen, autochtonen. (…) Mensen laten zich immers niet reduceren tot een simpele optel- en aftreksom langs de meetlat van de euro.’

Ik vraag me af in hoeverre zulke kostenplaatjes en een daarop gebaseerde toekomstvisie voor een ‘beter’ Nederland überhaupt een verschil uitmaken: wat voor ‘waar’ effect gaat er uit van ingecalculeerde remigratie? Wie zou tegen de tijd dat het remigratiebeleid voltooid is nog als niet-westers beschouwd (kunnen) worden en wie niet? Alsof zo’n categorisering er in eerste instantie toe doet.

Een beleidstoekomst inplannen, allemaal voor Nederland, op basis van wetenschappelijk ware immigratiecijfers van nu, zulks omvat een onmenselijke reductie van een veel te complexe realiteit. Zo’n soort beleid is absurder dan een reductio ad Hitlerum, waarbij we daadwerkelijk wat kunnen leren van een raar maar waar onmenselijk verleden, mede tot stand gekomen door cijferpolitiek.